2 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag ook te stemmen over de moties ingediend bij het notaoverleg van maandag 6 juni jongstleden over de beleidsbrief van Defensie.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO Uitspraak Hoge Raad over de SGP, met als eerste spreker het lid Sap;

  • - het VAO Exitbeleid financiële deelnemingen, met als eerste spreker het lid Irrgang.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Jacobi.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Namens mijn collega Timmermans van de PvdA wil ik graag een rappel doen over de schriftelijke vragen die al in april aan de minister van Buitenlandse Zaken zijn gesteld over de vertragingstactieken van diplomaten. Wij willen graag de antwoorden op die vragen voor het overleg van volgende week dat gaat over de rechten van de mens.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. In 2005 heeft deze Kamer middels de motie-Marijnissen/Verhagen een voorstel aangenomen om tot een Nationaal Historisch Museum te komen. In 2008 is concreet met de voorbereidingen voor zo'n Nationaal Historisch Museum begonnen. In 2010 heeft de Kamer helaas besloten om de grote subsidie die ervoor bedoeld was om het gebouw neer te zetten, terug te trekken. Er is toen wel besloten om de 4 mln. lopende financiën voor de stichting op orde te houden. Gisteren hebben we echter begrepen dat ook die subsidie van 4 mln. is teruggetrokken. Mij lijkt dat vrij onbehoorlijk bestuur richting de stichting. Ik zou dan ook graag een dertigledendebat daarover willen aanvragen mede namens de PvdA, de SP ...

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Wij steunen ook het voorstel gedaan door de ChristenUnie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

... en GroenLinks.

De voorzitter:

Nou, sneller kan haast niet.

De heer De Liefde (VVD):

Ik kan heel goed tellen, dus volgens mij komt dat dertigledendebat er, maar ik zou u wel in overweging willen geven dat we verwachten dat vrijdag in een nota over cultuurbeleid dit aspect aan de orde komt en dat er op 27 juni een notaoverleg is gepland over dat onderwerp. Dus volgens mij is een dertigledendebat niet noodzakelijk.

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Het CDA sluit zich hierbij aan. We krijgen de gegevens en we hebben een debat gepland.

De voorzitter:

Dat lijkt mij relevante informatie, mijnheer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Het gaat hierbij niet alleen om de cultuurnota maar ook om de begroting van Binnenlandse Zaken. Een mogelijke optie, paleis Soestdijk, valt namelijk onder de Rijksgebouwendienst, dus onder Binnenlandse Zaken. Daar is ook geld gereserveerd voor paleis Soestdijk. Dus zouden we het debat ook graag willen hebben met minister Donner. Daar kunnen we dan uiteraard de desbetreffende brief die vrijdag in de ministerraad wordt behandeld, bij betrekken.

De voorzitter:

Het debat komt op de lijst. Nee, mijnheer De Liefde, er zijn dertig leden. Ik ga hier verder niet ...

De heer De Liefde (VVD):

Dat begrijp ik, mevrouw de voorzitter, maar ik zou het zinvoller vinden dat de heer Donner eerst een brief schrijft waarin hij aangeeft waarom hij dat niet wil doen; dat heeft hij in een medium uitgesproken. Ik zou nu dus eerst liever een brief willen hebben. Wellicht kunt u daarna dan kijken naar de planning van het debat.

De voorzitter:

Als de heer Voordewind zelf ook eerst een brief wil, dan knip ik het verzoek. Dat betekent dat wij eerst de brief afwachten en dan kijken of er nog behoefte is aan een debat. Als de heer Voordewind sowieso een debat wil, met of zonder brief, dan zet ik dat op de lijst.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik wil sowieso een debat. Het is inderdaad een handige suggestie dat we niet alleen vrijdag van de staatssecretaris een brief krijgen, maar ook een reactie van de heer Donner, aangezien hij zich publiekelijk hierover al heeft uitgelaten.

De voorzitter:

Ja, maar ik kan niet beloven dat ik het voor het reces nog voor elkaar krijg. Dat zeg ik er voor de zekerheid wel even bij, want er zijn nog 21 debatten voor het uwe.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ja, voorzitter, maar het gaat ook om direct ontslag van personeel. Dus het is van belang voor de stichting om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen.

De voorzitter:

Ik snap het punt. Het gaat bijna altijd ook om mensen. Dat is nu eenmaal het soort werk dat we hier doen.

