Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met rechtsontwikkelingen, internationale verplichtingen en geconstateerde wetstechnische gebreken en leemten (31391);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het voornemen tot intrekking van voorbehouden bij een aantal verdragen en protocollen inzake de bestrijding van terrorisme (31539, R1865);

  • - het wetsvoorstel Aanpassing van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de toetreding tot het Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (31425);

  • - het wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade (31518);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties in verband met de toepassing op beslissingen tot confiscatie (31555);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met de structurele regeling van de overgang van werknemers bij de overgang van een concessie voor openbaar vervoer (31569);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Zorgverzekeringswet houdende maatregelen om ook wanbetalers voor hun zorgverzekering te laten betalen (31736).

Aangezien voor de stukken: 29279, nr. 82, 31794 (R1870), nr. 1, 31784, 31797 (R1871) en 23908, nr. 86, de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Voorts stel ik voor, de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen: 31700-XII, nr. 8, 31700-VIII, nr. 34, 31700-VIII, nr. 40, 31700-VIII, nr. 12, 31700-XVI, nr. 77, 31700-XVI, nr. 85, 31700-XII, nr. 9, 31700-V, nr. 59, 31700-XVI, nr. 86, 31700-XVI, nr. 76, 31700-XVI, nr. 72, 31700-XVI, nr. 71, 31700-XVI, nr. 31, 31700-XVI, nr. 30, 31700-XII, nr. 3, 31700-XVI, nr. 25, 27926, nr. 130, 2008Z05918, 2008Z06231, 22343, nr. 216, 28844, nr. 24, 28844, nr. 25, 31700-X, nr. 26, 27830, nr. 57, 30111, nr. 31, 2008Z07474, 31200-VIII, nr. 209, 28140, nr. 63, 31706, nr. 19, 25847, nr. 69, 30597, nr. 38, 29628, nr. 98, 27831, nr. 26, 23490, nr. 530, 27789, nr. 17, 31409, nr. 9, 30375, nr. 6, 22112, nr. 725, 22112, nr. 726, 2008Z05647, 2008Z06781, 22112, nr. 721, 29838, nr. 11, 22112, nr. 720, 23490, nr. 526, 23490, nr. 527, en 22112, nr. 715.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Sap, mede namens de SP.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Voorzitter. Wij willen graag volgende week een debat voeren over het aanvullende steunpakket waarover het kabinet vrijdag gaat beslissen en over de uitvoering van de aangenomen motie-Halsema/Hamer, waarin het kabinet wordt gevraagd om de kredietcrisis en de klimaatcrisis in onderlinge samenhang te bezien en met nadere maatregelen te komen. In overleg met de SP-fractie hebben wij besloten om dit verzoek om een debat samen te voegen met het verzoek om een debat met de minister van SZW over zijn brief over werktijdverkorting en mobilisatie van de arbeidsmarkt. Wat ons betreft, wordt het een debat met de ministers Bos en Donner, graag op fractievoorzittersniveau, want het ligt in het verlengde van de eerdere debatten die ook door de fractievoorzitters gevoerd zijn. Wij zouden dat debat graag in de tweede helft van volgende week voeren.

De voorzitter:

Over wie het woord voeren, ga ik niet, en ook andere leden niet, dat bepalen de fracties zelf maar.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Voorzitter. Het moet niet veel gekker worden! Wij hebben al bijna elke dag een spoeddebat en nu wordt er zelfs een debat aangevraagd over een brief die er nog niet is. Laten wij afwachten tot de brief er is en laten wij dan dinsdag bij de regeling van werkzaamheden bekijken hoe wij daar verder mee omgaan.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Dat zou ook mijn lijn zijn. Er is helderheid over het feit dat het kabinet morgen tot besluitvorming denkt te komen. Gebruikelijk is dat direct naar de Kamer wordt doorgeleid hoe dat eruitziet, en dan krijgen wij de gewone procedure. Natuurlijk, mevrouw Sap heeft een punt als zij zegt dat wij daar zo snel mogelijk naar moeten kijken, dat is inherent aan de materie. Ik begrijp het verzoek wat dat betreft ook niet, net als de heer De Nerée.

De heer Tang (PvdA):

Voorzitter. Vergelijkbare woorden: de brief kennen wij nog niet. Ik kan mij ook heel goed voorstellen dat het een brief blijkt te zijn die gewoon door de vaste commissie voor Financiën kan worden besproken in een algemeen overleg, zodat het debat niet eens in de plenaire zaal hoeft plaats te vinden. Als het gaat over de voortgang van de motie, kan mevrouw Sap vragen om dat punt bij de brief te betrekken. Dat lijkt mij prima.

