4 Jaarverslagen 2011

Aan de orde is de aanbieding door de minister van Financiën van de jaarverslagen en de slotwetten over het jaar 2011 en de aanbieding door de president van de Algemene Rekenkamer van de rapporten bij de jaarverslagen.

De voorzitter:

Het woord is als eerste aan de minister van Financiën. Daarna is het woord aan de president van de Algemene Rekenkamer. Ik heet ook de andere leden van de Algemene Rekenkamer van harte welkom en de secretarissen, want zij doen eigenlijk het werk; dat is hier ook zo. Ook fijn dat zij er zijn.

Het woord is aan de minister van Financiën.

Minister De Jager:

Mevrouw de voorzitter. In deze economisch, financieel en politiek turbulente tijd is de verleiding groot vooral vooruit te kijken, bijvoorbeeld naar de politieke ontwikkelingen in ons land in de komende maanden en naar de financiële en economische ontwikkelingen in de loop van dit jaar, waarin we verwachten dat het weer de goede kant opgaat met de Nederlandse economie. Het blijft echter belangrijk om achterom te kijken en verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid.

Op Verantwoordingsdag bekijken we waar we vandaan komen en stellen we onszelf enkele vragen. Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen in 2011? Hebben we gedaan wat we van plan waren? Een belangrijk onderdeel van het Financieel Jaarverslag van het Rijk is de vraag: hebben we publieke middelen efficiënt en rechtmatig ingezet? Het jaar 2011 overziend, wil ik samen met u enkele hoofdpunten uit het Financieel Jaarverslag van het Rijk doornemen. Eerst neem ik de belangrijkste economische en financiële feiten en cijfers door, dan de bestrijding van de Europese schuldencrisis en de maatregelen om een dergelijke crisis in de toekomst te voorkomen en tot slot uiteraard de kwaliteit van het financieel management bij het Rijk in het afgelopen jaar.

Toen ik hier vorig jaar het jaarverslag over 2010 presenteerde, begon ik met de hoop dat we het ergste achter de rug hadden. 2011 ontwikkelde zich echter enige tijd daarna tot een jaar met economisch en financieel zwaar weer voor Europa en Nederland. Door het afnemende vertrouwen vertraagde wereldwijd de economische groei. Ook Nederland heeft daarvan de gevolgen ondervonden. Halverwege vorig jaar belandde onze economie in een recessie. Over het hele jaar genomen, kwam de groei uit op 1,2%. Ondanks de tegenvallende ontwikkelingen stemde het mij positief dat een groot deel van die groei te danken is aan de export en aan bedrijfsinvesteringen. Dat zegt veel over onze economische potentie. Maar terwijl aan de kant van het bedrijfsleven het vertrouwen in de toekomst zich leek te herstellen, nam het bij de consument juist af. Huishoudens hielden steeds meer de hand op de knip. Vooral daardoor vlakte de economische groei sterk af, met lagere belastingontvangsten als gevolg.

Op basis van het pakket van 18 mld. uit het regeerakkoord, bedoeld om de overheidsfinanciën op orde te brengen, moest er vorig jaar 2,8 mld. worden bespaard. Dat bedrag is gehaald. Daardoor verbeterde het EMU-saldo ten opzichte van 2009 en 2010, maar het bleef achter bij de raming op basis van het regeerakkoord. Dat ging voor 2011 uit van 4% van het bruto binnenlands product, maar door de tegenvallende economische groei en de daarmee samenhangende lagere belastinginkomsten kwam het begrotingstekort vorig jaar uit op 4,7% oftewel 28 mld.

De cijfers zijn zorgwekkend. Met zo'n tekort op de begroting loopt de schuld verder op. Niemand kan meer op de lange termijn meer blijven uitgeven dan er binnenkomt. De combinatie van een hoog tekort, oplopende schuld en een vergrijzende bevolking vraagt om stevige maatregelen. We mogen de rekening niet doorschuiven naar de toekomst en de generaties na ons. Het belang van gezonde overheidsfinanciën is groot. De Europese schuldencrisis heeft dit in 2011 overduidelijk gemaakt. Terwijl Griekenland verder wegzakte, kwamen ook de grote economieën van Spanje en Italië onder druk te staan van de financiële markten. Daardoor liep de rente op de staatsleningen van die landen in hoog tempo op.

