Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de vaste commissie voor Financiën stel ik voor, aan de minister van Financiën de wens te kennen te geven, nadere inlichtingen te willen ontvangen over de oprichting van een stichting Nederland als centrum voor financiële dienstverlening (31064, nr. 1).

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling ter uitvoering van Richtlijn nr. 2004/113/EG van de Raad van de Europese Unie van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten (30967);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de huurtoeslag (formule berekening normhuur) (31034);

  • - het wetsvoorstel Rijksbrede aanpassing van regels omtrent de reductie en vereenvoudiging van vergunningen teneinde de regeldruk te verminderen (Verzamelwet vereenvoudiging vergunningen) (30959);

  • - het wetsvoorstel Regels over de informatie-uitwisseling betreffende ondergrondse netten (Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten) (30475);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de implementatie van richtlijn 2005/89/EG inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen (30934);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Militaire ambtenarenwet 1931 en intrekking van de Wet voor het reservepersoneel der Krijgsmacht in verband met onder andere de invoering van een flexibel personeelssysteem voor de krijgsmacht (30674);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs onder meer in verband met enkele aanpassingen in de inrichtings- en examenvoorschriften met betrekking tot het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (30988);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet op de expertisecentra en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met het wegnemen van enkele knelpunten bij leerlinggebonden financiering en het opheffen van de landelijke commissie toezicht indicatiestelling (30956).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Dezentjé Hamming

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Ik verzoek u, het VAO Belastingdienst van 19 april 2007 (30800-IXB, nr. 37) op de plenaire agenda te zetten. Ik zou graag wat meer spreektijd hebben dan de gebruikelijke twee minuten.

De voorzitter:

Ik stel voor, het VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week. Helaas staan de spreektijden voor een VAO vast in het Reglement van Orde, dus het blijft twee minuten.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Ik heb begrepen dat de spreektijden iets langer kunnen zijn, als het gaat over toekomstig beleid. Het laatste wil ik in het VAO aan de orde stellen, vandaar mijn verzoek.

De voorzitter:

Dan moet u mij laten zien waar dat staat. Zullen wij daar straks over praten? Ik weet niet waar dat zou staan. Laten wij de spreektijden voorlopig handhaven op twee minuten. Heb ik meer mogelijkheden, dan zal ik dat met u overleggen. Voor zover ik kan overzien, is dat niet het geval.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Het agentschap EVD van het ministerie van Economische Zaken heeft opdracht verstrekt voor een handelsmissie naar de islamitische republiek Iran. Die Nederlandse handelsmissie moet plaatsvinden van 22 juni tot en met 27 juni. De Partij voor de Vrijheid is van mening dat deze handelsmissie in geen geval mag doorgaan. Iran ligt onder vuur vanwege VN-sancties. Ik zal niet alle problemen met Iran bij de regeling noemen, maar er zijn redenen genoeg om die handelsmissie niet te laten doorgaan. Gisteren tijdens een algemeen overleg heeft ook de minister van Buitenlandse Zaken aangegeven dat hij daarbij grote bedenkingen heeft.

Ik wil graag een spoeddebat houden, waarbij niet alleen de minister van Buitenlandse Zaken aanwezig is, maar ook de staatssecretaris van Economische Zaken, die handelsmissies in zijn portefeuille heeft. Het lijkt mij prima, als wij voorafgaand aan dat debat een brief krijgen waarin staat waarom het ministerie daaraan heeft meegewerkt. Ik heb stukken van de EVD waarin staat dat het al in kannen en kruiken is. Ik wil die brief graag deze week ontvangen en volgende week het spoeddebat houden.

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Wij ondersteunen het verzoek van de PVV. Een handelsmissie naar Iran is op dit moment een volstrekt verkeerd signaal. Het past niet in het internationale beleid, het past niet in het beleid dat Nederland in Europees verband naar Iran probeert uit te stralen. Wij wensen er op korte termijn met beide bewindspersonen over te spreken. Voor zover de heer Verhagen nog twijfelt, kunnen wij die twijfel in een spoeddebat wegnemen.

De voorzitter:

U hoeft in de regeling van werkzaamheden niet te argumenteren. Steun toezeggen is voldoende.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. De zorgen van collega Wilders zijn op dit punt de onze. Collega Van der Staaij heeft in het overleg waarvan de heer Wilders zojuist gewag maakte, de toezegging van minister Verhagen gekregen dat hij de definitieve opstelling van het kabinet in een brief aan de Kamer zou doen geworden. Het was een toezegging aan collega Van der Staaij en daarmee aan de Kamer; zo moet je dat toch zien. De brief is dus al toegezegd, maar die moet er wel komen voordat wij het debat voeren. Het is een open deur, maar ik stipuleer dit extra omdat de brief gisteren is toegezegd en er nu om verzocht wordt.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Voorzitter. Ook het CDA is verbolgen over een mogelijke handelsreis naar Iran. Ook wij ondersteunen het verzoek om een spoeddebat over dit onderwerp, maar wel op basis van de brief, zoals verwoord door de heer Wilders en de heer Van der Vlies.