Dan is aldus besloten met spreektijden van drie minuten per fractie. Het komt op de lijst en het stenogram zal worden doorgeleid.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De Westerschelde is een aantal keren uitgediept, waarbij belangrijke voedselgebieden voor vogels zijn aangetast. Om dat te herstellen is door verschillende partijen afgesproken om de Hedwigepolder te ontpolderen. Het kabinet heeft gezegd daar nieuw onderzoek naar te willen doen. Wij stellen daar al sinds 8 november vragen over. Het zou uiterlijk een halfjaar duren. Later kwam de toezegging dat de Kamer uiterlijk 1 juni zou worden geïnformeerd. Gisteren hebben we na herhaaldelijk aandringen een brief gekregen, waarin staat dat we dat rapport, dat inmiddels beschikbaar is, niet krijgen. Ik wil graag een interpellatiedebat met de minister-president, omdat ik wil weten hoe hij dit verdedigt vanuit de grondwettelijke plicht om de Kamer de informatie te verschaffen waar zij om heeft gevraagd en die nota bene al voor een week geleden is toegezegd.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Mevrouw Ouwehand en ik streven naar hetzelfde doel: helderheid voor de Kamer. Daarom heeft Alexander Pechtold gisteren ook weer een keer gevraagd naar dat Kamerstuk, dat er gewoon moet komen. Het kabinet zegt dat het rapport komt met de kabinetsreactie. Dan vind ik dat het de kabinetsreactie maar eerder moet sturen, dan kan het rapport ook eerder naar de Kamer. Ik had dit voor later in de regeling staan, maar wellicht is dit te combineren met het verzoek van mevrouw Ouwehand. Mijn verzoek is om het debat over de kabinetsreactie op het Deltaresrapport nog voor de zomer in te plannen, omdat wij er allemaal belang aan hechten dat dit zo spoedig mogelijk plaatsvindt en de Kamer zo spoedig mogelijk volledig wordt geïnformeerd.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik voel er in ieder geval voor dat er weer rust komt op dit dossier. Daarom is het voor iedereen het beste als het debat voor de zomer plaatsvindt. Ik voel ook heel erg voor die combinatie.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik ben geen woordvoerder op dit dossier, maar ik volg het wel. De inhoudelijke behandeling kan niet plaatsvinden, omdat het rapport niet openbaar is. Juist over die procedure vraagt mevrouw Ouwehand nu een interpellatie aan. Wij steunen dat verzoek, maar dat kan natuurlijk vervallen, als het rapport gewoon openbaar wordt gemaakt.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dat rapport moet zo snel mogelijk openbaar worden. Wat heeft men te verbergen? Ik wil hierover ook zo snel mogelijk een debat voeren. Als we dat nu prettig kunnen combineren, heeft iedereen daar volgens mij belang bij.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt nog niet voldoende steun voor een zelfstandige interpellatie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik weet niet hoe snel u ruimte heeft voor een debat met spreektijden van vier minuten. Een interpellatie kan snel, dat is wel van belang om even te memoreren als we het debat willen vervroegen. Ik vind dat de minister-president hier verantwoording moet afleggen. Als dat te combineren valt, ben ik daar uiteraard niet tegen, maar ik wil dan wel dat de minister-president erbij is. Ik geef mijn collega's in overweging dat wij het rapport wellicht sneller krijgen als wij de minister-president dwingen om uitleg te komen geven in de Kamer.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Indien daarover onduidelijkheid bestond: ik vind het absoluut cruciaal dat wij dat rapport krijgen. Als wij dat niet snel krijgen via een vervroegd debat, moet het maar via een interpellatiedebat met de minister-president. Ik zou het liever combineren en het overbodig maken, maar als het moet, dan moet het maar.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Bij die laatste opmerkingen sluit ik mij aan.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik steun het voorstel van mevrouw Van Veldhoven.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat geldt ook voor de ChristenUnie. Wij steunen sowieso het verzoek om een interpellatiedebat.

Mevrouw Lodders (VVD):

Wat de VVD-fractie betreft, kan het rapport openbaar worden gemaakt. Ik hecht er wel aan om te zeggen dat wij het debat pas zullen voeren op het moment dat de kabinetsreactie er ook bij is.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt uw interpellatie. Ik deel uw ergernis over het lang uitblijven van het rapport. Ik ga proberen om er wat in te bespoedigen. Ik zal hierover zelf ook contact opnemen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Volgens mij had ik ook veel steun voor mijn vraag om het debat te vervroegen. Ik vraag om het debat liefst zo snel mogelijk volledig in te plannen, en als dat echt niet zou lukken en er geen andere manier is, dan het interpellatiedebat; in die volgorde.

De voorzitter:

Die boodschap is helder, maar de boodschap van mevrouw Lodders was ook helder, namelijk dat zij toch eerst het rapport wil zien, en een Kamermeerderheid bepaalt het moment van een normaal debat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Daar hebt u helemaal gelijk in. Juist vanwege de redenering die mevrouw Lodders hanteert – eerst de kabinetsreactie en dan het debat – was mijn vraag aan het kabinet om de kabinetsreactie eerder naar de Kamer te sturen. Het rapport ligt immers al twee weken op het departement. Dat moet eerder kunnen. Dan voldoen we ook aan wat mevrouw Lodders wil.

