Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor om de volgende commissies in te stellen:

1. Vaste commissies voor:

  • Binnenlandse Zaken; Buitenlandse Zaken; Defensie; Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; Europese Zaken; Financiën; Veiligheid en Justitie; Koninkrijksrelaties; Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Infrastructuur en Milieu; Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

2. Algemene commissie:

  • Immigratie en Asiel.

3. Themacommissies:

  • Dierhouderij.

4. Contactgroepen:

  • Contactgroep België, Contactgroep Duitsland, Contactgroep Frankrijk en Contactgroep Verenigd Koninkrijk.

5. Overige commissies:

  • Artikel 19: commissie voor het onderzoek Geloofsbrieven;

  • Artikel 20: commissie voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven;

  • Artikel 21: commissie voor de Werkwijze;

  • Artikel 21 a: commissie voor de Rijksuitgaven.

6. De commissie Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.

7. Commissies van advies:

  • Bouwbegeleidingscommissie, Strategisch overleg informatievoorziening, Kunstcommissie en Commissie Emolumenten.

8. Toezichtscommissies:

  • Gemengde commissie van beroep voor de Dienst Verslag en Redactie en Gemengde commissie voor afstemming en advies voor de interparlementaire betrekkingen.

9. Tijdelijke commissie voor de Jeugdzorg.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Voorafgaand aan deze vergadering hebben de secretarissen van de fracties nog even met elkaar gesproken. Het doet mij genoegen dat u dezelfde lijst opleest die wij ook hebben behandeld in de afgelopen dagen. Daaraan ziet u hoe goed de coördinatie is. Wel hebben wij zojuist over de commissie Jeugdzorg gezegd dat wij daarvan toch graag een algemene commissie willen maken, omdat zij anders niet in staat is om een minister naar de vergadering te roepen. Weliswaar is dit een commissie van tijdelijke aard en hebben wij ook afgesproken dat zij tussentijds nog zal worden geëvalueerd, maar voor de werkwijze van de commissie is het beter dat zij de gelegenheid heeft om ook een minister naar de Kamer te roepen.

De voorzitter:

Ik kijk even rond, omdat mij dit overvalt. Ik zie de heer Van Raak heftig ja knikken, evenals mevrouw Hamer en meer leden. Dan neem ik aan dat ik geheel in uw geest handel door de commissie Jeugdzorg ook toe te voegen aan de algemene commissies. Daarvan hebben wij er dan dus twee, te weten Immigratie en Asiel, en Jeugdzorg. Nog meer voortschrijdend inzicht?

De heer Van Beek (VVD):

Nee, voorzitter. Voor alle algemene commissies die u hebt genoemd, zijn wij het eens geworden over het voorzitterschap. Voor het weekend hopen wij het ook eens te worden over de ondervoorzitterschappen. Ik zal u dus na het weekend kunnen informeren over beide.

De voorzitter:

Dan kunnen wij dat dinsdag ook bekendmaken?

De heer Van Beek (VVD):

Dinsdag of woensdag.

De voorzitter:

Dan kunnen wij allemaal weer aan de slag. Dan weet iedereen bij wie men terecht moet om brieven toe te lichten. Wij zullen de telefoonnummers en e-mailadressen er ook bij zetten. Dan hebben wij dit ei gelegd.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan ga ik naar de begrotingsbehandelingen, inclusief de behandeling van de jaarverslagen en de slotwetten 2009. De agendering is als volgt:

  • - in de week van 9 november: behandeling begroting van Onderwijs, Cultuur en van Wetenschap en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • - in de week van 16 november: behandeling begroting van Algemene Zaken en van de Koning;

  • - in de week van 23 november: behandeling begroting van Veiligheid en Justitie en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • - in de week van 30 november: behandeling begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Immigratie en Asiel en van Infrastructuur en Milieu;

  • - in de week van 7 december: behandeling begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Defensie;

  • - in de week van 14 december: behandeling begroting van Buitenlandse Zaken.

Over de planning van de diverse wetgevingsoverleggen in het kader van de begrotingsbehandelingen zal ik de Kamer zo spoedig mogelijk informeren.

Voorts stel ik voor om de recessen in 2011 en 2012 vast te stellen en in de agenda van de Kamer op te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Financiën het lid Omtzigt tot lid in plaats van het lid Van Haersma Buma.Voorzitter

