Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 3, item 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 3, item 8 |
Aan de orde is het debat over de verkiezingsuitslag (met de verkenner).
De tijdelijke voorzitter:
Ik dank de heer Kamp voor zijn komst en heet hem welkom in vak-K. De heer Kamp zit hier dus niet als vertegenwoordiger van de regering. Hij zit hier als oud-verkenner. Dit debat heeft volgens het nieuwe artikel 139a van ons Reglement van Orde als doel het aanwijzen van een of meer informateurs en het vaststellen van de door hen uit te voeren opdracht. Zoals afgesproken, gelden spreektijden van tien minuten per fractie. De Kamer zal beginnen met haar eerste termijn. Daarna zal ik het woord geven aan de heer Kamp. Ik wijs de leden erop dat analoog aan artikel 139b van het Reglement van Orde dit debat bedoeld is om inlichtingen van de heer Kamp te verkrijgen over het verloop van de verkennende werkzaamheden naar de formatie van een nieuw kabinet. In de termijn van de heer Kamp zal ik geen interrupties toestaan. Vragen ter verduidelijking kunnen de leden stellen aan het eind van het betoog. Onderlinge interrupties zal ik uiteraard wel toestaan. Na het antwoord van de heer Kamp zullen wij bezien of een tweede termijn met eventuele moties nodig is. Voor de sprekersvolgorde hanteren wij de fractiegrootte. Graag geef ik als eerste het woord aan de heer Rutte, fractieleider van de VVD. Hij heeft, zoals alle sprekers, een spreektijd van tien minuten.
De heer Mark Rutte (VVD):
Mijnheer de voorzitter. De VVD streeft naar een stabiel en slagvaardig kabinet, een kabinet dat Nederland sterker uit de crisis moet halen. De inbreng van de VVD is in het verslag van de verkenner goed weergegeven. Ik dank de verkenner voor dat verslag en zijn werkzaamheden. Ook de uitkomst van de raadpleging van alle fractievoorzitters door de verkenner geeft een duidelijk beeld, namelijk dat het nu geboden is om over te gaan tot een informatie, waarin de mogelijkheden onderzocht worden voor een kabinet bestaande uit VVD en PvdA. Wij steunen dan ook het advies van de verkenner om over te gaan tot zo'n informatieronde tussen VVD en PvdA. Het is voor het eerst sinds 1989, dus voor het eerst in 23 jaar, dat er een onderzoek zal plaatsvinden naar een kabinet bestaande uit slechts twee partijen. Om deze informatieronde in goede banen te leiden, stelt de VVD voor om twee informateurs te benoemen, namelijk de heren Kamp en Bos. Wat ons betreft zou de gewenste uitkomst van dit debat zijn dat de Kamer steun uitspreekt voor het advies van de verkenner en overgaat tot de benoeming van beide informateurs. Nogmaals dank aan de heer Kamp voor zijn werkzaamheden en voor het verslag. Wat mij betreft gaan wij samen snel door met de volgende fase van de informatie, uiteraard ook in nauw contact met de Tweede Kamer.
De tijdelijke voorzitter:
Ik constateer dat u hiermee uw termijn hebt afgerond.
De heer Pechtold (D66):
Wat is er gebeurd met de woorden "ten minste"?
De heer Mark Rutte (VVD):
Die zijn weggevallen.
De heer Pechtold (D66):
Dat was mij opgevallen. Kan de heer Rutte dat verklaren?
De heer Mark Rutte (VVD):
Ja, dat kan ik verklaren, ook uit de adviezen van andere fractievoorzitters die in de richting wijzen dat het nu geboden is om onderzoek te doen naar een kabinet bestaande uit VVD en PvdA. Daarnaast leven er binnen de partijen en in de Eerste Kamer opvattingen over het noodzakelijke draagvlak in de Eerste Kamer.
De heer Pechtold (D66):
Daarmee is dit punt verhelderd. Kan de heer Rutte mij aangeven of hij al een motie op zak heeft met de opdracht aan de informateurs?
De heer Mark Rutte (VVD):
Ja, die motie heb ik op zak. Het is mijn voornemen om die motie in tweede termijn in te dienen, al naar gelang het verloop van dit debat, ervan uitgaande dat er landingsrechten voor die motie zijn. In de motie zal staan dat de Kamer steun geeft aan de conclusies van de informateur, en het advies overneemt.
De voorzitter:
De conclusies van de verkenner, bedoelt u.
De heer Mark Rutte (VVD):
Excuses, van de verkenner.
De voorzitter:
Het is voor ons allemaal de eerste keer.
De heer Roemer (SP):
Wat vindt de heer Rutte stabiel?
De heer Mark Rutte (VVD):
Stabiel is een kabinet waarvan de partijen de wil hebben om er ook een succes van te maken en de rit uit te zitten, en waarvan de partijen de overtuiging hebben dat ze tot overeenstemming kunnen komen over een gemeenschappelijk regeerprogramma.
De heer Roemer (SP):
Ik ken geen enkele partij in onze vaderlandse geschiedenis die die ambitie niet had. Dus dit is een loos begrip. Volgens mij is nog nooit een partij tot een kabinet toegetreden met de bedoeling om daarvan geen stabiel kabinet te maken. Hier kunnen we dus heel weinig mee. Even wat concreter: wil de heer Rutte bijvoorbeeld een meerderheid in de Eerste Kamer bewerkstelligen?
De heer Mark Rutte (VVD):
Dat antwoord heb ik net gegeven aan de heer Pechtold. Ik heb natuurlijk ook vastgesteld dat een combinatie van VVD en PvdA geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. Nochtans ben ik van mening dat het goed zou zijn om over te gaan tot een kabinet van die twee partijen, zo de programmatische gesprekken ook leiden tot overeenstemming. Ik ben er namelijk van overtuigd dat de Eerste Kamer uiteindelijk de verschillende voorstellen van het kabinet op de inhoudelijke en wetstechnische aspecten zal beoordelen.
De heer Roemer (SP):
We hebben de afgelopen periode gezien hoe dat gegaan is. De wens is blijkbaar de vader van de gedachte. In de Eerste Kamer hebben we gezien dat we afspraken hebben moeten maken, dat er mensen op de achterbank zijn gezet en dat er mensen uit Zeeland zijn overgekomen om het kabinet maar zo stabiel mogelijk te maken. Als de heer Rutte hier daadwerkelijk zegt dat hij voor de komende vierenhalf jaar een stabiel kabinet wil hebben, dan moet er toch voor worden gezorgd dat er voldoende draagvlak in beide Kamers is? Waarom deelt hij dat dan niet?
De heer Mark Rutte (VVD):
Ik ben ervan overtuigd dat de Eerste Kamer haar plek in het staatsbestel heel goed interpreteert en invult. Dat betekent dat de Eerste Kamer de plek is waar reflectie op voorgenomen wetsvoorstellen plaatsvindt, zowel naar de wetstechnische kant, als naar de kant van de maatschappelijke wenselijkheid, en het politieke primaat laat aan de Tweede Kamer. Vanuit dien hoofde ben ik ervan overtuigd dat een stabiel kabinet te vormen is uit twee partijen die wel hier, maar niet in de Eerste Kamer een meerderheid hebben.
De heer Roemer (SP):
Maar waarom heeft de heer Rutte dat dan niet gezegd na de beëdiging van de Eerste Kamer, toen er zoveel afspraken gemaakt moesten worden met een vierde partij om ervoor te zorgen dat er in de Eerste Kamer geen politiek bedreven kon worden? Toen was de heer Rutte blijkbaar wel van mening dat er afspraken gemaakt moesten worden. Toen moesten er wel zaken worden geregeld op een achterbank. Toen wist de heer Rutte wel degelijk dat ook in de Eerste Kamer, als het erop aankomt, wel degelijk politiek bedreven wordt.
De heer Mark Rutte (VVD):
Wij wisten toen nog niet hoe verantwoordelijk de bij die verkiezingen sterk gegroeide fractie van de SP zich zou gaan opstellen in de Eerste Kamer.
De heer Roemer (SP):
Ik betreur de enorme naïviteit van de heer Rutte en wens hem veel sterkte.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mark Rutte I heeft net een begroting ingediend, die een tekort laat zien van 2,7% in 2013. Kan hij mij verzekeren dat ook Mark Rutte II dit tekort van 2,7% niet zal overschrijden, een tekort dat met vijf partijen moeizaam tot stand is gekomen?
De heer Mark Rutte (VVD):
Het begrotingstekort dat door de vijf partijen is opgesteld en dat de basis is voor de begroting-2013 is een gegeven. Dat is ook het basispad vanwaaruit wij werken. Ten opzichte van dat basispad zullen PvdA en VVD tot programmatische overeenstemming moeten zien te komen.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dus 2,7% blijft 2,7%.
De heer Mark Rutte (VVD):
Ik schets u het basispad. U kunt mij daarna gaan vragen wat ik met de hypotheekrenteaftrek, de veiligheid, de migratie, de zorg en het onderwijs ga doen, maar daar ga ik niet op in, omdat ik meen dat het van belang is om zo snel mogelijk te komen tot een stabiel kabinet, en ik ook meen dat allerlei uitspraken die ik nu doe over de inhoud van die gesprekken, niet helpen om de totstandkoming van het kabinet te bevorderen.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
De heer Samsom luistert mee, dus hij weet dat dat betekent dat er ruimte is. Dit is onderdeel van de onderhandelingen.
De heer Mark Rutte (VVD):
Die conclusie kan de heer Buma uit mijn woorden niet trekken. Ik geef slechts aan dat ik op allerlei suggesties van hem om te reflecteren op wat er mogelijk in die onderhandelingen gaat gebeuren, niet zal ingaan, omdat ik daarmee het succes van die gesprekken beperk.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
U spreekt nu natuurlijk totaal andere taal dan kort geleden, toen terugdringing van het tekort hoofddoel was. Het gaat nu alleen nog maar om de snelheid van de onderhandelingen. Ik mis nu de urgentie om het tekort terug te brengen op basis van een akkoord dat nog maar net is gesloten. Ik ga ervan uit dat opgelet wordt dat het niet erger wordt dan 2,7%. Daar wil ik u aan houden.
De heer Mark Rutte (VVD):
Ik verwijs de heer Buma naar het uitstekende verslag van de verkenner, waarin ook op dit onderdeel behartigenswaardige woorden zijn gesproken door mijn partij.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dan vrees ik het ergste.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Ik heb een inhoudelijke vraag waarvan ik weet dat veel mensen in het land die ook hebben. De heer Rutte heeft voor de verkiezingen met veel partijen in de Kamer het roze stembusakkoord getekend. Daarin hebben we met elkaar afgesproken dat we binnen een jaar gelijke rechten van homo's in dit land gaan regelen. Mijn vraag aan de heer Rutte is of die handtekening nu na de verkiezingen nog steeds staat.
De heer Mark Rutte (VVD):
Die handtekening staat nog steeds. Wat betreft de betekenis van die handtekening in de formatie geldt hetzelfde als wat ik net tegen de heer Buma zei, namelijk dat ik mij heb voorgenomen om over allerlei vragen ten aanzien van de te voeren gesprekken geen uitspraken te doen omdat ik het als voorman van de grootste partij mijn taak acht om te bevorderen dat een kabinet zo snel mogelijk tot stand komt. Die totstandkoming wordt gehinderd als ik in het openbaar reflecteer op allerlei onderscheiden dossiers.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Toch wil ik proberen iets meer helderheid te krijgen. Overigens is het goed te horen dat die handtekening nog steeds staat. Dat vind ik goed nieuws. Maar kan de heer Rutte aangeven dat als hij straks in het kader van de informatie verder in gesprek gaat over mogelijkheden om een meerderheid in de Eerste Kamer te krijgen, hij dan zijn handtekening onder dat roze stembusakkoord niet zal intrekken?
De heer Mark Rutte (VVD):
Ik heb zo-even gezegd dat die handtekening nog steeds staat. Ik heb ook gezegd dat ik op alle vragen over concrete onderwerpen, zijnde van onderwijs tot en met zorg en van migratie tot en met veiligheid, niet inga omdat ik het als voorman van de grootste partij mijn taak acht om er alles aan te doen om de totstandkoming van een kabinet te bevorderen. Openbare uitspraken over onderscheiden onderwerpen maken de kans op de vorming van zo'n kabinet kleiner.
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik wil eerst via u de heer Rutte een compliment geven omdat hij nu de bereidheid uitspreekt om met partijen om de tafel te gaan zitten die hij eerst nog als een bedreiging voor het land zag. Daar spreekt toch enige moed uit.
Mijn vraag aan de heer Rutte is de volgende. Gaat hij zichzelf ook een tijdslimiet opleggen voor de gesprekken die hij nu aangaat?
De heer Mark Rutte (VVD):
Ik kan de heer Slob verzekeren dat wij de gesprekken niet langer zullen laten duren dan nodig is.
De heer Slob (ChristenUnie):
Dit klinkt heel geruststellend.
De heer Mark Rutte (VVD):
Dank.
De heer Slob (ChristenUnie):
Maar we hebben nog de herinnering aan een paar maanden geleden toen u achter de hekken van het Catshuis ging zitten met andere partijen en ook de bereidheid uitsprak om zo snel mogelijk zaken te gaan doen. En we weten wat er gebeurd is. Zeven weken tijd vermorst en u fietste met lege handen door de hekken van het Catshuis. Zo'n scenario willen we niet nog een keer. Dat zou voor het land ook heel slecht zijn. Kunt u hier uitspreken dat als u gelijk in het begin van de onderhandelingen twijfel hebt of het iets wordt, u dan terugkomt, zodat we niet tijd gaan vermorsen en de problemen die aangepakt moeten worden niet blijven liggen?
De heer Mark Rutte (VVD):
Nogmaals, ik kan de heer Slob verzekeren dat de onderhandelingen niet langer zullen duren dan nodig is en dat de twee partijen die nu besloten hebben om met elkaar de gesprekken te gaan voeren, ervan overtuigd zijn dat dit snel kan, maar dat ze daar geen tijdslimiet, geen kalenderfixatie op gaan zetten.
De heer Pechtold (D66):
Ik heb nog vele vragen, maar ik pak er nu een van de belangrijkste uit en dat is die over het financieel kader, waar de heer Rutte in zijn functie van demissionair minister-president natuurlijk ook een verantwoordelijkheid voor heeft. Hij verwees zo-even in reactie op een interruptie van de heer Buma naar de bijdrage van de VVD-fractie bij verkenner Kamp. Die heb ik er even bij gepakt. Daarin staat: ten aanzien van de inhoud hecht hij – dat is dan Rutte – in elk geval aan duidelijke afspraken over een meerjarig financieel kader, lastenverlichting, veiligheid en het volgen van het saldopad. Betekent dat hechten aan afspraken ook het hechten aan afspraken die reeds gemaakt zijn?
De heer Mark Rutte (VVD):
Ook tegen de heer Pechtold moet ik zeggen dat ik de verleidingen om nu te praten over wat al of niet de aard en het karakter kan zijn van concrete gesprekken over concrete onderwerpen, hoe interessant ook, nu moet weerstaan. Ik kan daar dus niet op ingaan. Ik heb zo-even tegen de heer Buma gezegd dat de tekst er staat zoals die er staat. Ik complimenteer nogmaals de heer Pechtold voor zijn leiderschap bij het tot stand brengen van het vijfpartijenakkoord. Dat is de basis voor de begroting 2013. Dat is ook de basis vanwaaruit deze onderhandelingen plaatsvinden.
De heer Pechtold (D66):
Dat is toch iets te makkelijk. Er zijn heel veel mensen in dit land die op dit moment kijken naar door de VVD gedane beloftes ten aanzien van de reiskosten en naar ook door andere partijen gedane beloftes zoals ten aanzien van de langstudeerboete en de kinderopvang. Dat zijn allemaal zaken waar u zichzelf ook over hebt geuit: die nare of rottige langstudeerboete, we gaan de kinderopvang terugdraaien en we gaan de reiskosten anders behandelen. Waar u ook niet aan collega Slob enige tijdsaanduiding geeft, kunt u nu niet verwijzen naar afspraken waarvan ik niet weet of dat "hechten aan het financieel kader" slaat op het verleden of op eventueel water in de wijn voor de PvdA voor de toekomst. Niet alleen het parlement maar ook de buitenwereld dient nu helderheid te krijgen over waar Rutte nu voor staat.
De heer Mark Rutte (VVD):
Ook tegen de heer Pechtold moet ik zeggen dat ik daar niet op inga, ondanks alle verleidingen om te praten over wat al of niet aard en karakter kunnen zijn van gesprekken over concrete onderwerpen. Ik heb net al tegen de heer Buma gezegd dat de tekst staat zoals die er staat. Ik complimenteer de heer Pechtold nogmaals met zijn leiderschap bij het tot stand brengen van het vijfpartijenakkoord. Dat is de basis voor de begroting voor 2013 en de basis waarop deze onderhandelingen plaatsvinden.
De heer Pechtold (D66):
Dat is mij iets te gemakkelijk. Heel veel mensen in het land kijken op dit moment naar de beloftes die de VVD heeft gedaan over de reiskosten en die door anderen zijn gedaan over de langstudeerboete en de kinderopvang. Dat zijn allemaal zaken waarover ook de heer Rutte heeft gesproken. Hij vindt de langstudeerboete rottig, hij vindt dat de maatregel voor de kinderopvang teruggedraaid moet worden en dat de reiskosten anders behandeld moeten worden. De heer Rutte geeft collega Slob geen tijdsaanduiding. Hij kan nu dan ook niet verwijzen naar afspraken. Ik weet immers niet of "hechten aan een financieel kader" slaat op het verleden of op de toekomst, op eventueel water bij de wijn doen voor de PvdA. Niet alleen het parlement, maar ook de buitenwereld dient helderheid te krijgen over waar Rutte nu voor staat.
De heer Mark Rutte (VVD):
Op dit punt vaar ik op het kompas van de heer Pechtold bij de onderhandelingen voor Paars-plus van twee jaar geleden. Toen nam hij bij de gesprekken het voortouw om zo min mogelijk naar buiten te brengen en er zo voor te zorgen dat het succes op geslaagde onderhandelingen maximaal is. Ik vond dat een verstandige gedachte. Ik begrijp dat de heer Pechtold nu een andere opvatting heeft. Ik vind de vorige Pechtold prettiger.
De heer Pechtold (D66):
De heer Pechtold heeft dat voortouw helemaal niet genomen. Als een historicus dat zegt over een kunsthistoricus, is dat geschiedvervalsing. Het was de VVD-informateur die mij zelfs van het twitteren wilde afhelpen. Dat heb ik toen ook niet gedaan.
De heer Mark Rutte (VVD):
Het ging vrij gemakkelijk.
De heer Pechtold (D66):
Nee, ik ben het gewoon blijven doen. Mijn vraag blijft staan. Die vraag leeft breed in de samenleving. Staat de minister-president, de lijsttrekker van de VVD, voor gemaakte financiële afspraken of gaan wij dadelijk in de formatie zien dat er opeens, als een konijn uit de hoge hoed, nieuwe afspraken worden gemaakt met de PvdA? Het is nogal belangrijk. Het is ook voor de financiële markten belangrijk om te weten of Nederland zich houdt aan de internationale afspraken om onder de 3% te blijven. Graag een ja of een nee.
De heer Mark Rutte (VVD):
De VVD zal er in de onderhandelingen naar streven om samen met de Partij van de Arbeid zo snel mogelijk tot een kabinet te komen waarbij beide partijen de kiezers recht in de ogen kunnen kijken. Ik denk dat de heer Pechtold bekend is met de prioriteiten van mijn partij en die van de Partij van de Arbeid. Deze partijen hebben verschillende opvattingen over verschillende onderwerpen. Nochtans delen wij de overtuiging dat programmatische gesprekken tot gemeenschappelijke oriëntaties kunnen leiden. Het nu speculeren over de inhoud van die gemeenschappelijke oriëntaties bevordert het proces niet.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Recht in de ogen kijken? Het is scheel kijken. De een kijkt naar links en de ander kijkt naar rechts. Ik zou graag willen dat de heer Rutte mij recht aankijkt en zegt: goh, daar staat …
De heer Mark Rutte (VVD):
… de heer Pechtold.
De heer Pechtold (D66):
Dat hebt u goed gezien, mijnheer Rutte. Dit ging al een stuk gemakkelijker! De volgende vraag is of er ook nog een ja of een nee uit kan komen. Houdt u zich aan gemaakte financiële afspraken, ja of nee?
De heer Mark Rutte (VVD):
De afspraken die mede onder leiding van de heer Pechtold tot stand zijn gekomen in het Lenteakkoord, zijn de basis voor de begroting van 2013. Dat betekent dat wij daarmee bij de formatie te werken hebben. Wijzigingen die wij willen aanbrengen in die afspraken, moeten leiden tot andere beleidsvoornemens. Zo gaat dat bij een formatie. Het vertrekpunt is altijd de bestaande begroting.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Ik kan mij voorstellen dat de heer Rutte niet wil ingaan op eventuele discussiepunten tussen de VVD en de Partij van de Arbeid. Er zijn ook punten waar die partijen het volstrekt over eens zijn. Daarover moet wel helderheid kunnen komen. Beide partijen hebben de kiezer een week geleden beloofd dat de forensentaks afgeschaft zou worden. De heer Rutte kan hier toch op zijn minst zeggen dat de beloftes die beide partijen hebben gedaan hier gestand worden gedaan?
De heer Mark Rutte (VVD):
Ik acht het mijn taak om er als voorman van de grootste partij alles aan te doen om de totstandkoming van een kabinet te bevorderen. Het speculeren over allerlei onderscheiden thema's, hoe belangrijk ook, zorgt er niet voor dat het kabinet dichterbij komt. De heer Buma snijdt echter een belangrijk thema aan.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
De heer Rutte wordt wel snel ambtenaar. De werkelijkheid is dat het hier gaat om iets waarvan de mensen een week geleden het gevoel hadden dat een stem op de heer Rutte of de heer Samsom betekent dat er iets gebeurt. Dan kan er toch op zijn minst duidelijkheid komen dat het ook gaat gebeuren? Of u moet eerlijk zeggen: ach, wij weten het nog niet; wij zien het nog wel.
De heer Mark Rutte (VVD):
De verkenner heeft tot nu toe gesprekken gevoerd over de vraag welke partijen willen overgaan tot een informatieronde. Wij hebben gezegd dat te willen. Wij hebben tegen elkaar gezegd, en tegen de heer Kamp, dat wij redenen hebben om aan te nemen dat het succesvol afgerond kan worden. Dat betekent dat wij nu ook gesprekken over de inhoud gaan voeren. Natuurlijk zijn allerlei posities bekend. Het heeft nu geen zin om te speculeren over de uitkomst van de debatten over de posities.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Ik concludeer dat de draai, weg van de beloftes, dit keer wel heel snel wordt gemaakt.
De heer Mark Rutte (VVD):
Dat kan de heer Buma niet uit mijn woorden concluderen. Die conclusie laat ik voor zijn rekening.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ik ben hier niet om te speculeren over de uitkomst van de onderhandelingen. Ik wil wel graag scherper hebben wat het doel is van de onderhandelingen. Gaan die er ook om of binnen de begrotingsruimte voor 2013 tot aanpassingen gekomen kan worden die de steun van de PvdA- en de VVD-fractie hebben?
De heer Mark Rutte (VVD):
De gesprekken zijn erop gericht om te komen tot een programmatisch programma voor de komende jaren om het land sterker uit de crisis te laten komen. De vertrekpunten zijn daarbij natuurlijk de programma's van de Partij van de Arbeid en de VVD. Onderdelen van die programma's staan dicht bij elkaar. Er zijn vanzelfsprekend, als grote partijen op de linkerkant respectievelijk de rechterkant van het spectrum, ook onderwerpen waarover wij heel verschillend denken. Wij hebben ook in de media al laten weten dat het meer voor de hand ligt om niet over alles eindeloze compromissen te sluiten en dat het meer voor de hand ligt om te bekijken of wij elkaar iets gunnen. Dat lijkt mij de beste en de snelste route om tot een programmatisch programma te komen. Ik heb allerlei ideeën over de begroting voor 2013 en de aanpassingen daarin, en wat die betekenen voor het meerjarig perspectief. Die ideeën zijn de heer Van der Staaij bekend. Het zou het succes van de gesprekken niet bevorderen als ik deze hier zou herhalen.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ik vraag inderdaad nadrukkelijk niet naar de inhoud, maar wel naar de procedure. Is de doelstelling van die gesprekken om te bekijken of aanpassingen van de begroting voor 2013 mogelijk zijn, die ook worden gesteund door beide partijen? Voor de forensenbelasting ligt een dergelijke vraag natuurlijk zeer voor de hand. Ziet u die begroting voor 2013 als een gegeven, of ligt de zaak weer open?