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter. Ik steun de procedurele lijn van de heer De Nerée en anderen om eerst de brief af te wachten en ik kondig nu vast aan dat, als het een algemene brief is, een echt algemeen debat – nog wat algemener dan nu is aangevraagd – meer voor de hand ligt. Ik doel op een debat over de hele aanpak van de economische crisis, waar dan ook de premier logische gast bij zou zijn.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Ik steun ook deze lijn. Ik vind het erg prematuur om nu een debat aan te vragen over besluitvorming die morgen plaatsvindt. Ik steun wel het verzoek om een debat. Op zich denk ik dat daarover moet worden gesproken, maar ik vind het een beetje raar om vóór besluitvorming al een debat aan te vragen.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Ik hecht er in ieder geval aan dat het een breed debat wordt. In die zin kan ik mij ook vinden in de woorden van de heer Nicolaï. Misschien moeten er zelfs nog wat meer bewindspersonen aanschuiven, maar het zal een breed debat moeten worden. Gezien de verslechterende economische situatie en de aankondiging van dit pakket steunmaatregelen is onze inschatting dat de Kamer dit toch heel snel zal willen bespreken. Ik heb er geen moeite mee om aanstaande dinsdag bij de regeling van werkzaamheden met dit verzoek terug te komen om dan te bekijken of wij het debat zo spoedig mogelijk kunnen voeren.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Ulenbelt toch nog een herkansing wil.

De heer Ulenbelt (SP):

Minister Bos heeft het met heel veel ...

De voorzitter:

Nee, nee, wij gaan nu niet naar de inhoud. Wij houden het bij het verzoek.

De heer Ulenbelt (SP):

Er komt een brief en dat daar volgende week een debat over moet worden gevoerd, is volstrekt helder.

De voorzitter:

Maar het is wel een goed gebruik dat wij hier de brieven afwachten voordat wij ze in behandeling nemen.

De heer Ulenbelt (SP):

Maar er is al wel een brief van minister Donner die op zichzelf al een debat zou rechtvaardigen. Morgen komt er gewoon nog een brief bij. Het is dan toch volstrekt logisch om het zo te doen?

De voorzitter:

Laten wij het nu niet ingewikkelder maken. Mevrouw Sap deed dat gelukkig ook niet. Tussen nu en dinsdag krijgen wij, ijs en weder dienende, nog een brief. Bij de regeling van werkzaamheden op dinsdag beslist de Kamer in wijsheid hoe zij daar verder mee omgaat. Dat lijkt mij een goede beslissing waar mevrouw Sap ook mee kan leven.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Dat klopt, voorzitter. Ik leef ook wel mee met de heer Ulenbelt. Ik vind dat de rest van de Kamer zich enigszins procedureel opstelt; het is volstrekt helder dat wij volgende week gaan debatteren. Maar ik wil er niet moeilijk over doen, wij zullen er dinsdag op terugkomen.

De voorzitter:

Aldus besloten.

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Ik spreek hier in mijn hoedanigheid van voorzitter van de vaste commissie voor VROM. De brief die de Kamer afgelopen maandag heeft ontvangen naar aanleiding van de bij een eerdere regeling van werkzaamheden gevraagde brief over de rechtstreekse toegang van de Kamer tot de planbureaus, geeft ons aanleiding om te verzoeken om een debat hierover met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van VROM. Wij zouden het op prijs stellen als dat debat volgende week gehouden kan worden. Voor de planning kunt u er gevoegelijk van uitgaan dat het aantal woordvoerders zeer beperkt zal zijn, hoewel de sprekerslijst het uiteindelijk bepaalt. Het is de bedoeling dat de voorzitter van de vaste commissie voor VROM en de voorzitter van de vaste commissie voor BZK dan het woord zullen voeren richting de regering.

De voorzitter:

Dat is een heel vernieuwend voorstel, zou ik willen vaststellen. Wenst een van de leden het woord? Dat kan haast niet als de voorzitter van een vaste commissie zo'n voorstel doet, maar ik moet het formeel toch vragen. Ik constateer dat verder niemand het woord hierover wenst te voeren. Dan is aldus besloten. Mijnheer Koopmans, ik dank u voor deze vernieuwing van de werkwijze van de Kamer. Wij kunnen altijd op u rekenen. Ik begreep dat het korte spreektijden kunnen zijn. Ik denk aan vier minuten per fractie. Ik zie aan uw handgebaar, mijnheer Koopmans, dat u drie minuten ook goed vindt. Welnu, dan krijgt u er vier en dan doet u er drie.

Naar boven