Ten slotte stel ik voor om de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 22112-1055; 22112-1054; 22112-1051; 21501-07-754; 21501-07-748; 21501-07-755; 21501-07-756; 21501-07-751; 32500-XIV-5; 29684-87; 2010Z14302; 2010Z13723; 29362-183; 2010Z13616; 2010Z13618; 2010Z13621; 2010Z13656; 2010Z13657; 2010Z13698; 32500-VI-5; 31521-56; 2010Z03455; 2010Z14015; 29628-139; 31200-B-20; 31700-B-21; 32123-VII-56; 32123-B-5; 31490-24; 2010Z13985; 31570-15; 28684-169; 32124-3; 29628-174; 31701-20; 31371-268; 2008Z06229; 31700-VII-6; 31924-VII-7; 29628-130; 31924-I-8; 31924-B-6; 31924-C-6; 31924-VII-6; 29628-175; 31924-I-7; 31910-3; 29628-154; 29628-124; 31700-VII-41; 32214-2; 31910-5; 31910-10; 29833-17; 31701-12; 30985-3; 31475-7; 31371-42; 30184-25; 30950-15; 31700-C-4; 28844-34; 29628-160; 25232-54; 29517-29; 29628-107; 29628-115; 32123-B-6; 31142-9; 31142-11; 29614-12; 30977-13; 29628-132; 31200-VII-59; 31371-49; 31371-29; 31371-272; 31701-10; 29544-205; 31924-B-1; 31924-I-1; 31924-III-1; 31924-VII-1; 31924-C-1; 31924-IIB-1; 31924-IIA-1; 31701-22; 32322-3; 29279-72; 31700-VII-100; 32249-3; 28479-40; 31371-33; 29628-192; 31701-23; 31701-19; 25764-43; 31701-15; 29362-159; 29628-137; 31700-III-3; 31371-52; 29628-159; 2010Z00313; 30184-27; 28844-21; 29628-156; 29628-155; 31363-8; 32500-III-4; 32123-I-5; 32501-3; 29628-100; 27859-18; 29628-158; 2008Z06594; 31701-16; 31701-25; 29628-153; 29628-133; 31371-40; 28844-22; 32123-B-3; 29628-225; 25268-72; 31700-C-8; 2009Z07707; 31700-VII-3; 28750-15; 2010Z13774; 32124; 31700-VII-99; 30880-8; 2008Z03000; 2008Z07935; 2009Z14856; 31910-4; 31439-17; 31700-VII-94; 32124-4; 29628-105; 32123-VII-8; 31965-B-3; 31965-VII-3; 32123-B-4; 32123-C-3; 32123-VII-6; 31792-IIB-3; 31792-VII-3; 31965-III-3; 31792-III-3; 29628-106; 2010Z03500; 31847-7; 30184-28; 30420-134; 2008Z01679; 31700-VII-48; 31700-VII-80; 2010Z07654; 22343-218; 30872-10; 31209-78; 26442-38; 31793-45; 30872-54; 31793-44; 30844-42; 31200-XI-98; 27428-111; 21501-08-336; 31757-5; 28694-60; 28694-58; 27801-63; 31200-XVIII-64; 29684-68; 2008Z04222; 2008Z01444; 2008Z01299; 2009Z17489; 2009Z17444; 2010Z01922; 31755-34; 31209-110; 31239-54; 21501-08-331; 31793-43; 31793-42; 31200-XI-135; 31200-XI-131; 30930-7; 21501-08-282; 2009Z10642; 30920-19; 31589-9; 31209-34; 31700-XI-20; 29383-111; 22112-1033; 22112-1036; 21501-08-330; 21501-08-338; 21501-33-235; 2008Z08985; 28631-11; 28325-81; 25422-65; 30196-102; 31209-115; 31701-28; 31793-38; 31209-74; 31924-XI-3; 22112-816; 31793-22; 31793-48; 28966-16; 28966-20; 31924-XI-5; 27625-152; 31924-XI-6; 32123-XI-54; 31200-XI-133; 31924-XI-10; 31500-14; 31700-XI-90; 32123-XI-57; 21501-08-337; 27858-69; 30535-18; 31793-20; 2008Z01257; 30196-114; 30196-34; 31209-90; 31700-XI-19; 30872-40; 31209-98; 31793-21; 30196-46; 31700-XI-62; 32123-XI-17; 31209-105; 22343-194; 30175-48; 31700-XI-87; 31209-33; 2008Z01241; 31201-40; 29619-8; 32123-XI-19; 28325-88; 22112-819; 31924-XI-8; 30196-92; 31200-XI-132; 28996-10; 25422-63; 31200-XI-136; 2008Z02075; 29435-231; 31895-5; 29435-246; 30196-77; 30844-43; 26442-39; 32123-XI-21; 31792-XI-3; 32123-XI-14; 32222-XI-3; 21501-08-332; 21501-08-329; 21501-08-283; 31700-XI-95; 31700-XI-89; 2009Z04273; 31700-XI-6; 30844-45; 22343-203; 31209-61; 31201-39; 31200-IXB-29; 2009Z11345; 31873-2; 21501-07-675; 31700-IXB-21; 31705-19; 31123-2; 21501-07-632; 31070-55; 31930-37; 31789-20; 2008Z03674; 31371-161; 31965-3; 32395-2; 28122-29; 31700-IXB-26; 31492-10; 32123-IXB-13; 32123-27; 31700-XIV-136; 21501-07-673; 31830-6; 28122-32; 28122-27; 28122-28; 31704-92; 31935-1; 31789-36; 28165-92; 31700-IXA-6; 31490-50; 31066-54; 31700-31; 21501-07-752; 31924-IXB-10; 32449-1; 21501-07-703; 21501-07-704; 31371-11; 31700-XIV-18; 26234-87; 21501-07-753; 21501-07-635; 31066-76; 2009Z04348; 27562-42; 31907-11; 31907-10; 31907-12; 31924-G-1; 31924-IXB-1; 31924-IXA-1; 31700-IXB-24; 31700-44; 31371-62; 31371-326; 31792-2; 32222-2; 31924-IXA-6; 31371-317; 31924-G-5; 31924-IXB-7; 31924-G-6; 31924-IXA-7; 31924-IXB-8; 31371-18; 31371-297; 2008Z01925; 31492-4; 31066-53; 27789-19; 31700-IXB-23; 32123; 28165-95; 31706-18; 31492-9; 31371-216; 31371-159; 31052-16; 31371-336; 31789-5; 31965-2; 31371-264; 31371-213; 31371-279; 28165-91; 31205-68; 31200-IXB-32; 28165-90; 2009Z06065; 2009Z07636; 31371-140; 31371-286; 31371-335; 31704-86; 31369-4; 31066-56; 31205-69; 31371-243; 2009Z09096; 21501-07-730; 31789-38; 29984-159; 29984-162; 28694-68; 28694-69; 31789-6; 31066-62; 2010Z12855; 31965-IXA-3; 32222-IXB-3; 32222-IXA-3; 31792-G-3; 31965-IXB-3; 31371-22; 31371-258; 26234-103; 2008Z03417; 31371-288; 31371-171; 28165-96; 31396-6; 31066-58; 31965-1; 26234-96; 31873-1; 32326-1; 31789-3; 31700-IXB-19; 29248-152; 32500-XVI-7; 32500-XVI-6; 2010Z14097; 25422-84; 30850-37; 22112-1063; 29544-262; 2010Z15200; 21501-02-996; 21501-02-995; 21501-20-483; 26991-282; 29664-99; 29664-100; 29675-97; 29675-99; 29675-100; 32123-VI-5; 2009Z07149; 32123-XVIII-27; 31700-XVIII-60; 31700-XVIII-64; 31700-XVIII-5; 32123-XVIII-11; 2009Z00846; 2009Z09622; 2009Z19669; 2009Z02060; 2009Z03756; 2009Z04778; 2010Z05967; 2009Z06126; 2009Z06760; 2009Z09649; 2009Z22300; 2009Z22245; 31778-6; 31700-XVIII-9; 31700-XVIII-91; 22112-836; 31924-XVIII-6; 31015-46; 27926-133; 27926-138; 29453-91; 29453-92; 31200-XVIII-67; 31268-19; 31143-19; 31143-72; 28684-211; 31143-66; 31200-XVIII-65; 32123-XIII-3; 30995-63; 29646-11; 31924-XVIII-3; 31200-XVIII-68; 26283-54; 31143-56; 31924-XVIII-7; 29453-95; 31700-XVIII-78; 27926-131; 31700-XVIII-77; 31700-XVIII-8; 31700-XVIII-10; 27562-55; 31791-18; 30388-32; 31700-VIII-218; 28325-84; 31700-XVIII-12; 31700-XVIII-82; 31143-18; 28684-179; 32158-3; 2008Z01301; 29614-23; 29700-56; 29453-116; 28089-21; 30196-55; 27926-129; 2009Z24917; 29453-84; 29453-101; 29453-122; 29453-121; 29453-120; 31143-71; 29453-79; 31700-XVIII-68; 27562-36; 29700-57; 31143-62; 32123-XVIII-69; 29624-10; 30995-56; 31143-55; 26956-64; 31143-24; 27926-152; 27562-23; 29515-280; 30196-58; 27562-27; 31700-VIII-173; 31700-XVIII-80; 23235-86; 27562-37; 30995-61; 31965-XVIII-3; 31792-XVIII-3; 32222-XVIII-3; 26283-47; 26283-49; 31088-9; 2009Z15440; 30995-47; 30196-87; 31700-XVIII-11; 32500-V-4; 32437-3; 32404-4; 32404-3; 32404-2; 32404-1; 32317-22; 32176-14; 32123-VIII-146; 31981-10; 31936-37; 31936-29; 31411-15; 31371-275; 31305-184; 31305-178; 31293-81; 31263-47; 30373-42; 29861-32; 29665-155; 29665-152; 27830-83; 23645-382; 23645-381; 23645-380; 23645-379; 23645-378; 23645-376; 23645-375; 23645-285; 23432-321; 22589-306; 21501-33-282; 21501-28-60; 21501-02-993; 21501-02-982; 27830-84; 27830-80; 27625-172; 26448-444; 26234-106; 26150-93; 23645-384; 21109-196; 2010Z14149; 2010Z13958; 2010Z13949; 2010Z13947; 2010Z13781; 2010Z13694; 32437-4; 31924-XI-7; 31924-XI-4; 26643-168; 27926-148; 31200-XVIII-70; 30136-26; 28479-55 en 31117-35.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Op 16 oktober was er een uitzending van Zembla waaruit bleek dat TNT, het bedrijf dat in Nederland nog altijd is belast met de universele dienstverlening en er dus voor moet zorgdragen dat zes dagen per week post wordt opgehaald en bezorgd, ervoor kiest om post die toch al te laat is, niet meer alsnog zo spoedig mogelijk te bezorgen maar deze post nog een paar dagen langer laat liggen. Hierover wil ik een debat voeren. Dat heb ik eerder gemeld.

