4 Zeehavens/zeescheepvaart/waddenveren

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 31 mei 2011 over zeehavens/zeescheepvaart/waddenveren.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Ik heb al tijdens het algemeen overleg bepleit dat bewoners, bedrijven en gemeenten zo veel mogelijk worden betrokken bij de waddenveerdiensten. Zij zijn namelijk heel erg afhankelijk van de kwaliteit van de veerdiensten. Alleen bij TESO, de Texelse veerverbinding, is dit al goed geregeld; bij de andere veerdiensten niet. Op dit moment is er al een concessie verleend, dus er valt niet heel veel binnen te halen. Toch wil ik een piketpaal slaan voor de toekomst over het vergroten van het aandeelhouderschap en de zeggenschap. Daarvoor dien ik de volgende motie in, die ik heb genoemd: Koşersen op meer met elkaar.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het grote belang van goede veerverbindingen voor de Waddeneilanden;

overwegende dat bewoners, toeristen, gemeenten en anderen van de Waddeneilanden geheel afhankelijk zijn van een goede veerverbinding tegen redelijk tarief;

overwegende dat de concessie inmiddels is verleend aan de veerdiensten Doeksen en Wagenborg, terwijl TESO als maatschappelijke onderneming is vrijgesteld van het concessiesysteem;

verzoekt de regering, daar waar mogelijk in de toekomst te stimuleren dat bewoners, betrokken gemeenten, bedrijven en anderen aandeelhouderschap en zeggenschap krijgen bij de veerdiensten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jacobi en Monasch. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 76 (32500-XII).

De heer Huizing (VVD):

Mevrouw Jacobi, ik begrijp wat u bedoelt. We hebben het er uitgebreid over gehad in het AO. Laten we echter even naar de huidige situatie kijken. De minister heeft het voornemen uitgesproken om een concessie te verlenen aan Doeksen. Daartegen is bezwaar aangetekend. Bezwaar en beroep kunnen nog wel vijf jaar duren. Pas op het moment dat het besluit onherroepelijk is, gaat de concessie officieel in. Het gaat dus om een periode van zestien tot twintig jaar. Laten we zeggen dat we er drie jaar voor het aflopen van de concessie met elkaar over gaan praten. Dan wordt dit dus pas opportuun over dertien jaar. Ik bewonder uw vooruitdenken, uw langetermijnbeeld, maar is dit niet heel erg vroeg?

Mevrouw Jacobi (PvdA):

In mijn ogen kun je hiermee nooit te vroeg komen. Ik heb al gezegd dat er momenteel niet veel beweging is, omdat het geen eis is in de concessie. In de motie staat: "daar waar mogelijk in de toekomst". Dit is een signaal voor zowel Doeksen en Wagenborg als de eilanden. Wellicht kan men op eigen initiatief proberen om met elkaar in deze richting te gaan bewegen. Net zo goed als ik weet u dat er veel kritiek is op de veerdiensten, omdat ze als een monopolist lijken te werken. Daarmee is niemand gediend, ook de bedrijven zelf niet. Elke beweging die wij kunnen maken om dit voor elkaar te krijgen, is een stap in de goede richting; daarbij kan er ook een rol zijn voor de betrokken gemeenten en provincies. Door deze piketpaal te slaan, maken we duidelijk dat we elke kans moeten pakken die er komt. Dat is mijn bedoeling.

De heer Huizing (VVD):

Zegt u daar niet mee dat alle voorwaarden die aan de te verlenen concessie zijn verbonden, onvoldoende zijn om monopolistisch gedrag te voorkomen? Wij stellen juist allerlei strenge voorwaarden omdat de concessie wordt verleend aan één concessiehouder. Anders zouden wij die niet stellen.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik ga even terug in de geschiedenis. Er is zelfs onderzocht of concessies wel nodig zijn. Er was onvoldoende vertrouwen dat een goede veerverbinding tegen een redelijk tarief, inclusief continuïteit en goede vaarverbindingen op slechte tijden, kon worden gegarandeerd zonder een concessie. Eigenlijk gaat dit over het bedrijfsvoeringsmodel. Doeksen en Wagenborg hebben jarenlang op die manier gewerkt; alleen TESO heeft dat nooit gedaan. Het toekennen van de concessie – het was overigens nog de vraag of die er zou komen of niet – is voor de overheid een prima moment, nu ook Doeksen en Wagenborg die richting willen inslaan, om dat te steunen. Wij moeten, een beetje met de tijd meegaand, kijken naar meer aandeelhouderschap. De concessie is erg straight afgehandeld. Dat kon niet anders en wij vonden ook allemaal dat er een concessie moest komen. De minister heeft in het AO al gezegd dat zij er niet echt over gaat. Wij mogen echter wel een moraal, een wens meegeven. Daarom doe ik een beroep op de Kamer om, als wij dat met elkaar vinden, dat dan ook als boodschap mee te geven.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Huizing wil interrumperen, maar wij voeren nu geen debat. Dit is een VAO.

