Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van het lid Ortega-Martijn stel ik voor, haar motie op stuk 31439, nr. 15, opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik deel aan de Kamer mee dat de contactgroep Duitsland tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Jager.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de contactgroep Duitsland het lid Schreijer-Pierik tot lid.

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Justitie het lid Roemer tot lid in plaats van het lid Leijten en het lid Karabulut tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid De Roos-Consemulder.

Op verzoek van de GroenLinksfractie benoem ik in de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het lid Vendrik tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dibi.

Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. De staatsschuld neemt meer toe dan minister Bos ons voorspiegelt. Ik wil daarom een debat met hem over het bericht in de Volkskrant: "Strop dreigt voor de staat bij deal ING".

De voorzitter:

Uw vraag is helder.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Voorzitter. Wij hebben een uitvoerig debat gehad over de interventies bij ING. De minister heeft toen toegezegd dat hij ons voortdurend op de hoogte zal houden van het wel en wee van de stortingen bij ING. Wij willen graag van de minister van Financiën een brief naar aanleiding van het artikel in de Volkskrant. Dat kan passen in de normale halfjaarlijkse rapportage.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u het verzoek van mevrouw Koşer Kaya niet steunt.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Wij willen eerst een brief en daarna zien we verder.

De voorzitter:

U wilt dus een brief, maar geen debat.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. Ik wijs erop dat collega Irrgang en ik op 11 mei 22 vragen hebben gesteld over deze back-upfaciliteit bij ING. Er ligt ook nog een motie van mij die in februari jongstleden Kamerbreed is aanvaard. In die motie wordt de minister verzocht, de Kamer halfjaarlijks op de hoogte te stellen van de waardeontwikkeling, de risico's enzovoort. Wij hebben van minister Bos nog niet gehoord hoe hij deze motie gaat uitvoeren. Dat zou gekoppeld kunnen worden aan de brief die mevrouw Koer Kaya vraagt. Als wij die brief hebben ontvangen en als de vragen van de heer Irrgang en mij zijn beantwoord, kunnen we besluiten op welke wijze wij hierover het gesprek gaan voeren met de regering.

De voorzitter:

Het was niet mevrouw Koşer Kaya die om een brief vroeg, maar de heer De Nerée tot Babberich. Maar u steunt evenmin het verzoek om een debat op dit moment.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik steun dat verzoek wel, maar ik sluit mij ook aan bij het verzoek om een brief en het overzicht van de waardeontwikkeling.

De voorzitter:

Dan constateer ik dat mevrouw Koşer Kaya niet voldoende steun heeft voor een debat, maar wel voor een brief.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Dan wil ik graag die brief, het overzicht van de waardeontwikkeling en een reactie op het bericht in de Volkskrant voor volgende week dinsdag krijgen.

De voorzitter:

Prima. Wij zullen het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Wij hebben morgenochtend een algemeen overleg over een aantal tbs-onderwerpen. Voor die tijd wil ik graag een tweetal sets Kamervragen beantwoord zien. De nummers heb ik al aan u doorgegeven. Die antwoorden wil ik gebruiken voor het debat, dus het zou fijn zijn als ze vandaag op een redelijk tijdstip binnenkomen.

Ik heb ook vragen gesteld over de totstandkoming van het masterplan detentiewezen justitie. Dat masterplan komt aanstaande maandag naar buiten. Ik heb verzocht of die vragen voor die tijd kunnen worden beantwoord. Ik rappelleer nu alvast, maar als het vandaag of morgen kan, ben ik erg blij.

De voorzitter:

Wij zullen beide sets vragen inclusief de juiste stuknummers doorgeleiden naar het kabinet ter spoedige beantwoording.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Ik verzoek u met steun van de meerderheid van de Kamer, het spoeddebat over het Erfocentrum dat voor morgenavond staat gepland, van de agenda af te voeren.

De voorzitter:

Het lijkt mij dat daartegen nauwelijks bezwaar kan bestaan. Dank voor deze geste. Aldus is besloten.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Naar aanleiding van het bericht in de Volkskrant over het opgeven van 3000 opleidingsplaatsen bij de politie wil ik een spoeddebat aanvragen. Voor dat spoeddebat wil ik graag de notitie van de minister waar in de Volkskrant sprake van is en een toelichtende brief. Ook wil ik graag een reactie van het Korpsbeheerdersberaad. Ik heb begrepen dat dit punt eerder voor een regeling was aangemeld, maar weer is ingetrokken. Ik vind dit zo opportuun dat wij het er direct over moeten hebben. Ik vind het raar dat het weer is teruggetrokken, terwijl dezelfde persoon gisteren een debat heeft aangevraagd over een of andere zendmast in Rotterdam. Ik begrijp die lijn niet helemaal. Dit is een zeer belangrijk punt en wij moeten nu meteen beslissen.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Ik steun dit verzoek van harte. Ik begrijp ook niet hoe dit bij de regeling is gegaan. Misschien kan de voorzitter daarover iets meer zeggen. Ik wil zeker weten dat wij goede stukken krijgen en daarom stel ik voor om tussen nu en een week een debat te voeren.

De voorzitter:

Degene die het oorspronkelijke verzoek heeft gedaan, heeft zijn verzoek teruggetrokken. Het wordt voor een AO geagendeerd dat vandaag of morgen wordt gehouden. Ik constateer dat er niet voldoende steun is voor een spoeddebat.

De heer Brinkman (PVV):

Ik constateer ook met spijt dat sommige partijen grote woorden spreken over het nut en het welzijn van de politie, maar dat hier in de Kamer niet doen. Helaas.

Naar boven