De heer Mark Rutte (VVD):
Wat mij betreft is dat niet de doelstelling van de gesprekken, maar het kan wel het gevolg van de gesprekken zijn dat wij besluiten om bepaalde maatregelen in de begroting voor 2013 te vervangen door andere maatregelen. Dat zou kunnen, maar dan moeten we ze dus wel kunnen vervangen door andere. Het is op voorhand niet het doel van de gesprekken.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Voorzitter. Ik hoor de heer Rutte zeggen dat er redenen zijn om te veronderstellen dat deze informatie tussen de VVD en de Partij van de Arbeid een succes wordt. Tijdens de verkiezingen hoorden we echter de heer Rutte en de heer Samsom zeggen dat zij verder van elkaar stonden dan ooit. Men had het over "rechts rotbeleid" en over het "grote gevaar voor Nederland" dat de PvdA vertegenwoordigde. Welke redenen zijn er opeens waardoor we zouden kunnen veronderstellen dat het een succes wordt? En waarom werden die redenen niet genoemd tijdens de verkiezingen, toen de keus nog openlag voor de kiezer?
De heer Mark Rutte (VVD):
De uitslag van de verkiezingen is zodanig dat twee partijen groot zijn geworden: de Partij van de Arbeid en mijn partij, de VVD. Mits we er inhoudelijk uitkomen – maar daar heb ik goede hoop op – is een stabiel tweepartijenkabinet mogelijk. Eerder in mijn verhaal zei ik al dat dit sinds 1989 in Nederland niet meer is voorgekomen, en in onze parlementaire geschiedenis sowieso maar een enkele keer is gebeurd. Je moet daarvoor echt ver teruggaan. Uiteraard waren er de kabinetten-Lubbers I en II, en het kabinet-Lubbers III in 1989. Voor de andere voorbeelden van een tweepartijenkabinet moet je erg ver teruggaan. Ik ben ervan overtuigd dat een tweepartijenkabinet de beste zekerheid biedt voor een stabiele regeerperiode, mits er vertrouwen over en weer is en er ook inhoudelijk gemeenschappelijke oriëntaties zijn. Mijn overtuiging is dat Nederland dat ook wil. Tot zover de uitslag van de verkiezingen.
Verder merk ik bij de heer Samsom en bij zijn partij – en dat is ook mijn opvatting over mijn partij – dat het partijbelang ondergeschikt is aan het landsbelang en dat het land sterker uit de crisis moet komen. Er zijn grote verschillen van opvatting over de toekomst van Nederland, en daarom hebben we tegen elkaar uitgesproken dat we het natuurlijk proberen eens te worden over allerlei zaken waarover we het eens kunnen worden, maar om elkaar ook iets te gunnen. Dat betekent dat we niet alles tot op de laatste komma kapot gaan onderhandelen; het kan ook zijn dat wij op een bepaald punt de Partij van de Arbeid volgen, en zij op een ander de VVD. Ik heb het daarmee niet over de inhoud van die gesprekken, maar meer over de vraag hoe je zo'n informatie aanpakt. Ik heb er veel vertrouwen in gekregen dat we de informatie succesvol zullen kunnen afronden.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Het was dus pure verkiezingsretoriek wat we te horen hebben gekregen. De burgers hebben nu juist op de VVD gestemd omdat de VVD zei dat het absoluut belangrijk was dat zij de grootste zou worden, omdat het een grote ramp voor Nederland zou zijn als de PvdA de grootste zou worden. Nu kunnen de verschillen ineens overbrugbaar zijn. Wat heeft u de kiezer nu eigenlijk beloofd?
De heer Mark Rutte (VVD):
Ik heb de kiezer beloofd dat ik en mijn partij alleen in het kabinet zouden gaan zitten als ik de kiezer recht in de ogen zou kunnen kijken, en het een kabinet zou zijn dat Nederland sterker uit de crisis zou halen. De vraag die ik mijzelf in de afgelopen week moest stellen, was of ik de overtuiging had dat dit met de heer Samsom en de Partij van de Arbeid zou kunnen. Het antwoord op die vraag is ja, op grond van de overwegingen die ik u heb gegeven in antwoord op uw vorige vraag.
De heer Slob (ChristenUnie):
Ik heb de heer Rutte nu twee keer horen zeggen dat zij elkaar iets gingen gunnen. Prachtig natuurlijk, maar het grote risico van gunnen en uitruilen is dat er op belangrijke dossiers stilstand kan ontstaan. Kan hij ons beloven dat hij in ieder geval op de grote dossiers, die nu echt schreeuwen om een goede aanpak – de woningmarkt, de arbeidsmarkt, de beheersing van de zorgkosten – echt vooruitgang gaat boeken en dat we op die gebieden in de komende jaren verder gaan komen?
De heer Mark Rutte (VVD):
Het is de ambitie van deze twee partijen om tot een sterk kabinet en een sterk programma te komen. Ik ga niet verder speculeren over de inhoud van dat programma.
De heer Slob (ChristenUnie):
De heer Rutte gaf net aan dat Nederland weer sterker uit die crisis moet komen en dat hij daaraan een bijdrage wil leveren. Hij heeft aangegeven dat in ieder geval op een aantal van deze dossiers vooruitgang moet worden geboekt. Hij kan dan toch minimaal zeggen waar hij zich sterk voor gaat maken? Dat hij bijvoorbeeld verder wil komen met die woningmarkt, dat het slot daaraf gaat? Dat hij wil dat de arbeidsmarkt flexibeler gaat worden, dat we jongeren weer aan het werk kunnen gaan helpen en ouderen aan het werk kunnen houden? Dat hij de zorgkosten wil gaan beheersen? Dat zijn toch redelijke dingen, die hier kunnen worden uitgesproken, ook voordat hij aan tafel gaat?
De heer Mark Rutte (VVD):
Het door mij voorlezen van mijn overigens uitstekende verkiezingsprogramma en hierna door de heer Samsom van het in zijn ogen voortreffelijke PvdA-verkiezingsprogramma bevordert het succes van deze formatie niet.
De heer Slob (ChristenUnie):
Dit moet ik even tot mij laten doordringen.
Gunnen. Succes. Bevorderen. Oplossingen voor problemen. Wij staan hier natuurlijk niet zomaar. Er is wel iets belangrijks aan de hand. Ons land verkeert in een grote crisis. De heer Rutte is hiervoor mede verantwoordelijk, aangezien hij een kabinet stuk heeft laten lopen. Daardoor zijn er immers nog geen echte oplossingen gevonden voor de crisis. Wij hebben hierdoor maanden tijd vermorst. Er leven grote zorgen, niet alleen bij mij maar bij heel veel mensen in het land, dat wij straks misschien weer maanden kwijt zijn aan het zoeken naar goede oplossingen. Wij mogen dan toch zeker van de heer Rutte verwachten dat hij duidelijke taal spreekt over de grote problemen en de oplossingen die wij voorstaan? Volgens mij is dat niets te veel gevraagd.
De heer Mark Rutte (VVD):
Het thans demissionaire kabinet ligt tot op de laatste euro op schema met het inboeken van de aan de kiezer en de Kamer beloofde bezuinigingen. Het ligt op schema met de totale herziening van het bedrijfslevenbeleid. De uitvoering van alle maatregelen die wij ons hadden voorgenomen om Nederland veiliger te maken, ligt op schema. Het kabinet ligt op schema met alle maatregelen, voor zover Europa daar geen invloed op heeft, om te komen tot een strikt migratiebeleid. Ik ben dan ook trots op het kabinet dat nu is afgetreden.
De heer Pechtold (D66):
Maar het is wel gevallen!
De heer Mark Rutte (VVD):
Helaas, de heer Pechtold schreeuwde het al, is het kabinet te vroeg gevallen. Dat klopt. Dat vind ik ook. Daarom hebben wij ook verkiezingen gehad. Die verkiezingen liggen inmiddels achter ons en hadden tot resultaat dat twee partijen het grootst zijn geworden. Dat zijn twee partijen die allebei in lijn met hun traditie – de PvdA sinds 1946 en de VVD sinds 1948 – ja zeggen wanneer de telefoon gaat en er wordt gevraagd of ze verantwoordelijkheid wilden nemen. De kiezer heeft onze partijen de grootste gemaakt. Wij denken over heel veel zaken verschillend en dat betekent inderdaad dat je voor waterige compromissen zou kunnen kiezen. Je kunt er echter ook voor kiezen om uit te gaan van de zaken waarover je wel hetzelfde denkt. Die terreinen zijn er vanzelfsprekend ook. In het geval van de terreinen waarover wij wel heel verschillend denken, stellen wij ons de vraag of wij kunnen komen tot een aanpak waarbij wij elkaar wat gunnen. Ik denk dat dit kan. Ik ben daar optimistisch over, want dat zou betekenen dat wij zo snel mogelijk kunnen komen tot de vorming van een stabiel kabinet.
Daarbij hebben wij beiden uitgesproken dat het kabinet de rit moet uitzitten. Ik zag vorige week NOS-verslaggevers die zeiden dat Nederland zeer geoefend is in het naar de stembus gaan. Op de heer Slob na had dan ook iedereen zijn stempas en zijn paspoort bij zich! Dat gaat meestal goed! Dat geoefend zijn heeft ook een nadeel, want het betekent dat wij heel vaak naar de stembus gaan. Ik denk dat Nederland daar genoeg van heeft en dat mensen willen dat er een stabiel kabinet komt dat de rit uitzit.
(klap van de hamer)
De tijdelijke voorzitter:
Die klap doen wij ook in het verslag! Ik geef het woord aan de heer Samsom van de Partij van de Arbeid. Ook hij heeft een spreektijd van 10 minuten.
De heer Samsom (PvdA):
Mijnheer de voorzitter. "Met kracht en vertrouwen samenwerken aan herstel." Zo luidde de cruciale zin in de troonrede van eergisteren. Er mogen mij dinsdag wellicht een paar zinnen uit de troonrede zijn ontgaan, maar deze ene is mij zeer goed bijgebleven!
(hilariteit)
De heer Samsom (PvdA):
Gezamenlijk werken aan herstel. De troonrede was daarmee dit jaar vooral een dringende opdracht aan de politiek, en met reden! Want na tien jaar en na vijf verkiezingen zijn wij beland in een slepende economische en Europese crisis die maar niet wil overgaan. Nederland heeft dan ook dringend behoefte aan een politiek die elkaar de hand reikt, verschillen overbrugt en samenwerkt aan een sterker en socialer Nederland. Deze tijd vraagt dus niet om polarisatie, maar om verbondenheid. Geen verdeeldheid, maar eenheid. Niet mensen naar de mond praten, maar eerlijk vertellen welke moeilijke beslissingen er voor ons liggen.
Samenwerken voor een sterker en socialer Nederland was ook de inzet van de Partij van de Arbeid tijdens de afgelopen verkiezingscampagne, een campagne die na een heftige dynamiek uiteindelijk een zeer uitgesproken uitslag opleverde. De gevreesde versplintering bleef grotendeels uit. Twee partijen wonnen flink: de Partij van de Arbeid en de VVD. Dat zijn partijen met nogal verschillende visies, maar met een gedeeld gevoel van urgentie en met verantwoordelijkheidsbesef. Partijen die beseffen dat het noodzakelijk is om dit land snel een stabiel kabinet te bezorgen.
De heer Roemer (SP):
De heer Samsom begon heel mooi. Met dat begin kan iedereen het dan ook eens zijn. Maar waarom begint hij dan een experiment met iemand die verantwoordelijk is voor het meest rotte beleid van de afgelopen jaren? Waarom heeft hij nul pogingen ondernomen om te bezien of de partijen die ideologisch dichter bij hem staan, bereid zijn om met hem te bouwen aan een sterker en socialer Nederland?
De heer Samsom (PvdA):
De Partij van de Arbeid heeft gelet op de uitslag van de verkiezingen inderdaad geadviseerd om een onderzoek te houden, op de kortst mogelijke termijn, naar de mogelijkheid van een kabinet waarvan de VVD en de Partij van de Arbeid de kern vormen. Ik heb daarbij aangegeven dat mijn partij graag de eventuele wens van andere partijen om zich daarbij aan te sluiten honoreert. Sterker nog, ik heb aangegeven dat mijn partij in elk geval vindt dat de SP daarbij betrokken dient te worden. Dat is ook terug te lezen in het verslag van de verkenner. Helaas bleek er geen wens te zijn van andere fracties om zich aan te sluiten bij de kern van VVD en PvdA. Het advies luidt daarom uiteindelijk: een onderzoek naar een kabinet van VVD en PvdA. Dat is het logische gevolg van het advies van de PvdA en de VVD aan de verkenner, en de adviezen van alle andere partijen aan de verkenner.
De heer Roemer (SP):
Uit de manier waarop de heer Samsom gehandeld heeft, is maar een conclusie te trekken: de eerste keus van de PvdA is een coalitie met de VVD. De heer Samsom had anders op zijn minst de telefoon gepakt om de heer Buma, de heer Pechtold of mij te bellen. Volgens mij hebben de heren Buma en Pechtold geen telefoontje gehad. Zij schudden nu van nee. Ik heb evenmin een telefoontje gehad. Er kan nu wel lacherig over gedaan worden, maar als de Partij van de Arbeid daadwerkelijk meent wat is opgeschreven en gezegd, en als de heer Samsom daadwerkelijk meent wat hij in Spits geschreven heeft, namelijk dat hij niet met zo'n VVD in een kabinet gaat zitten, dan neemt de Partij van de Arbeid de VVD nu niet als eerste keuze. Is de heer Samsom anders nog wel geloofwaardig?
De heer Samsom (PvdA):
Ik meen wat ik heb gezegd. Daarover mag geen misverstand bestaan. Ik meen ook dat dat de vertaling is van de verkiezingsuitslag, waarbij één partij niet alleen de grootste is geworden maar ook nog eens de grootste winnaar. Die partij is de VVD. Een andere partij is ook erg groot geworden en dat verheugt mij zeer. De mogelijkheid doet zich nu voor om met twee partijen in een coalitie te gaan zitten. Dat is de vertaling van de verkiezingsuitslag van 12 september. Ik heb aangegeven dat er andere vertalingen mogelijk zijn. Mijn partij ziet graag dat andere partijen zich aansluiten bij de kern van VVD en PvdA, als zij dat willen. Sterker nog, ik vind dat in elk geval de SP daarbij dan betrokken moet zijn. Helaas hebben andere partijen die wens niet uitgesproken. Het advies luidt derhalve, logischerwijs, een informatieronde in te gaan met de VVD en de PvdA. Dat is de vertaling van de verkiezingsuitslag.
De heer Roemer (SP):
Nee, dat is niet de vertaling. Bijna alle mensen die een stem op links hebben uitgebracht, deden dat om de heer Rutte uit het Torentje te krijgen. Zij deden dat niet om hem via de heer Samsom in het Torentje te houden. Dat is echt een denkfout van de heer Samsom. Waarom heeft de heer Samsom niet één keer het initiatief genomen om bij een van de partijen te informeren of zij bereid waren om zich aan te sluiten bij een blok op links? Dat had kunnen leiden tot een ander Nederland, waarvan wij voor de verkiezingen allebei een voorstander waren. Waarom heeft de heer Samsom niet op de verkiezingsavond of daags daarna het initiatief daartoe genomen? Even een belletje met de vraag: wat gaan wij doen om Nederland zo sociaal en sterk mogelijk te krijgen?
De heer Samsom (PvdA):
Wij hebben met zijn allen, in deze Kamer, een nieuwe procedure vastgesteld. De heer Pechtold kan dat veel beter uit de doeken doen dan ik, want hij is de uitvinder van die nieuwe procedure. Ik dank hem daar overigens voor. Mijn fractie heeft dat voorstel gesteund. De Kamer heeft afgesproken om na de verkiezingen de grootste partij het initiatief te laten nemen. In dit geval is een verkenner benoemd. Alle partijen gingen langs bij die verkenner. Ik heb in mijn gesprek de optie opengehouden van aansluiting door andere partijen. Die hebben zich echter niet gemeld. De heer Roemer zegt dat kiezers op de PvdA hebben gestemd om de heer Rutte uit het Torentje te houden, maar ik constateer met groot leedwezen dat er net te weinig mensen op de Partij van de Arbeid hebben gestemd om die de grootste partij te maken. De VVD is de grootste partij en de grootste winnaar. In een democratie heeft de uitslag van een verkiezing relevantie. Naar mijn mening moeten wij recht doen aan die uitslag en aan de urgentie om zo snel mogelijk een stabiel kabinet te maken. Dat heeft mijn partij met haar advies willen doen.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
De heer Samsom hield net een emotioneel betoog tegen de polarisatie en voor de samenwerking. Hij moet eens kijken naar de week voor de verkiezingen toen hij polarisatie juist gebruikte als een manier om zijn partij groter te maken, maar dat ter zijde. Een van de dingen die de heer Samsom ook beloofd heeft, is om de verhoging van de btw niet door te laten gaan. Ik ga bekijken of het hem lukt om daar consistent in te zijn. De tijd is kort en 1 oktober komt eraan. Wat gaat de fractie van de Partij van de Arbeid doen om die belofte gestand te doen?
De heer Samsom (PvdA):
Ik heb nog niet alle analyses van de verkiezingen kunnen lezen, maar ik heb niet het idee dat polarisatie heeft behoord tot de inzet van de Partij van de Arbeid in de verkiezingscampagne. Ik kan mij ernstig vergissen en uw beeld is het uwe.
Hoe graag ik ook zou willen ingaan op alle inhoudelijke vragen over wat deze informatieronde oplevert, ik doe het niet. Daarvoor is één eenvoudige reden. Wij willen zo snel mogelijk dit land verder helpen en sterker en socialer uit de crisis halen. Alles wat ik er nu over zou zeggen, belemmert die doelstelling.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Daar heb ik begrip voor, maar dit staat los van de formatie. De belofte die u hebt gedaan, moet voor 1 oktober ingelost worden. Dan gaat de btw-verhoging in. Ik dicht u snelheid toe, maar op 1 oktober bent u niet klaar. De vraag is nogmaals wat u gaat doen om de belofte die u deed toen u wist dat 1 oktober eraan kwam, gestand te doen?
De heer Samsom (PvdA):
Dat is weer een vraag naar de uitkomst van de informatieronde. Bij de uitkomst zal het antwoord op uw vraag gegeven kunnen worden. Dat antwoord kan ik nu niet geven. Ik wil er ook niet op vooruitlopen, simpelweg omdat ik de totstandkoming van een stabiel kabinet niet wil belemmeren.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
U moet mij nu niet gaan vertellen dat u voor de verkiezingen, toen u die belofte deed, dacht dat u er al voor 1 oktober een nieuw kabinet zou zijn. U hebt een harde belofte gedaan. De btw-verhoging was volgens u slecht. Sterker, het was voor u de hoofdreden om niet met de vijfpartijencoalitie mee te doen. Dan is het toch een simpele vraag, los van iedere onderhandeling, of u bereid bent om uw beloften gestand te doen? Als het 2 oktober is, moeten we allemaal concluderen dat u daartoe blijkbaar niet bereid was.
De heer Samsom (PvdA):
Het is nog geen 2 oktober.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dus op 2 oktober staat u hier met een oplossing, omdat het dan 1 oktober is geweest?
De heer Samsom (PvdA):
We zullen zien hoe het gaat lopen. Ik loop niet vooruit op dat type onderhandelingen, ook niet op de snelheid ervan. We hebben allebei de wens om snel klaar te zijn. Overigens, ik moet u corrigeren, de btw-verhoging was niet de belangrijkste reden voor ons om ons tegen het begrotingsakkoord te verzetten. De reden was dat het akkoord niet voor een eerlijke verdeling zorgde.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dan zal ik straks kijken of we anderen zover kunnen krijgen dat we hierover voor 1 oktober een debat voeren. Het lijkt me volstrekt helder, als je het vertrouwen van de burgers terug wilt krijgen en polarisatie wilt tegengegaan, dat je op zijn minst je best doet om een belofte die je voor de verkiezingen doet, gestand te doen na de verkiezingen.
De heer Samsom (PvdA):
Of ik mijn best doe, hoeft u niet te betwijfelen.
De heer Pechtold (D66):
Voor de orde merk ik op dat mijn fractie het verzoek van de CDA zal steunen.
De heer Samsom vond het opeens niet meer realistisch om de btw-verhoging tegen te gaan. Dat realisme is in een week komen dagen bij de heer Samsom. Het gaat om een bedrag van 4 miljard. De heer Samsom heeft dat bedrag aan mensen beloofd. Heel veel middenstanders die aan het omstickeren waren, wachten daarop. Ik neem aan dat we steun krijgen van het PvdA voor een debat hierover vóór 1 oktober.
Ik heb ook een vraag aan de heer Samsom. Wat is er gebeurd met alles buiten de kern?
De heer Samsom (PvdA):
Ik ben kernfysicus, maar ik denk dat u iets anders voor ogen hebt? Buiten de kern zweven elektronen op een afstand van een half μ … Afijn, gaat u door.
De heer Pechtold (D66):
Ik citeer uit uw eigen bijdrage aan verkenner Kamp: "onderzoek op korte termijn naar een kabinet waarvan VVD en PvdA de kern vormen". Dit houdt ook verband met wat de heer Roemer zei. Wat is er gebeurd met alles buiten de kern en welke actie hebt u ondernomen, behalve te luisteren naar de heer Rutte? U hebt kennelijk wel contact gehad met de heer Rutte over zijn bijdrage aan de heer Kamp. De bijdrage van de heer Rutte bestond eruit dat hij de SP er niet bij wilde hebben. Welk contact hebt u gehad met de andere lijsttrekkers?
De heer Samsom (PvdA):
Ik heb het antwoord op de vraag wat er met de kern is gebeurd, klaar voor u. De kern is afgevallen, doordat zich geen andere fracties hebben aangemeld om mee te doen aan de kern van een VVD-PvdA-coalitie. Ik heb niets anders in het verslag kunnen terugvinden. Ook de partij van de heer Pechtold zei dat VVD en PvdA het eerst zelf maar moesten uitzoeken. Ik parafraseer het verslag enigszins, maar hier komt het wel op neer. Er hebben zich geen andere fracties gemeld. Ik heb gezegd dat ik openstond voor andere fracties en dat ik vond dat in ieder geval de SP erbij betrokken moest worden. Dat is alleen niet gebeurd.
De heer Pechtold (D66):
Het is gebeurd op basis van aanmelding. Ik neem aan dat de heer Samsom geen contact hebt gehad met de heer Rutte. Die heeft gezegd dat hij niet met de SP samen wilde. Ik herinner me dat de heer Samsom voor de verkiezingen heeft gezegd dat de SP en GroenLinks heel dicht bij zijn partij staan en dat zij daarom een lijstverbinding hebben. Iets verder weg stonden CDA en D66. En heel ver weg staat de VVD volgens Samsom. Zegt de heer Samsom nu dat hij niet al contact heeft gehad met de heer Rutte over de eventuele bijdrage van de SP en andere partijen?
De heer Samsom (PvdA):
Ik liep na de heer Rutte bij de verkenner naar binnen. Toen kon ik net als de heer Pechtold en ieder ander constateren wat de heer Rutte aan de verkenner had geadviseerd. Net als in de vorige procedures hebben we na ons gesprek aan de media verklaard wat wij hadden ingebracht. Ik heb de inbreng van de heer Rutte dus voor kennisgeving aangenomen en heb mijn eigen inbreng geleverd, waarin ik heb gezegd dat er in ieder geval een kern moet zijn van PvdA en VVD en dat, als er redenen zijn om die kern uit te breiden, bijvoorbeeld dat andere fracties zich melden, in ieder geval de SP daarbij betrokken moet zijn. Ik ben na het lezen van alle bijdragen tot de conclusie gekomen dat zich daartoe geen fractie heeft gemeld. Dan is de conclusie wat ons betreft helder en logisch: dan wordt het een informatieronde met de VVD en de PvdA, die inderdaad verschillende politieke visies hebben maar die allebei dezelfde urgentie voelen om dit land snel een stabiel kabinet te bezorgen.
