6 Stemmingen Wet kinderopvang

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met het aanbrengen van grondslagen die hervorming van en bezuiniging op de kinderopvangtoeslag mogelijk maken en in verband met het incorporeren van de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang van de gemeente en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de kinderopvangtoeslag (33212).

(Zie vergadering van 5 juni 2012.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Het wetsvoorstel bevat twee elementen: het verbeteren van kwaliteitseisen voor de kinderopvang en de grondslagen voor nieuwe forse bezuinigingen op de kinderopvang. Mijn fractie is uiteraard voor verbetering van de kwaliteitseisen, maar het is niet mogelijk artikelsgewijs te stemmen. Wij zijn zo ongelooflijk tegen de bezuinigingen die met dit wetsvoorstel worden opgelegd dat wij nu aangeven dat wij voor de kwaliteitseisen zijn, maar toch tegen het wetsvoorstel zullen stemmen omdat het een basis legt voor verdere onverantwoorde bezuinigingen op de kinderopvang.

De voorzitter:

Dan gaan wij nu stemmen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Hijum (stuk nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66, de ChristenUnie, het CDA, de PVV en het lid Brinkman voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Hijum (stuk nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66, de VVD, de SGP, de ChristenUnie, het CDA en het lid Brinkman voor dit wetvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De heer Brinkman (Brinkman):

Voorzitter. Ik heb niet voor het wetsvoorstel gestemd. U noemde mijn naam, maar ik heb mijn hand niet opgestoken.

De voorzitter:

Ik zag u knikken, dus ik dacht dat u voor was. Het wetsvoorstel blijft aangenomen.