Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid, met als eerste spreker de heer De Krom van de VVD. Het AO is gehouden op 24 maart.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Gisteren hebben wij een brief van de demissionair minister van Economische Zaken, mevrouw Van der Hoeven, ontvangen. Daarin meldde zij ons dat de industrie die bezig is met de ontwikkeling van de Joint Strike Fighter niet 10,1% hoeft terug te betalen over het bedrag van 800 mln. dat namens de belastingbetalers aan hen is uitgeleend en ook geen 4,49%, maar plotseling slechts 3%. Dat percentage wijkt af van de bindende uitspraak van de arbiter die meer dan anderhalf jaar bezig is geweest om dit conflict te beslechten. Ik snap werkelijk niet hoe een demissionair minister op dit moment zo veel geld aan de industrie kan uitdelen. Daarom zou ik daarover graag met haar het debat aangaan.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ook in demissionaire tijden blijft het opletten. Ik acht dit een voortreffelijk idee van mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik heb het verzoek mede namens GroenLinks gedaan, bedenk ik mij alsnog. Excuses dat ik was vergeten dat eerder te zeggen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voor de zekerheid hebt u het nu van twee kanten gehoord.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

De PvdA-fractie heeft nog geen behoefte aan een debat omdat zij eerst graag de twee rapporten wil ontvangen die in de brief worden genoemd, vergezeld van een appreciatie daarvan van de regering. Bovendien willen wij ook graag informatie over de concrete uitgaven die wegvallen. Mevrouw Van Velzen noemde dat aspect al. In dat opzicht sluit ik mij wel aan bij haar verzoek. Wat valt er weg uit de begrotingen van Economische Zaken en Defensie nu zomaar ineens een groot bedrag kan worden opgehoest terwijl de begrotingen al zijn goedgekeurd?

De voorzitter:

Ik roep de leden op om zich in te houden en niet te veel over de inhoud te spreken. Deze opmerking betreft niet in het bijzonder mevrouw Eijsink.

De heer Ten Broeke (VVD):

Het is een goede zaak dat lopende zaken wel gewoon blijven doorgaan. Ook wij willen graag de informatie waarnaar mevrouw Eijsink zojuist heeft gevraagd. Wij zullen een debat hierover echter zeker niet blokkeren. Integendeel, ik zie er zelfs naar uit.

De heer Algra (CDA):

Voor de fractie van het CDA geldt dat niet elk goed nieuws voor de Nederlandse industrie een debat in de Kamer hoeft op te leveren. Maar in dit geval hebben wij er ook geen bezwaar tegen. Wij vinden het prima.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik ga ervan uit dat beide rapporten klaarliggen op het ministerie van Economische Zaken, zodat wij dit debat voor komende week kunnen inplannen. Dat is in ieder geval mijn verzoek aan u.

De voorzitter:

Dat heb ik goed begrepen. Wij zullen ons best doen om het debat in te plannen. Ik kan echter nog niet zeggen wanneer dit gaat lukken. Ik stel een spreektijd van vier minuten per fractie voor.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Wat mij betreft graag vijf minuten.

De voorzitter:

Neen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Het is geen spoeddebat.

De voorzitter:

Dat weet ik. Anders zou het op dat lijstje komen.

Het woord is aan de heer Van Raak.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Ik hoor twee berichten. Aan de ene kant zegt de top van de brandweer: wij hoeven minder uit te rukken, wij gaan sprinklers ophangen en vertrouwen op de zelfredzaamheid van mensen. Aan de andere kant zijn er berichten dat er flink bezuinigd zal worden, bijvoorbeeld 4,5 mln. in de regio Rotterdam-Rijnmond. Ik vermoed een verband. Voordat er allerlei beslissingen worden genomen door dit demissionaire kabinet, wil ik er graag over spreken. Het lijkt mij het beste om dat in de vorm van een spoeddebat te doen.

De voorzitter:

Wenst een van de leden het woord? Dat is niet het geval. Dan hebt u geen steun voor een spoeddebat.

De heer Van Raak (SP):

Dan gaan wij het op een andere manier doen, want hier moet over gesproken worden.

De voorzitter:

U mag er met allerlei mensen over praten.

Het woord is aan de heer Jansen.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. De SP-fractie verzoekt om een debat over het bericht dat de Gasunie 0,5 mld. gaat afboeken op haar Duitse net.

De voorzitter:

U zou volgens de aankondiging van de regeling om een interpellatie vragen, maar nu wilt u een gewoon debat?

De heer Jansen (SP):

Ik heb daarover contact gehad met andere woordvoerders. Ik denk dat het beter is om er een gewoon debat van te maken.

De voorzitter:

Dan gaan wij eens kijken.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ook tegen een Voorzittergewoon debat heb ik geen enkel bezwaar. Het lijkt mij verstandig – ik vermoed dat dat ook niet op een bezwaar stuit – dat de minister van Economische Zaken ons voorafgaande aan zo'n debat even nader uitlegt wat er in haar zienswijze nu precies aan de hand is.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik heb ook geen bezwaar tegen een debat, maar heb hetzelfde verzoek om een brief waarin wordt aangegeven wat de formele positie is van de Nederlandse overheid en wat de impact is voor de Nederlandse belastingbetaler, zodat wij dat debat gefundeerd kunnen voeren.

De heer Bosma (PVV):

Daar sluit de fractie van de Partij voor de Vrijheid zich graag bij aan.

Mevrouw Spies (CDA):

En die van het CDA ook.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden en een debat gaan plannen.

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Eergisteren is de kwaliteitsmonitor openbaar vervoer verschenen, waaruit blijkt dat met name in de drie grote steden waar niet is aanbesteed de kwaliteit van het openbaar vervoer ondermaats is. De CDA-fractie zou daarom graag met de minister van Verkeer en Waterstaat een spoeddebat houden over dit onderwerp.

De voorzitter:

U hebt de steun van 30 leden, dus wij zullen het toevoegen aan het lijstje.

De heer Koopmans (CDA):

Wat de planning van dat debat betreft, verzoek ik u om er rekening mee te houden dat het plaatsvindt voorafgaande aan een eventueel besluit van de Kamer over de lijst van controversiële onderwerpen op dit punt, ingediend door de commissie voor Verkeer en Waterstaat.

De heer Jansen (SP):

Voor zover mij bekend, komt er volgende week dinsdag een amendement in stemming over dit onderwerp. Ik dacht niet dat de stemming daarover gekoppeld is aan een spoeddebat. Wij kunnen uiteraard altijd spoeddebatten houden; wij zullen er ook zeker aan meedoen in dit geval. Maar ik dacht niet dat er een directe koppeling is tussen die twee onderwerpen.

De heer Heijnen (PvdA):

Hier sluit ik mij graag namens de PvdA-fractie bij aan.

De heer Koopmans (CDA):

Ik denk echt dat er een relatie is tussen beide besluiten. Uiteindelijk doet u de planning, voorzitter. Ik zou u toch willen meegeven dat ik denk dat het heel verstandig is om het een na het ander te doen.

De voorzitter:

Dat betekent dat u dan altijd bij de regeling van werkzaamheden om uitstel van stemmingen kunt vragen.

De heer Koopmans (CDA):

Dat kan ook, maar ik sta nu bij de regeling van werkzaamheden en ik vraag u om bij de planning van het spoeddebat daarmee rekening te houden.

De voorzitter:

Ik kan er rekening mee houden, maar het is nu donderdagmiddag; de stemmingen zijn dinsdagmiddag en er zitten geen andere Kamerdagen tussen. Daarom zeg ik tegen u dat, mocht het mij niet lukken om voor de stemmingen dat spoeddebat te houden – die kans is groot – u er rekening mee moet houden dat u de stemmingen moet uitstellen. Aldus besloten met spreektijden van drie minuten per fractie.

Naar boven