De heer Huizing (VVD):

Ik houd het absoluut kort, voorzitter. De sympathie voor de motie is er, maar ik verzoek mevrouw Jacobi toch de motie de komende tien jaar nog even aan te houden.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Wij kunnen natuurlijk heel veel dingen aanhouden. Het gaat in dit geval om een visie, een stukje moraal, een stukje stimulans. Als wij dat allemaal voor ons houden, zal de wereld nooit bewegen. Ik draag het gestelde in de motie graag uit. Graag krijg ik voor de motie alle steun. Als het een uitvoeringsmotie was, waaraan pas over dertien jaar uitvoering zou moeten worden gegeven, heeft de heer Huizing een punt. Ik stel voor dat wij het gestelde in de motie meenemen in de geest en in het hart, als de richting die wij graag willen inslaan.

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, ook u wilt nu een interruptie plaatsen, maar u hebt zich niet ingeschreven. Ik geef u één keer het woord.

De heer Bashir (SP):

Ik heb wel deelgenomen aan het algemeen overleg.

De voorzitter:

U had zich dan ook voor dit VAO moeten inschrijven.

De heer Bashir (SP):

Ik zal dat voor de volgende keer onthouden. Ik heb een vraag over de motie. De SP-fractie is ervoor dat burgers participeren in de veerdiensten. In het dictum van de motie wordt gevraagd om ook bedrijven te laten participeren. Ik vraag mij af wat daarvan de toegevoegde waarde is.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik zie het aandeelhouderschap in de breedte. Ik heb geen onderscheid gemaakt in het aandeelhouderschap door private personen en bedrijven als de ambulancedienst of een horecagelegenheid. Het gaat er meer om dat al die mensen, ongeacht of het gaat om private personen of personen die een bedrijf vertegenwoordigen, met elkaar, met grote zeggenschap en inspraak, met elkaar een mooi model maken.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Mevrouw de voorzitter. Ik ken het verzoek van mevrouw Jacobi. Zij heeft dat in het algemeen overleg al kenbaar gemaakt. Ik heb haar toen gezegd dat ik het systeem van TESO sympathiek vind. Gisteren gaf zij al aan dat zij deze kant op wilde gaan, dus het leek mij nuttig om uit te zoeken wat precies de belemmering is en wat het Rijk eventueel kan doen om in dezen stimulerend op te treden. Het was voor mijn begrip goed om daar nog even in te duiken.

In feite vraagt mevrouw Jacobi ons ervoor te zorgen dat ook organisaties die een bedrijfsstructuur hebben waarbij de aandeelhouders gevormd worden door bewoners, bedrijven en gemeenten, kunnen meedoen aan de concessies. De regelgeving verplicht de concessieverlener om een concessie aan te besteden. Elke reder kan dus meedoen, ook de reder die georganiseerd is volgens het TESO-model. Bij de volgende aanbesteding is er dus ook voor een TESO-achtig bedrijf geen enkele belemmering om met die aanbesteding mee te doen. Bijvoorbeeld EVT is een bedrijf dat nu nadenkt over participatie. EVT kan zich dus in de komende periode in die richting ontwikkelen, maar dat geldt ook voor Doeksen en Wagenborg, die nu voor de concessie geopteerd hebben. Ook die bedrijven zouden zich in een dergelijke constructie kunnen ontwikkelen en meedoen met een volgende aanbesteding. Het verzoek aan de regering is, waar mogelijk in de toekomst te stimuleren dat men zeggenschap krijgt bij veerdiensten. Eigenlijk zou ik daarop willen zeggen dat dit op dit moment onmogelijk is. Wij hebben net de aanbesteding gedaan, dus het is nu een andere partij geworden. Vanaf de volgende concessie behoort het gewoon tot mogelijkheden Dit betekent ook dat ik de stimulerende rol niet meer hoef te vervullen, maar dat partijen die daarin geïnteresseerd zijn – dat kunnen de eilanden zijn – daaraan in de komende jaren actief kunnen bouwen. Wij hebben ook de discussie gevoerd over de vraag of wij de concessieverlening in de toekomst niet door de provincie zouden willen laten doen. Daarover ben ik in gesprek met de provincies. Te zijner tijd zal de provincie conform de wet de aanbesteding moeten doen. Die is voor iedereen toegankelijk, ook voor TESO-achtige constructies. Het oordeel over de motie is natuurlijk aan de Kamer, maar zij is hiermee eigenlijk al vervuld.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende motie zal aanstaande dinsdag worden gestemd.

Naar boven