7 Veiligheid wegtunnels

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels in verband met het vaststellen van een veiligheidsnorm en het stellen van regels omtrent het gebruik van gestandaardiseerde uitrustingen en in verband met wijzigingen in het totstandkomingsproces van wegtunnels ( 33125 ).

(Zie vergadering van 25 oktober 2012.)

De voorzitter:

Het betreft hier een heropening in één termijn. Die is aangevraagd door de heer Elias. Hij is ook de enige spreker. Ik heet de minister van harte welkom.

De algemene beraadslaging wordt heropend.

De heer Elias (VVD):

Voorzitter. Hartelijk dank voor de mogelijkheid om dit debat te heropenen; ik weet dat men zich daar doorgaans niet populair mee maakt, maar in dit geval gaat het om een relatief kleine kwestie en om een principe.

Na het debat over de wegtunnels hebben we van collega Van Veldhoven van D66 een amendement ontvangen op stuk nr. 16. Inmiddels is dat amendement gewijzigd onder stuk nr. 20. De collega van D66 wil een wettelijke verankering van een evaluatie die beziet of het noodzakelijk is om standaarden aan te passen aan nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen en technologische innovatie bij tunnels. Dat lijkt ons best goed, maar ik wil wel de verzekering van de indiener van dat amendement dat zij het ook goed vindt als het een heel lichte en niet te dure – ik wil niet zeggen marginale – toetsing is. Ik ben namelijk tegen al die evaluaties die dan ook nog eens wettelijk worden verankerd, veel geld kosten en uitgebreid moeten worden gedaan en waarvan vooral allerlei externe onderzoeksbureaus beter worden op kosten van de belastingbetaler. Dus het principe snap ik, maar kan het ook een beetje minder zwaar? Dat wil ik van de indiener weten en daarna wil ik graag een reactie van de minister erop.

De voorzitter:

U wilt een reactie van de minister op het amendement?

De heer Elias (VVD):

Op de reactie van mevrouw Van Veldhoven.

De voorzitter:

Op de reactie van mevrouw Van Veldhoven en dan ook nog een beoordeling van het amendement wellicht.

De heer Elias (VVD):

Ja.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik ben graag bereid de gevraagde duidelijkheid te geven. Het is uiteraard niet de bedoeling om hier een heel zware en uitgebreide procedure van te maken met hoge kosten en hoge administratieve lasten. Zoals bekend, is dit ook voor mijn fractie een belangrijk aandachtspunt. Daarom is het amendement ook zo vormgegeven dat het de bedoeling is dat de minister bekijkt bij die evaluatie of een aanpassing nodig is. Dus we gaan niet eens uit van een aanpassing elke vijf jaar. We vullen het zo licht mogelijk in via een kennisgeving aan de Kamer. Dan kan het verder in alle reguliere trajecten meelopen. Maar wat betreft de wetenschappelijke en technologische vooruitgang waar het gaat om de veiligheid van de Nederlanders vinden wij een toets elke vijf jaar getuigen van een mooie balans tussen het in de gaten houden en het bieden van stabiliteit.

De heer Elias (VVD):

Dank u zeer. Dat maakt het voor mij gemakkelijker om het amendement te beoordelen, zij het dat ik nog wel even wil weten wat de minister ervan vindt.

Verder heb ik nog een procedureel punt. In de onderhavige commissie gebeurt het vaak dat er amendementen worden ingediend na een debat. Dat behoort wat ons betreft tot de uitzonderingen te behoren, want anders kan ik het namelijk niet wegen en moet ik iedere keer een heropening van het debat vragen en dat wil ik u allemaal niet aandoen. Dus dit is tevens een licht sermoen.

De voorzitter:

Een tik op de vingers.

De heer Elias (VVD):

Nou, ik wil graag kunnen beoordelen of iets geld kost, want anders kan ik er niet in meegaan.

De voorzitter:

Het lijkt mij dat u daar zeker een punt hebt.

Het woord is aan de minister.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Kennelijk maak ik ook onderdeel uit van procedurele vraagstukken in de Kamer. Het is op zichzelf goed, want ook voor mij is het natuurlijk gemakkelijker als ik vooraf antwoord kan geven op amendementen.

In de memorie van toelichting heb ik al opgenomen dat ik eens in de vijf jaar de gestandaardiseerde uitrusting zal evalueren en ik ook de uitrusting zal aanpassen dat wanneer de evaluatie daartoe aanleiding geeft. Daarmee heb ook ik een licht instrument beoogd. Om die reden heb ik het niet specifiek in de wet opgenomen. Gelet op de woorden van mevrouw Van Veldhoven dat zij eenzelfde lichte versie beoogt, heb ik er geen bezwaar tegen om de vijfjaarlijkse evaluatie in de wet vast te leggen. Ik laat het oordeel over het amendement dan ook over aan de Kamer.

De voorzitter:

Oordeel Kamer, dat lijkt mij helder.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Hartelijk dank aan de minister voor deze korte doch krachtige bijdrage. Later op de dag gaan we stemmen over de amendementen en de moties.

De vergadering wordt van 16.07 uur tot 16.14 uur geschorst.

Naar boven