De voorzitter:

Het stenogram zal worden doorgeleid; men kan dan de hele redenering lezen. Ik zal het interpellatiedebat plannen, maar dat vervalt op het moment dat het andere debat met enige snelheid kan worden gepland. Dit is allemaal duidelijk. Aldus besloten.

Het woord is aan de heer Klaver. Dat wordt mevrouw Van Gent, zie ik.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik val even in voor de heer Klaver. De GroenLinks-fractie is altijd heel flexibel.

Wij hebben gisteren gesproken over een dertigledendebat met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Donner van Binnenlandse Zaken over het bestuursakkoord. Nog maar net geleden is een belangrijk deel van het bestuursakkoord afgewezen, namelijk het deel over de sociale werkvoorziening, om het zo maar even samen te vatten. Wij zijn daarover zeer verheugd, want dat was een slecht plan. Het lijkt ons echter zinnig dat wij hierover nu op korte termijn – echt deze week, zeg ik er dan bij – kunnen praten met minister Donner en de staatssecretaris van Sociale Zaken, vooral omdat minister Donner afgelopen zondag heeft gezegd: het is of het hele akkoord of het is geen akkoord. Dit is toch een van de fundamenten onder het kabinetsbeleid en wij moeten het dan ook snel bespreken. Ik vraag dit mede namens de fractie van de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

Dat debat bestaat al, dat weet u?

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ja, voorzitter, maar ik sta hier nu om de urgentie aan te geven, gezien de ontwikkelingen tijdens het VNG-congres vandaag, in het bijzonder de stemming over het bestuursakkoord waarbij een belangrijk deel van het akkoord is afgewezen. Wij achten het absoluut noodzakelijk dat wij daarover nog deze week met minister Donner en staatssecretaris De Krom kunnen spreken.

Mevrouw Sterk (CDA):

Ik zou het op prijs stellen om eerst van het kabinet te horen wat zijn reactie is op die afwijzing van het bestuursakkoord voordat wij daarover een debat voeren.

De heer Verhoeven (D66):

Mijn fractie steunt het verzoek van de fracties van GroenLinks en de Partij van de Arbeid.

De heer Azmani (VVD):

De VVD-fractie wil ook eerst de reactie van het kabinet horen voordat een debat wordt gepland.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. Wij willen graag eerst een brief opdat wij ergens over kúnnen debatteren.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Het debat was al aangevraagd en ik begrijp niet goed waarom dat nu opnieuw moet gebeuren. Ik hoop dat u het snel plant. De situatie is duidelijk. De minister mag het nog een keer opschrijven, maar volgens mij is het helder.

De heer Verhoeven (D66):

Als de gevraagde brief er snel is, kan het debat dus ook snel worden gehouden.

De voorzitter:

Ik vind deze tekst zo lucide dat wij daarover nog eens gaan nadenken. Dank u wel.

Mevrouw Van Gent, ik heb het gehoord.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Van mij mag er best een brief van het kabinet komen, maar die kan ook vandaag nog of morgen voor 12.00 uur komen. Dan kunnen wij nog deze week hierover debatteren. Dat is vrij cruciaal, want een van de fundamenten van het kabinetsbeleid is vandaag op het VNG-congres afgestemd. Dat is een goede zaak, maar wij moeten er wel over spreken.

De voorzitter:

U hebt uw punt gemaakt. Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan mevrouw Jacobi.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Er liggen nog schriftelijke vragen die de heer Dijsselbloem en ik hebben gesteld over de hoogwatergeul in de gemeente Heerde. Wij hebben die meer dan zes weken geleden gesteld en wij zouden graag deze week het antwoord ontvangen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden, mevrouw Jacobi.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik maak gebruik van het recht om Kamervragen te stellen. Met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ging het erg goed het afgelopen halfjaar; ik heb hier niet vaak gestaan om te vragen of ik eindelijk antwoord kon krijgen op gestelde vragen. Helaas is hier de klad in gekomen. Op 16 mei heb ik Kamervragen gesteld over problemen bij de Zorggroep Charim, op 10 mei over de gemeenten die mantelzorgers aan hun lot overlaten, op 29 april over de luiersensor in de ouderenzorg en op 28 april over de discriminatie van ouderen die hartproblemen hebben. Ik wil graag antwoord op die vragen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

Dan zijn wij volgens mijn informatie gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden. Wij gaan nu verder met de agenda.

Naar boven