De Nederlandse inzet is naast het bestrijden van de Europese schuldencrisis altijd gericht en gericht geweest op preventie. De aanpak rust op drie pijlers. Ten eerste heeft Nederland vooropgelopen met zijn pleidooi voor strikte handhaving van de Europese begrotingsregels en een onafhankelijk toezicht daarop. Dat heeft in Europa steun gekregen. Ik ben ervan overtuigd dat dit de enige manier is om op de lange termijn de stabiliteit van de eurozone te waarborgen en een nieuwe crisis te voorkomen. Ten tweede moeten landen met financiële problemen hun overheidsfinanciën en hun economie op orde brengen en op orde houden. Dat is in hun eigen belang en dat is in het gezamenlijk belang van de eurzone. Ten derde hebben de leiders van de eurolanden de middelen vergroot om de acute crisis te bestrijden.

Ook het financieel management van het Rijk zag zich in het voorbije jaar voor de nodige uitdagingen geplaatst. Denk bijvoorbeeld aan de vorming van een compacte rijksdienst. Departementen zijn samengevoegd en er waren flinke taakstellingen gericht op mensen en op middelen. Ondanks die grote veranderingen is de kwaliteit van het financieel management vorig jaar op peil gebleven en is een verantwoorde beheersing van de uitgaven van de rijksoverheid gewaarborgd. De rechtmatigheid lag opnieuw ruim boven de norm van 99%.

Mevrouw de voorzitter. Toen ik in 2010 de begroting indiende voor het jaar 2011, was ik demissionair minister. Vandaag leg ik verantwoording af over datzelfde jaar 2011 en opnieuw zitten wij in een economisch en politiek roerige situatie en opnieuw ben ik demissionair. Maar de aanhoudende politieke wil om zelfs onder moeilijke omstandigheden te doen wat nodig is om ons land erbovenop te krijgen, stemt mij uitermate hoopvol. Dat zal ons stap voor stap brengen waar we willen zijn: op de weg omhoog.

(geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Nu komt het. Ik vind het heerlijk dat u zich zo thuis voelt in dit huis, minister. Dat kunnen wij voortdurend waarnemen op allerlei plekken en dat is een goed gezicht, kan ik zeggen. Soms is het alsof u niet weggeweest bent.

Het ontvangen van deze stukken is voor mij altijd een hoogtepunt. We gaan de stukken weer goed bestuderen en ik hoop dat er weer veel "pannenkoekendiagrammen" in staan, want dan kan ik zo goed zien waaraan de centjes worden besteed. Daar is mijnheer Blok toch ook gek op? Ja, ik zie aan hem dat dit klopt. Echte pannenkoeken, bedoel ik natuurlijk.

Dan mag ik nu het woord geven aan de president van de Algemene Rekenkamer.

Mevrouw Stuiveling:

Mevrouw de voorzitter, leden van de Tweede Kamer, minister De Jager, hartelijk dank voor uw uitnodiging om een korte toelichting te geven op ons Verantwoordingsonderzoek 2011.

Het resultaat van ons werk staat in onze 23 rapporten bij de jaarverslagen 2011 van de begrotingshoofdstukken en fondsen en in het overkoepelend rapport Staat van de rijksverantwoording 2011. Opnieuw hebben we dit jaar ons best gedaan het nog compacter op te schrijven. Om toch details, die wij ook belangrijk vinden, niet verloren te laten gaan, combineren wij dat dit jaar met publicatie van uitgebreidere achtergronddocumentatie op internet: www.rekenkamer.nl.

Wat zijn die resultaten van ons onderzoek? Ten eerste heeft de Algemene Rekenkamer de Rijksrekening en de Saldibalans van het Rijk 2011 goedgekeurd, onder het gebruikelijke voorbehoud dat de Staten-Generaal de wetsvoorstellen van de bij de rijksrekening horende slotwetten ongewijzigd aanneemt. Over 2011 blijkt de rechtmatigheid van de verplichtingen, ontvangsten en uitgaven opnieuw op hoog niveau. Dat is een groot goed dat we moeten koesteren. Het is ook een groot compliment voor alle ministeries, speciaal over 2011, omdat zij vele samenvoegingen en herschikkingen van ministeries en ministerie-onderdelen en andere vormen van reorganisatie hebben moeten absorberen. U hoort het, wij zijn het op dat punt geheel met de minister van Financiën eens.