Inmiddels wil ik het onderwerp van dit debat uitbreiden en het ook hebben over de aankondiging van de vakbonden in een persbericht dat zij weigeren dat, zoals de Kamer heeft uitgesproken, een mediator wordt aangesteld om te bekijken of alsnog een oplossing kan worden gevonden voor nieuwe postbedrijven en vakbonden om toch tot een cao te komen. Ik zou het debat dus met dit nieuws willen uitbreiden. Ook daarover moeten wij het hebben. Wij moeten het debat dan niet alleen voeren met de staatssecretaris van Economische Zaken maar ook met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Wij steunen dit verzoek, inclusief de verbreding van het onderwerp en het aantal bewindslieden dat ervoor moet worden uitgenodigd.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ook ik steun dit voorstel namens de fractie van GroenLinks. Het is misschien goed om over de laatste ontwikkeling eerst nog een brief van het kabinet te ontvangen.

Mevrouw Schaart (VVD):

Wij steunen het voorstel van de SP niet. Wij verzoeken de staatssecretaris wel om een brief over dit onderwerp aan de Kamer te zenden. Wij willen deze brief vervolgens nog voor het kerstreces betrekken bij een AO.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Wij steunen op zichzelf het voorstel om hierover heel spoedig te spreken. Het is echt nodig om hierover een fundamentele discussie te voeren. Ik heb begrepen dat de minister op 6 oktober heeft gemeld dat de OPTA nog een onderzoek verricht. Ik heb tevens begrepen dat in de laatstgehouden procedurevergadering is besloten om hierover een algemeen overleg in te plannen. Wat mij betreft is dat een prima vorm die de vergaderlast in de plenaire zaal bovendien wat kan ontlasten.

De heer Koppejan (CDA):

Ik sluit mij graag aan bij het voorstel van mevrouw Schaart, dus een algemeen overleg voor het eind van het jaar en op korte termijn een brief.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun voor een brief. Het maakt ons niet zo veel uit of het een AO wordt of een plenaire behandeling.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor een brief en een AO.

Mevrouw Berndsen (D66):

Hetzelfde.

De voorzitter:

Mevrouw Gesthuizen. U hebt wel steun voor een overleg, maar ...

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik begrijp dat ik dat hier niet officieel kan regelen. Dat zullen wij in de commissie bespreken. Ik hoop dat de collega's dan zullen besluiten tot het zo spoedig mogelijk plannen van een AO.

De voorzitter:

U hebt allemaal hopelijk ook gehoord wat ik zojuist heb opgelezen. Wij krijgen hier in de plenaire zaal heel drukke weken. Het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Afgelopen week hebben wij in verschillende kranten kunnen lezen dat het geweld tegen moskeeën de laatste tijd is toegenomen. Geweld tegen joden, homo's en moslims is onacceptabel en ondermijnt onze rechtsstaat. Daarom wil ik daarover graag een spoeddebat voeren met de nieuwe minister van Veiligheid en Justitie. Ik zou ook graag zien dat het antwoord op de schriftelijke vragen van mijn fractie daarbij wordt betrokken.

De heer Çörüz (CDA):

Mijn fractie ondersteunt dit verzoek, ook als het gaat om het daarbij betrekken van het antwoord op de vragen van mevrouw Arib, maar het lijkt mij ook waardevol om een brief van de minister te vragen.

Mevrouw Helder (PVV):

Geen steun voor een spoeddebat, maar wel steun voor een gewoon debat, want het is allemaal ernstig genoeg. Wij steunen ook het verzoek van de heer Çörüz om een brief, voorafgaand aan het debat.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik zou aan dit verzoek de vraag willen toevoegen of ook de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die gaat over integratie, bij het debat aanwezig wil zijn. Het antwoord op de schriftelijke vragen is inmiddels gearriveerd, maar dat is weinig verheffend.

De voorzitter:

Wij zijn bezig met de regeling. Oordelen van inhoudelijke en kwalificerende aard laten wij zo veel mogelijk achterwege.

De heer Van Raak (SP):

Wij steunen het verzoek om een goede brief en wij hopen op een goed debat.

De heer Mulder (VVD):

Mijn fractie sluit zich aan bij het voorstel van de collega van het CDA.

Mevrouw Berndsen (D66):

Ook D66 steunt dit verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Arib, u had in uw eentje al voldoende steun voor een spoeddebat. Ik ga kijken wanneer ik dat kan inplannen. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Er geldt een spreektijd van drie minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Er wordt 1 mld. zorggeld besteed aan lobbyactiviteiten. Gisteren kwam dat bij het debat over de regeringsverklaring ook aan de orde. De nieuwe premier zei toen uitdrukkelijk dat hij daar van alles aan wil doen. Ik wil daar graag een debat over met de nieuwe minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, zodat wij met haar kunnen besluiten wat wij hieraan gaan doen.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u een handreiking aan het kabinet gaat doen.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun voor het verzoek.

De heer Van der Veen (PvdA):

Het gaat om een uitermate belangwekkend onderzoek. Wij hebben er ook vragen over gesteld. Ons voorstel is om aanstaande woensdag in de procedurevergadering van de commissie te bespreken op welke wijze wij het debat zullen voeren.

Mevrouw Smilde (CDA):

Ik sluit mij aan bij de heer Van der Veen, maar ik wil ook graag een brief van de minister, het liefst voor de procedurevergadering, zodat wij die kunnen betrekken bij onze beraadslagingen.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Mijn fractie steunt dit.

De heer Mulder (VVD):

De fractie van de VVD sluit zich aan bij de collega van de PvdA.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij de collega's van de PvdA en het CDA.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u vroeg om een debat, maar daar hebt u geen meerderheid voor.

Mevrouw Leijten (SP):

Het is mij een beetje onduidelijk wat de PvdA-fractie precies bedoelt. Steunt zij het verzoek om een debat, maar wil zij liever een AO, of wil zij de kwestie eerst nog bespreken in de procedurevergadering? In het laatste geval zet ik het namelijk liever om in een verzoek om een spoeddebat, want dan weet ik zeker dat het debat er komt. Maar wellicht kan de Partij van de Arbeid verhelderend zijn. Dan kunnen wij dit mét de gevraagde brief in de procedurevergadering bespreken.

De voorzitter:

Ik snap het. Mijnheer Van der Veen, steunt u het wel of steunt u het niet?

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Wij steunen zeer het verzoek om een debat. De commissie houdt volgende week echter een procedurevergadering, zoals ik heb aangegeven. Ik heb gewezen op het belang van het onderzoek en het lijkt mij echt heel goed om in de procedurevergadering te bekijken wanneer en op welke wijze wij dit debat zullen houden.

De voorzitter:

U wilt dus op dit moment nog geen knoop doorhakken over steun voor een plenair debat?

De heer Van der Veen (PvdA):

Dat is juist, voorzitter. Dat willen wij bekijken in de procedurevergadering. Die is daarvoor.

De voorzitter:

Oké. Dan hoeven wij geen ronde meer te doen, denk ik.

Mevrouw Leijten (SP):

De regeling van werkzaamheden is ook voor het aanvragen van een debat. Dan zet ik mijn verzoek om in een verzoek om een spoeddebat. Ik vind dit namelijk ernstig genoeg om snel hierover te spreken. Het is onduidelijk of er een debat over komt. Nota bene is gisteren door de premier gezegd dat hij hieraan iets wil doen. Dan is het heel raar als de Kamer er niet over wil spreken.

De voorzitter:

Wij doen niet nog een ronde. De heer Van der Veen heeft volgens mij ook niet gezegd dat hij dit niet steunt, maar hij wil er op een andere manier aan gaan werken. Mevrouw Agema, steunt u ook het verzoek om een spoeddebat?

Mevrouw Agema (PVV):

Ja.

De voorzitter:

Dan hebt u voldoende steun voor een spoeddebat, mevrouw Leijten. Wij zullen het plannen. Zo werkt het, het is niet anders.

Mevrouw Smilde (CDA):

Voorzitter. Mag ik daaraan toevoegen dat ik wel graag mijn verzoek om een brief handhaaf, ook voorafgaand aan het spoeddebat?

De voorzitter:

Zeker.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Om de relevantie nog maar te onderstrepen, heb ik ook graag antwoord op de vragen die wij over dit belangwekkende onderwerp hebben gesteld, en dat voordat het spoeddebat wordt gehouden.

De voorzitter:

U wilt dat de antwoorden binnen zijn voor het spoeddebat? Goed. Aldus besloten. Er komt een spoeddebat. Wij zullen het stenogram doorgeleiden. Misschien kan de commissie alsnog bij elkaar komen om te bekijken hoe zij het debat gaat voeren. De spreektijd is drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Onlangs werden wij opgeschrikt door nieuwe berichtgeving over het bestaande orgaantoerisme voor organen van België naar Nederland. Circa 100 Nederlandse patiënten hebben een Belgisch orgaan gekregen omdat het orgaandonatiesysteem in Nederland niet op orde is. Al jarenlang staan 1300 mensen op een wachtlijst. Elke week sterven er drie mensen op die wachtlijst. Wij vinden dat direct handelen nu geboden is.

De voorzitter:

Ik ook.

De heer Van Gerven (SP):

Daarom wil de SP een debat over het actief donorregistratiesysteem.

De voorzitter:

Heel goed. Wij gaan eens kijken hoe dat ligt.

Mevrouw Smilde (CDA):

Voorzitter. Ik ben wat eentonig, maar ik wil ook hierover graag een brief van de minister, in het bijzonder over de vraag in hoeverre er sprake is van orgaantoerisme en in hoeverre dat de oorzaak is, omdat wij nog niet het geenbezwaarsysteem hebben. Kortom, eerst een brief. Op grond daarvan kunnen wij verder regelen of wij een debat houden of niet.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voorzitter. Wij steunen het verzoek.

De voorzitter:

Heel goed.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Het punt dat de heer Van Gerven aan de orde stelt, is ernstig, maar ik denk dat wij wel een beetje weg moeten blijven van de suggestie dat wij dat probleem met een spoedig debat hier kunnen oplossen, gezien de maatregelen die in gang zijn gezet. Laten wij dus maar eens beginnen met een brief. Op dit moment lijkt mij een debat nog niet zinvol.

De voorzitter:

Punt gemaakt.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Dit is een belangrijk onderwerp. Wij steunen het verzoek om een brief, maar wij vinden het prematuur om te stellen dat er dan ook gelijk een ander systeem zou moeten komen. Geen steun voor een debat dus, maar een brief steunen wij.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Grote steun voor het verzoek van de SP.

Mevrouw Klijnsma (PvdA):

Voorzitter. Ook van onze kant steun voor dit verzoek van de SP, maar ook graag op basis van een brief. Brief en debat dus.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Voorzitter. Steun voor een brief, nog niet voor het debat.

De voorzitter:

Dan hebt u wel steun voor een brief maar nog geen steun voor een debat, want daarvoor is een meerderheid van de Kamer nodig.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik heb dat gehoord. Wij zien die brief graag tegemoet, met een uitdrukkelijke opmerking van de minister over hetgeen ik net heb geschetst. Wij zullen daarna toch zo spoedig mogelijk een debat voorstellen, omdat wij vinden dat dit probleem zo snel mogelijk besproken moet worden met de nieuwe minister.

De voorzitter:

Heel goed. Dank u wel. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. U komt wellicht weer terug met een nieuw verzoek.

U had nog een verzoek?

De heer Van Gerven (SP):

Ja, voorzitter. Mede namens mevrouw Jacobi van de Partij van de Arbeid wil ik een spoeddebat met staatssecretaris Bleker over een brief die hij gestuurd heeft naar de provincies over de aankoop van natuurgronden. Hij heeft een hoop verwarring gezaaid en is, tegen zijn aard in, een beetje als een olifant door de porseleinkast heen gewandeld. Wij vinden dat dit zo niet kan en willen een spoeddebat met de staatssecretaris.

De voorzitter:

U moet me heel even helpen. Is dit hetzelfde onderwerp waar gisteren in het debat over is gesproken en waarover de minister-president een toezegging heeft gedaan? Herinner ik mij dat goed?

De heer Van Gerven (SP):

Ja. Laat ik het even toelichten. Er is gisteren over gedebatteerd. Er is een motie van D66 aangenomen. Er is de toezegging gedaan door de premier dat er in principe geen gronden worden verkocht.

De voorzitter:

En dat er een brief komt.

De heer Van Gerven (SP):

Er komt een brief over, maar er ligt nog steeds een brief van de staatssecretaris en wij willen dat die wordt ingetrokken voor dit moment. Als de staatssecretaris zegt het gesprek met de provincies aan te gaan en de brief te beschouwen als niet geschreven, dan hoeft het spoeddebat wat ons betreft niet te worden gehouden. In de brief staat echter een aantal zaken die gisteren niet zijn besproken en opgelost. Vandaar dat ik toch om een spoeddebat vraag.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Het is volstrekt terecht dat u dacht: dat hebben we gisteren toch eigenlijk al besproken? Wat ons betreft, is het daarom ook echt inhoudelijk gezien onzin om dit nu te doen. En als de heer Van Gerven snel iets wil: op 8 november is er een wetgevingsoverleg natuur gepland. Dan hebben we dus eerder een debat dan wanneer we hierop ingaan in een spoeddebat.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik ondersteun de woorden van de heer Koopmans.

De heer Dibi (GroenLinks):

Dit is een heel belangrijk punt voor de GroenLinksfractie. Op zichzelf begrijp ik dus dat de SP een spoeddebat aanvraagt. We willen er ook voor waken om te veel druk op de agenda te zetten. Ik zie nu al dat er heel veel debatten worden aangevraagd. Misschien kunnen we dus een extra procedurevergadering inlassen, desnoods schriftelijk, waarbij we de staatssecretaris vragen om zo snel mogelijk een brief te sturen. Doet hij dat niet, dan kan de heer Van Gerven hier volgende week dinsdag op de steun van de GroenLinksfractie rekenen voor een spoeddebat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil hier ook heel graag met de staatssecretaris over van gedachten wisselen. Als hij de Kamer een brief stuurt waarin staat dat de brief die hij naar de provincies heeft gestuurd over de verbindingszones is ingetrokken, skippen we het spoeddebat. En anders gaan we het gewoon houden.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Met de toezeggingen van gisteren en met het oog op het wetgevingsoverleg op 8 november aanstaande lijkt me dat een uitstekend moment om dit punt, maar ook het natuurbeleid in zijn geheel aan de orde te stellen.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Daar sluit ik me bij aan.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Wij zijn het helemaal eens met de urgentie van het probleem dat de heer Van Gerven aansnijdt. Gisteren is daarom ook een Kamerbrede motie over dit onderwerp aangenomen. Als ik het me goed herinner, heeft Alexander Pechtold aan het einde nog gevraagd aan de staatssecretaris om al voor het wetgevingsoverleg met een reactie te komen op deze motie. Ik neem aan dat dit een inhoudelijke reactie is. Dat is in lijn met de vraag om een brief.

Mevrouw Agema (PVV):

Wij sluiten ons aan bij het voorstel van het CDA.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik ben medeaanvrager van het spoeddebat. Het gaat ons er echt om dat de brief van tafel gaat, en daar is gisteren niet over gesproken.

De voorzitter:

Mag ik proberen met u mee te denken, mijnheer Van Gerven? Laten we nu het voorstel van de heer Dibi volgen. Dat vond ik – ik wil hem niet te veel prijzen, maar toch – een bijdrage aan de besluitvorming. We sturen het stenogram door en we zorgen ervoor dat we snel een reactie krijgen van de staatssecretaris van Landbouw. We hebben ook een wetgevingsoverleg staan; daar wordt terecht naar verwezen. Mocht die brief u niet de geruststelling geven dat een aantal dingen wordt opgeschort, dan komt u gewoon volgende week dinsdag opnieuw bij de sprekersmicrofoon.

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil het omdraaien, voorzitter. Wij plannen het spoeddebat en alles wordt doorgeleid. Wij willen concreet weten wat de status van de brief is. Wil de staatssecretaris die als niet geschreven beschouwen? Als de staatssecretaris daarop reageert, kunnen wij alsdan beslissen om het spoeddebat wel of niet door te laten gaan. Ik wil het echter gewoon agenderen. De brief kan zeer snel geschreven zijn.

De voorzitter:

Ik wil niet flauw doen, maar wíj plannen het spoeddebat.

De heer Van Gerven (SP):

Uiteraard. Zeker.

De voorzitter:

Dat is een van de weinige dingen waarover ik echt zelf beslis; dat wil ik dus graag zo houden. Ik neem het besluit dat het op de lijst van spoeddebatten komt. Mocht de brief u overtuigen, en die moet er dan dus dinsdag voor 12.00 uur zijn, dan weten we genoeg. U meldt mij dan wat u daarop doet.

De heer Koopmans (CDA):

Omdat ik vind dat we als Kamer, zeker in deze nieuwe periode, goed moeten nadenken over onze instrumenten, waaronder het spoeddebat, vind ik ook dat we even moeten delen dat het feit waarop de heer Van Gerven duidt aan de orde was voor het debat over de regeringsverklaring. Het is blijkbaar zo belangrijk dat dit punt gisteren niet aan de orde is geweest. Ik vind het, kijkend naar de instrumenten van de Kamer, bijzonder dat we nu een spoeddebat gaan plannen met de motivatie die is neergezet. Dat staat los van het belang van dit onderwerp. De urgentie die nu echter wordt neergezet, is gisteren blijkbaar niet aan de orde geweest. Dat punt wilde ik even maken. Ik denk dat het niet verstandig is om als Kamer op deze manier spoeddebatten te plannen en onze eigen agenda, die van groot belang is voor al die andere onderwerpen, misschien in de knel te brengen.

De voorzitter:

Point taken, maar zoals ik al zei, plan ik de spoeddebatten. Ik heb het op de lijst gezet en we wachten de reactie voor dinsdag 12.00 uur van de staatssecretaris af. Dan hebben we een nieuwe regeling van werkzaamheden en wellicht krijgen we allemaal onze zin. Dat zou zomaar kunnen. We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Ulenbelt.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik heb een verzoek, mede namens D66. Ik wil een spoedig spoeddebat houden met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij schijnt voornemens te zijn de pensioenfondsen toestemming te geven de werkgeverspremies niet te verhogen. De pensioenfondsen moeten begin november beslissen – volgende week dus – of zij dat doen. De minister zegt dat ze het niet hoeven te doen, maar volgens de regels zou het wel moeten gebeuren. Ik hoop dat ik u hiermee heb overtuigd van het spoedige karakter van het bijeenkomen van de Kamer hierover. Daarom mijn verzoek om een spoedig spoeddebat.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt. Fijn dat u er weer bent.

De heer Omtzigt (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Fijn dat het ook meteen weer over pensioenen gaat.

De voorzitter:

Dat hebben we speciaal voor u zo georganiseerd. We hebben even gewacht tot u er weer was.

De heer Omtzigt (CDA):

Dank u daarvoor! Het is een belangrijk onderwerp en ik zou het op prijs stellen als de minister van SZW voor maandag een brief stuurt waarin hij opheldert wat er precies aan de hand is. Daaruit moet blijken of het waar is. Zo ja, dan wil ik graag weten op welke ministeriële regeling of algemene maatregel van bestuur dit berust. Je kunt namelijk niet zomaar de pensioenpremies verlagen. Op basis daarvan kunnen we wellicht dinsdag beslissen of het nodig is om een spoeddebat aan te vragen. Dat lijkt me nu nog iets te prematuur.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik sluit me daar helemaal bij aan. Het is een krantenbericht. Ik weet niet wat daar waar van is. Ik zou graag met spoed, het liefst voor zaterdag, die brief hebben. Wat is waar van wat er in het bericht staat? Dan kunnen we volgende week wellicht een spoeddebat hebben.

De heer Mulder (VVD):

Ik wilde eigenlijk zeggen dat ik die brief vrijdag wel wil hebben, maar ik sluit me aan bij het verzoek van de PVV-fractie.

De voorzitter:

Ik dacht dat u er nog even overheen zou gaan en "vanmiddag" zou zeggen. Of laat u dat over een mevrouw Vermeij?

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik zou voor het eind van de dag een brief willen hebben.

De voorzitter:

Kijk eens. Dat is politiek.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik zeg dat niet zomaar. Het gaat over begin november en we weten allemaal wanneer dat is. We moeten het echt snel weten. Het is een gerucht, maar het is een mogelijkheid. We weten niet of het waar is.

De voorzitter:

Maar het is nu 15.00 uur en we moeten ook realistisch blijven. Ik denk dat het voorstel van de heer Van Dijck het meest realistisch is. Ik wil niet zeggen dat dat altijd zo is, maar in dit geval denk ik dat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik had ook om een brief morgen willen vragen, maar dat is inmiddels een beetje flauw. De spoed is helder. Hier moet snel een brief over komen.

De voorzitter:

De heer Van Dijck had het ook over morgen. Dat is vrijdag en vandaag is het donderdag, tenminste bij mij volgt na de donderdag de vrijdag.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Ik sluit me aan bij het verzoek om een brief voor morgen.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden. De heer Ulenbelt heeft nog geen steun voor een spoeddebat, maar de urgentie is duidelijk.

De heer Ulenbelt (SP):

Zou u dan een reservering in de agenda kunnen maken voor dinsdagavond? Als dat spoeddebat toch spoedig gehouden zou moeten worden, hebt u daar vast rekening mee gehouden.

De voorzitter:

Laten we het netjes opknippen. De heer Koopmans deed nog zo'n prachtig appel op u allen. Dinsdag bepalen we opnieuw of er behoefte is aan een debat. Ik snap ook echt wel dat het dan urgent is. We komen er dinsdag op terug en het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet. We gaan het netjes doen: nieuw jaar, nieuwe kansen.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb drie seconden geleden de gevraagde brief in handen gedrukt gekregen. Dus mijn verzoek om het VAO kan bij dezen vervallen.

De voorzitter:

Geweldig!

Het woord is aan de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Docenten worden op de nullijn gezet, er staan bezuinigingen op stapel en tegelijkertijd zijn er 60 bestuurders in het hoger onderwijs die meer verdienen dan de minister-president. Wij willen daaraan zo gauw mogelijk een eind maken en daarom vraag ik een spoeddebat aan.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Dit is inderdaad een heel erg belangrijk punt. Wij willen daarover graag een brief hebben, maar laten wij dit punt meenemen bij de begrotingsbehandeling OCW.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Voorzitter. Namens de PvdA-fractie steun ik het verzoek om een spoeddebat.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. U gaat mij misschien nog een keer prijzen, want ik wil mijn vorige verzoek herhalen, namelijk zo snel mogelijk via een extra procedurevergadering aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vragen om hierover een brief te sturen. Ook de GroenLinksfractie vindt het zorgelijk dat de balkenendenorm nog steeds wordt overschreden. Dan kunnen wij alsnog besluiten of wij hierover een spoeddebat gaan voeren.

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter. Het is wel heel erg spoedig, want volgens mij zal de uitzending pas vanavond zijn. Ik zag net op de website van EenVandaag dat het onderwerp nog niet eens staat aangekondigd. Niettemin, ik kan rekenen. Ik zie dat er van meer dan 30 leden steun is. Mocht er toch een debat komen, dan stel ik het ook op prijs dat er eerst een brief komt van de nieuwe staatssecretaris waarin hij zijn beleid en voornemens op het punt van de beloningen in het hoger onderwijs uiteenzet. Het lijkt mij dat dit ook in een AO in de commissie besproken kan worden dan wel bij de begrotingsbehandeling.

De heer Bosma (PVV):

Ik kan mij aansluiten bij de VVD.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Ik stel voor om het gewoon bij de begrotingsbehandeling te betrekken. Vorig jaar is een onderzoek gepubliceerd waarin precies hetzelfde stond. Het spoedeisende karakter lijkt mij dus niet evident.

Mevrouw Berndsen (D66):

Ik sluit me aan bij het voorstel van GroenLinks.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Steun voor het spoeddebat. Ik vraag mij af of de brief die is gevraagd aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap niet ook een verzoek aan het nieuwe ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie moet bevatten, gezien de landbouwmiddelen die naar de Wageningen Universiteit vloeien en het hoge salaris dat daar aan de bestuursvoorzitter wordt uitbetaald.

