Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Herstel van wetstechnische gebreken in de Wet op het financieel toezicht en een aantal andere wetten (Reparatiewet Wft) (31468);

  • - het wetsvoorstel Regeling van de vergoedingen voor adviescolleges en commissies (Wet vergoedingen adviescolleges en commissies) (31489).

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van morgen en als hamerstuk te behandelen:

  • - de subsidiariteitstoets van het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat verlaagde BTW-tarieven betreft (COM(2008) 428) (31542);

  • - de subsidiariteitstoets van het voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende het statuut van de Europese besloten vennootschap (COM(2008) 396) (31543);

  • - de subsidiariteitstoets van het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (COM(2008) 414) (31545).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. In de eerste plaats wil ik graag een brief. Ik heb daar vorige week al om gevraagd naar aanleiding van de verdwijning van mevrouw Van der Kouwe op Bonaire. Ik maak mij daar buitengewoon veel zorgen over, omdat ik een verbinding zie met het verdwijnen van Nathalee Holloway een aantal jaren geleden op Aruba. Staatssecretaris Bijleveld is zeer content met het onderzoek; ik niet, zeker niet gezien hetgeen vandaag in het AD stond. Ik wil daarom voor volgende week dinsdagmiddag 12.00 uur die brief zien.

De heer Remkes (VVD):

Ik heb op zichzelf ook wel behoefte aan nadere informatie, maar het lijkt mij toch vruchtbaar om die informatie te vragen op basis van een afgerond onderzoek. Anders, vrees ik, krijgen wij halve informatie. Zo'n brief kan ik bij wijze van spreken nu al schrijven, als ik mij even in de positie van de staatssecretaris verplaats.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik denk dat het beter is dat wij het onderzoek niet voor de voeten lopen en dat wij geïnformeerd worden als het onderzoek is afgerond. Dit is een ernstige situatie. Het lijkt mij dat de heer Brinkman ook niet wil dat wij mensen voor de voeten gaan lopen.

De heer Van Bochove (CDA):

Ik sluit mij bij de vorige sprekers aan.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij de heer Remkes.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ook wij sluiten ons aan bij de voorgaande sprekers.

De voorzitter:

Mijnheer Brinkman, ik constateer dat u geen steun heeft voor uw verzoek.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik wil de leden toch even graag in herinnering brengen dat ook staatssecretaris Bijleveld al in het openbaar heeft gereageerd. Ik wil verzekerd zijn van de politionele en juridische bijstand die door Nederland wordt geleverd. Ik wil niet hebben dat wij in een kokervisie worden gevangen, waarbij, zoals nu blijkt, een mogelijke "usual suspect" aangehouden is.

De voorzitter:

Ik ga niet in discussie over de inhoud.

De heer Brinkman (PVV):

Misschien kan ik de overige leden nog bewegen tot een andere opstelling.

De voorzitter:

Ik denk dat zij allemaal gezegd hebben dat zij na ommekomst van het onderzoek...

De heer Remkes (VVD):

De heer Brinkman maakt het alleen maar erger, want ik heb geen zin om vanuit onze verantwoordelijkheid politieonderzoeken te sturen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Er worden ons woorden in de mond gelegd waar ik echt afstand van neem. Ik vind het ook ernstig wat er gebeurt en ik ben ook niet voor een kokervisie, maar het lijkt mij verstandiger dat wij over het afgeronde onderzoek worden geïnformeerd. Wij moeten hier geen tegenstellingen creëren die er niet zijn.

De voorzitter:

Dat had ik juist willen zeggen. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar de staatssecretaris, zodat zij kan zien wat hier is besproken is. Zij kan daaruit opmaken dat er een grote interesse is bij de leden van de Kamer om te zijner tijd de uitkomsten van het onderzoek te ontvangen.

Het woord is wederom aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Mijn tweede verzoek gaat over het akkoord dat de staatssecretaris heeft gesloten met Aruba over de 110 mln. Hierbij is ook het Plant Hotel betrokken. Ik wil hierover graag een brief van de staatssecretaris ontvangen vóór de behandeling van de begroting.

De heer Van Bochove (CDA):

Voorzitter. Op zichzelf heb ik niets tegen het vragen om een brief, maar ik wil daarbij de volgende kanttekening plaatsen. Als een bewindspersoon naar de Antillen reist, is het gebruikelijk dat de Kamer per kerende post een uitgebreid verslag ontvangt van dit bezoek. In haar verslag zal de staatssecretaris, zeker gezien de kennis die zij heeft over de interesse van de Kamer voor dit specifieke onderwerp, hier ook op terugkomen. Het is overigens ook gebruikelijk dat in de vaste commissie over dit onderwerp en over deze brief wordt gediscussieerd. Ik vraag mij af of de regeling van werkzaamheden nu op de juiste manier wordt gebruikt.