Ten tweede, drie kwesties hebben ons speciaal beziggehouden. De eerste kwestie is de onzekerheid over de rechtmatigheid van1,4 mld. aan bestedingen van specifieke uitkeringen door gemeenten en provincies. Dat betreft ruim 10% van het totaalbedrag aan specifieke uitkeringen. Voor de verantwoording van die specifieke uitkeringen door de andere overheden hebben we een sober, maar kennelijk ook kwetsbaar systeem in Nederland. Voor de kenners: sisa, single information, single audit. In de praktijk blijken niet alle accountantsverklaringen van de medeoverheden toereikend in combinatie met niet altijd toereikend toezicht van de ministeries op de verantwoordingen van gemeenten en provincies. Deze kwestie speelt bij een aantal ministeries, maar we hebben er vooral de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op aangesproken, omdat deze minister verantwoordelijk is voor het systeem en dus voor het sluitend functioneren van de controle op de specifieke uitkeringen. Dit is extra van belang, nu de rijksoverheid steeds meer taken afstoot naar gemeenten en provincies. Bij het verplaatsen van taken naar andere overheden hoort ook het verplaatsen van geld. Het is van belang dat elk kabinet duidelijk aangeeft wat het voor dit budget van de medeoverheden verwacht en wat burgers en bedrijven op hun beurt van gemeenten en provincies mogen verwachten. En de verantwoording moet in orde zijn. Publiek geld kan niet in een niemandsland verantwoord worden.

De tweede kwestie is dat de verantwoording soms tekortschiet, omdat de informatie te laat is. Zo zijn in 2011 de uitgaven voor zorg opnieuw hoger gebleken dan begroot: 62 mld. in plaats van 60 mld. Zo'n 800 mln. aan tegenvallers is pas heel laat in beeld gekomen, en dan is tijdige actie van kabinet en Staten-Generaal nog nauwelijks mogelijk. Ons recent uitgebrachte onderzoek Uitgavenbeheersing in de Zorg laat zien dat dit de afgelopen tien jaar, met één jaar als uitzondering erop, een terugkerend patroon is geweest.

De derde kwestie zijn de spoorbudgetten in het Infrastructuurfonds en de bestedingen van ProRail. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat in de jaren 2005–2010 in totaal ruim 1 mld., inclusief btw, niet aan het spoor is besteed. De herkomst van dit bedrag kent twee bronnen. Globaal de helft is herleidbaar tot zogenoemde kasschuiven. Dit bedrag hebben we in latere jaren ook inderdaad alweer ingeboekt gezien. De andere helft is herleidbaar tot onderbesteding. Dit bedrag moet nog weer ten goede komen aan de bestemming spoor, hetgeen door de minister is toegezegd.

Verantwoordingsdag is ook, en misschien onder normale omstandigheden wel vooral, bedoeld om over de effectiviteit van rijksbeleid verantwoording af te leggen en te kunnen debatteren. De start was veelbelovend. Met minister-president Rutte hebt u vorig jaar afgesproken dat u een aparte verantwoording over een selectie van kabinetsprioriteiten zou krijgen. Over bereikbaarheid, natuur, veiligheid en duurzaamheid. En ook wij hebben toegezegd, ons over deze beleidsprioriteiten en de verantwoording daarover in de jaarverslagen te buigen. De resultaten daarvan vindt u in de Staat van de Rijksverantwoording 2011. Het algemene beeld blijkt wisselend. Er is veel informatie beschikbaar, maar vaak toch vooral niet in het jaarverslag, maar in een grote variëteit van andere documenten. Van harte ter lezing en hopelijk lering aanbevolen!

De verantwoordingsstukken over 2011 betreffen het eerste en, naar wij nu weten, tevens laatste jaar van het kabinet-Rutte/Verhagen. Het was het eerste jaar van de voor de periode 2011–2015 voorziene bezuinigingen tot een totaal van 18 mld. Om voor u als Tweede Kamer overzicht te houden, hebben we u vorig jaar de zogenoemde bezuinigingsmonitor aangeboden. Dit initiatief is inmiddels op uw verzoek door de minister van Financiën overgenomen. Zijn 18 mld.-monitor kan wat ons betreft nog wel aan informatiewaarde winnen. Financiële informatie is stap 1, maar het effect van die financiële maatregelen op de beschikbaarheid van overheidsvoorzieningen en diensten en het effect van lastenverzwaringen voor burgers, bedrijven en instellingen, zouden ook een plaats in de monitor verdienen. Het is in deze benarde tijden voor iedereen van groot belang om te weten waar men aan toe is. Wij vragen dan ook van elk kabinet om over de geraamde effecten van besparingen en de realisatie van die effecten glashelder te zijn.

De internationale financiële crisis en met name de daaropvolgende financiële en politieke perikelen in Europa eisen dezer dagen aandacht op, zo niet vrijwel alle aandacht. Het verdrag over het Europees stabiliteitsmechanisme ligt op dit moment ter ratificatie bij u. Via dit ESM kunnen in de toekomst hulpprogramma's aan Europese landen in financiële nood gefinancierd worden. De Algemene Rekenkamer wijst erop, zoals u bekend is, dat deze maatregelen ook verantwoord moeten kunnen worden. Achteraf moet kunnen worden vastgesteld of deze maatregelen zin hebben gehad. In het ESM-verdrag is een onafhankelijke controle op de effectiviteit van de bestedingen van dat ESM-geld op dit moment in onze ogen nog niet afdoende geregeld. Daarop kun u nu invloed uitoefenen en wij hopen dat u dat doet.