De heer Pechtold (D66):
Nog één keer dan. Het gaat mij wel heel snel hoe de PvdA kan draaien. Ik aarzel enigszins, maar de heer Samsom zegt: dan hadden partijen zich moeten melden. Hij heeft zelf na woensdagnacht de kans gehad om anderen te bellen. Was het de bedoeling dat anderen zelf contact zouden opnemen? Of gold wat de heer Samsom zei aan het einde van het lijsttrekkersdebat in deze Kamer? Dat was: ik bel je donderdag; wat er ook gebeurt, ik bel je donderdag. Er waren vele mensen bij aanwezig, dus ik kan wel melden dat de heer Samsom dat in ieder geval tegen mij zei. Nou is het vandaag ook donderdag, maar ik dacht toch dat hij afgelopen donderdag bedoelde.
De heer Samsom (PvdA):
Ik vond persoonlijk contact donderdag veel relevanter, en dat hebben we donderdag ook gehad – gelukkig maar – dankzij het feit dat de oud-voorzitter van de Kamer een mooie procedure had bedacht om ons allemaal donderdag bij elkaar te krijgen. Wij hebben elkaar dus allemaal donderdag gesproken. Ik vind persoonlijk contact altijd iets relevanter en waardevoller dan een telefoontje. Als de heer Pechtold er echter prijs op had gesteld, had ik hem liever gebeld en de rest achterwege gelaten, maar we hebben het contact gewoon gehad. Als ik in mijn bijdrage zeg dat ik afwacht of andere partijen zich melden, dan is dat niet bij mij maar bij de verkenner. Zo hadden we de procedure, die de heer Pechtold overigens heeft bedacht, afgesproken. Ik heb dus keurig gewacht. Dat was niet zo lang, want deze verkenner heeft met de snelheid van het licht gewerkt. Ik heb één dag gewacht totdat alle bijdragen binnen waren, en heb later de conclusies met de heer Pechtold kunnen delen.
De heer Mark Rutte (VVD):
Gegeven de interruptiedebatten van zojuist tussen de heer Roemer en de heer Samsom en de heer Pechtold en de heer Samsom, hecht ik eraan om nogmaals te bevestigen dat het mijn partij is geweest die heeft gezegd: wij zijn bereid om onderzoek te doen naar een kabinet bestaande uit VVD en PvdA, maar wij zijn niet bereid om deel te nemen aan een kabinet waarin naast de PvdA ook de SP zit. Dat was niet omdat wij de SP uitsluiten, maar omdat wij de combinatie van PvdA en SP uitsluiten. Ik hecht eraan om dat nog even duidelijk te maken. Het probleem zit dus niet bij de heer Samsom, mijnheer Roemer. U moet bij mij zijn. Ik heb dat geblokkeerd.
De heer Roemer (SP):
Ik moet wel degelijk bij de heer Samsom zijn, want nu gebeurt hetzelfde als in 2006, namelijk dat de voorman van de PvdA naar het plafond staat te staren en staat te wachten tot een ander om die reden verplicht wegloopt. De heer Samsom had ook gewoon kunnen zeggen: mijnheer Rutte, dan hebt u een probleem; wij trekken samen op en u doet het er maar mee of u doet het er niet mee. Hij zegt echter niets, en wacht af. Er is wel degelijk een alternatief voor de PvdA, namelijk centrumlinks. Als de heer Samsom zo gemakkelijk toegeeft aan de eis van de VVD om niet samen op te trekken, moet ik inderdaad bij hem zijn, en niet bij de heer Rutte.
De tijdelijke voorzitter:
Waarvan akte. We gaan luisteren naar mevrouw Sap, en daarna vervolgt de heer Samsom zijn termijn.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Ik wil nog even terug naar het punt van de btw, want de heer Samsom probeert daarmee veel te makkelijk weg te komen. Het was de PvdA zelf die daar keihard campagne op heeft gevoerd, met overal posters en met de verzekering dat tandpasta onbetaalbaar wordt en dat de hoge btw teruggedraaid moet worden. Dan verwacht je dat de PvdA, die in de campagne op een overtuigende manier – dat moet ik toegeven – het eerlijke verhaal heeft gespeeld, in de formatie gaat knokken om dat punt binnen te halen. Je verwacht dat de PvdA haar best gaat doen en dan uiteindelijk, na lang onderhandelen, zegt: tja, het is niet gelukt, en dit hebben we ervoor teruggekregen. Maar wat schetste mijn verbazing? Dat is niet wat er gebeurde. De heer Samsom heeft dit punt zelf al weggegeven. Hij heeft zelf op Prinsjesdag en daarna al overal gezegd dat het niet realistisch is om van winkeliers te verwachten dat ze na 1 januari opnieuw de prijsjes gaan stickeren. Mijn vraag aan de heer Samsom is dus: wat is dat eerlijke verhaal waard als hij het zelf een paar dagen later al inlevert?
De heer Samsom (PvdA):
Het eerlijke verhaal is en was dat wij graag een aantal dingen willen, maar dat garanties niet te geven zijn omdat je in dit land altijd compromissen moet sluiten. Ik weet niet of ze het uit het journaal hebben geknipt of uit iets anders, maar ik gaf antwoord op de vraag hoe het zou werken als er pas na november een kabinet komt. Ook dan vertel ik aan heel Nederland en aan mevrouw Sap het eerlijke verhaal. Dan moet je ook naar andere methoden zoeken om de btw-verhoging te compenseren.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Dit is wederom veel te gemakkelijk. We weten namelijk allemaal dat er voor 1 oktober geen nieuw kabinet zit, want dat is onmogelijk. Het eerlijke verhaal is dan dat je inderdaad geen garanties kunt geven, maar dat je wel gaat knokken voor wat je wilt binnenhalen. Als je dat al bij voorbaat opgeeft, nog voordat je aan het onderhandelen bent, dan weet je toch dat je het nooit meer terug krijgt? Ik houd mijn hart vast voor wat de heer Samsom allemaal nog meer bij voorbaat gaat opgeven. Dan weet hij diep in zijn hart toch dat het een punt was dat hij zelf kennelijk niet zo belangrijk vond, maar dat hij vooral heeft opgeklopt om de kiezer lekker naar zich toe te krijgen? Dat voedt de eerlijke politiek niet. Dat voedt cynische politiek.
De heer Samsom (PvdA):
Mevrouw Sap hoeft aan mijn strijdlust niet te twijfelen, niet voor de verkiezingen en niet na de verkiezingen.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Ik twijfel niet aan de strijdlust van de heer Samsom. Ik vraag me wel af of dit nu zijn eerlijke verhaal was of dat hij eigenlijk allang wist dat hij hier geen punt van zou maken. Hij heeft het immers al opgegeven. Is hij het met mij eens dat hij met die houding het cynisme in de politiek voedt?
De heer Samsom (PvdA):
Dat ben ik niet met mevrouw Sap eens.
De tijdelijke voorzitter:
Mijnheer Pechtold, we hebben u al gehoord in dit rondje, maar als u het in drie zinnen kunt afdoen, mag dat bij dezen.
De heer Pechtold (D66):
Ik wil dit punt ook procedureel helder hebben van de heer Samsom. Het gaat om 4 miljard. Als je op 11 september zegt dat je die btw-verlaging gaat regelen, dan kun je een week later niet zeggen dat je ervoor gaat vechten. Dat kan niet. Ik wil daarom nu graag van de heer Samsom weten of hij het realistisch acht dat er voor 1 oktober iets verandert aan die btw-plannen. Hij moet niet zeggen dat hij het gaat teruggeven, want er wordt al voor 1,5 miljard teruggegeven. Dat weet hij. Dat gebeurt namelijk via de arbeidskorting en de ouderenkorting. Dat komt uit het vijfpartijenakkoord. Gaat de heer Samsom hier voor 1 oktober iets aan veranderen? Of regelt hij dit per 1 januari? En wanneer hebben we daar dan een debat over?
De heer Samsom (PvdA):
Ik ga niet vooruitlopen op de manier waarop we dat gaan regelen. De heer Pechtold kan op mijn strijdlust rekenen, net als mevrouw Sap. Ik herinner me nog dat in het laatste debat voor de verkiezingen op 11 september een vraag werd gesteld door mevrouw Van Lieshout. Zij vroeg om garanties. De heer Pechtold putte zich toen uit in het geven van garanties over wat hij zou doen na 12 september. Ik deed dat niet. Ik zei tegen mevrouw Van Lieshout: "u wilt garanties? Die krijgt u niet. Punt." Dit land is namelijk een compromissenland en een coalitieland waarin je na verkiezingen met elkaar verder moet. Dat is het eerlijke verhaal dat ik voor de verkiezingen heb verteld en dat ik blijf vertellen. Dat staat los van onze inzet om Nederland sterker en socialer te maken. Daar blijf ik onverkort voor strijden. De realiteit is echter wel dat je dat altijd met anderen zult moeten realiseren.
De heer Slob (ChristenUnie):
Ik heb geen vragen over de btw, maar by the way wel over een ander onderwerp. Ik heb het verslag gelezen dat verkenner Kamp heeft opgemaakt van het gesprek met de heer Samsom. In dat gesprek heeft de heer Samsom verschillende onderwerpen benoemd die voor hem van belang zijn: evenwichtige inkomensverdeling, onderwijs, de woningmarkt, de zorg en duurzame technologie. In dat rijtje miste ik echter ontwikkelingssamenwerking. Ik vraag hier nu heel bewust naar omdat ik weet dat de VVD hierover redelijk rabiate uitspraken heeft gedaan, zowel in haar verkiezingsprogramma als in haar financiële onderbouwing. Gaat de heer Samsom daarvoor knokken of hebt u het al met elkaar ingeboekt?
De heer Samsom (PvdA):
Een evenwichtige inkomensverdeling houdt wat ons betreft niet op bij Lobith of de Vaalserberg. Ik noemde een aantal grote thema's, waaronder een socialer beleid. Dat geldt wat ons betreft ook voor buiten de grenzen.
De heer Slob (ChristenUnie):
Uit dit antwoord maak ik op dat de Partij van de Arbeid geen verdere bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking zal accepteren.
De heer Samsom (PvdA):
U mag uw conclusies trekken.
De heer Slob (ChristenUnie):
Ik mis nog een onderwerp. Ik bedoel een onderwerp waarin we samen hebben opgetrokken en waarover we ook samen een initiatiefwetsvoorstel hebben ingediend, namelijk het kinderasiel. Ik herinner me nog de situatie in 2006. Toen trad er een nieuwe Kamer aan, was de PvdA ook de tweede partij geworden en had zij ook flink gewonnen. Toen stond de heer Bos achter het spreekgestoelte. Hij diende toen gelijk een motie in over het generaal pardon. Kunnen wij op dit onderwerp vandaag een motie van de heer Samsom verwachten?
De heer Samsom (PvdA):
Ik heb begrepen dat u zelf met een motie komt, dus laten we elkaar niet voor de gek houden. Volgens mij komt er een motie waarin de Kamer iets vraagt en wij zullen bekijken hoe wij daarmee omgaan. U kent onze inzet wat betreft dit wetsvoorstel. Ik heb het nota bene zelf mede ondertekend, samen met uw fractiegenoot Joël Voordewind. Daar doen we niets aan af. Verder is de uitkomst ervan natuurlijk onderdeel van de formatie. Helaas moet ik u corrigeren: wij hadden in 2006 flink verloren.
De tijdelijke voorzitter:
Afrondend.
De heer Slob (ChristenUnie):
U was wel de tweede partij geworden.
De heer Samsom (PvdA):
Dat wel.
De heer Slob (ChristenUnie):
Mijnheer Samsom, u hebt gelijk. Er was nog een kleine teruggang. Die was iets minder groot dan u toen verwacht had. Nu is er ook iets gebeurd. Ik vraag dit wel heel bewust aan de heer Samsom. Hij is wel de grootste partij. Hij is wel degene die als eerste het wetsvoorstel heeft ingediend. Ik heb inderdaad iets voorbereid en in mijn binnenzak zitten, maar hij is als eerste aan bod. Is de heer Samsom nog van plan om, net zoals de heer Bos dat deed in 2006, een motie in te dienen om dit punt Kamerbreed veilig te stellen omdat we weten dat er een meerderheid voor bestaat in de Kamer?
De heer Samsom (PvdA):
Nee, ik ben dat niet van plan. Ik ga er namelijk van uit dat een demissionair kabinet heel goed snapt wat een verkiezingsuitslag betekent, wat de komst van een nieuw kabinet betekent en dat het daar op geen enkele manier op vooruit zou willen lopen. Daar ga ik van uit. Als u daar nog een Kameruitspraak over wilt, is dat uw goed recht. Ik hoef dat niet.
De tijdelijke voorzitter:
Helder. Mijnheer Buma, ook u bent al geweest in dit rondje, dus drie zinnen voor u.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Uw constatering klopt. Ik zal dus drie korte zinnen uitspreken. Of misschien nog minder. Maar dan worden ze langer.
De tijdelijke voorzitter:
Dat zijn er al vier.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Mijn vraag aan de heer Samsom komt toch nog even terug op de "btw-verhoging, komma". De heer Samsom probeert nu te doen alsof de mededeling "ik geef geen garantie" had moeten worden gelezen als "daar ga ik straks niets aan doen". "Ik geef geen garantie" betekent dat het uiteindelijk misschien niet lukt. Ik kom terug met de vraag om hom of kuit te geven. 1 oktober is de datum. Dat wist de heer Samsom ook al toen hij dat zei tegen mevrouw Van Lieshout.
De heer Samsom (PvdA):
Dat klopt.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Toen wist hij ook al dat er op dat moment geen kabinet zou zijn.
De heer Samsom (PvdA):
Dat wist ik nog niet 100% zeker.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Nou …
De heer Samsom (PvdA):
Ik weet het overigens …
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dus toen u dat zei, dacht u: ik kan misschien wel mevrouw Van Lieshout dit toezeggen, want voor 1 oktober is er wel een kabinet.
De heer Samsom (PvdA):
Nee, ik kon haar niets toezeggen omdat Nederland een coalitieland is. Ik zeg tegen de heer Buma dat ik als enige lijsttrekker aangaf dat er geen garanties te geven zijn op dit soort onderwerpen. Daarvoor zijn twee redenen. De eerste is dat Nederland een coalitieland is waarin compromissen moeten worden gesloten. De tweede is dat niemand precies weet wat er in de buitenwereld gebeurt over vier weken, vier maanden of vier jaar. Niemand weet wat de eurocrisis of de wereldcrisis nog voor ons in petto heeft. Dat type garanties heb ik in de hele verkiezingscampagne niet willen geven en geef ik nu dus ook niet. Ik geef wel mijn kompas: eerlijk delen, vooruitgang mogelijk blijven maken. Voor alles wat daaronder valt, zal ik blijven strijden, elke dag opnieuw.
De tijdelijke voorzitter:
Ik stel voor dat de heer Samsom verdergaat met zijn betoog.
De heer Samsom (PvdA):
Voorzitter. In alle interrupties heb ik het antwoord op alle vragen en mijn inbreng al geleverd. Die was namelijk vrij helder na het verslag van de verkenner. Ik dank hem daarvoor. Dank voor het snelle werk. Gezien de inbreng van de verkenner en die van de andere fracties zal het niemand verbazen dat wij het advies van harte onderschrijven. De Partij van de Arbeid is verheugd met de beschikbaarheid van de heren Bos en Kamp als informateurs. Zij heeft er gezien de gesprekken tot nu toe bij de verkenner, gezamenlijk en apart, veel vertrouwen in dat dit onderzoek onder leiding van deze informateurs kan leiden tot een stabiel kabinet waarmee Nederland uiteindelijk – er wachten nog lastige jaren – sterker en socialer de moeilijke periode achter zich kan laten en een mooie toekomst tegemoet kan gaan. Met dat voornemen gaan wij met vertrouwen de volgende fase in.
De heer Wilders (PVV):
Mijnheer de voorzitter. De Partij voor de Vrijheid boekte vorige week bij de verkiezingen een fors verlies. Dat was een enorme klap die ook nog wel even zal nadreunen. Ons past nu dan ook bescheidenheid. We namen gisteren afscheid van veel dierbare collega-PVV-Kamerleden met wie wij jarenlang zij aan zij stonden in de loopgraven. Dat was niet eenvoudig. Afscheid nemen was evenmin eenvoudig. Maar wij geloven ook dat verlies het moment is waarop mensen karakter tonen. Met de wind in de zeilen is iedereen vrolijk, maar tegenslag is het moment waarop je moet laten zien wat je waard bent en of je echt gelooft in je idealen. Wij nemen ons verlies dan ook manmoedig en zullen het ongelijk bewijzen van degenen die zoals gewoonlijk ons einde voorspellen.
Wij scheppen geen plezier in het verlies van andere partijen. In de politiek komt iedereen aan de beurt. Wij juichen niet als andere partijen verliezen. Leedvermaak siert niemand, ook een politicus niet. En al helemaal niet als je zelf fors verloren hebt. In alle ruiterlijkheid feliciteren wij wel oprecht de winnaars van de verkiezingen, al hadden wij het natuurlijk graag anders gezien. Zij verdienen een felicitatie en daarom feliciteer ik vandaag alle partijen die zetels hebben gewonnen. De VVD, de Partij van de Arbeid, D66, de SGP en ook de nieuwkomer 50PLUS, u allen gefeliciteerd.
Weinig journalisten willen het vermelden, maar toch is het zo: ondanks ons forse verlies blijft de Partij voor de Vrijheid de derde partij van Nederland. Bijna 1 miljoen kiezers hebben ons hun vertrouwen gegeven. Bijna 1 miljoen mensen kozen voor onze idealen en onze ideeën over de Europese Unie, de massa-immigratie, de zorg en de veiligheid. Wij zullen laten zien dat wij dat vertrouwen waard zijn. Ons zelfvertrouwen is rotsvast en sterker dan ooit. Wij zijn met zijn vijftienen enthousiaster en strijdvaardiger dan toen wij van start gingen in 2004.
Uit het rapport van de verkenner, de heer Kamp – ik dank hem overigens voor zijn werkzaamheden en zijn verslag – valt af te leiden dat de VVD en de Partij van de Arbeid samen willen regeren. Je kunt het leuk vinden of niet, maar het zijn de grootste winnaars van de verkiezingen. Daarom ligt dat ook wat ons betreft voor de hand. Voor de verkiezingen noemde de heer Rutte de Partij van de Arbeid echter nog een bedreiging voor Nederland. Voor de verkiezingen sprak de heer Samsom nog over rechts rotbeleid. Vandaag vallen er geen harde woorden, maar zijn er alleen liefdesverklaringen. Ook dat is de politiek.
De heren Rutte en Samsom willen een politiek verstandshuwelijk aangaan en paars is opnieuw de kleur van de grondverf. VVD en Partij van de Arbeid waren de kern van paars en zijn dat nu opnieuw. Op de avond van de verkiezingen werd er nog gelachen toen ik zei: een stem op de VVD is een stem op de Partij van de Arbeid, een stem op Rutte is een stem op Samsom. Nu blijkt dat een keiharde waarheid te zijn geweest. Precies dat gaat nu gebeuren.
De heer Rutte eindigde de verkiezingscampagne bovendien door "geen experimenten" te roepen. Elke koerswijziging zou volgens hem een ramp worden. Volgens de heer Samsom moest het roer juist helemaal om. Geen koerswijziging zou juist een ramp worden, zei hij. Deze twee kemphanen worden nu de twee kapiteins op het schip van de Staat, op weg naar grote avonturen, op weg naar de nieuwe puinhopen van paars.
Het zal helder zijn, de PVV kiest nu voor de oppositie. Als grootste oppositiepartij gaan wij het waarschijnlijke, nieuwe kabinet van VVD en Partij van de Arbeid de komende jaren snoeihard aanpakken. Je hebt geen glazen bol nodig om te voorspellen dat er veel slecht nieuws gaat komen op het gebied van lastenverzwaringen, de massa-immigratie en de zorg. Wij gaan ons daartegen verweren. De PVV is daar klaar voor. Wij zijn een jonge partij, een partij die sterker wordt als zij een klap heeft gekregen, een partij van geuzen en patriotten. Wij verdedigen de nationale belangen van Nederland en dat is nodig.
Wij hebben genoeg van lieden, zoals de voorzitter van het Europees Parlement, de heer Schulz – hij is overigens ook Europees fractiegenoot van de Partij van de Arbeid – die de vrijheid van meningsuiting op een schandelijke manier willen muilkorven. Wij zijn benieuwd naar het kind dat de VVD en de Partij van de Arbeid zullen baren als het gaat om diezelfde Europese Unie. De voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, zei dat hij een federatie wil van staten die de soevereiniteit met elkaar proberen te delen. Mevrouw Merkel, de Duitse bondskanselier, wil nu zelfs een politieke unie. Griekenland wil extra geld en uitstel. Het was de heer Rutte, die tijdens de verkiezingscampagne verklaarde dat de VVD hier nooit mee akkoord zou gaan. De Partij van de Arbeid wil echter niets liever dan extra geld aan Griekenland geven. Rutte zei "nee" in de campagne en onze vraag is: blijft dat zo?
Wij zijn benieuwd, net zoals we benieuwd zijn naar wat er met de immigratie en de islamisering gebeurt. Het vorige kabinet botste nog op de onwil van Europa om daar een einde aan te maken. De heer Samsom zingt intussen – eerlijk is eerlijk: dat deed hij al tijdens de campagne – de lof over de multiculturele samenleving. Hij vindt het heerlijk dat grote groepen vreemdelingen ons land binnenstromen. Maar de VVD beloofde haar kiezers dat de regels voor verblijfsvergunningen juist strenger zouden worden. Wij zijn heel benieuwd wat daar dadelijk uitkomt en wat het woord van de VVD waard is. De VVD wil geen kinderpardon, de partij van de Arbeid wel. Zij willen deze zaak nu in de formatie regelen. De VVD wil 3 miljard korten op ontwikkelinghulp, zij wil extra geld voor nieuwe wegen. De Partij van de Arbeid wil het tegenovergestelde. Wij zullen spoedig zien hoe sterk de ruggengraat van de heer Rutte is.
Mijn partij, de Partij voor de Vrijheid, zal namens haar bijna 1 miljoen kiezers een harde oppositie gaan voeren. Elke dag, elk uur, zullen we de komende jaren op de barricaden gaan staan om te strijden voor onze welvaart, voor onze vlag, voor onze koopkracht, voor ons geld, voor onze identiteit en voor onze onafhankelijkheid. Wij geven ons niet zomaar gewonnen. Wij geven Nederland niet zomaar gewonnen. Pim Fortuyn schreef ooit: "Paars moet flink op zijn lazer krijgen". Dat zal gaan gebeuren.
De heer Roemer (SP):
Voorzitter. "De VVD is in een veel te conservatieve, rechtse hoek gedoken. Dat hele Paarse idee, waar we nota bene, in 2010, direct na de verkiezingen, nog een paar weken mee hebben rondgelopen, zie ik niet gebeuren met deze VVD". Dat is duidelijke taal, waar links Nederland heel blij van wordt. Duidelijke taal van de heer Samsom in maart van dit jaar. Toch bespreken wij vandaag een eerste stap in de formatie, een onderzoek naar de samenwerking tussen de Partij van de Arbeid en de VVD. Het kan verkeren, zou Bredero zeggen.
Ik dank de heer Kamp hartelijk voor zijn verslag en zijn werkzaamheden en voor ons plezierige gesprek. Hij heeft vaart gemaakt en het is in deze periode heel prettig en plezierig dat het is gelukt. Ook al gaat het voor mij niet de juiste kant op, maar dat is inhoud.