De heer Remkes (VVD):

Voorzitter. Daarbij komt nog een overweging. Ik was deze berichten al wat eerder tegengekomen. Ik heb ze meegenomen in de vragenronde voor de behandeling van de begroting. Dit betekent dat wij sowieso informatie zullen ontvangen vóór de behandeling van de begroting.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik sluit mij bij de vorige sprekers aan. Dat doe ik niet om de heer Brinkman dwars te zitten. Ik wijs hem er echter op dat wij geïnformeerd worden door de staatssecretaris. Ik meen bovendien dat er al een overleg is gepland voor eind deze maand. Dan zullen wij hierover met haar spreken. De heer Brinkman wordt dus op zijn wenken bediend.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Voorzitter. Ook ik sluit mij aan bij de vorige sprekers.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ook mijn fractie sluit zich aan bij voorgaande sprekers. Laten wij voorkomen dat wij de regeling van werkzaamheden voor allerlei zaken misbruiken. Deze dingen kunnen wij in de vaste commissie behandelen.

De voorzitter:

U kunt het aan mij overlaten, mevrouw Kuiken, om er zorgvuldig op toe te zien dat de regeling van werkzaamheden niet wordt misbruikt. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar de staatssecretaris, zodat zij weet dat wij het over dit punt hebben gehad. De heer Van Bochove en de heer Remkes zeiden al dat wij een uitgebreid verslag krijgen en een brief. Daar gaan wij van uit. Als de heer Brinkman daarna aanleiding ziet voor een debat, kan hij daarvoor opnieuw een voorstel doen. Aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Met ingang van vandaag verandert minister Klink de handhaving van het rookverbod in de horeca. Mijn fractie is het daarmee niet eens. Deze wijziging komt niet overeen met wat wij in de Kamer hebben afgesproken. Daarom wil ik een spoeddebat aanvragen. Ik doe dit mede namens de VVD-fractie.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dat meent ze niet!

De voorzitter:

Mevrouw Van Gent, ik had u het woord nog niet gegeven, maar u was al begonnen met praten.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Sorry, voorzitter. Het glipte eruit. Ik bied daarvoor mijn nederige excuses aan. Toevallig heb ik in het debat over het rookverbod in de horeca het woord gevoerd. Toen is afgesproken dat er per 1 oktober pittiger zal worden gehandhaafd. Er is dus niets nieuws onder de zon. Ik vraag mij daarom af waarom er nu een spoeddebat nodig is. Wil mevrouw Agema het rookverbod opheffen?

De voorzitter:

Nee, mevrouw Van Gent, wij gaan niet debatteren.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik ben wel nieuwsgierig, voorzitter. U toch ook?

De voorzitter:

Ja, ik ben ontzettend nieuwsgierig, maar ik kan dat goed beheersen.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. De minister heeft tijdens het vragenuurtje op verzoek van mevrouw Agema een duidelijke uitspraak gedaan. Daarmee handelt hij nu in strijd. Daarom steunt mijn fractie de aanvraag van een spoeddebat over dit onderwerp. Het gaat slechts over een kwestie van beperkte omvang, dus een minuut spreektijd is mijns inziens genoeg. Dat geeft aan hoe wij erin staan.

De voorzitter:

Ik vind het zo fijn dat u meedenkt.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Voorzitter. Mijn fractie heeft geen behoefte aan een spoeddebat over dit onderwerp. Spreektijden van een minuut geven aan dat het blijkbaar niet de moeite waard is. De brief die wij hierover hebben gekregen, is volstrekt duidelijk.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, ik stel vast dat u steun hebt voor een spoeddebat. Ik kan echter, gezien de volle agenda, echt niet beloven dat ik een dezer dagen ruimte kan vinden voor dit debat. Ik ga zoeken naar een moment dat geschikt is om een kort spoeddebat te houden over dit onderwerp. Het staat alle leden vrij om daaraan deel te nemen of dat niet te doen. Aldus besloten.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. De nieuwe manier van handhaven gaat vandaag in, dus enige spoed is geboden.

De voorzitter:

Ja, daarom heet het een spoeddebat.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Het gaat slechts om een debat met spreektijden van een minuut en er zullen niet heel veel sprekers zijn. Wellicht kunnen wij dit in een uur met elkaar regelen. Ik hoop daarom dat u vandaag nog wat ruimte zoekt op de agenda.

De voorzitter:

Vandaag gaat zeker niet lukken. Dat weet u, mevrouw Agema. Ik heb vaker van doen met mensen die denken dat het kort kan, waarna blijkt dat het toch langer duurt. Ik zal dit zorgvuldig plannen, daarop kunt u rekenen.

Het woord is aan mevrouw Karabulut. Ik zie echter dat zij niet aanwezig is in de zaal. Is er misschien een ander lid van de SP-fractie die het verzoek kan voorlezen? Ik zie dat de heer Irrgang daartoe bereid is. U kunt het, mijnheer Irrgang. Het woord is dus aan de heer Irrgang, namens mevrouw Karabulut.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Ik zou graag een rappel doen voor het beantwoorden van de schriftelijke vragen die gesteld zijn door mevrouw Karabulut aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het inburgeringsfiasco in Amsterdam. Deze vragen zijn ingezonden op 4 september.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer De Krom.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het AO over de Transportraad van gisteren op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik zal dit verslag toevoegen aan de agenda.

De heer De Krom (VVD):

Ik heb nog wel één aantekening: het VAO moet plaatsvinden vóór de Transportraad.

De voorzitter:

Die is pas 9 oktober. Wij gaan ons best doen om dat te plannen.

Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden.

Naar boven