Deze toenemende verknoping van Europese financiële arrangementen met onze eigen financiële situatie geeft ook nog een extra argument om alles op alles te zetten om ook voor de Europese rekening eindelijk eens een goedkeurende verklaring te kunnen krijgen van de Europese Rekenkamer. Omdat 85% van de Europese begroting in de lidstaten in gedeeld beheer wordt uitgegeven, zal dat een illusie blijven als de lidstaten zich daarvoor niet in eigen land tot het uiterste inspannen.

Aan lidstaat Nederland zal het niet liggen. U hebt opnieuw een Nederlandse lidstaatverklaring van de minister van Financiën ontvangen waarbij wij vandaag ons instemmende rapport uitbrengen.

Mevrouw de voorzitter. Tot slot een persoonlijk woord van dank. In de eerste plaats aan mijn collega Gerrit de Jong van wie wij 1 december afscheid nemen en voor wie het dus, na tien jaar Algemene Rekenkamer, zijn laatste Verantwoordingsdag is. In de tweede plaats aan die leden van de Tweede Kamer met wie wij, zij het gedurende een sterk bekorte periode, vruchtbaar hebben samengewerkt, vooral in de vaste commissie voor de Rijksuitgaven. Onze dank geldt ook minister De Jager. Maar vooral en helemaal tot slot: het zal erg vreemd zijn om volgende Verantwoordingsdag een andere voorzitter in de stoel te zien en de rapporten aan te bieden. Wij zullen u erg missen.

(applaus)

De voorzitter:

Wat een handig draagtasje. Vrouwen hebben toch een voordeel in de politiek. Daar was de minister van Financiën niet opgekomen.

Ik dank de minister en de president van de Algemene Rekenkamer voor de aangeboden stukken met de verantwoording over de rijksbegroting 2011. Verantwoordingsdag is wereldwijd gezien een uniek gebruik in het contact tussen regering en parlement. In Nederland vindt dit jaarlijkse startpunt voor de begrotingsverantwoording nu voor de dertiende keer plaats. Het hoofdlijnendebat over de gepresenteerde verantwoordingsstukken, het verantwoordingsdebat, staat op de agenda voor donderdag 24 mei aanstaande. In de weken daarna worden de jaarverslagen in de commissies behandeld. De afrondende besluitvorming over de jaarverslagen en de slotwetten alsmede het verlenen van decharge voor het door de ministers gevoerde beleid in 2011 is voorzien in de laatste vergaderweek voor het aanstaande zomerreces.

De Kamer heeft vorig jaar op voorstel van de vaste commissie voor de Rijksuitgaven besloten om vier onderwerpen centraal te stellen: veiligheid, bereikbaarheid, natuurbeleid en duurzaamheidbeleid. De president sprak er al over. Een jaar geleden kon uiteraard niet worden voorzien dat het verantwoordingsproces over 2011 mede in het teken zou komen te staan van nieuwe Kamerverkiezingen en dat een demissionair kabinet de begrotingsverantwoording voor 2011 voor zijn rekening zou nemen. Ik maak u er overigens op attent dat in het kader van het verantwoordingsproces vandaag ook de Jaarrapportage 2011 Regeling Grote Projecten door de commissie voor de Rijksuitgaven aan de Kamer is aangeboden. De commissie voor de Rijksuitgaven blikt jaarlijks op Verantwoordingsdag terug op de werking en de toepassing van het instrument Regeling Grote Projecten.

Zoals gebruikelijk zullen de rapporten van de Algemene Rekenkamer de leden van de Kamer zeer behulpzaam zijn bij de beoordeling van het gevoerde beleid in 2011. Ik wens de Kamer veel succes bij het belangrijke werk dat haar te wachten staat bij de behandeling van de stukken die vandaag zijn aangeboden.

Ik dank de president van de Algemene Rekenkamer voor haar dank aan allen. Met haar dank ik de heer De Jong voor de bijdragen die hij al die jaren heeft geleverd. Het is mooi dat wij dit zo samen doen. Ik dank ook de minister van Financiën en u allen dat u ondanks de soms korte nachten die u hebt doorgebracht, hier vandaag toch zo fris en fruitig aanwezig bent en laat zien hoe sterk en gezond deze Kamer is.

Dank u wel.

De vergadering wordt van 13.25 uur tot 13.55 uur geschorst.

Naar boven