De voorzitter:

Ik stel vast dat er voldoende steun is voor een spoeddebat en voor het verzoek om een brief. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Ik heb nog een aanvullende opmerking. Het is inderdaad gisteren in het debat aan de orde geweest. Er komt een brief, die al door de minister is toegezegd. Het staat voor mij echter helemaal niet vast dat die missie doorgaat, omdat de minister van Buitenlandse Zaken zich daar gisteren duidelijk over heeft uitgesproken. Pas wanneer uit die brief blijkt dat de missie doorgaat, vind ik dat er aanleiding is voor een debat.

De heer Wilders (PVV):

Nee, ik wil sowieso vasthouden aan een spoeddebat, dus ik blijf bij mijn voorstel om dat te houden en ik wil bij voorbaat die brief. Ik wil wel vragen wanneer dat spoeddebat zal plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik kan u nog niet precies zeggen wanneer het plaatsvindt, maar wij zullen het volgende week houden.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik wil toch de heer Van Bommel bijvallen. De minister heeft gisteren duidelijk aangegeven dat hij de staatssecretaris zal adviseren en dat er nog een standpunt van het kabinet komt over het doorgaan van de missie. Ik wil ons instrument van het spoeddebat niet devalueren door hier te "spoeddebatteren" over zaken die misschien helemaal niet gebeuren.

De voorzitter:

Ik heb de andere leden een dergelijk voorbehoud niet horen maken. Dat waren er meer dan dertig, dus wij gaan het debat voor volgende week plannen met spreektijden van drie minuten.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Vlies.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Op 16 mei jongstleden heeft mijn fractie schriftelijke vragen ingediend over de weigering van een arbeidsvergunning door het CWI voor een Zuid-Afrikaanse predikant. De beantwoording zou binnen drie weken te verwachten zijn. Die termijn is nu verstreken. Doorgaans let mijn fractie niet op een overschrijding met een of een paar dagen, maar het gaat hierbij om een persoonlijk geval waarin de IND de persoon in kwestie heeft gelast, het land te verlaten. Daarom lijkt het mij gerechtigd om toch eventjes de antwoorden van de heer Donner te bezien, want het verzoek was om te bekijken of het besluit van het CWI onder de voorwaarden die de Kamer heeft geformuleerd, niet zou kunnen worden genuanceerd. Ik zou dan ook graag per omgaande de antwoorden tegemoet willen zien.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie wil graag het verslag van het algemeen overleg over de Landbouwraad van vanmorgen op de plenaire agenda geplaatst zien, liefst volgende week dinsdag of woensdag. Dit heeft ook te maken met toekomstig beleid, maar twee minuten is voldoende.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik heb nog twee punten voor de regeling. Ik heb ze niet aangekondigd, waarvoor excuses.

Op de agenda staat al heel lang dat wij over een WRR-rapport over de islam een plenair debat zullen houden. U kunt zich het wellicht nog herinneren: wij zouden dat kort na het debat over de regeringsverklaring houden. Toen hebben wij afgesproken dat wij zouden wachten totdat wij daar op korte termijn een standpunt van de regering over hadden gekregen. Dat hebben wij drie maanden geleden gevraagd, maar het is er nog steeds niet. Kan er een rappel uitgaan naar het kabinet opdat wij dat kabinetsstandpunt in ieder geval voor het zomerreces krijgen? Ik denk niet dat het lukt om voor het zomerreces nog plenair te debatteren, maar dan kunnen wij dat debat goed voorbereiden en inplannen kort na het zomerreces.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Mijn tweede punt betreft de vragen die ik op 8 mei jongstleden aan de minister-president heb gesteld over een mogelijke heropening van het onderzoek naar de moord op de heer Fortuyn. Ik doe dit verzoek ook naar aanleiding van de berichtgeving van indertijd, die vandaag weer actueel is. Die vragen zijn nog niet beantwoord. Ik wil via u vragen of het kabinet deze vragen nog deze week kan beantwoorden.

De voorzitter:

Dat betekent dat de vragen morgen beantwoord dienen te zijn.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven