Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 24 juni 2010 over de Landbouw- en Visserijraad.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Er zijn al twintig jaar afspraken over de walvisjacht, namelijk dat wij die niet meer doen. Al twintig jaar houdt Japan zich daar niet aan. Het daartoe opgerichte comité is tot nu toe niet in staat gebleken om de afspraken te handhaven. Nederland vindt echter dat er een einde moet komen aan de walvisjacht. Australië daagt Japan voor de rechter om een einde te maken aan die illegale walvisjacht. Wat is er in dit kader zinniger dan dit initiatief openlijk en publiekelijk te steunen? Waarom doet dit demissionaire kabinet wel een persbericht uitgaan over het aanpakken van de actievoerders tegen de walvisjacht – terwijl dit onderwerp controversieel is verklaard – en geen persbericht over het feit dat wij het initiatief van Australië prachtig vinden? Dit is een principiële zaak. Als je van de walvisjacht af wilt, moet je initiatieven die daartoe leiden, voluit ondersteunen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Australië bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag een aanklacht heeft ingediend tegen Japan vanwege zijn illegale walvisjacht;

overwegende dat de Internationale Walviscommissie (IWC) tot nu toe niet in staat is gebleken, de afspraken over de bescherming van de walvis daadwerkelijk te handhaven, dat Japan het moratorium op de walvisjacht al decennialang structureel schendt en dat het overleg over de walvisjacht zich inmiddels in een impasse bevindt;

van mening dat, mede gelet op het officiële Nederlandse standpunt over de walvisjacht, initiatieven zoals die van Australië, waarmee getracht wordt de illegale jacht op walvissen daadwerkelijk te beëindigen, de volle en openlijke steun verdienen van ons land;

verzoekt de regering om middels een brief aan de Australische regering haar duidelijke steun uit te spreken voor het initiatief om Japan voor het Internationaal Gerechtshof te dagen inzake de illegale walvisjacht;

verzoekt de regering, de Australische regering daarbij te laten weten dat Nederland van harte bereid is, waar nodig hulp en ondersteuning te bieden bij het proces,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 402(21501-32).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Wij hebben vanmorgen uitvoerig en meerdere malen over dit onderwerp gediscussieerd. Wij zijn allemaal blij met de inzet van onze minister op dit dossier. Over de motie niets dan goeds, behalve als het gaat over de brief. Wij hebben vanmorgen van de minister gehoord dat zij er alles aan doet in haar contacten met Australië. Mevrouw Ouwehand weet dat haar motie niet wordt gesteund door de andere partijen. Dit soort getuigenispolitiek ergert mij dan ook. Ik snap de stampvoetende opstelling van mevrouw Ouwehand niet. Wat is volgens haar de meerwaarde van het indienen van een motie die het niet gaat halen?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik ben verbaasd over de ergernis van mevrouw Jacobi. Japan schendt jaar na jaar na jaar na jaar het moratorium. Het wordt dus eens tijd voor actie. Als een land het lef heeft om naar het Internationaal Gerechtshof te stappen, vind ik dat de andere landen die tegen de walvisjacht zijn dat land publiekelijk en voluit moeten steunen. De minister heeft alleen bilateraal tegen Australië gezegd dat het best een goed idee is. In de brief aan de Kamer schrijft zij dat het haar goed lijkt als er straks een uitspraak ligt. Dat is niet genoeg. Wij zijn het er allen over eens dat wij harder moeten optreden tegen Japan. Ik vraag mevrouw Jacobi wanneer wij dat eens gaan doen.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Dat is een mooie vraag van mevrouw Ouwehand. Volgens mij zijn wij al lange tijd bezig om de walvisjacht uit de wereld te helpen en om de walvis te redden. Zij doet nu echter alsof de brief dat alsnog gaat doen. Dat is echter absoluut niet aan de orde. Wij moeten dan ook betere maatregelen zoeken dan de maatregel die mevrouw Ouwehand te berde brengt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het is misschien flauw om in wedervragen te vervallen, maar ik wil dan weleens horen wat de PvdA-fractie heeft voorgesteld over hoe de rug recht te houden tegenover Japan. Het is immers alleen maar pappen en nathouden als het om de walvisjacht gaat. Er moet duidelijk een schepje bovenop. De strijd van de afgelopen twintig jaar heeft tot nu toe nog geen walvis gered.

Minister Verburg:

Voorzitter. Wij hebben hierover vanmorgen uitvoerig gesproken. Ik heb op herhaald verzoek van mevrouw Ouwehand aangegeven dat de procedure al zo'n anderhalf jaar wordt voorbereid. Die procedure loopt in goed overleg en in goede afstemming met Nederland. Wij steunen Australië van harte en dat weet het ook. Australië kan elk moment, "day by day", een beroep op ons doen. Wij trekken ook samen op in de IWC. Mij doet de gevraagde brief denken aan het volgende. Neem iemand die al een tijdlang een geliefde heeft. Stel dat het mevrouw Ouwehand betreft. Die geliefde zegt: schat, ik houd al anderhalf jaar van je. Mevrouw Ouwehand vraagt vervolgens om dat schriftelijk te bevestigen. Met een brief redden wij geen walvis extra. Ik ben het er zeer mee eens dat Japan moet worden aangepakt. Daar is de Kamer het ook mee eens. Ik heb de waardering van de Kamer hierover vanochtend ook tot mij mogen nemen. Ik ontraad echter deze motie. Hier schiet niemand iets mee op.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De minister heeft misschien niet zoveel ervaring met liefdesbriefjes. Die kunnen immers heel leuk zijn, weet ik uit eigen ervaring. Dit is echter een principiële zaak. Laten wij helder zijn. Het gaat erom dat dit kabinet persberichten uit laat gaan over wetswijzigingen om actievoerders aan te kunnen pakken, waar het niet eens aan mag beginnen omdat die door de Kamer controversieel zijn verklaard. Daarover kunnen wel persberichten worden uitgezonden, maar een persbericht "Nederland steunt het initiatief van Australië" kan niet. Een persbericht is toch iets anders dan bilateraal even in een achterkamertje zeggen "best een goed idee wat je daar doet". Het is een signaal. Het is belangrijk dat de Nederlandse regering zich openlijk uitspreekt. Ik baal ervan – dat zeg ik maar rustig – dat wij wel iedere keer als Japan om de hoek komt kijken, persberichten uitdoen waarin staat dat wij de actievoerders zullen aanpakken. Zo werkt het immers. Japan klaagt over Sea Shepherd en Nederland zegt "daar gaan wij snel iets aan doen", maar er komt geen openlijke steunbetuiging aan Australië. Dat zou een signaal zijn en daar is het naar mijn mening tijd voor.

Minister Verburg:

Dit is allemaal vanochtend al gewisseld. Kortom, het is oude koek. Ik heb gezegd dat wij Australië steunen, maar blijkbaar zit mevrouw Ouwehand iets anders dwars en is dat de reden dat zij dit nu wil afdwingen. Hier wordt geen walvis mee gered en Australië wordt hier ook niet wijzer van. Australië en andere walvisbeschermende landen weten waar Nederland voor staat; wij maken dat een en andermaal duidelijk. Wij maken constructieve plannen en zoeken oplossingen. Deze brief voegt daar niets aan toe. Kortom, ik ontraad de aanneming van deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen zijn om half vier.

De vergadering wordt van 14.55 uur tot 15.30 uur geschorst.

Voorzitter: Verbeet

Naar boven