Nederland zit in een heel diepe crisis. Deze verkiezingen vroegen wij aan de kiezers hoe wij nu het beste uit die crisis kunnen komen. Doen wij dat liberaal, door nog meer te bezuinigen, en naar ons idee de tegenstellingen meer te vergroten, of doen wij dat sociaal, door juist nu te investeren in onze economie en blijvend te investeren in de samenleving? De uitslag van de verkiezingen laat zien dat Nederland klaar is met het beleid zoals wij dat de afgelopen twee jaar hebben gevoerd. Hoeveel gedogers er ook waren, de oude coalitie heeft geen meerderheid meer. Overigens, de Kunduzcoalitie ook niet. De kiezer heeft rechts van de meerderheid af geholpen, maar links geen nieuwe meerderheid gegeven. De kiezer gaf de politiek een links motorblok, maar ook een rechts motorblok. Dan heeft het weinig zin om beide in een auto te zetten, want het ene motorblok wil de ene kant op en het andere motorblok wil de andere kant op. Dat zal betekenen: stilstand.
Dat is ook de reden waarom ik de heer Kamp heb geadviseerd om in eerste instantie te kijken of je met een linkse motor kunt beginnen. Partij van de Arbeid, SP, CDA en D66 zouden samen een centrumlinkse regering kunnen vormen en niet alleen kunnen rekenen op een meerderheid in de Tweede Kamer, maar ook in Eerste Kamer. Spijtig genoeg is niet besloten om deze mogelijkheid als eerste te onderzoeken.
De VVD en de Partij van de Arbeid zijn de grote winnaars van de verkiezingen. Ik wil ze daarmee ook oprecht feliciteren, evenals ik D66, de partij 50PLUS en de SGP wil feliciteren met hun overwinning. Het is gewoon een knappe prestatie.
Als we kijken naar de inhoud, zien wij wat anders dan wanneer we concluderen naar aanleiding van de cijfers. Als wij alleen naar de cijfers kijken, is het logisch om de twee grote partijen die gewonnen hebben, aan elkaar te verbinden. Als je echter kijkt naar de inhoud, wordt dat een heel stuk minder duidelijk. Niemand hier kan voorspellen hoe de onderhandelingen de komende tijd gaan verlopen. Ik hoop – en wie niet? – dat wij een stabiel kabinet te kunnen maken, dat ons zo sociaal mogelijk uit de crisis gaat helpen. Ik heb nog steeds vertrouwen in een goede afloop. Ik zie het namelijk niet gebeuren dat de Partij van de Arbeid werkelijk met de rechtse conservatieven, zoals de heer Samsom dat zelf noemt, tot een sociaal regeerakkoord kan komen. In mijn optiek kan er geen stabiel kabinet volgen uit twee partijen die inhoudelijk zo ver uit elkaar staan.
Wij hebben bij de VVD en de Partij van de Arbeid niet te maken met slechts meningsverschillen over tempo en omvang, maar met totaal botsende visies. Er zijn grote ideologische verschillen, er is een compleet andere kijk op de samenleving, een radicaal ander mensbeeld. Neem de marktwerking in de zorg. Het is niet een kwestie van een beetje wel of een beetje niet. Daar ligt een fundamentele vraag onder. Is de zorg wel of geen markt? Kijk naar de ontwikkelingssamenwerking. De VVD ziet het buitenland als een grote vrijhandelszones, als slechts een wingewest voor grote bedrijven. Dat lijkt me toch echt iets heel anders dan willen investeren in mensen. Op het gebied van de arbeidsmarkt liggen de meningen mijlenver uiteen, op het gebied van de ontslagbescherming, de flexwet, maar ook de AOW-leeftijd. Wat te doen met de zzp'ers en hun bescherming, de hoogte van het minimumloon en werken onder het minimumloon? Wat gaan wij doen met sociale werkvoorzieningen? Hier botsen visies die haaks staan op elkaar en waarbij een compromis ondenkbaar lijkt te zijn, en naar mijn idee ondenkbaar is.
Mijnheer de voorzitter. De mensen thuis hebben juist wel een keuze gemaakt. Stemmers op de VVD wilden liberaal verder. Stemmers op de Partij van de Arbeid wilden juist de heer Rutte uit het torentje en niet erin. Het samengaan van VVD en Partij van de Arbeid zou dus de laatste keuze moeten zijn om te gaan onderzoeken, en zeker niet de eerste. Of je moet alle verkiezingsbeloftes slechts voor de bühne hebben gemaakt.
Ik wil de heer Samsom vandaag heel graag een boodschap meegeven. Veel SP-sympathisanten hebben er alsnog voor gekozen om PvdA te stemmen. Natuurlijk betreur ik dat. Maar gezien de omstandigheden die gecreëerd zijn, snap ik wel hoe dat gegaan is. De PvdA heeft mensen een programma voorgehouden dat erg veel weg had van het SP-programma. Dat mag; hoe meer partijen dat doen, hoe liever ik dat heb. Maar daarmee heeft zij wel een hypotheek genomen om die linkse kiezer. Ik roep de heer Samsom dan ook op erg goed voor die SP-sympathisanten te zorgen, want hij heeft ze slechts te leen. Deze kiezers verwachten terecht dat de PvdA met hun steun een aantal zaken daadwerkelijk gaat regelen. Ik noem het stoppen van de marktwerking in de zorg, het versterken van de ontslagbescherming, de banen in de sociale werkvoorzieningen, het terugdraaien van de btw-verhoging en het stoppen van de forensentaks. Mijnheer Samsom, ik heb u voor de verkiezingen aangegeven dat sociaal beleid niet waargemaakt kan worden met rechtse vrienden. Ik hoop van harte dat al die kiezers wier hart en sympathie wel daarnaar uitgaan, over een paar maanden niet hoeven te zeggen: nu doen ze het weer en zijn we er weer ingetuind.
De heer Samsom (PvdA):
Volgens mij hebben wij allemaal de stem van de kiezer te leen en moeten wij die volgende keer weer waarmaken. Dat geldt voor elke partij, ook de uwe.
Ik heb een vraag over de grote verschillen die u schetst tussen de PvdA en de VVD. Dat is allemaal correct. Die verschillen zijn enorm en dat heb ik al eerder aangegeven. Wij hebben de wens en het vertrouwen dat wij ze kunnen overbruggen. Maar de verschillen die u schetst – marktwerking in de zorg, arbeidsmarkt, forensentaks – zijn allemaal exact dezelfde verschillen tussen bijvoorbeeld uw partij en D66. Misschien zijn ze nog wel groter. Toch koos u, zo heb ik het verslag van de verkenner gelezen, voor die eerste optie: SP samen met D66. Dacht u die verschillen dan wel te kunnen overbruggen? En zo ja, waarom zou mijn partij ze niet kunnen overbruggen met de VVD? Ze zijn immers even groot.
De heer Roemer (SP):
Mijnheer Samsom, ik weet niet of dat u gaat lukken. Daarom heb ik over de inhoud geen vragen gesteld in welke interruptie dan ook. Laat ik er gewoon heel eerlijk in zijn: als ik in uw schoenen had gestaan, had ik er ook geen antwoord op gegeven. Ik heb wel geprobeerd om datgene wat ik voor de verkiezingen heb gezegd, zo veel mogelijk waar te maken. Om een meerderheid te krijgen, ga ik dan op zoek naar partijen die ideologisch het dichtste bij mij staan. Dat doet u niet. Daarom denk ik dat de kans voor een centrumlinks kabinet om zo veel mogelijk binnen te halen groter is dan door een-op-een zaken te doen met een kabinet waarvan u een week geleden nog zei dat het een rot rechts-conservatief kabinet was.
De heer Samsom (PvdA):
U zegt dat de verschillen tussen de VVD en de PvdA te groot zijn om te overbruggen en u geeft aan dat de verschillen tussen D66 en de SP net zo groot zijn ...
De heer Roemer (SP):
Nee, dat heb ik niet gezegd.
De heer Samsom (PvdA):
U erkent niet dat op ontslagrecht, op de arbeidsmarkt als geheel, op de marktwerking in de zorg en op de forensentaks D66 exact dezelfde programmapunten heeft en had als de VVD?
De heer Roemer (SP):
Ik heb gezegd dat wij samen die strijd hadden kunnen aangaan, als wij samen een blok hadden gevormd. U wilt dat blok niet aangaan. U hebt zich er niet hard voor gemaakt om de SP in het kabinet te krijgen, samen met u en met welke andere partij dan ook, om wat wij delen zo veel mogelijk waar te maken. U hebt naar plafonds staan staren. Toen de heer Rutte zei dat hij niet met twee linkse partijen in zee ging, hebt u meteen gezegd: jammer dan, dan gaan wij met zijn tweeën verder. Dat heb ik gezegd. En ja, de verschillen met andere partijen zijn er. Maar ik loop er niet voor weg om in ieder geval een poging te wagen om dat als eerste te doen. Ik vind het zo jammer dat u met de PvdA geen enkele poging hebt gedaan om partijen die ideologisch dichterbij u staan erbij te betrekken.
De heer Samsom (PvdA):
Voor de geschiedschrijving: het was de SP die naar buiten kwam en zei dat een combinatie PvdA/VVD een zinloze exercitie was. U hebt zich er niet bij willen aansluiten. Dat is uw goed recht, maar draai het dan niet om.
De overbrugging tussen de VVD en de PvdA is groot. Die is minstens zo groot als de overbrugging tussen de SP en D66. Ik constateer tot mijn tevredenheid dat de SP die brug denkt te kunnen slaan. Ik denk dat ook de PvdA zulke bruggen kan slaan. Zo hoort het ook in dit land.
De heer Roemer (SP):
Even een correctie: mijn eerste voorkeur staat in het verslag. De verkenner zal kunnen bevestigen dat ik een SP/PvdA/VVD-combinatie niet op voorhand heb uitgesloten, wederom vanuit de gedachte dat wij gezamenlijk, en bloc, meer kunnen binnenhalen dan de heer Samsom alleen kan binnenhalen. Ik loop niet weg voor die verantwoordelijkheid, maar ik wil wel waarmaken wat ik de mensen voor de verkiezingen heb gezegd: sociaal uit de crisis komen. Ik weet dat ik dat beter kan doen door mee te doen en niet door de PvdA nu al buitengesloten te worden.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Mijnheer de voorzitter. Vandaag debatteren wij over de verkiezingsuitslag. In het jargon van het Reglement van Orde heet het "beraadslagen". Voor de kiezers zou dat een verkeerd beeld kunnen oproepen, want wij kunnen helemaal niet debatteren over de verkiezingsuitslag. En ik moet zeggen: dat betreur ik zeer. Heel graag had ik namens het CDA een verbetervoorstel op de verkiezingsuitslag ingediend. Feit is dat dat niet kan en feit is dat deze verkiezing twee duidelijke winnaars heeft opgeleverd: de VVD en de PvdA. Voor het CDA zijn de verkiezingen teleurstellend verlopen.
Het debat van vandaag is onderdeel van een nieuwe procedure, waarin de Kamer zelf aan het roer staat bij de kabinetsformatie. Onderwerp is het verslag van verkenner Kamp. Vanaf deze plaats zeg ik de heer Kamp dank voor de voortvarende en open manier waarop hij zijn werkzaamheden heeft vervuld.
De CDA-fractie heeft de verkenner geadviseerd om twee informateurs te benoemen, onder wier leiding de verschillen tussen de fracties van VVD en PvdA zouden moeten worden overbrugd. Ik heb namens mijn fractie geen namen genoemd, omdat als die partijen zelf de gedachte hebben dat bepaalde mensen dat werk zouden kunnen doen, zij die keuze moeten kunnen maken. Dus steun voor het voorstel om de heren Bos en Kamp te benoemen. "Tot informateurs" staat er, maar zij zullen het strategobord wel moeten ontmijnen, moeten ontdoen van bommen, dus wat mij betreft wordt verkenner Kamp opgevolgd door Bos en Kamp als mineurs.
De verschillen tussen beide partijen zijn groot. Het is nauwelijks een week geleden dat Mark Rutte Diederik Samsom uitmaakte voor een gevaar voor Nederland en dat Diederik Samsom sprak van rechts rotbeleid van Mark Rutte. Daags na de verkiezingen benadrukte Mark Rutte dat hij het mandaat had voor zijn beleid, terwijl Diederik Samsom tijd claimde voor een ommezwaai. Voor de verkiezingen zei ik het al: als je voor de verkiezingen polariseert, heb je na de verkiezingen een probleem. Wij zitten immers in een crisis die moet worden opgelost, een crisis van te veel schulden en te weinig banen. En daar moet wat aan worden gedaan.
In plaats daarvan kregen wij vorige week een beetje geforceerd beeld van twee kemphanen die ineens vrienden waren geworden, een wat koddige vertoning van Mark Rutte en Diederik Samsom die elkaar overlaadden met lieve complimentjes. Geen verstandshuwelijk, maar echte liefde. Het deed mij een beetje denken aan een liedje van Dennie Christian uit mijn jeugd: "Wij zijn twee vrienden Jij en ik Twee dikke vrienden Jij en ik Wij blijven altijd bij elkaar Al worden wij meer dan honderd jaar Wij zijn twee vrienden Tot onze laatste snik"
Tot zover de laatste snik, maar voor de korte termijn geldt natuurlijk de vraag die in deze Kamer buiten de onderhandelingstafel leeft: wat gaan wij doen met de begroting voor 2013? Door Mark Rutte I is immers net een begroting ingediend. Aan de verkenner de vraag of aan de tafel ook besproken is, hoe hiermee om moet worden gegaan in relatie tot de onderhandelingstafel, want ik als fractievoorzitter van het CDA wil geen spookbegrotingen behandelen. Dus moeten wij alles maar opschorten tot het eind, of gaan we behandelen, om er aan het eind achter te komen dat we ineens iets verkeerds hebben behandeld? Acuut is bijvoorbeeld datgene waarover ik de heer Samsom al heb bevraagd: de ingangsdatum van de verhoging van de btw. Is bedacht dat dit een deelakkoord vóór 1 oktober wordt? Hetzelfde geldt voor de onbelaste reiskostenvergoeding. Een eventuele wet moet tijdig, zo half november, naar de Eerste Kamer. Hoe wordt daarmee omgegaan? Boven alles staat voor de CDA-fractie vast dat voorkomen moet worden dat die twee verschillende borden die niet met elkaar combineren, ertoe leiden dat we straks een begroting van premier Mark Rutte II krijgen die een slechter saldo heeft dan die van premier Mark Rutte I. Geen verdere schuldenopbouw, niet meer schulden dan die 2,7% die al veel te veel is.
De beide mineurs kunnen aan het werk. De VVD won de verkiezingen onder andere met een aantal tegeltjeswijsheden die van alle grote billboards schreeuwden. Zelfs op de uitslagenavond werden wij daar nog mee geconfronteerd. Laat ik daar dan tot slot voor het verloop van de onderhandelingen één tegeltjeswijsheid aan toevoegen: Als Rutte en Samsom om de kiezer gaan strijden, dan wint de één, maar krijg je ze beiden.
De voorzitter:
Is die tekst ook van Danny Christian?
De heer Pechtold (D66):
Voorzitter. Als twee partijen fors zetelwinst boeken, dan passen daar felicitaties bij. Daarom aan de collega's Rutte en Samsom mijn hartelijke felicitaties, en ook aan hun fracties. Die gelden ook voor de overige winnaars: de SGP en natuurlijk de jongste fractie in ons midden: 50PLUS. Ik kijk samen met mijn fractie uit naar een constructieve samenwerking met alle fracties. In aanloop naar de stembusgang is veel gezegd over het feit dat het de vijfde keer in tien jaar was en over wat dit betekent voor het vertrouwen van mensen in de politiek. Wij allen hebben daarmee een grote verantwoordelijkheid voor een stabiel landsbestuur, zeker in tijden van crisis.
Op initiatief van D66 heeft de Kamer het voortouw bij de kabinetsformatie. Daarmee ligt de verantwoordelijkheid waar deze hoort: bij de gekozen volksvertegenwoordiging, zijn alle fracties hier vandaag al bevraagbaar in het openbaar en is de onafhankelijke positie van het staatshoofd versterkt. Zoals bij veel veranderingen kwam uit de conservatieve hoek bij voorbaat al alarmcode rood. De nieuwe procedure zou leiden tot complete chaos, uitsluitend achterkamers, eindeloze vertraging en hangende pootjes. Tot nu toe is het tegendeel gebleken: de Kamer heeft zich democratisch volwassen getoond. Ik dank de verkenner Kamp dan ook namens mijn fractie voor zijn snelle en zorgvuldige werkzaamheden. De heer Kamp heeft zich op Koninklijke wijze van zijn taak gekweten.
Het voorwerk is daarmee voor ons gedaan, om vandaag als Tweede Kamer de volgende stap te zetten, het aanwijzen van een informateur en het formuleren van een opdracht. Voor mijn fractie zie ik in deze fase geen rol. Wij zien graag een informatieperiode waarin wordt onderzocht, of de verschillen tussen VVD en PvdA te overbruggen zijn. Ik doel op de pragmatische verschillen, maar ook op de uiteenlopende duiding van de verkiezingsuitslag. Tijdens de campagne zijn de tegenstellingen opzettelijk vergroot. De PvdA-lijsttrekker verweet de VVD twee jaar rechts rotbeleid en Rutte vond Samsom gevaarlijk voor het land. Hoe kunnen 38 zetels die zeggen "het roer moet om", het eens worden met 41 zetels die zeggen "koers houden"? Beide deden alsof de keuze of VVD of PvdA was. Eigenlijk is mensen voorgehouden: kies voor mij, want ik ben tegen de ander. Het is een bekend stramien geworden, doen alsof de bevolking een premier kan kiezen, geholpen door de combinatie van peilingen en medialogica. De grootste twee creëren deze illusie omdat ze er beide baat bij hebben. Bos versus Balkenende in 2003 en 2006. Rutte tegen Cohen in 2010. Rutte tegen Roemer voor de zomer en tegen Samsom na de zomer. Het patroon is hetzelfde. Iedere keer als deze suggestie de campagne beheerst, verliest de politiek als geheel, omdat niet de voorkeur voor de volksvertegenwoordiging de doorslag geeft maar de vraag wie de premier moet worden. Dat moeten we ons allemaal aantrekken en we moeten ons afvragen hoe lang ons systeem in deze vorm nog houdbaar is. We kunnen niet blijven doen alsof. Want het duidelijke of-of van een dag voor de verkiezingen is de dag erna een onvermijdelijk en-en geworden. Zouden kiezers dat ook voor ogen hebben gehad? Ik durf het mij hier hardop af te vragen.
Voor D66 was de inzet van de verkiezingen om Nederland na jaren van stilstand weer vooruit te brengen, om eindelijk die hervormingen door te voeren die al veel te lang zijn uitgesteld. Toen VVD en CDA na het weglopen van Wilders geen plan B hadden, hebben we in het vijfpartijenakkoord daarvoor de eerste stappen gezet. De houding van mijn fractie de komende informatieperiode zal mede afhangen van de mate waarin VVD en PvdA de afspraken uit dat vijfpartijenakkoord, de begroting voor 2013, zullen respecteren. En dat geldt voor de Europese begrotingsafspraken, voor de AOW-leeftijd, voor de hervorming van de woningmarkt, voor de arbeidsmarkt en zeker ook voor de afspraken over natuur en duurzame energie. Voor D66 zijn dit de minimale stappen vooruit, want nog een kabinet met stilstand in het vaandel kunnen we ons niet veroorloven.
Het politieke midden is terug, zo lees ik over de winst van VVD en PvdA. De stilstand van de SP en het populisme van de PVV zouden zijn verslagen. Helaas, de schijn bedriegt. De belangrijkste conclusie van 12 september is niet dat de politieke flanken verloren hebben, maar dat hun woorden en ideeën hebben gewonnen. Wie hoorde nog het verschil tussen de lijsttrekkers Samsom en Roemer als het ging om de betaalbaarheid van de zorg? Wie zag nog het verschil tussen Rutte en Wilders als het ging om het redden van de euro? Zijn de € 1.000-bonus van de VVD en de PvdA-belofte over btw-verlaging niet loze kreten over gratis geld en gouden bergen?
Ik kijk van PVV naar VVD en van SP naar PvdA, van de flanken naar de traditionele middenpartijen, maar ik vind het moeilijk om te zeggen wat tegenwoordig nog precies het verschil is. De terugkeer van het midden is niet meer dan een mythe. Kortom, mijn conclusie: het blijft eenzaam in het progressieve politieke midden, hoewel de twee extra zetels van D66 het er iets drukker hebben gemaakt en dat is een begin.
Ik heb nog een aantal concrete vragen aan de verkenner. Waarom heeft hij gekozen voor een informatieopdracht inclusief het schrijven van een regeerakkoord? Waarom al zo expliciet over de namen van twee informateurs, een zittend en een oud-minister, ogenschijnlijk met weinig afstand tot de politiek? Mijn fractie geeft de voorkeur aan informateurs die met de nodige distantie kunnen optreden. We hebben hier recent slechte ervaringen mee. Heeft de verkenner zich ervan vergewist dat beiden geen ambitie hebben om in het kabinet te komen? Waarom is in het openbaar rapport van de verkenner geen verslag opgenomen van de gesprekken die hij afgelopen maandag voerde, eerst met de heer Rutte en de heer Samsom apart en daarna nog gezamenlijk? Graag ontvang ik die verslagen. Die maken op deze manier dan officieel onderdeel uit van de verkenning. Ik neem aan dat de collega's mij daarin steunen. Ik zou dit graag ontvangen voor aanvang van de beantwoording in eerste termijn van de verkenner.
Tot slot. Het meer transparante begin van de formatie verdient een passend vervolg. Dat betekent vollediger openbaarheid over de formatiestukken, een openbare beëdiging van de nieuwe bewindspersonen en meer openheid over hun zakelijke belangen.
Tot zover mijn vragen in de eerste termijn. Ik heb een vraag aan de voorzitter van huishoudelijke aard. Een aantal gasten van mijn fractie waren vanmorgen in verwarring toen zij vanochtend een folder van de Tweede Kamer onder ogen kregen waarin uitgebreid het formatieproces, inclusief de rol van het staatshoofd, wordt beschreven. Deze folder is beneden aan de balie verkrijgbaar. Laten wij hopen dat wij die folder niet snel nodig hebben. Kunt u er met de griffie ten spoedigste voor zorgen dat die folders actueel worden gemaakt?
De tijdelijke voorzitter:
Misschien is het een mooi karwei voor die twee nieuwe leden van u!
De heer Pechtold (D66):
Uw fractie heeft er meer. Regelt u het dus maar!
De tijdelijke voorzitter:
Het is de oude voorraad van folders. U hebt helemaal gelijk, mijnheer Pechtold.
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. De kiezer heeft gesproken. De Kiesraad heeft de uitslag officieel vastgesteld. De nieuwe Kamer is vanmiddag geïnstalleerd. Ook namens mijn fractie felicitaties voor alle nieuw verkozenen, in het bijzonder degenen die voor de eerste keer gekozen zijn. Dat is een heel bijzonder moment. Felicitaties ook aan partijen die winst hebben geboekt: de VVD, de PvdA, D66 en de SGP. Uiteraard feliciteer ik ook nieuwkomer 50Plus, de heren Krol en Klein. Ik zie ervan af om hen toe te zingen. Dan gaat het brandalarm af! Ik feliciteer hen echter met de goede prestatie die zij hebben geleverd. Het is een hele klus om als nieuwkomer met twee zetels plaats te kunnen nemen in de Kamer.
Als ChristenUnie hebben wij ons zetelaantal kunnen continueren. Daarvoor zijn wij dankbaar. Wij zullen ons in deze nieuwe periode weer laten zien en laten horen, met twee nieuwe Kamerleden, Gert-Jan Segers en Carla Dik. Men zal ze ongetwijfeld tegen gaan komen.
De verkiezingen zijn voorbij. De Kamer is geïnstalleerd. Wij gaan aan het werk. De fase van informatie/formatie is aangebroken. Ik hecht eraan, op te merken dat mijn fractie het betreurt dat Hare Majesteit de Koningin niet meer de rol heeft die zij in het verleden vervulde in deze processen. Wat ons betreft hoeft er dus geen nieuwe folder te komen.
In deze fase van informatie is dat misschien nog niet zo'n probleem, maar stel dat de onderhandelingen tussen VVD en Partij van de Arbeid in de komende weken toch niet het succes hebben waar beide voormannen vertrouwen in uitspreken en het weer terug naar de Kamer komt. Dat kan weleens een heel gecompliceerde situatie tot gevolg hebben.
Maar goed, de tijd zal het leren. Misschien geldt hier wel: de mens lijdt het meest aan het lijden dat hij vreest. Wij zullen het zien. De informatie kan in ieder geval van start gaan. VVD en Partij van de Arbeid hebben, zowel tegen de verkenner als in dit debat, uitgesproken er klaar voor te zijn om met elkaar om tafel te gaan zitten.
Ik bedank de heer Kamp als verkenner erg voor zijn snelle en zorgvuldige wijze van werken. Dat hebben wij van onze kant zeer gewaardeerd. De vraag is wel: gaat dit wat worden? Dat is een vraag die velen bezighoudt. Zetels bij verkiezingen winnen is een. Een kabinet formeren is toch een ander verhaal. Ik herinner mij nog een tweet van collega Pechtold, een paar dagen voor de verkiezingen, met een fotootje van allerlei kleine puzzelstukken. De tekst was: "Even met mijn dochter de formatie voorbereiden". Het in elkaar voegen van heel kleine stukken is inderdaad een grote opgave. De situatie lijkt, door de uitslag met twee grote partijen met een meerderheid in de Tweede Kamer, iets overzichtelijker te zijn. Schijn kan echter bedriegen. Uit eigen herinnering weet ik dat ook grote puzzelstukken soms moeilijk in elkaar te leggen zijn, zeker als er stukken in de verkeerde doos terecht zijn gekomen. De vraag is: hoe zal het gaan met VVD en Partij van de Arbeid? Zijn dat wel stukjes die aan elkaar passen? Zijn ze wel bezig met dezelfde puzzel? Als we hun verkiezingsprogramma's naast elkaar leggen, zien we bij grote onderwerpen toch echt cruciale verschillen: zorg, wonen, arbeidsmarkt, het tempo dat moet worden gemaakt bij het terugdringen van de schulden. We hebben daar in de campagne veel over gesproken. Dit zijn gecompliceerde zaken. In de houding van de partijen jegens elkaar is inmiddels wat veranderd, maar die was van tijd tot tijd behoorlijk hard. Daarom mijn vraag aan verkenner Kamp: is er bij deze twee partijen voldoende vertrouwen dat dit echt wat gaat worden? We kunnen het ons namelijk niet permitteren dat deze partijen een soort snuffelperiode ingaan, met als risico dat zij over een paar weken tot de conclusie komen dat zij elkaars politieke geuren niet kunnen verdragen. Dan zijn we terug bij af, en moeten we maar weer zien hoe we verdergaan. Deze tijd duldt geen uitstel, geen onnodige vertragingen. Het zou daarom goed zijn – en ik weet niet of hiervoor in de Kamer meerderheden zijn te vinden – om de onderhandelaars maar een soort tijdslimiet mee te geven. Graag hierop een reactie van de verkenner. Waarom heeft hij zoiets niet als advies aan ons meegegeven?
De tijd dringt, het land moet bestuurd worden. Er zal moeten worden samengewerkt, en niet alleen tussen partijen die samen een regering gaan formeren; en niet alleen in de Tweede Kamer, maar ook in de Eerste Kamer. Mijn fractie is daar, ook in een oppositierol, altijd toe bereid, maar wil wel samenwerking op inhoud. Voor ons betekent dit dat we serieus werk gaan maken van de verdere reductie van de schulden, in lijn met wat in het Lenteakkoord is afgesproken. We kunnen het ons namelijk niet permitteren om die schulden verder te laten oplopen. We zullen ook generaties bij elkaar moeten houden; dat is een grote opgave in een tijd waarin zo fors moet worden bezuinigd. We zullen moeten werken aan een duurzame economie. Het slot moet van die woningmarkt af. De arbeidsmarkt moet echt hervormd worden. Ouderen moeten aan het werk worden gehouden, jongeren moeten we kansen gaan bieden; de oplopende jeugdwerkloosheid is echt een heel grote zorg. En over zorg gesproken: die oplopende kosten moeten we op een zorgvuldige manier beheersbaar gaan maken. Wat ons betreft gaat dit in lijn met het Lenteakkoord, waarvoor we toen zo geknokt hebben. We moeten niet verder bezuinigen op het persoonsgebonden budget. Ook handen af van het passend onderwijs; geef de professionals in de praktijk de ruimte om hun werk te doen. En ontwikkelingssamenwerking, laten we daar met elkaar zuinig op zijn. Inderdaad, onze verantwoordelijkheid stopt niet bij onze eigen mensen en onze eigen grenzen. En laten we ervoor zorgen dat we een deugdelijk gezinsbeleid voeren, en dat we met elkaar de beschermwaardigheid van het leven serieus nemen. En laten we niet vergeten om vrijheden in dit land te borgen; ik denk onder andere aan de godsdienstvrijheid en de vrijheid van onderwijs. Dat zijn onderwerpen waarvoor wij ons sterk willen maken en waarvoor wij altijd bereid zijn om samen te werken, met wie dan ook. Er staat inderdaad echt wel iets op het spel in de komende jaren.
Tot slot. Ik heb de heer Samsom aangesproken op een initiatiefwetsvoorstel over de asielkinderen en onze omgang met hen, dat onze partijen een aantal maanden gelden indienden. De naam van de heer Samsom zelf, als eerste indiener, prijkte daarop, samen met die van mijn collega Voordewind. Ik heb de heer Samsom goed verstaan: ik begrijp dat dit een onderwerp zal worden bij de belangrijke besprekingen die hij ingaat. Wij zullen hem aanmoedigen om de VVD uiteindelijk ook zo ver te krijgen dat deze beseft dat wij hier eens goede afspraken over moeten maken. We hebben op dit moment één zorg, en wel dat die onderhandelingen misschien nog weken gaan duren, terwijl in de huidige situatie nog steeds uitzettingen dreigen. Wij zullen de Kamer in tweede termijn een uitspraak voorleggen om gedurende die periode geen kinderen uit te zetten. Ik hoop dat daarvoor een meerderheid te vinden zal zijn in deze Kamer.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Voorzitter. De kiezer heeft gesproken en GroenLinks boekte deze verkiezingen een fors verlies. Voor ons was het gisteren een zwarte dag, een dag waarop we afscheid moesten nemen van maar liefst zeven dierbare collega's. Gelukkig kregen we er vandaag een nieuwe collega bij. En ook ons gevoel is dat ons bescheidenheid past in deze formatie.
Ik zou allereerst de winnaars van de verkiezingen nogmaals willen feliciteren. Ik zou ook willen uitspreken naar de andere verliezers van deze verkiezingen, de CDA-fractie en de PVV-fractie, dat ik hun veel sterkte wens bij het dragen van hun verlies. Ik heb goed geluisterd naar wat de heer Wilders zei. Laat ik nogmaals benadrukken dat het mij ging om het gedachtegoed. Daarin staan wij diametraal tegenover elkaar. Maar uiteraard wens ik ook hem alle sterkte bij het verwerken van zijn verlies.
Enige tijd geleden stonden er in de kranten alarmerende berichten over de chaos die tijdens de formatie zou uitbreken. Er zou een politiek vacuüm dreigen nu de Koningin geen rol meer speelt bij de formatie. Met genoegen stel ik vast dat dit niet bewaarheid is. Die angstbeelden zijn geen realiteit geworden en daar ben ik trots op, want mijn fractie was samen met enkele andere fracties de drager van deze verandering in het Reglement van Orde. De Kamer kan het prima zelf.
Ik complimenteer de PvdA en de VVD met de snelheid en de voortvarendheid waarmee zij de formatie ter hand hebben genomen. Gezien de verkiezingsuitslag wordt het volgens GroenLinks een heel lastige klus, maar dat laat onverlet dat deze twee winnende partijen aan zet zijn. Zij zullen met elkaar moeten proberen om zo snel mogelijk een kabinet te vormen door onderlinge tegenstellingen te overbruggen. Er is immers geen tijd te verliezen. De crisis woekert voort en Nederland staat voor grote uitdagingen.
Ik wil de heren Samsom en Rutte bij die uitdagingen het volgende meegeven. Ik lees in het verslag van de verkenner dat ze een voorkeur hebben voor een akkoord op hoofdlijnen. Dat heeft mijn fractie ook en ik hoop dan ook dat zij deze intentie waar zullen maken, zodat het politieke spel tussen Kamer en kabinet weer kan floreren en er meer dan in de vorige kabinetsperiode sprake kan zijn van goede wisselwerking tussen wetgevende en controlerende macht. Wat ik ook wil meegeven, is dat ik hoop dat in die hoofdlijnen de grote uitdagingen van deze tijd worden meegenomen. Als ik kijk naar de lijstjes die de heren Rutte en Samsom hebben ingeleverd bij de heer Kamp, dan denk ik dat daar nog wel het een en ander aan ontbreekt. Ik zou in ieder geval willen benadrukken dat de grote uitdagingen – de klimaatverandering, het aflopen van het tijdperk van de goedkope fossiele energie, de noodzaak om op duurzame energie over te stappen en de noodzaak om te werken aan versterking van onze natuur biodiversiteit – niet bij die hoofdlijnen mogen ontbreken. Ik druk de heren ook op het hart dat deze tijd niet vraagt om waterige halfbakken compromissen. Nodig is dat er een echte uitruil plaatsvindt tussen de partijen, zodat zonder taboes alle grote uitdagingen worden aangepakt.
Het Lenteakkoord zal in wetgeving worden omgezet in de begrotingsbehandelingen. Dat akkoord staat! Wat je ook van het Lenteakkoord vindt, feit is wel dat op het vlak van vergroening, de woningmarkt, de AOW-leeftijd, grote stappen vooruit zijn gezet. Ik roep de heren Samsom en Rutte op om verder te gaan op die koers. Nederland heeft niets aan stilstand doordat zij elkaar gijzelen. Nederland moet veranderen en dat kan niet zonder fikse hervormingen. Ik hoop daarbij ook van harte dat Nederland zich niet gaat ingraven achter de dijken, maar solidair blijft, solidair met de rest van de wereld. En daar hoort genereuze ontwikkelingssamenwerking bij. Ik roep de heren ten slotte op om het roze stembusakkoord echt waar te maken en het niet uit te ruilen verderop in het proces. Ik wens hun de moed toe om die stappen te zetten die noodzakelijk zijn, want zo'n grote verkiezingswinst verplicht om nu ook echt verantwoordelijkheid te nemen.
Tot slot bedank ik de heer Kamp voor de soepele wijze waarop hij dit proces heeft begeleid en voor zijn adviezen.
De heer Van der Staaij (SGP):
Mijnheer de voorzitter. Op de terugweg van Prinsjesdag, afgelopen dinsdag, vertelde ik mijn elfjarige zoon Michaël, die die dag mee was, dat deze week een bijzondere Kamerweek zou zijn: eerst het afscheid van de oude Kamer en vervolgens het aantreden van een vers gekozen, nieuwe Kamer. Ik vertelde hem dat er daarna een debat over de verkiezingsuitslag zou plaatsvinden. "Over de verkiezingsuitslag?" Dat vond hij vreemd. "Die uitslag staat toch al lang vast? Daar hoef je toch niet meer over te debatteren?" En ik gaf hem gelijk: die uitslag verander je niet meer. Ik legde uit dat je echter wel kunt debatteren over "de duiding" van de verkiezingsuitslag: "De verklaring, de achtergrond, je weet wel, zoals mensen wel eens naar de lucht kijken en dan de mooiste dingen zien in de wolken. Partijen die verloren hebben, gaan onderzoeken waarom de kiezers hen verkeerd hebben begrepen of waarom zij de kiezers verkeerd hebben begrepen. Partijen die zetels gewonnen hebben, gaan uitleggen hoe dat komt. "De kiezer is duidelijk, het moet socialer", zegt de PvdA. "De kiezer is duidelijk, het moet liberaler", zegt de VVD."
Ik feliciteer graag alle partijen die zetels gewonnen hebben. De SGP heeft ook gewonnen, en bepaald niet alleen op Schiermonnikoog. Een forse plus in de stemmen, een zetel winst, maar liefst 50%. De zetelwinst van de PvdA en de VVD was ook heel aardig, maar die bedroeg geen 50%. Mijn fractie was er heel dankbaar voor dat vandaag een nieuwe fractiegenoot, de heer Bisschop, mocht aantreden. Ik zal over die naam geen grappen maken. Hoe duidt mijn partij deze uitkomst? Velen die de SGP gesteund hebben zeggen: het moet Bijbelser, wij moeten luisteren naar onze Schepper, het gaat niet om geld en goed alleen, maar ook om normen en waarden, om tegenwicht bieden aan egoïsme en materialisme, om opkomen voor het gezin, om meer bescherming bieden aan ongeboren leven, om inzetten op de vrijheid van het christelijk onderwijs. Mijn fractie hoopt zich daar in de nieuwe zittingsperiode met versterkte inzet hard voor te maken.
Een stem voor de SGP is daarnaast een stem voor een nuchter en gezond financieel-economisch beleid: niet meer uitgeven dan er binnenkomt, niet méér belasting ophalen maar snijden in de uitgaven van de overheid zelf. Het is ook een stem voor een kritische Europakoers: wel samenwerking maar geen luchtkastelen. Het is steun voor een koers waarbij niet alles van de Staat wordt verwacht, een koers die de energie en de creativiteit van burgers, ondernemers en samenleving zelf uitdaagt en aanspreekt. Het is waar dat de christelijke stroming in de politiek in de loop van de tijd flink is geslonken, niet alleen omdat mensen de kerk de rug toekeerden, maar ook omdat lang niet alle christenen voor christelijke politiek stemden. Tijdens de campagne viel op in de gesprekken op straat, dat ze bestaan: VVD-stemmers die vinden dat we heel zuinig moeten zijn op de zondag, GroenLinks-stemmers die ruimte willen voor de gewetensbezwaarde trouwambtenaar, PvdA-stemmers die vinden dat het aantal abortussen in Nederland gruwelijk hoog is. Ik hoop dat deze kiezers hun volksvertegenwoordigers flink willen aanmoedigen in de nieuwe periode om ook hun stem serieus te nemen en hier te laten doorklinken.
Op de terugweg van Prinsjesdag vertelde ik mijn zoontje dat het debat niet alleen zou gaan over de verkiezingsuitslag maar ook over de formatie van een nieuw kabinet. Dat vond hij eerlijk gezegd ook niet zo sterk. "Daar hoef je toch niet over te debatteren?", was zijn reactie. "Dat is toch duidelijk? PvdA en VVD moeten een nieuw kabinet maken. Dat kan niet anders." Ik wierp tegen: "Ja, maar deze partijen zijn groot geworden door te waarschuwen voor elkaar. Zij willen eigenlijk allebei een andere kant op. Je krijgt toch gegarandeerd ruzie als je ze in één auto samen achter het stuur zet? Dat schiet toch ook niet op? Dat is toch raar?" Dat was hij dan wel weer met mij eens. Met de ongecompliceerde onbevangenheid die kinderen van elf jaar soms eigen is, zei hij echter: "Het moet gewoon. Het kan niet anders. Weet u wel dat alle andere partijen bij elkaar niet eens een meerderheid hebben?" Een helder antwoord.
Inderdaad ligt het voor de hand dat de grootste partijen en de grootste winnaars van de verkiezingen aan de slag gaan om er samen uit te komen. Een combi van PvdA en VVD ligt niet voor de hand om de financieel-economische problemen op te lossen, maar de zetelverdeling van de Tweede Kamer laat weinig andere overtuigende mogelijkheden toe. Een aanvulling met een derde partij, ook met het oog op een meerderheid in de Eerste Kamer, heeft vooralsnog onvoldoende draagvlak, zo leert het verslag van verkenner Kamp.
De SGP steunt de aanstelling van de heren Kamp en Bos als informateurs, al zou één informateur voor ons ook voldoende zijn geweest. Wij hebben overigens veel waardering voor het werk van verkenner Kamp. Dat wil ik nadrukkelijk ook gezegd hebben. Door de in onze ogen onverstandige keuze van de vorige Kamer om de Koningin geen rol meer te gunnen in de formatie, dreigt er een achteruitgang in snelheid, in transparantie en in gelijk speelveld. Door de nu gekozen route is de schade van dit schouwspel in ieder geval beperkt gebleven, al blijft het onverstandig en onnodig om het mes te zetten in een goede traditie.
De PvdA en de VVD zijn nu aan zet. Voortvarendheid is geboden, zeker gelet op de aanpak van de crisis. Het zou goed zijn als deze partijen ook met prioriteit bezien welke mogelijkheden zij zien voor een koerswijziging voor het jaar 2013. Dat is geen aansporing om met een groter begrotingstekort dan 2,7% genoegen te nemen, maar wel een aansporing om binnen de begrotingsruimte naar slimmere oplossingen te kijken. Neem alleen al die forensenbelasting. Nu én de PvdA én de VVD daarvan in stevige bewoordingen afscheid hebben genomen tijdens de campagne, is het weinig geloofwaardig om de burger hiermee op te zadelen.
Om te voorkomen dat de kabinetsformatie erg lang gaat duren en de coalitie van VVD en PvdA verlamd wordt door grote interne tegenstellingen, zou het goed zijn om het kabinet een beperkte opdracht te geven; een crisiskabinet, dat zich met name richt op de bestrijding van de economische en financiële crisis en het doorvoeren van hervormingen. Op terreinen als het buitenlands beleid zou het kabinet wijze terughoudendheid moeten betrachten en ruimte moeten laten voor een gezond dualisme tussen kabinet en Kamer.
Wat ons betreft zou het ook goed zijn als de informateurs hun blikveld verbreedden door ook met andere fracties dan alleen met die van de PvdA en de VVD een inventariserend gesprek te voeren, niet zozeer met het oog op de samenstelling van het kabinet, maar wel om te verkennen voor welk inhoudelijk beleid een zo breed mogelijk draagvlak in de Kamer te vinden is en om te horen wat de meest prangende wensen van de andere fracties zijn.
Verkiezingen zijn een feest voor de democratie. Dat is waar. Maar dat betekent niet dat je daarom zo vaak mogelijk verkiezingen moet houden. Je kunt ook te veel feesten. Sterker nog, vijf keer verkiezingen in tien jaar is echt te veel van het goede. Het is schadelijk voor het vertrouwen van de burger in de politiek, het is schadelijk voor de continuïteit van het beleid, het is schadelijk voor het geheugen en het aanzien van de Kamer en het is bovendien, anders dan wat vaak wordt gedacht, staatsrechtelijk niet nodig om na de val van een kabinet per definitie verkiezingen te houden. Ik wil deze nieuwe Kamer uitdagen om nu al uit te spreken dat het de intentie is om de rit uit te zitten, om als er onverhoopt toch weer een politieke crisis komt en een kabinet het niet redt, zelfbewust te zeggen: maar daarom hoeven wij als volksvertegenwoordigers toch ook niet op te stappen? Ik weet dat ik mijn eigen partij daarmee mogelijk tekort doe – wie weet laten wij daarmee de kans lopen om als snel weer verder te groeien naar vier zetels – maar toch wil ik bepleiten om de regel de uitzondering te laten worden. Vervroegde verkiezingen kunnen alleen als na grondig onderzoek is vastgesteld dat het niet anders kan.
Voor wie nog niet overtuigd is: mijn zoontje gaf nog een extra argument. Hij was er dinsdag niet alleen in de Ridderzaal bij, maar ook bij de overhandiging van de Miljoenennota. Hij zei letterlijk het volgende. "Die Kees de Jager wil toch bezuinigen? Nou, al die verkiezingen kosten veel geld en die campagnes ook. Daar kun je dan mooi op bezuinigen!" Waarvan akte.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Voorzitter. De kiezer heeft ons bij elkaar gebracht, zo zei de heer Rutte gisteren op Radio 1. Alsof hij geconfronteerd was met een wonderbaarlijk natuurverschijnsel waartegen geen weerstand te bieden zou zijn. Maar het omgekeerde is het geval. De kiezer heeft de heren Samsom en Rutte helemaal niet bij elkaar gebracht. Schnitzler schreef in de Volkskrant van gisteren: "We zijn getuige geweest van een electorale psychose. De kiezer is niet bij zinnen gekomen, maar eerder buiten zinnen geraakt door een mediaspektakel van massahysterische proporties". De heer Samsom en de heer Rutte werden van verklaarde vijanden boezemvrienden. In ongeveer net zoveel tijd als het Catshuisakkoord omgekat werd tot een lenteakkoord. We zien voor onze ogen voltrekken hoe het onmogelijke mogelijk gemaakt wordt. Het is te mooi om waar te zijn en daarom is het een sprookje.
Mark Rutte heeft de verkiezingen gewonnen door te waarschuwen voor wat er zou gebeuren als Samsom het voor het zeggen zou krijgen: een ramp voor Nederland, c.q. het in gevaar brengen van Nederland. Diederik Samsom heeft een miraculeuze inhaalrace gerealiseerd door met overtuiging te waarschuwen voor de niet waar te maken beloftes plus het rechtse rotbeleid dat ons te wachten zou staan als Rutte het voor het zeggen zou krijgen. Nu de heren op wonderbaarlijke wijze van politieke vijanden tot politieke boezemvrienden zijn geworden, moeten wij juichen en klappen bij het voorgenomen verstandshuwelijk, waarin de strijdbijl begraven wordt en de VVD en de PvdA de krachten bundelen voor een beter Nederland. Je zou bijna denken dat de fusie tot een brede van-links-naar-rechts-volkspartij of een liberaal-socialistische volksbeweging toch wel een paar weken eerder gestalte had kunnen krijgen. Dit had Nederland een hoop gedoe en schijnbewegingen tijdens de zich repeterende debatten kunnen besparen.
De vraag is waarom een VVD-PvdA-kabinet een logische keuze zou zijn en hoe geloofwaardig deze keuze is voor kiezers die tijdens de titanenstrijd tussen Samsom en Rutte zijn gaan geloven dat een kabinet met de twee kemphanen onmogelijk was, zodat het erop aankwam om een van beide groot te maken. Dat zou het grote verschil gaan maken. Is het serieus aan de kiezer uit te leggen dat het kabinet-Rutte/Samsom heel andere perspectieven biedt dan een kabinet-Samsom/Rutte, terwijl Rutte nog geen week geleden beweerde dat het lood om oud ijzer zou zijn of je Samsom of Roemer stemde? Wie zich het hoofd op hol laat brengen door peilingen, moet misschien ook even kennis nemen van de laatste peiling, over de invloed van peilingen. Volgens Maurice de Hond zouden zonder de opgeklopte tegenstellingen tussen VVD en PvdA veel minder mensen strategisch gestemd hebben en zouden de VVD en de PvdA samen niet meer dan 60 zetels hebben behaald. Daaruit blijkt dat er onder de bevolking geen ruime meerderheid is voor een VVD/PvdA-kabinet. Sterker nog, het grote aantal stemmen voor beide partijen is vooral gebaseerd op de electorale afkeer van de regeringsmacht van de ander. Strategische VVD-stemmers wilden Samsom uit het Torentje houden. Strategische PvdA-stemmers moesten niet denken aan een nieuwe termijn voor Rutte. Zo simpel is het. Elke poging om die werkelijkheid weg te romantiseren, is onoprecht. Alleen al voor de vorm zullen Rutte en Samsom er lang over moeten doen om te laten zien dat er hard gewerkt is om hun onoverbrugbare tegenstellingen uit de campagnetijd nu, bij de kabinetsvorming, alsnog overbrugbaar te doen lijken.
Er was enige euforie, maar het vertrouwen in de politiek zal in rap tempo verder afnemen. Zoals het volstrekt ongeloofwaardig was dat het Catshuisakkoord tussen CDA, VVD en PVV binnen 48 uur werd omgekat tot een Kunduzakkoord tussen CDA, VVD, D66, GroenLinks en de ChristenUnie, waarbij het akkoord al binnen een maand uiteenviel, zo is het ook ongeloofwaardig als de Kamer nu besluit tot aanstelling van twee informateurs die moeten gaan onderzoeken hoe een huwelijk te sluiten tussen rechts rotbeleid en een ramp voor Nederland. De grootste gemene deler zal hooguit tot een rampzalig rotbeleid kunnen leiden. Welke kiezer zou het zo hebben bedoeld?
Ik ben niet alleen maar negatief over de voorgestelde informatiepoging. Beleefden we in 2006 de Nederlandse primeur van een vegetariër als informateur, in de persoon van Herman Wijffels, nu zouden we de wereldprimeur kunnen beleven van maar liefst twee vegetariërs als informateur, te weten Henk Kamp en Wouter Bos. Het is prettig om te merken dat alles wordt gedaan om ook de leden van de Partij voor de Dieren mild te stemmen over de informatiepogingen. Maar zoals 2006 leerde dat het dier- en milieuvriendelijke eetpatroon van de informateur niet noodzakelijkerwijs hoeft te leiden tot een milieu- en diervriendelijk kabinet – integendeel, zeg ik met de kennis van nu – zo zijn we daar ook in dit geval nog niet gerust op. Een gedwongen huwelijk tussen de nummers een en twee van de verkiezingen op basis van electorale steun is net zo onwenselijk als een gearrangeerd huwelijk zonder vrijwillige medewerking van huwelijkspartners.
Daarom zou de Kamer, naar goed gebruik, de leider van de grootste partij, de VVD, de gelegenheid moeten bieden om samen met een informateur op korte termijn te verkennen met welke van zijn politieke geestverwanten hij tot een meerderheid denkt te kunnen komen op programmatische gronden, in lijn met alles wat de kiezer is beloofd. Behoort Samsom inmiddels tot de politieke geestverwanten van Rutte, dan zou dat wel enige uitleg aan de kiezer vergen, maar dat zou in zo'n onwaarschijnlijke situatie de enige juiste weg zijn. De kiezer heeft recht op kennis over de achtergronden van zulk voortschrijdend inzicht.
Blijkt Rutte onvoldoende politieke geestverwanten in het nieuwe parlement te kunnen vinden om tot programmatische overeenstemming te komen, dan is de meest logische weg dat de nummer twee, Samsom, op zoek gaat naar mogelijkheden om ten minste 75 Kamerleden op programmatische gronden achter zijn plannen te krijgen. Pas als ook deze tweede optie een onbegaanbare weg zou blijken, wordt het tijd dat de twee kemphanen uit de verkiezingsperiode met elkaar om tafel gaan zitten, om te bekijken in hoeverre hun als onoverbrugbaar gepresenteerde tegenstellingen alsnog overbrugbaar blijken. Wie latent levende onlustgevoelens bij de kiezers opzweept met als doel via uitsluiting van de ander tot grootste gekozen te worden, dient daaraan consequenties te verbinden in de formatieperiode.
Eigenlijk is er maar één manier denkbaar waarop bestaande tegenstellingen versneld kunnen worden begraven. Dat is wanneer een groenrechtse Mark Rutte zijn idealen uit 2008 zou oppoetsen en de oud-Greenpeace-actievoerder Samsom dat met zijn idealen uit 2002 zou doen, en beide heren tot het besef zouden komen dat we economisch gezien op een volkomen dood spoor zitten en dat de rekening van het ecologische begrotingstekort niet doorgeschoven mag worden naar toekomstige generaties, maar dat het ecologische tekort nu aangepakt moet worden. Niet doorschuiven, maar aanpakken, heren.
"Meeleven met slachtoffers, niet met daders" kan een geweldig gemeenschappelijk uitgangspunt worden wanneer de VVD en de PvdA de bio-industrie definitief afschaffen. Dat kan het aantal slachtoffers met meer dan 500 miljoen per jaar terugbrengen. En niet alleen werkend Nederland verdient belastingverlaging, maar vooral ook de aarde. Schrap de belastingverhoging voor iedereen, die over een paar weken aan de orde is als het aan VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie ligt, verlaag de belasting op arbeid in plaats daarvan en verhoog de belasting op grondstoffen. Stop de treintaks. Waarom zou je hardwerkende Nederlanders uit de trein jagen als de woningmarkt op slot zit en mensen dus simpelweg niet kunnen verhuizen? Vandalen gaan betalen, las ik op de VVD-posters, dus Rutte en Samsom kunnen er samen snel uit zijn als de vervuiler de rekening gepresenteerd krijgt van milieubelastende keuzes. De ecologie kan wel wat VVD gebruiken, tenminste als de heer Rutte zijn goede voornemens uit 2008 gaat waarmaken en de heer Samsom vasthoudt aan zijn idealen. Ik zie de nieuwe posters van de heer Rutte graag tegemoet, en dan zou ik er ditmaal van die vette groene strepen onder willen zien.
Als PvdA en VVD het kleine, mens- en geldcentrale denken zouden willen verlaten, en dat zouden vervangen door een toekomstbeeld waarin mededogen en duurzaamheid centraal staan, als ze vorm willen geven aan het tweede kabinet van sociale rechtvaardigheid – het eerste was, zoals u weet, een sociaal-liberaal kabinet van 1897 tot 1901 – dan is er voor het eerst in 111 jaar weer eens sprake van een echte politieke vernieuwing. Maar neem dan afstand van de grote woorden en het kleine denken van de afgelopen campagne.
De politiek heeft nog maar weinig krediet bij de kiezer. Zij heeft de opdracht, het geschonden vertrouwen te herstellen. Oprechtheid kan daarin de sleutelrol vervullen. Om die reden vindt de Partij voor de Dieren de synergie van water en vuur tussen twee verklaarde tegenstanders die hun kiezers ophitsten tegen wat nu hun voorgenomen politieke huwelijkspartner is, volkomen ongeloofwaardig zolang zij niet openlijk afstand nemen van het vijanddenken uit de campagne. Omdat daar nog geen enkel zicht op is, zal de Partij voor de Dieren vooralsnog alleen instemmen met een bredere informatie dan alleen tussen VVD en PvdA.
Voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.
De tijdelijke voorzitter:
Soms spreken Kamerleden pas een halfjaar of een jaar na hun beëdiging voor het eerst in de plenaire zaal. De heer Krol beleeft zijn maidenspeech slechts een ruime twee uur na zijn beëdiging. U moet wel deze kant opkomen, mijnheer Krol, want ik kom echt niet naar u toe. Zo te zien hebt u weinig tekst bij u; des te beter. Tijdens een maidenspeech mag de spreker niet geïnterrumpeerd worden. We zullen de heer Krol feliciteren na de tweede termijn. De komende tien minuten zijn voor hem.
De heer Krol (50PLUS):
Voorzitter. Allereerst dank ik verkenner Kamp. Ik dank ook de heer Buma en de heer Slob die eraan refereerde, want het is leuk dat een trend die door 50PLUS werd ingezet met Sweet Sixteen door het CDA wordt voortgezet met Dennie Christian. Maar goed, alle gekheid op een stokje.
Iedereen vindt dat er in deze moeilijke economische omstandigheden snel een kabinet moet komen. Als iemand die nog niet beïnvloed wordt door het Haagse denken, geef ik namens 50PLUS de informateurs de volgende adviezen. Besteed niet te veel tijd aan het noemen van mogelijke coalitiepartners als u weet dat dit toch geen serieuze taak wordt. De Partij van de Arbeid bepleitte op één dag vijf keer de regeringsdeelname van de SP om die inmiddels volledig af te danken. Het is een illusie om te denken dat u zonder een meerderheid in de Eerste Kamer effectief kunt regeren. In minder dan anderhalf jaar tijd zullen er gemeenteraadsverkiezingen zijn. De peilingen zullen ons opnieuw om de oren vliegen en grote invloed hebben. U hebt daarom een derde en wellicht zelfs een vierde partner nodig. De afgelopen periode hebt u kunnen zien wat het betekent als er geen meerderheid in de senaat is.
Het fraaist is een variant met drie partijen. U weet immers: hoe minder partijen er voor een meerderheid zorgen, hoe kleiner het risico op voortijdige brokken. D66 is bijvoorbeeld getalsmatig overbodig voor een stabiele regering. Bovendien is deze partij met haar ongebreidelde verlangen om de AOW- en pensioenleeftijd nog eerder en nog sneller te verhogen niet de vriend van minstens de helft van de bevolking. De conclusie is dat het CDA, ook al zal het een tijd zeggen zich na de verkiezingsnederlaag niet geroepen te voelen regeringsverantwoordelijkheid te dragen, de meest logische derde partner is met een uitstekende kandidaat voor het ministerie van Financiën. Het CDA zal spoedig beseffen dat het als een van de vele oppositiepartijen weinig kans maakt op electoraal herstel.
Moeilijke programmapunten als de aftrek van hypotheekrente kunt u oplossen door het een vrije kwestie te maken. Dan kan de VVD haar rug recht houden en weet de Partij van de Arbeid dat zij resultaat zal boeken. Dat is eerlijk, want een parlementaire meerderheid wil verandering. De VVD kan een ander belangrijk punt binnenhalen als vrije kwestie. Op die manier verliest niemand zijn gezicht. Het door de ChristenUnie bepleite moratorium op het uitzetten van buitenlandse kinderen heeft onze volledige steun, zoals ook in ons verkiezingsprogramma staat.
Ik vraag de informateurs om in verband met het programma van het nieuwe kabinet op zeer korte termijn te gaan praten met onder meer het grootste pensioenfonds van Nederland, het ABP. Is het waar dat diens heel voorzichtige prognose luidt dat het huidige kapitaal van 260 mld. zal stijgen tot 400 miljard in 2020? Is het waar dat het ABP vindt dat het helemaal niet nodig is dat de pensioenen worden gekort en dat er voldoende middelen in kas blijven voor toekomstige generaties? 50PLUS vindt het diefstal als pensioenen onnodig gekort worden, terwijl gepensioneerden al jaren geen prijscompensatie hebben gehad en dat ook de komende jaren niet zullen krijgen. Daarmee leveren zij de grootste bijdrage aan de economische crisis. Herstel de goede relatie met de sociale partners en ga na wat er uit het afgesproken pensioenakkoord nagekomen kan worden, bijvoorbeeld de belofte om de AOW jaarlijks met 0,6% extra te laten stijgen. Kom die belofte na en voeg die 0,6% toe aan de vakantietoeslag van AOW'ers, waardoor ook die naar de voor werkenden wettelijk verplichte 8% gaat. Op die manier zou ook 50PLUS open naar de rest van een toekomstig regeerakkoord kijken.
Mijnheer de voorzitter. Korter en kernachtiger kan ik de mening van 50PLUS niet verwoorden.
De tijdelijke voorzitter:
Dank u wel. Het is de gewoonte dat de spreker na iemand die zijn maidenspeech heeft gehouden, wat aardige woorden wijdt aan de eerste speech van de debutant. Er is alleen geen volgende spreker, dus laat ik het doen. Ik doe dat met veel plezier en overtuiging, want ik stel vast dat u als geen ander bij het onderwerp bent gebleven. Er is van alles langsgekomen, maar u hebt zich beperkt tot wat vandaag op de agenda staat. Complimenten daarvoor. Het smaakt naar meer. We gaan u straks feliciteren. Alvast van harte gelukgewenst met dit eerste succes.
(applaus)
De tijdelijke voorzitter:
We gaan nu luisteren naar de oud-verkenner. Hij werd eerder verkenner genoemd, maar de heer Kamp is inmiddels oud-verkenner.
Ik zie dat de heer Pechtold nog even naar voren komt.
De heer Pechtold (D66):
Ik heb zojuist gevraagd of de verslagen van de gesprekken die de verkenner met de heren Rutte en Samsom samen heeft gehad, zouden kunnen worden verzonden aan de Kamer voordat de verkenner zou antwoorden. Van ieder verslag is een kopietje bijgevoegd, maar van dat laatste nu net niet. Daar worden wel conclusies uit getrokken, dus ik zou dat graag willen ontvangen.
De tijdelijke voorzitter:
Het lijkt mij dat de heer Kamp hierop antwoord kan geven.
De heer Kamp:
Voorzitter. Dat zal ik graag doen. Ik heb in de gespreksverslagen weergegeven wat ik met de lijsttrekkers heb besproken. De verslagen van de gesprekken met de heren Samsom en Rutte betroffen twee gesprekken, een gesprek op vrijdag en een gesprek dat we daarna hebben gevoerd. Vervolgens is er een gezamenlijk gesprek geweest. Dat gesprek betrof met name een check van mijn kant wat betreft mijn conclusies. Het betrof ook de gelegenheid die ik hen wilde bieden om namen te noemen. Ik meende daarmee optimale duidelijkheid te leveren aan de Kamer, die daar, dacht ik, recht op heeft. Van dat laatste gesprek heb ik de Kamer kennisgegeven door te vermelden dat ik mijn uiteindelijke advies aan de Kamer gaf met instemming van de lijsttrekkers van VVD en PvdA. Het ging om een check en een aanvulling. Ik heb de Kamer er kennis van gegeven in mijn verslag. Wat betreft het eerste en tweede verslag met beide lijsttrekkers geldt het verslag dat ik aan mijn verslag heb toegevoegd. Ik heb geen aanvullende stukken die ik aan de Kamer zou kunnen overhandigen.
De heer Pechtold (D66):
Ik neem aan dat er een verslag is gemaakt van het gesprek met de heren en Rutte en Samsom. Aangezien van ieder verslag een kopie is bijgevoegd, vind ik opmerkelijk dat hiervan geen kopie is bijgevoegd, zeker omdat er conclusies worden getrokken over namen. Verkenner Kamp geeft nu aan dat er ook gecheckt is. Ik zou dat heel graag willen controleren in het transparante proces dat we nu als Kamer hebben. Er zit nu een hiaat in, een hiaat van een overleg tussen twee fractievoorzitters dat tot vergaande conclusies leidt. Ze zijn zelfs zo vergaand – ik weet niet of verkenner Kamp dat wist – dat de VVD het woord "ten minste" inslikt over de voorkeur voor VVD en PvdA en de PvdA opeens ook andere opties loslaat, terwijl zij eerst zei dat VVD en PvdA de kern moesten vormen. Die hele stap is niet te vinden in het verslag dat hier ligt. Er zijn, neem ik aan, aantekeningen gemaakt. Ik doe nogmaals het verzoek om die per ommegaande aan de Kamer te sturen.
De heer Kamp:
Het spijt mij dat ik de heer Pechtold op dat punt heb teleurgesteld. Laat ik nogmaals zeggen wat ik wel heb gedaan. Van de gesprekken met negen lijsttrekkers heb ik een verslag van gemaakt. Met twee lijsttrekkers heb ik twee gesprekken gevoerd. Daarvan heb ik een verslag gemaakt, waarin de inhoud van beide gesprekken is weergegeven. Het laatste gezamenlijke gesprek dat ik met hen heb gevoerd, was een check van mijn eigen conclusies. Daarnaast bood ik gelegenheid om namen te noemen. Dat was het laatste, gezamenlijke gesprek. Van de inhoud daarvan heb ik de Kamer kennisgegeven, alsook van het feit dat zij instemmen met de inhoud in mijn verslag. Dat zijn de beschikbare stukken. Ik hoop dat die ook voor de heer Pechtold voldoende zijn om dit debat te kunnen afronden.
De heer Pechtold (D66):
Ik vind het toch een probleem. Ik kijk ook naar mijn collega's. In het verslag van het gesprek met collega Rutte staat duidelijk dat "ten minste" VVD en PvdA erbij moeten worden betrokken. In het verslag van het gesprek met Samsom staat dat die twee partijen "de kern" van een kabinet moeten vormen. De verkenner trekt vervolgens in het openbaar, in zijn verslag, de conclusie dat het alleen die twee betreft en schrijft: dat heb ik gecheckt. Ik wil graag kunnen verifiëren op welk moment beide fractievoorzitters de rest zo definitief lieten vallen. Dat is nogal essentieel. Als daar verslag van is gemaakt, wil ik graag precies hun motivatie aan de verkenner horen – hij beschrijft dat nu als een check – zodat ik weet waarom dat gebeurd is.
De heer Kamp:
Volgens mij is er sprake van een misverstand bij de heer Pechtold. Hij zegt dat beide fractievoorzitters in kwestie, de heren Rutte en Samsom, anderen zouden hebben laten vallen. Daar is wat betreft de heer Samsom geen sprake van. Hij heeft gezegd dat anderen aan de combinatie van VVD en PvdA zouden kunnen worden toegevoegd. Hij vond dat in ieder geval de SP dan erbij betrokken zou moeten worden. De heer Rutte heeft gezegd dat hij niet met een combinatie van PvdA én SP in één kabinet wilde gaan zitten. Dat heeft hij in negatieve zin opgemerkt. In negatieve zin heeft hij verder geen anderen uitgesloten. Integendeel, onder andere D66, de PVV en het CDA hebben gezegd dat zij op dit moment niet bij deze formatie, gericht op de door hen aanbevolen combinatie van VVD en PvdA, betrokken willen worden.
De heer Pechtold (D66):
De verhelderende conclusie moet dan zijn dat de heer Samsom de heer Roemer in het maandaggesprek heeft laten vallen, want dat was degene die nog wel andere mogelijkheden zag. De heer Kamp noemde zojuist D66, PVV en CDA. In dat gesprek is, onder druk van Rutte, besloten om niet verder met de SP te verkennen. Dat is dan de enige juiste conclusie.
De heer Kamp:
Ik heb het volgende gezegd. De heer Samsom heeft gezegd dat hij van mening was dat in ieder geval de SP erbij betrokken zou moeten worden als andere fracties bij de combinatie van VVD en Partij van de Arbeid betrokken zouden kunnen worden. De heer Rutte heeft daarover gezegd wat ik net heb verwoord. De conclusie dat het niet zinvol is om dat verder uit te zoeken, is mijn verantwoordelijkheid. Dat heb ik op papier gezet en dat is mede de basis voor het overleg dat op dit moment in de Kamer plaatsvindt.
De tijdelijke voorzitter:
De heer Pechtold had een punt van orde, een zeer praktisch iets. Ik stel vast dat dit punt bij dezen is besproken en beantwoord door de verkenner. Ik had eerder vastgesteld dat ik geen interrupties zou toestaan. Ik wil dus graag even horen waar de heer Buma het nu over wil hebben.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Nou, waar zullen we het over hebben. Ik wil het eigenlijk over hetzelfde als de heer Pechtold hebben. Volgens mij is de vrij simpele vraag of dat verslag alsnog naar de Kamer kan worden gestuurd. Wat mij betreft hoeven wij het debat daarvoor niet te stoppen, maar het punt is dat het lijkt alsof wij eerst een procedure hebben gevolgd en dat twee personen daarna zelf nog even verder zijn gegaan en dat wij daar minder van mogen weten. Dat is allemaal niet zo, maar om voor de toekomst helder te hebben dat het om één procedure gaat waarin het overal gelijk is, hecht ik eraan als dat verslag gewoon naar de Kamer wordt gestuurd.
De tijdelijke voorzitter:
Dat lijkt veel op de vorige vraag. Mijnheer Kamp, gaat uw gang.
De heer Kamp:
Ik kan geen verslag naar de Kamer sturen dat ik niet heb. Ik kan wel het volgende aangeven. Ik wenste in mijn verslag tot een aanbeveling te komen en die aanbeveling was met name op twee fracties gericht. Daarom leek het mij ter voorbereiding van dit Kamerdebat en vanwege de zorgvuldigheid die de Kamer van mij verwacht, nuttig om mijn conclusies, die met name hen betroffen, ook nog bij hen te checken. Dat heb ik gedaan. Verder heb ik hen in de gelegenheid om tijdens het laatste gesprek namen te noemen. Dat hebben zij gedaan. Ik heb die namen in mijn verslag vermeld. Ik heb ook in mijn verslag vermeld dat ik dat met instemming van beide heren, huidige fractievoorzitters, heb gedaan. Daarmee heb ik volgens mij optimale duidelijkheid verschaft. Nogmaals, ik hoop dat dit voldoende is om dit debat te kunnen voortzetten en afronden.
De tijdelijke voorzitter:
Het lijkt mij dat dit punt voldoende is besproken.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Ik wil duidelijk hebben dat ook de Partij voor de Dieren onaangenaam verrast was door het feit dat dit verslag er niet bij zat. Temeer daar ik in het gesprek met de heer Kamp heb aangegeven dat ik er sowieso niet voor was dat zo'n gesprek zou plaatsvinden. Ik vind dat veel meer een taak van de informateur.
De tijdelijke voorzitter:
Dat is bij dezen vastgelegd.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Ik begrijp dus dat er geen verslag is. Zijn er wel aantekeningen gemaakt op basis waarvan dat verslag alsnog gemaakt kan worden? Als dat zo is, dan kan dit alsnog achteraf aan de Kamer worden toegestuurd, zodat we wel over het complete dossier beschikken.
De heer Kamp:
Zoals de Kamer heeft kunnen constateren naar aanleiding van mijn verslag heb ik inmiddels mijn werkzaamheden als verkenner beëindigd. Het lijkt mij goed mijn verslag te zien als het einde van mijn activiteiten als verkenner. Om nu, nadat ik mijn activiteiten heb beëindigd, nog een keer een verslag te gaan produceren dat er niet is, lijkt mij niet nuttig voor dit debat.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Dat kan ik mij voorstellen, maar over de vraag of het nuttig is of niet gaat ook de meerderheid van de Kamer. Die kan namelijk dat verzoek plegen. Dan rest de simpele vraag of er wel aantekeningen zijn gemaakt van het gesprek met de heren Rutte en Samsom tezamen.
De heer Kamp:
Ja, bij ieder van de gesprekken, zijn, behalve door mijzelf, ook door de ambtelijke ondersteuning die mij ter beschikking is gesteld van de zijde van de Kamer aantekeningen gemaakt. Die kunnen worden gebruikt voor een gespreksverslag. Dat heb ik dus gedaan op de wijze zoals ik daarnet heb gezegd. Die aantekeningen kunnen ook gebruikt worden ten behoeve van een weergave in mijn uiteindelijke verslag. Dat heb ik op twee punten gedaan. Ik heb geen apart gespreksverslag gemaakt van mijn gesprek met de voorzitter van de Eerste Kamer. Dat heb ik verwoord in mijn verslag. Ook hetgeen uit het laatste gezamenlijke gesprek met de heren Rutte en Samsom naar voren is gekomen, heb ik verwoord in mijn eigen verslag. Daarmee denk ik een compleet pakket te hebben gemaakt.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Dit is de eerste keer dat de Kamer zelf het hele formatieproces ter hand heeft genomen. Op verzoek van de Kamer is een verkenner voor de eerste ronde benoemd. Juist daarom lijkt het mij heel goed dat wij dit proces zo zorgvuldig en compleet mogelijk doorlopen. Dat gesprek heeft namelijk plaatsgevonden en een groot deel van de Kamer constateert vandaag dat dit eigenlijk bij de stukken hoort. Als er aantekeningen zijn van dat gesprek, verzoek ik dringend om alsnog een verslag te maken en dat bij te voegen. Dan kunnen we dit helemaal ordentelijk afronden.
De heer Kamp:
Daartegen zijn twee bezwaren. Ten eerste heb ik mijn werkzaamheden als verkenner beëindigd. Ten tweede heb ik de inhoud van dat laatste gesprek verwoord in mijn verslag. Het alsnog apart produceren van een gespreksverslag zou voor de Kamer geen meerwaarde hebben.
De tijdelijke voorzitter:
Ik stel voor dat de oud-verkenner begint aan de beantwoording van de vragen.
De heer Kamp:
Voorzitter. Ik dank de Kamer dat zij mij de gelegenheid heeft geboden om het voorwerk voor dit debat te doen. Ik heb mij gerealiseerd dat dit een nieuwe procedure is, waarbij het voortouw door de Kamer is genomen. Ik heb geprobeerd om recht te doen aan de wens van de Kamer. Uit hetgeen in vriendelijke zin tegen mij is gezegd, heb ik de indruk gekregen dat de Kamer hiermee op een behoorlijke manier uit de voeten kan. Dat was mijn bedoeling.
Ik ben door de Kamer, op initiatief van de heer Rutte, gevraagd om het voorwerk voor dit Kamerdebat te doen en dat kon rekenen op instemming van de andere lijsttrekkers. Ik heb mijn verslag dinsdag om 17.30 uur aan de Kamervoorzitter aangeboden en daarmee heb ik mijn werkzaamheden beëindigd.
Ik zal antwoorden op de gestelde vragen. De heer Van Haersma Buma vroeg zich af wat er aan de onderhandelingstafel is besproken over de begroting voor 2013. Alle lijsttrekkers willen zo snel mogelijk tot een resultaat komen. Het was mij duidelijk dat zij onder meer doelden op de begroting van 2013. Dit heb ik laten doorwerken in het advies dat ik aan het eind van mijn verslag heb geformuleerd. Niet alleen de heren Rutte en Samsom hebben gewezen op het belang van snel handelen, maar ook alle andere lijsttrekkers, fractievoorzitters. Daarom kon ik dat ook zonder beperking in mijn advies laten doorwerken.
De heer Pechtold heeft zich afgevraagd waarom ik een advies heb opgesteld, waarin ik aangeef dat de informateurs meteen ook een regeerakkoord zouden kunnen opstellen en als bijlage bij hun verslag zouden kunnen voegen. Dat is een zeker niet ongebruikelijke werkwijze. Als het informateursduo dat doet, kan het zo concreet mogelijk zijn werkzaamheden afronden en kan er zo snel mogelijk een vervolgstap worden gezet. Gelet op het belang van snelheid maken, dat door alle fractievoorzitters naar voren is gebracht, leek het mij een logische stap om het opstellen van het regeerakkoord bij de komende informatiefase te betrekken.
De heer Pechtold vroeg zich af waarom ik informateurs heb genoemd. Ik heb dat gedaan omdat ik graag zo concreet mogelijk het voorwerk voor dit debat wilde doen. Dit debat kan uitmonden in het benoemen van informateurs of een informateur. Dit debat kan ook uitmonden in het vaststellen van een opdracht aan hen. Wil je het voorwerk voor zo'n debat goed doen, dan zou je een zo concreet mogelijke aanzet kunnen geven. Ik zag de mogelijkheden om dat te doen en daarom heb ik het gedaan.
De heer Pechtold vroeg zich verder af of beide genoemde kandidaat-informateurs geen ambitie hebben om minister te worden. Ik weet niet zo goed wat de relevantie daarvan is. Het is mij nooit gebleken dat het wel of niet minister worden of het wel of niet hebben van de ambitie om minister te worden de werkzaamheden van de informateur in de weg kan staan. In het verleden zijn er vele informateurs geweest die daarna minister zijn geworden. Ik denk aan de heer De Vries, de heer Donner, de heer Rosenthal en de heer Opstelten. Ik denk zelfs aan Els – "Het is een meisje." – Borst, die ook informateur was en daarna minister is geworden. Het ene hoeft het andere niet in de weg te staan.
De heer Pechtold heeft ook gevraagd naar de openbaarheid van stukken. Daarvoor geldt dat de Kamer geen bestuursorgaan is waarop de Wet openbaarheid van bestuur betrekking op heeft. Dat geldt wel voor de ministeries. Als de stukken naar de informateur worden gestuurd, kunnen gedurende het informatieproces de stukken vertrouwelijk blijven. Dat is nodig om het doel van de onderhandelingen te kunnen bereiken. Als de onderhandelingen eenmaal zijn afgerond, gaat het archief van de informateurs naar onder andere het ministerie van Algemene Zaken en naar de Tweede Kamer. De Tweede Kamer is dus geen bestuursorgaan in de zin van de Wet openbaarheid bestuur. Voor het ministerie van Algemene Zaken geldt dat het wel een bestuursorgaan is. Daarmee zijn die stukken ook openbaar. Dat geldt niet voor de stukken die betrekking hebben op kandidaat-bewindspersonen en die persoonlijke gegevens van de kandidaat-bewindspersonen bevatten. Dat betekent dat te zijner tijd het archief openbaar wordt via de route van het ministerie van Algemene Zaken.
De heer Pechtold vroeg voorts naar een openbare beëdiging. Een openbare beëdiging van bewindspersonen is eerder aan de orde gekomen. Ik weet niet of het de fractie van D66 was, maar het is in ieder geval aan de orde gekomen bij de behandeling van hoofdstuk I, de Koning, van de rijksbegroting. De minister-president heeft bij die gelegenheid geantwoord dat hij ervoor zal zorgen dat te zijner tijd de formateur daaraan aandacht zal geven. Ik denk dat hij in staat is die toezegging waar te maken. Het lijkt mij in ieder geval dat het hebben van een opvatting hierover niet iets is wat aan de verkenner of aan de informateurs is. Ik zou het willen laten bij hetgeen de Kamer daarover met de minister-president heeft gewisseld.
De heer Slob heeft gevraagd of er naar mijn indruk voldoende vertrouwen is bij de twee partijen om resultaat te bereiken. De heer Slob gebruikte het woord "snuffelen". Mijn indruk is niet dat de heren Rutte en Samsom erop uit waren om elkaar de komende weken te gaan besnuffelen. Ik kreeg de indruk dat zij eropuit waren om snel resultaat te bereiken.
De heer Slob vroeg zich af waarom er geen tijdslimiet is gesteld. Het stellen van een tijdslimiet was zeker een mogelijkheid. Alle lijsttrekkers hebben gesproken over "zo spoedig mogelijk". Ik heb daaraan recht gedaan door in mijn advies de formulering "op zo kort mogelijke termijn" te gebruiken. Vijf van de elf fractievoorzitters – tot hen behoorden niet die van de VVD en de PvdA – wensten een streefdatum. Bij een meerderheid was dat niet het geval. Het was ook niet het geval bij de VVD en de PvdA. Mijn advies is wat dat betreft in lijn met de meerderheid, zoals ik die net heb aangeduid.
De heer Krol van de fractie 50PLUS feliciteer ik graag met het feit dat hij nu deel uitmaakt van de Nederlandse volksvertegenwoordiging. Het is een eervolle functie waarvan ik inschat dat hij en zijn fractiegenoot die zullen waarmaken zoals dat door de Nederlandse bevolking graag wordt gezien. Ik wens hem heel veel succes met zijn activiteiten als volksvertegenwoordiger. Dat geldt ook voor de heer Klein.
De heer Krol vroeg zich af of het waar is dat de aangroei van het ABP-kapitaal tot 400 miljard de komende jaren op komst is. Het lijkt mij dat het niet aan de oud-verkenner is om daarover opvattingen te hebben. Ik geloof ook niet dat het onder het verzoek viel dat ik van de Kamervoorzitter heb gehad. Het is een zeer interessant punt waarvan ik inschat dat er nog vele gelegenheden zullen zijn voor de huidige of de toekomstige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om daarover met de heer Krol van gedachten te wisselen en zijn opvattingen daarover te vernemen.
Dank u wel, mijnheer de voorzitter.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Ik heb nog een vraag over de procedure, want ik zit er echt mee en ik denk dat wij ertegenaan zullen lopen. De begrotingen die wij nu behandelen, behandelen wij met de kans dat er aan het eind een totaal ander akkoord, uit welke Kamer dan ook, komt. Is er überhaupt over gesproken? Kunt u in ieder geval in het verslag aangeven dat, als de informateurs bijvoorbeeld op een gegeven moment voorzien dat het later wordt en behandeling van de begrotingen eigenlijk zinloos is of als het juist sneller gaat en de behandeling wel kan doorgaan, men dat aan de Kamer duidelijk maakt? Ik begrijp heel goed dat er moet worden onderhandeld. Maar alle fracties die niet onderhandelen, behandelen straks een soort spookbegroting, want alles kan na de behandeling totaal anders worden.
De heer Kamp:
De problemen rondom de begroting voor het jaar 2013 kan de heer Van Haersma Buma zich voorstellen en kunnen andere fractievoorzitters zich ook voorstellen. Ik kan mij ze ook voorstellen. Het gaat erom of ik als toenmalig verkenner een opvatting erover had moeten hebben en op dit moment nog zou moeten hebben. Ik denk dat dit niet het geval is. Ik kan vaststellen dat alle woordvoerders, toen zij benadrukten dat zij graag zo spoedig mogelijk resultaat wilden bereiken, dit daarin hebben laten meewegen en dat een aantal van hen dat nadrukkelijk heeft genoemd. Ik heb ook vastgesteld dat het een van de overwegingen was voor de heer Rutte en voor de heer Samsom. Daarom heb ik in mijn uiteindelijke advies, waarin ik heb gezegd "op zo kort mogelijke termijn", de begroting voor het jaar 2013 genoemd. Op welke wijze daaraan vervolgens invulling kan worden gegeven door de onderhandelaars, is aan hen. Op welke wijze de informateurs dat proces kunnen bespoedigen, is aan de informateurs. Ik geloof niet dat van mij verwacht kan worden dat ik er inhoudelijk verder op inga.
De heer Pechtold (D66):
In het verleden is er veel gedoe geweest over het informatiedossier. Er zijn zelfs door media Wob-procedures over gevolgd. Ik kreeg nu even het gevoel alsof dat in de toekomst allemaal geen probleem meer was. Het gaat mijn fractie erom dat op het moment dat de informatie is afgerond ook onderliggende stukken openbaar worden gemaakt. Dat is in het verleden niet gebeurd. Wij vinden dat wel wenselijk. Mag ik uit de woorden van de heer Kamp opmaken dat dit in deze ronde wel zal gebeuren?
De heer Kamp:
Ik maak geen onderscheid tussen een informatiedossier en onderliggende stukken. Dat is mij verder niet bekend. De stukken die bij ons binnenkomen, worden geregistreerd en de stukken die wij zelf produceren, worden bewaard. Dat geheel gaat in een archief. De stukken uit dat archief komen zowel bij de Tweede Kamer als bij het ministerie van AZ terecht. Een beroep op grond van de Wet openbaarheid van bestuur kan niet bij de Tweede Kamer worden gedaan, wel bij het ministerie van AZ. Dat geldt voor het hele archief, waarbij ik geen onderscheid tussen stukken maak. Ik heb wel een beperking aangegeven wat de kandidaat-bewindspersonen en hun persoonlijke gegevens betreft, maar daarop doelt de heer Pechtold niet. Ik denk dat wij daarmee de zaak duidelijk hebben. De stukken die er zijn en die onderdeel uitmaken van het archief zijn uiteindelijk na de informatiefase beschikbaar.
De heer Pechtold (D66):
Ik bedoelde inderdaad niet het deel waar persoonlijke zaken over kandidaat-bewindslieden worden gewisseld. Ik bedoelde de rest van de stukken. Ik bedoelde ook niet alle stukken die goed bedoeld worden gestuurd door lobbygroepen en dergelijke. Het ging mij vooral om de onderliggende stukken. Ik begrijp dat het de wens is om die via AZ openbaar te maken. Ik zal het nog even checken, maar dat lijkt nieuw te zijn. Anders – ik vraag nu even de hulp van de verkenner – zou misschien een uitspraak van de Kamer om maximale openheid te betrachten, de weg zijn om ook het ministerie van Algemene Zaken daar nu al voor in de startblokken te zetten.
De heer Kamp:
De heer Pechtold vindt de stukken die aangeleverd worden minder van belang, maar ik maak geen onderscheid tussen die stukken en de andere stukken in het kader van de informatie. Dat zijn voor mij allemaal dezelfde stukken. Ik heb ook niet gesproken over het openbaar maken van die stukken; ik heb gezegd dat het archief naar het ministerie van Algemene Zaken gaat en dat er op grond van de Wet openbaarheid van bestuur een beroep op informatie kan worden gedaan. Ik denk dat er helemaal geen uitspraak van de Kamer voor nodig is om dat te doen. De zaak is wat mij betreft glashelder.
De heer Pechtold (D66):
Dat is wel nodig, want in het recente verleden zijn die beroepen afgewezen. Dat is in ik meen 1989 wel gebeurd. Ik zou nu graag met een transparante en door de verkenner goed geleide procedure, de traditie willen hebben dat journalisten geen rechtszaken moeten gaan aanspannen en dat de Kamer het ministerie niet hoeft op te roepen. Ik denk, mede gezien de uitspraken van verkenner Kamp, dat een Kameruitspraak, waarin wij vandaag vaststellen dat bij deze procedure hoort dat de stukken na de formatie openbaar beschikbaar komen, nuttig kan zijn. Zo'n Kameruitspraak moet dan ook geldend zijn voor het ministerie van Algemene Zaken.
De heer Kamp:
Gelet op wat ik gezegd heb, denk ik dat zo'n Kameruitspraak overbodig is, maar de Kamer gaat uiteraard over haar eigen uitspraken. Ik denk echter dat de regels duidelijk zijn. Ik maak als verkenner in ieder geval een dossier dat in zijn geheel naar de archieven gaat die daarvoor aangewezen zijn. Ik schat in dat de informateurs hetzelfde zullen gaan doen. Ik vind de regels die daarvoor gelden ook duidelijk. Tijdens de informatiefase blijft het allemaal beschikbaar voor het onderhandelingsproces en komt het dus niet naar buiten. Daarna gebeurt het op de wijze die ik zojuist heb aangegeven, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende stukken, maar waarbij wel de beperking geldt die ik net heb verwoord. Het lijkt mij dat het daarmee duidelijk is. Dat betekent dat wij wat dat betreft in ieder geval voor de komende periode met één motie minder zouden kunnen leven.
De tijdelijke voorzitter:
Dank aan de oud-verkenner voor zijn toelichting. Dit was de eerste termijn. Ik zie dat er behoefte is aan een tweede termijn. Voordat ik het woord geef aan de heer Mark Rutte, wijs ik erop dat dit een intern Kamerdebat is. U kunt dus geen moties indienen die het kabinet oproepen om iets te doen of te laten. U kunt wel, zoals altijd, een uitspraak van de Kamer vragen, maar dan zou de motie moeten eindigen met een zinnetje als: de Kamer spreekt uit … Wij hebben ook geen verkenner meer, want die is reeds oud-verkenner geworden. Wij hebben ook nog geen informateur. Denk daaraan bij de formulering van uw moties.
De heer Mark Rutte (VVD):
Voorzitter. Ik heb drie korte punten. In de eerste plaats mijn felicitaties aan de heer Krol. Ik ben de eerste fractievoorzitter die na hem het woord voert. Van harte gefeliciteerd met uw maidenspeech, mijnheer Krol. Wij zullen dadelijk de handen schudden en u zult ongetwijfeld van de tijdelijke voorzitter een mooi boeket krijgen, en anders wordt dat nu gekocht.
In de tweede plaats kan ik mij zo maar voorstellen dat dadelijk ook moties worden ingediend die allerlei uitspraken van de Kamer vragen over het begrotingstekort in 2013 of over allerlei andere belangwekkende zaken. Ik deel vast mede dat mijn fractie, omdat wij vinden dat al die zaken bij de formatie thuishoren, niet voor dergelijke moties zal stemmen. Ik kan mij heel goed voorstellen dat andere partijen proberen om allerlei uitspraken uit te lokken, maar mijn fractie zal zich dus tegen die moties zal uitspreken. Dan is dat in ieder geval geen teleurstelling.
Ik ga zelf ook een motie indienen. Dat is mijn derde en laatste punt. Die motie heb ik samen met de heer Samsom, mijn collega van de PvdA, opgesteld. De motie luidt als volgt.
De tijdelijke voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Mark Rutte en Samsom. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 2 (33410).
De heer Pechtold (D66):
Ik heb drie vragen aan collega Rutte. Ten eerste, hij heeft zojuist mijn vragen aan oud-verkenner Kamp over de formatiestukken gehoord. Is hij het met mij eens dat maximale openbaarheid na afloop van de formatie betracht moet worden? Ten tweede, is hij het met mij eens dat bewindslieden ook passend in deze nieuwe procedure in het openbaar beëdigd dienen te worden, naast het ceremonieel op Huis Ten Bosch? Ten derde, is hij het met mij eens dat zakelijke en financiële belangen van staatssecretarissen en ministers gedeeld dienen te worden met de Kamer?
De heer Mark Rutte (VVD):
Wat de eerste vraag betreft, ben ik het eens met het antwoord van de heer Kamp. Wat de tweede vraag betreft, verwijs ik naar mijn antwoord in het debat naar aanleiding van de begroting van Algemene Zaken. Wat de derde vraag betreft, verwijs ik naar het blauwe boek.
De heer Pechtold (D66):
Dat zijn geen antwoorden. Ik stel hier een vraag aan lijsttrekker en fractievoorzitter Rutte. Legt hij net als oud-verkenner Kamp uit dat via AZ de stukken dadelijk maximaal beschikbaar zijn? In zijn rol als demissionair minister-president weet hij perfect waarom ik verzoek om zakelijke en financiële belangen van staatssecretarissen en ministers inzichtelijk te maken voor de Kamer. Dat was onder zijn bewind namelijk niet mogelijk. Mijn fractie heeft vele malen verzocht om die informatie openbaar of in ieder geval beschikbaar voor de Kamer te maken. En er speelt ook een langlopende discussie over het beëdigen van de ministersploeg in het openbaar. Ook die vraag stel ik hem daarom niet voor niets.
De heer Mark Rutte (VVD):
Door de vraag harder te stellen, wordt het antwoord niet anders. Het antwoord is dat ik mij, wat de eerste vraag betreft, geheel kan vinden in wat de heer Kamp heeft gezegd. Wat de tweede vraag betreft, kan ik mij heel goed vinden in datgene wat de minister-president heeft gezegd in het debat naar aanleiding van de begroting van Algemene Zaken. Wat de derde vraag betreft, kan ik mij goed vinden in datgene wat er op dat punt is geregeld in het blauwe boek. Dat is misschien een antwoord dat de heer Pechtold niet wil horen, maar hij hoeft door het luider stellen van de vraag geen ander antwoord te verwachten. Dat helpt namelijk niet.
De heer Pechtold (D66):
En het helpt ook niet om de rug nog eens te rechten en alles weg te lachen.
De heer Mark Rutte (VVD):
Ik lach niets weg. Ik geef antwoord en ik stel u blijkbaar teleur
De heer Pechtold (D66):
Ik sta hier als volksvertegenwoordiger en ik denk dat heel veel mensen niet weten wat ze met het blauwe boek en de Algemene Beschouwingen van 2011 aanmoeten. Dus zou de heer Rutte gewoon in zijn eigen woorden kunnen antwoorden op mijn vragen?
De heer Mark Rutte (VVD):
Ten eerste, ik kan mij goed vinden in wat de heer Kamp heeft gezegd ten aanzien van de openbaarheid van stukken. Ik had de indruk dat de heer Pechtold dat ook vond. Dat bespaart ons een motie. Ten tweede, over de openbare beëdiging is hier een debat geweest bij de behandeling van de begroting van Algemene Zaken. Daar heb ik toen in mijn functie van minister-president een aantal dingen over gezegd. Ik sta nog steeds achter die woorden, namelijk dat dat een zaak is van de formatie. Ik heb gezegd dat die dan moet worden behandeld en dat de motie die daarover is aangenomen en de opmerkingen die daarover zijn gemaakt, in handen worden gesteld van de dan aantredend formateur. Ten aanzien van het bekend maken van zakelijke belangen hebben we in Nederland goede procedures. Die zijn vastgelegd in een aantal regelingen. Dat noemen wij het blauwe boek. Het blauwe boek is dus een soort samenvoeging van al dat soort afspraken waaraan ministers en staatssecretarissen moeten voldoen. Daarin staat ook hoe de hele aanstelling van ministers en staatssecretarissen wordt geregeld. Ik kan mij goed vinden in de procedures die daarin zijn vervat.
De heer Pechtold (D66):
Dat laatste punt komt erop neer dat de slager zijn eigen vlees keurt. Het is de formateur die in 99% van de gevallen vervolgens ook minister-president wordt. Die controleert bij bewindslieden wat hun zakelijke belangen zijn. Dat blauwe boek is mooi – ik ben zelf ook minister geweest – maar dat is dus voor niemand inzichtelijk. Ik vind dat een controlerende taak van de Kamer dient te zijn dat zakelijke en financiële belangen van aanstaande bewindslieden gecontroleerd worden op dubbelingen, op belangenverstrengeling et cetera. Dat maakt de ploeg minder kwetsbaar. De heer Rutte heeft daar in zijn kabinet niet voor gekozen, maar ik vraag hem nu of hij als lijsttrekker bereid is om dat te veranderen, opdat we dat als Kamer kunnen controleren. Ik vraag dat nu. Wie weet, misschien zien we hem niet meer tot een formatie.
De heer Mark Rutte (VVD):
Ik ben daar niet toe bereid. Ik ben het op dit punt met de heer Pechtold oneens, omdat het bestaande systeem bevalt. Het bestaande systeem schrijft namelijk precies voor aan welke eisen kandidaat-bewindslieden moeten voldoen. Vervolgens moet de kandidaat-bewindspersoon verklaren dat hij aan die eisen voldoet. En wat niet gaat, is dat vervolgens de formateur c.q. de ambtelijke ondersteuning gaat vaststellen of dat ook waar is. Dat kan niet altijd, omdat je niet altijd inzicht hebt in al die zakelijke belangen. De vraag wordt dus aan de betrokkenen gesteld. Er wordt gezegd: dit zijn de regels, daar moet je aan voldoen. Als het nodig is, geeft Algemene Zaken desgewenst juridische ondersteuning aan bewindslieden. Dat heb ik twee jaar geleden als formateur ook gedaan. Het kan zijn dat mensen heel ingewikkelde financiële constructies hebben die moeten worden afgewikkeld of zaken die apart moeten worden gezet dan wel in stichtingen ondergebracht. Als dat nodig is, is juridische ondersteuning beschikbaar. De kracht van het systeem is echter dat de verantwoordelijkheid uiteindelijk ligt bij de betrokkene, omdat je simpelweg niet altijd ambtelijk dan wel politiek kunt vaststellen of betrokkene alles heeft gedaan wat nodig is. Als later blijkt dat dit niet zo is, heeft de betrokkene een vet probleem. Dat is in het verleden ook wel gebeurd. Diegene moet dat dan rechtzetten of heeft een zodanig groot politiek probleem dat het onoverkomelijk is. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de bewindspersoon.
De tijdelijke voorzitter:
Ik stel vast dat de heer Rutte zojuist een motie heeft ingediend; dat betekent dat wij later op de dag gaan stemmen.
De heer Samsom (PvdA):
Voorzitter. In dit debat is nogal veel gesproken over wat kiezers bedoeld zouden hebben met hun stem. Dat is begrijpelijk, maar uiteindelijk moeten wij daar gewoon naar gissen. Wij kennen alleen de uitslag. Los daarvan heb ik de laatste weken vooral een groep kiezers voor ogen die ik in juni sprak in het Soesterkwartier in Amersfoort, waar wij deur aan deur gingen in het kader van onze campagne. Achttien deuren achter elkaar, achttien deuren lang werd mij te verstaan gegeven dat ze niet op links gingen stemmen, dat ze niet op rechts gingen stemmen maar dat ze helemaal niet meer gingen stemmen. Ze hadden het gehad met de politiek in Den Haag, die inmiddels elke twee jaar aan het vragen was wat de kiezer nu weer wilde en dat vervolgens niet kon leveren omdat de vraag binnen twee jaar opnieuw moest worden gesteld. Dat heb ik voor ogen, evenals de vele mensen die na de verkiezingsuitslag tegen mij zeiden: ik heb op jullie gestemd, maar maak nu alsjeblieft snel een kabinet dat dit land verder helpt.
Dat was ook de inzet van de Partij van de Arbeid bij de verkenner. De conclusie van de verkenner was helder: die inzet wordt breed gedragen, ook door fracties die niet van plan zijn om mee te doen aan de coalitie. Daarmee willen wij dus ook verder. Er werden wel andere opties genoemd maar die werden vervolgens door mogelijke deelnemers aan die andere opties weer uitgesloten. Ik weet niet of ik de heer Pechtold volkomen juist citeer, maar hij noemde vanuit zijn fractie de kans om tot overeenstemming te komen over een coalitie over centrumlinks, nagenoeg nul. Dan kunnen we lang spelletjes spelen, om elkaar heen draaien, afwachten en in de loopgraven blijven zitten. We kunnen ook doen wat veel kiezers, in ieder geval die in het Soesterkwartier, van ons verwachten, namelijk onze verantwoordelijkheid nemen en een regering maken die dit land sterker en socialer uit de crisis kan helpen. Wij hebben er vertrouwen in dat een combinatie van VVD en Partij van de Arbeid dat kan doen; vandaar dat ik de motie van de heer Rutte van harte heb medeondertekend.
Ik heb vanuit de bankjes ook geconstateerd dat er nogal veel andere moties met input voor het formatieproces zijn langsgekomen. Ook wij zullen die niet steunen in het kader van wat ik in eerste termijn zei over het belasten van het formatieproces en de urgentie om zo snel mogelijk tot een regering te komen. Ik maak daarop een uitzondering voor een apart geval dat gaat over kinderen. In eerste termijn had ik al toegezegd de motie te zullen steunen die heer de Slob voornemens is in te dienen om gedurende de looptijd van de onderhandelingen niet over te gaan tot het uitzetten van kinderen die hier langer dan vijf jaar zijn, de zogenaamde schrijnende gevallen. Ik was er al van uitgegaan dat de minister heel goed begrijpt dat zich een nieuwe situatie voordoet, maar als dat in een motie moet worden vastgelegd dan kan dat. Mijn fractie heeft daartegen geen bezwaar.
De heer Pechtold (D66):
Ik neem aan dat collega Samsom een uitzondering maakt voor de procedurele moties over het formatieproces. Daarom stel ik hem dezelfde drie vragen die ik aan de heer Rutte stelde. Is hij het met mij eens dat behalve persoonlijke gegevens zo veel mogelijk informatiestukken na afloop openbaar gemaakt dienen te kunnen worden? Is hij het met mij eens dat bewindslieden, ook in acht genomen de nieuwe procedure, naast de huldiging en het ceremonieel op Huis ten Bosch ook openbaar beëdigd dienen te worden? Is hij het met mij eens dat ministers en staatssecretarissen hun zakelijke en financiële belangen aan de Kamer dienen te melden? Of gaat hij zich achter het scherm van de heer Rutte achter het blauwe boek verschuilen?
De heer Samsom (PvdA):
Ja en ja. Wat de derde vraag betreft moet u het mij niet kwalijk nemen dat ik er nog niet in detail over heb doorgedacht. Ik was, net zoals u, een van de velen die dat blauwe boek nog niet zo goed kennen. Ik doe deze baan nog niet zo lang, dus geeft u mij de tijd om daar nog eens even iets beter over na te denken.
De heer Pechtold (D66):
Dat blauwe boek krijgt u wanneer u in vak-K terechtkomt.
De heer Samsom (PvdA):
Dat gaat in mijn geval niet gebeuren.
De heer Pechtold (D66):
Daar staan alle do's-and-don'ts in.
Ik dien een motie in over de zakelijke belangen. Ik zou daarvoor graag de steun krijgen van de PvdA-fractie. U zult van uw fractiespecialisten wel horen dat dit een punt is dat ik nu al twee jaar met het kabinet-Rutte probeer te regelen. Ten aanzien van de informatie ben ik blij, maar ik zal straks toch om een Kameruitspraak vragen, om het maar vast te leggen. Ik ben heel blij dat de PvdA het met mij eens is dat de beëdiging van bewindslieden in het openbaar dient te geschieden, naast het ceremonieel op Huis ten Bosch.
De tijdelijke voorzitter:
De heer Wilders ziet af van zijn spreektijd en de heer Roemer ook. Dan is het woord aan de heer Buma.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Voorzitter. Zo ben je dan toch opeens weer de tweede partij.
De tijdelijke voorzitter:
De derde.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Nu ja, nog even.
Voorzitter. Ik dank de voormalige verkenner, de afgezwaaide verkenner, voor het werk dat hij heeft gedaan. Het verslag van het overleg is er niet. Het is niet anders, maar het is wel een les voor een volgende keer. Dit is een procedure waarbij het voor de controle goed is om de verslagen te hebben.
Voor mij en mijn fractie blijft de grote vraag hoe wij omgaan met de begroting voor 2013. Dat is echt een punt van zorg, omdat wij vanaf volgende week of de week erna de algemene financiële beschouwingen hebben. Iedere week gaan wij een begroting behandelen waarvan wij op dat moment niet weten wat wij gaan behandelen. Hoe sneller er duidelijkheid komt, op zijn minst over het proces, des te beter. Het gaat dan om de vraag of dat wat wij daar doen nog zinvol is of opgeschort moet worden, want dat kan ook. Als de verkenner dit zou willen meenemen in zijn verslag aan de informateurs – zij zullen dit ook wel horen – dan heel graag.
Van belang is ook dat er snel duidelijkheid komt over het al of niet ingaan van de btw-verhoging. Ik denk dat het goed is – de heer Pechtold en ik interrumpeerden de heer Samsom daarover – om ook helderheid te vragen van de Partij van de Arbeid, die nog zeer kortelings dit voorstel met groot enthousiasme presenteerde. Hetzelfde geldt voor mensen die willen weten wat er volgend jaar gebeurt met de kilometervergoeding. Ook daarover is duidelijkheid nodig.
De heer Rutte doet het af als een van de onderhandelingsthema's, maar het is meer dan dat, namelijk het allerbelangrijkste: hoe gaan wij de schuld in Nederland terugbrengen? Daarover dien ik een motie in, omdat dit geen onderdeel zou moeten zijn van geven en nemen. Het uitgangspunt moet zijn dat het akkoord dat is gesloten door vijf partijen, staat in zijn resultaat.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de afspraken die in het voorjaar 2012 door de fracties van D66, ChristenUnie, GroenLinks, VVD en CDA zijn gemaakt en zijn vastgelegd in het Begrotingsakkoord resulteren in een EMU-saldotekort van 2,7%;
constaterende dat het demissionaire kabinet-Rutte I in de Miljoenennota 2013 die aan de Kamer is gepresenteerd uitgaat van eenzelfde EMU-saldotekort van 2,7%;
spreekt uit dat de definitieve begroting voor 2013 geen verslechtering van dit EMU-saldo mag laten zien,
en gaat over tot de orde van de dag.
De tijdelijke voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haersma Buma, Pechtold, Slob en Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 3 (33410).
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Ik realiseer mij wat de heer Rutte daarover namens zijn fractie heeft gezegd, maar dan constateer ik tot mijn spijt dat zelfs dit onderdeel is van de onderhandelingen en dus ter bespreking voorligt. Het zou mij zeer tegenvallen als het saldo zou verslechteren als resultaat van de onderhandelingen.
Er is ook een motie ingediend door de heren Rutte en Samsom gezamenlijk. Ik zou bijna zeggen: het zijn echt twee dikke vrienden. Want dit hebben wij lang niet gezien. Het is een motie met conclusies die wij kunnen dragen en die wij ook zullen steunen. Ik kan bij zo veel moois alleen maar afsluiten met: hoeba, hoeba, hoeba, hop, hop, hop, zij vormen samen een paar apart.
De tijdelijke voorzitter:
Dan gaan we nu meezingen met de heer Pechtold.
De heer Pechtold (D66):
Voorzitter. LuckyTV hoeft het helemaal niet meer samen te stellen, dat heeft de heer Buma zelf al gedaan.
Ik dank nogmaals de verkenner, niet alleen voor zijn verslag, maar ook voor zijn antwoorden. Ik was blij dat hij even wilde spreken over het laatste overleg op maandag. Hij heeft daar iets meer helderheid over gegeven. Ik hoop dat een volgende verkenner zich ook zal realiseren dat het prettig zou zijn als ieder verslag leidt tot iets wat wij zichtbaar kunnen doen. Laat ik dat als een heel klein minpuntje aanmerken op een verder perfect door hem verkende fase.
De heer Samsom is ons schuldig dat wij over de btw-uitspraken voor 1 oktober helderheid krijgen en dat zijn fractie ons zal helpen aan een debat. Ik hoop dat u, voorzitter, het dan ook met spoed mogelijk maakt om dat debat te houden als dreigt dat de btw op 1 oktober omhooggaat. Ik denk dat Nederland die helderheid van de PvdA verlangt.
Mijn fractie had de verkenner geadviseerd om een fase in deze informatie in te lassen waarin verkend zou worden of de duiding van de stembusuitslag door de twee partijen – de een zegt: rechtdoor en de ander zegt: het roer gaat om – tot voldoende overeenstemming zou kunnen leiden om door te gaan. Ik stel vast dat de heren de vijfde versnelling erop gooien en daar kan mijn fractie eerlijk gezegd niet mee instemmen. Dat is ook niet in lijn met het advies dat ik heb gegeven. Daarom zullen wij tegen de motie-Rutte/Samsom stemmen.
Ik dien drie eigen moties in. Ze hebben alle drie te maken met vragen die ik de onderhandelende partijen zojuist heb voorgelegd, maar waarvan ik het toch beter acht als de Kamer er als geheel een uitspraak over doet. De eerste motie betreft de informatiedocumenten. Dat is een langslepend dossier. Die motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat over de relatie tussen de Wet openbaarheid van bestuur en het dossier van een kabinets(in)formatie na elke formatie discussie ontstaat;
overwegende dat meer openbaarheid van dit dossier wenselijk is en dat het raadzaam is om dit voor aanvang van de informatie te regelen;
spreekt als haar mening uit dat het wenselijk is dat de onderhandelende partijen voor aanvang van de informatie afspraken maken met de informateurs over de manier waarop zij gezamenlijk zorg zullen dragen voor openbaarheid van het "informatiedossier" na afronding van hun opdracht,
en gaat over tot de orde van de dag.
De tijdelijke voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Pechtold. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 4 (33410).
De heer Pechtold (D66):
De demissionaire minister-president en lijsttrekker van de VVD en ik zijn het niet eens over het dossier "zakelijke belangen". Ik denk dat het beeld dat er vanuit het blauwe boek wordt geschetst echt veel te mistig is. Ik zou de verantwoordelijkheid van de formateur dan ook groter willen maken om de Kamer van die zakelijke belangen op de hoogte te stellen. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat voor het vertrouwen van burgers in de regering van groot belang is dat de integriteit van ministers en staatssecretarissen buiten twijfel staat;
overwegende dat alleen controleerbaar is of er sprake is van (het risico van) belangenverstrengeling indien bewindspersonen hun financiële en zakelijke belangen openbaar maken;
spreekt als haar mening uit dat het wenselijk is dat terstond na afloop van de formatie aan de Kamer meegedeeld wordt welke financiële en zakelijke belangen de aantredende ministers en staatssecretarissen hebben,
en gaat over tot de orde van de dag.
De tijdelijke voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Pechtold. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 5 (33410).
De heer Pechtold (D66):
We gaan vandaag door met vernieuwing, zeker nu de heer Samsom mij zojuist al geholpen heeft met deze motie over het openbaar beëdigen van de ministersploeg. Natuurlijk hebben we Huis ten Bosch, maar in een democratie hoort de beëdiging openbaar te geschieden. Dat is een langgekoesterde wens van mijn fractie. Ik zet hem toch maar even in een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat ministers en staatssecretarissen tot nu toe de eed of belofte achter gesloten deuren afleggen;
overwegende dat een grotere mate van openbaarheid in de verschillende fasen van de formatie gewenst is;
overwegende dat een openbare beëdiging van bewindspersonen – zoals ook in verscheidene andere Europese landen gebruikelijk – hier een bijdrage aan kan leveren;
spreekt als haar mening uit dat de beëdiging van ministers en staatssecretarissen in het openbaar dient plaats te vinden en dat dit bij de eerstvolgende gelegenheid in de praktijk dient te worden gebracht,
en gaat over tot de orde van de dag.
De tijdelijke voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Pechtold. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 6 (33410).
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik wil u allereerst bedanken voor de leiding die u hebt gegeven aan deze vergadering. Een dag na het vertrek van onze gewaardeerde oud-voorzitter is dat een hele taak. U hebt het voortreffelijk gedaan. Mijn complimenten.
Ik wil ook de heer Kamp, als verkenner of oud-verkenner, bedanken voor de antwoorden en de toelichting op het verslag die hij heeft gegeven. Ik vond het bijzonder om dit debat mee te maken. Het is het eerste in zijn soort. Het is voor het eerst dat wij dat op deze wijze doen. Het is ook wel bijzonder om te zien dat dit debat eigenlijk eindigde in een discussie over brieven en verslagen die al dan niet toegevoegd zouden zijn aan het verslag van de verkenner. Het doel was dat dit de transparantie zou bevorderen en dan kom je uiteindelijk in een discussie over verslagen terecht. Misschien moeten wij dit nog een beetje leren. Het kan verkeren.
Bij de installatie van de Kamer viel mij al op dat de heer Rutte en de heer Samsom direct op elkaar volgend in de lijst van Kamerleden stonden. Dat kan geen toeval zijn. Nu hebben wij er dus een bevestiging van dat het geen toeval is, want zij hebben ook samen een motie ingediend. Ik kan melden dat de fractie van de ChristenUnie deze motie zal steunen, want wij moeten wel verder. Als er geen steun zou worden uitgesproken voor het verslag, zou de ellende compleet zijn. Dan zouden wij ook geen voortgang kunnen boeken met het komen tot een regering en dat willen wij wel. Wij zullen de motie dus steunen.
Ik wens de beide partijen die, misschien al vanaf vandaag, om tafel gaan zitten heel veel wijsheid toe. De verantwoordelijkheid die zij dragen en de opgaven waar zij voor staan, zijn ongelooflijk groot. Ik hoop dat zij notie hebben genomen van de inbreng van de partijen in de Kamer die niet aanschuiven, die inhoudelijk hebben aangegeven wat zij graag aan veranderingen zouden willen zien in Nederland. Ik hoop ook dat als zij eruit gaan komen – dat zullen wij uiteraard moeten afwachten – wij straks een regeringsbeleid krijgen waarvoor in het parlement bredere steun kan worden gevonden dan alleen van de partijen die het regeerakkoord ondertekenen. Dat is echter vooruitkijken. Wij zullen dat met gepaste belangstelling afwachten.
Ik zou de onderhandelende partijen wel op het hart willen drukken om het snel te doen. Uiteraard zorgvuldig, maar doe het snel. Wij hebben al zo ontzettend veel tijd verloren en de problemen zijn zo groot, ook in financieel opzicht. De minister van Financiën heeft hier afgelopen dinsdag nog verteld wat er dagelijks aan extra schuld bij komt. Ik doel ook op alle problemen in het hand, op de mensen die hun banen zijn kwijtgeraakt. Wij moeten er met elkaar echt voor zorgen dat wij die problemen aan gaan pakken. Op de schouders van de onderhandelende partijen rust dus, gezien de verkiezingsuitslang, een extra grote verantwoordelijkheid om daar haast mee te maken.
Ik heb één motie. Die heeft te maken met de asielkinderen. Het is fijn om te horen van de PvdA-fractie dat zij die gaat steunen, al staat haar naam er niet onder. De motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de enige tijd geleden ingediende initiatiefwet-Samsom/Voordewind voor gewortelde asielzoekers ongetwijfeld gesprekonderwerp zal zijn tijdens de informatie;
spreekt uit, ervan uit te gaan dat in elk geval tijdens de duur van de onderhandelingen er geen minderjarige kinderen gedwongen uitgezet zullen worden die langer dan vijf jaar in Nederland verblijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De tijdelijke voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Slob, Pechtold, Roemer, Thieme, Sap en Krol.
Zij krijgt nr. 7 (33140).
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Voorzitter. Gezien de uitslag van de verkiezingen, is het volgens de fractie van GroenLinks het meest logisch dat nu gaat worden verkend of de twee grote winnaars, VVD en PvdA, er samen uit kunnen komen. Dat zal van beide kanten veel moed vragen. Wij hebben dit voorjaar zelf bijgedragen aan de begroting voor 2013 en aan het Lenteakkoord, waar de PvdA-fractie destijds heel sterke kritiek op had. In het Lenteakkoord zou een onverantwoorde verhoging van btw zijn opgenomen, een onverantwoorde nullijn voor de ambtenarensalarissen en een onverantwoorde afschaffing van de forensensubsidie. Laat ik zeggen dat ik in elk geval blij ben dat de PvdA-fractie zich in die zin heeft hervonden, dat zij dit nu ziet en bereid is om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Ik ben heel erg benieuwd of de PvdA uiteindelijk met de VVD in staat is om tot iets te komen wat de uitgangspunten die wij in het Lenteakkoord hebben neergelegd – ik doel op eerlijk delen, het schrappen van de bezuinigingen op kwetsbare groepen en substantiële vergroening van de Nederlandse economie – zal weten te overtreffen. Dat zal moeilijk worden. Ik wens de PvdA-fractie daarbij heel veel succes en moed toe.
Mijn fractie vindt het belangrijk dat er in het regeerakkoord echte oplossingen komen te staan voor de grote uitdagingen van deze tijd. Natuurlijk, ook de overheidsfinanciën moeten op orde worden gebracht; dat is evident. Er moet echter zo veel meer gebeuren. De vergroening van de economie en het ecologisch tekort gaan mijn fractie met name aan het hart. Problemen daarmee zullen moeten worden opgelost. Daarom zal ik de motie steunen die mevrouw Thieme dadelijk zal indienen.
Ik ben verder ontzettend blij dat de motie die de heer Slob heeft ingediend, op een meerderheid kan rekenen. Daarmee willen wij ervoor zorgen dat er in ieder geval tijdelijk geen kinderen worden uitgezet. Dit is een strijd die een groot deel van de Kamer zeer aan het hart gaat. Nu is er hiervoor een meerderheid. Laten we in ieder geval voorkomen dat er nog meer kinderen die hier al erg lang wonen en die hier geworteld zijn, het land uitmoeten nog voordat er iets op dit vlak in de formatie is geregeld. Ik ben blij dat daarvoor nu een meerderheid is.
De tijdelijke voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Thieme.
Ik merk dat ik de heer Van der Staaij heb overgeslagen. Hij is vast bereid om mevrouw Thieme nu even voor te laten gaan.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Voorzitter. Tijdens de verkiezingen is het niet gegaan over het ecologisch begrotingstekort dat ons welzijn en onze welvaart bedreigt. Wij consumeren en produceren meer dan de aarde aankan. Hierover is het dus tijdens de verkiezingen nauwelijks gegaan, en daarom vrezen wij dat het hierover ook tijdens de informatie- en de formatieperiode nauwelijks zal gaan. Daarom heb ik de volgende motie opgesteld. Zij is gelukkig door een groot aantal fracties meeondertekend.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het verwachte begrotingstekort voor 2013 weliswaar onder de 3% blijft, maar dat het (mondiale) ecologische begrotingstekort van meer dan 30% onvoldoende wordt aangepakt in het beleid;
constaterende dat dit betekent dat elk jaar verder wordt ingeteerd op de natuurlijke hulpbronnen van de aarde, met gevolgen voor de toekomst;
constaterende dat Nederland een belangrijke rol speelt in het ontstaan van het ecologisch begrotingstekort door een veel groter beslag te leggen op natuurlijke hulpbronnen dan verantwoord is;
van mening dat de economische crisis in samenhang met de ecologische crisis moet worden opgelost;
spreekt uit dat naast het aanpakken van de economische crisis ook het aanpakken van het ecologisch begrotingstekort meetbaar uitgangspunt van beleid dient te zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De tijdelijke voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme, Sap, Slob, Roemer, Pechtold en Krol.
Zij krijgt nr. 8 (33410).
Mevrouw Thieme (PvdD):
Verder ben ik erg blij met de motie van de ChristenUnie. Daarin wordt gevraagd om voorlopig geen kinderen uit te zetten. Mijn fractie heeft die motie van harte meeondertekend.
De tijdelijke voorzitter:
Dank u wel. Nu is dan toch het woord aan de heer Van der Staaij.
De heer Van der Staaij (SGP):
Voorzitter, ik ben mij bewust van het motto: "dames gaan voor". Ik heb daarom met genoegen mevrouw Thieme voor deze keer voor laten gaan.
De tijdelijke voorzitter:
Dat siert u.
De heer Van der Staaij (SGP):
Voorzitter. Ik ga nu naar de inhoud. Ik dank de heer Kamp, ook voor de inlichtingen die hij heeft verschaft over de verkenningsopdracht die hij heeft uitgevoerd. Ik meen dat het debat ook wat dit betreft tot een weinig verrassende conclusie leidt, namelijk dat een meerderheid van de Kamer zijn advies steunt. Dat advies was uiteraard ook al gebaseerd op de gesprekken die hij met de fractievoorzitters heeft gevoerd. Mijn fractie zal, in lijn daarmee, de motie-Rutte/Samsom steunen.
Ik wil zelf nog een motie indienen over een punt dat ik in mijn termijn heb aangekaart. Ik heb gezegd dat wij het voornemen zouden moeten hebben om, meer dan in het verleden gebruikelijk was, vervroegde verkiezingen te voorkomen. Dat heeft ook te maken met het punt dat de heer Samsom in de campagne noemde en dat mij niet is ontgaan. Hij zei dat veel mensen hem hebben gezegd dat zij van een parlement daadkracht verwachten. Zij vinden dat het parlement het er niet na korte tijd weer bij moet laten zitten. Het parlement moet zijn mandaat waarmaken. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de achterliggende tien jaar vijf verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn gehouden;
van mening dat vervroegde verkiezingen en de vaak langdurige demissionaire periode in principe nadelig zijn voor de politieke stabiliteit, de daadkracht van het parlement en de continuïteit van het beleid;
van mening dat het na een politieke crisis de voorkeur verdient dat op basis van de bestaande krachtsverhoudingen uitdrukkelijk wordt gezocht naar een stabiele samenwerking tussen partijen;
spreekt uit dat de nieuw gekozen Kamer het voornemen heeft om vervroegde verkiezingen te voorkomen en in geval van een politieke crisis uitdrukkelijk eerst te onderzoeken of zonder vervroegde verkiezingen tot een werkbare oplossing kan worden gekomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De tijdelijke voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Staaij en Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 9 (33410).
De heer Krol (50PLUS):
Voorzitter. Ook ik dank de heer Kamp. Ik wil kort nog iets verduidelijken. Ik ben mijn bijdrage begonnen met de mededeling dat ik aan de informateurs enkele adviezen wilde geven en daarmee ook aan de betrokken partijen. Ik zat dus niet op het antwoord van de minister te wachten. Dat minister Kamp toch zo vriendelijk was om mij een antwoord te geven, is voor mij heel veelzeggend.
De tijdelijke voorzitter:
De heer Kamp zit hier natuurlijk niet als minister maar als oud-verkenner, maar een kniesoor et cetera.
Het woord is aan de heer Kamp, voor zijn tweede en laatste termijn.
De heer Kamp:
Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik heb met belangstelling kennisgenomen van de moties. Ik denk echter dat de Kamer niet zit te wachten op de adviezen van de oud-verkenner over deze moties. Ik zal mij dus onthouden van een oordeel over de ingediende moties.
De heer Buma vraagt of ik de opvattingen van het CDA over de begroting voor het jaar 2013 wil doorgeven aan de informateurs. Ik zeg hem graag toe dat ik zal proberen om hier een vorm voor te vinden.
De heer Pechtold doet een aanbeveling gericht op kwaliteitsverbetering, die met name voor de volgende verkenner zou moeten gelden. Voor zover dit relevant is, zal ik graag zijn aanbeveling ook tot mij laten doordringen.
De tijdelijke voorzitter:
Mag het iets rustiger in de zaal? De oud-verkenner is aan het woord.
De heer Kamp:
Voorzitter. Ik maak een uitzondering op mijn eerdere opmerking dat ik niet zal ingaan op de ingediende moties. Deze uitzondering betreft een van de moties van de heer Pechtold, namelijk zijn motie over de openbare beëdiging. Ik merk hierover op dat de Kamer al een uitspraak hierover heeft gedaan, in de motie-Van der Burg (32500-I, 32500-III, stuk nr. 7) over dit onderwerp.
Dat was het, mijnheer de voorzitter. Dank u wel.
De tijdelijke voorzitter:
Kort maar krachtig. Dank u wel.
Er zijn acht moties ingediend. Dat betekent dat wij gaan stemmen. Dat zullen we doen om 17.30 uur. Ik schors tot die tijd. Voordat het zover is, nodig ik echter graag de heer Krol van onze juniorfractie uit. Bent u daar, mijnheer Krol? Attentie, attentie, misschien het gehoorapparaatje iets harder zetten … Komt u even hier voor het spreekgestoelte staan? Ik verzoek alle leden graag om u te feliciteren met uw maidenspeech.l
De vergadering wordt van 17.08 uur tot 17.31 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-3-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.