De voorzitter:

Dat is een goede aanvulling. Wij zullen in ieder geval het stenogram doorgeleiden.

Mijnheer Van Dijk, u hebt door de mededeling van mevrouw Jadnanansing van de Partij van de Arbeid in ieder geval steun voor een spoeddebat. Ik geef u wel dringend in overweging om het toch toe te voegen aan de begrotingsbehandeling.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Misschien mag ik even reageren. De heer Dijkgraaf zei dat het vorig jaar precies hetzelfde was. Dat lijkt mij juist een reden om nu een debat te voeren, want het moet zo gauw mogelijk afgelopen zijn. Tegen de andere mensen die vroegen of zij een brief mochten krijgen, zeg ik dat die brief maar één regel hoeft te bevatten, namelijk: ja, wij gaan stoppen met die topsalarissen. Die brief is dus eigenlijk helemaal niet nodig. Ik volhard in mijn verzoek om een spoeddebat.

De voorzitter:

U volhardt, dan ga ik het opnemen. Wij gaan hierover verder niet discussiëren, wij hebben dit nu besloten.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Kunt u het dan alstublieft wel plannen in het kader van het debat over Onderwijs? Dan kunnen wij het in een keer meenemen. Dan doen wij daar de drie minuten bij.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Bizar.

De voorzitter:

Zo werkt het ook niet helemaal. De Kamer bepaalt haar eigen agenda en haar eigen reglement. In dat reglement staat een spoeddebat en daarin staat dat voor een spoeddebat de steun van 30 leden nodig is. Daarin staat ook dat er geen nadere criteria worden toegepast. Ik heb ongeveer mijn verkiezing eraan te danken dat wij dit zo houden. En ik zeg niet wie mij daarvoor steunden en wie niet! Wij gaan dit wel heel zuiver doen. U weet echter hoe ik erover denk. Ik vind namelijk – en dat zal geen wonder zijn – dat je wat toegevoegd kan worden aan een gepland debat over de begroting, ook moet toevoegen, omdat wij hier elkaar niet gek moeten maken en een heel drukke agenda hebben. De heer Van Dijk persisteert in zijn verzoek, met steun van mijn eigen fractie. Wij gaan het dus gewoon plannen. Ik zal proberen om het zodanig te plannen dat het een beetje past. Het gaat echter zoals het gaat. Aldus is dus besloten, met drie minuten spreektijd per fractie.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Op twee punten ben ik spijtoptant. Ik bied bij voorbaat mijn excuses aan de andere fracties aan dat het niet op de lijst heeft gestaan. Er vindt nu een algemeen overleg staatssteun plaats. Wij willen een vooraankondiging doen van de mogelijkheid van een VAO inclusief stemmingen. Dat doe ik namens mijn collega Karabulut. Het is dus ook mogelijk dat het niet nodig is. Maar omdat wij niet willen verzoeken om een extra regeling van werkzaamheden na dat AO, willen wij dit hier vooraankondigen als dat mag.

De voorzitter:

U mag het doen, maar ik maak er wel een opmerking over. Ik vind dat u wel heel zeker moet weten waarom die stemming niet kan wachten tot dinsdag. U brengt buitengewoon veel collega's in grote problemen. Wij vinden allemaal dat wij met de kiezer contact moeten hebben en dat wij het land in moeten. Ik hoop ook dat er een quorum is, want het is een erg laat moment: het is 15.00 uur. Ik snap uw overwegingen, maar u wordt er niet populair van.

Mevrouw Leijten (SP):

Dat weet ik, en dan doe ik het ook nog eens namens iemand anders.

De voorzitter:

Dat siert u dan weer.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik weet wel dat het al eerder is aangekondigd, maar helaas is het niet op de lijst gekomen. Dan hadden andere fracties zich kunnen voorbereiden. U hebt het over een quorum, maar ik stel ook vast dat er al een VAO met stemmingen gepland was. Het staat op een groentje: nog heden op de plenaire agenda inclusief stemmingen. Mevrouw Van Tongeren laat het ervan afhalen, maar het lijkt mij dat de fracties gealarmeerd waren dat er mogelijk stemmingen waren.

De voorzitter:

Bij het andere onderwerp stond dat wel. U persisteert en ik wijs maar weer eens op het reglement: ieder lid kan hier ...

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Het is niet zo dat elk lid hier stemming kan aanvragen. Wij hebben een nieuwe procedure daarvoor.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Mijnheer Van Beek, u hebt gelijk. Mevrouw Leijten, u hebt een vooraankondiging gedaan van een VAO. Uiteindelijk bepaalt een Kamermeerderheid of wij vandaag stemmen. Maar als een fractie daaraan hecht, is het een heel goede traditie dat wij dat wel doen. Wij zullen zien hoe het loopt. Bespreek nog eens met uw collega hoe het hier is gegaan.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Mijn volgende punt is een lijstje met schriftelijke vragen waarop ik graag antwoord zou willen. Ze zijn gesteld aan de minister, maar een aantal zal nu door de staatssecretaris worden beantwoord. Dat vind ik niet erg, maar ik zou het wel prettig vinden als dat snel komt. Het zijn schriftelijke vragen over een situatie waarin een terminale patiënt verstoken was van zorg; die zijn op 29 september ingediend. Het zijn vragen over voorkruipzorg bij het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda. Het zijn vragen over de negatieve effecten van Indiaas ok-personeel. En het zijn vragen over fraude met persoonsgebonden budgetten. Ik zou het erg prettig vinden als die vragen worden beantwoord door de nieuwe bewindspersonen.

De voorzitter:

Prima. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. De nieuwe bewindspersoon zit al te glimmen bij de gedachte dat zij nu deze vragen kan beantwoorden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven