Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verhagen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter. Namens de fracties van het CDA, de PvdA en de ChristenUnie verzoek ik u, een debat toe te staan over de informatieperiode. Ik denk dat het goed is, zeker omdat de informatie zich redelijk in beslotenheid heeft afgespeeld, dat partijen die daar een rol in hebben gespeeld, verantwoording afleggen over hetgeen tot stand is gekomen, ook hier in het parlement. Vanochtend is het regeerakkoord, zoals dat is overeengekomen tussen de fracties van het CDA, de PvdA en de ChristenUnie gepresenteerd door de drie fractievoorzitters van die partijen. Ik denk dat het juist bij parlementaire verantwoording hoort dat de partijen hier in het parlement een debat hebben over de informatieperiode. Ik verzoek u dus, daar toestemming voor te geven.

De heer Rutte (VVD):

Voorzitter. Mijn fractie heeft er behoefte aan, zo snel mogelijk een debat te voeren met de nieuwe regering en met de minister-president. Dat debat gaat dan over de regeringsverklaring. Het verbaast mij dat de heer Verhagen dit verzoek doet. Als hij ontevreden is over het onderhandelingsresultaat – ik kan mij voorstellen dat daar alle aanleiding toe is – had hij dat in de afgelopen dagen in de beslotenheid van de informatie moeten uitonderhandelen. Daar is dit niet het moment voor. Als je naar eerdere debatten kijkt, zie je dat het debat met de informateur een dubbeling is van het debat dat uiteindelijk over de regeringsverklaring wordt gevoerd. Wij willen graag een debat met de nieuwe regering en hebben geen behoefte aan een debat met de informateur over de informatie.

De heer Marijnissen (SP):

Voorzitter. Het zal u niet verbazen dat er onderling overleg is geweest over de wijze waarop wij moesten reageren op dit verzoek. Het verzoek zou normaal gesproken van de kant van de oppositie moeten komen, althans van de kant van de partijen die niet bij de onderhandelingen aanwezig waren. Het toeval wil echter dat al deze partijen geen nadere vragen hebben aan de informateur. Elke reden voor dat debat ontvalt dus. Wij zouden hooguit een generale repetitie kunnen houden voor het debat waar het echt om gaat: het debat met de nieuwe regering. Die nieuwe regering is er overigens nog niet en wij moeten nog afwachten of die er daadwerkelijk komt en of men de formatie succesvol kan afronden.

Wij hebben de vorige keer gezien waar een dubbeldebat toe leidt, namelijk tot een rituele vertoning en een herhaling van zetten. Mijn fractie heeft dus geen behoefte aan een debat met de informateur. Ons is alles duidelijk. Wij hebben geen nadere vragen. Voor zover wij die hebben over politieke zaken, zullen wij die stellen aan de nieuwe premier/formateur.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik ben het op dit punt geheel eens met de heer Marijnissen. Dat mag ook wel een keer in de Handelingen staan. Niet te vaak, maar een keer mag dat wel.

Wij hebben ook geen enkele vraag aan de informateur. Ik vind ook niet dat de heer Verhagen aan ons verantwoording schuldig is. Er is er maar één aan ons verantwoording schuldig en dat is de nieuwe regering. Die controleren wij hier. Ik kan niet wachten op het eerste debat over de regeringsverklaring. Ook mijn fractie heeft dus geen enkele behoefte aan het debat dat de collega van het CDA voorstelt.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ook mijn opvatting kan niet een grote verrassing zijn na de woorden die de heren voor mij hebben gesproken. Misschien herinnert de heer Verhagen zich nog dat het ooit mijn fractie was die het initiatief nam tot een debat met een informateur. Daar was het CDA overigens niet erg enthousiast over, maar dat daargelaten. Dat initiatief hebben wij toen genomen om de oppositie, afwezig bij de onderhandelingen, de mogelijkheid te geven om vragen te stellen aan de informateur, de procesbegeleider. Ook voor mijn fractie geldt dat zij die behoefte nu niet heeft. Misschien dat bij de coalitiepartijen behoefte bestaat om na al die weken van beslotenheid met een ander mens te praten. Dat kan ik mij voorstellen, maar dan kunnen wij wel een kopje koffie gaan drinken.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Ook de SGP-fractie schaart zich aan de zijde van de woordvoerders tot nu toe. Ook wij hebben geen behoefte aan het debat dat door de heer Verhagen is aangevraagd. Uiteraard hopen wij ons te zijner tijd klaar te maken voor een debat met de nieuw aangetreden ministersploeg. Ik kan mij best voorstellen dat de heer Verhagen en de fracties namens welke hij sprak, elke gelegenheid zoeken en wensen aan te grijpen om enige trots uit te stralen over het bereikte resultaat. Dat misgun ik ze niet, maar zinvol zal het niet zijn omdat wij al over twee tot drie weken een fulldress debat zullen hebben met de nieuwe regering.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. De afgelopen weken heb ik mij afgevraagd of het echt waar was dat de fracties van CDA, PvdA en ChristenUnie absoluut niet op de hoogte waren van wat er gebeurde. Vandaag krijg ik daar eigenlijk een bevestiging van. De heer Verhagen heeft er echt behoefte aan om van de informateur te horen wat er de afgelopen weken gebeurd is. Dat kan ik mij voorstellen. Ik had zo nu en dan ook het gevoel dat wij beter geïnformeerd waren. Toch had ik liever gezien dat partijen vanochtend in het debat meer open hadden gestaan voor het voorstel van mevrouw Halsema om kandidaat-bewindslieden aan de tand te kunnen voelen. Wij hebben er geen behoefte aan om een debat te voeren over de formaliteiten van de afgelopen tijd; wij gaan liever voor de inhoud.

De heer Verhagen (CDA):

Wij maken iets unieks mee, namelijk dat de toekomstige oppositie in ieder geval nu met één mond spreekt. De heer Wilders liet in een bijzin al blijken dat dit uniek is. Ik denk dat de oppositie in de toekomst niet zo'n gesloten front zal vormen. Wel vind ik het leuk om eens mee te maken dat men dezelfde positie inneemt als oppositie. Toch zijn er ook verschillen te beluisteren. Het is opvallend dat mevrouw Halsema, die bij eerdere formaties vroeg om tussentijdse debatten omdat zij vond dat er verantwoording behoorde te worden afgelegd aan het parlement, nu opeens geen behoefte heeft aan een debat. De heer Pechtold suggereert dat hij beter op de hoogte was van de activiteiten van de informateur dan andere fracties. Toen ik vanochtend zijn commentaar op het uitgelekte regeerakkoord las, had ik niet de indruk dat hij volledig op de hoogte is. Dus dat kan nog tot spannende debatten leiden.

De voorzitter:

Mijnheer Verhagen, het betreft hier wel de regeling van werkzaamheden. Dus misschien kunt u zich beperken.

De heer Verhagen (CDA):

Ja, maar ik mag toch reageren op gemaakte opmerkingen?

De voorzitter:

Dat kan small, medium en large.

De heer Verhagen (CDA):

Ik wijs erop dat het regeerakkoord pas gepresenteerd wordt nadat het debat in de Kamer heeft plaatsgevonden. Formeel bestaat dus nog de mogelijkheid om het regeerakkoord op onderdelen na het debat met de Kamer aan te passen voordat de formatie begint. Om die reden is er in het verleden altijd aangedrongen op een debat. Het verbaast mij echt dat leden van dit parlement die tot de oppositie behoren, daar nu geen behoefte aan hebben. Dus ik handhaaf mijn verzoek om te komen tot een debat waarin verantwoording afgelegd kan worden over de informatieperiode.

De heer Marijnissen (SP):

Dat is een interessante invalshoek van de heer Verhagen en erg origineel gekozen: formeel hebben wij als Kamer nog de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op het regeerakkoord. Ik weet niet hoe veel moeite het de PvdA-fractie gekost heeft om na uren vergaderen één bedrag in het stuk veranderd te krijgen... Maar goed, stel dat het waar is dat de drie coalitiefracties open staan voor suggesties van de kant van de oppositie, mijn parlementaire ervaring leert mij dat een regeerakkoord te allen tijde kan worden aangepast. Dus alle gekheid op een stokje: ik vind dat een dergelijk debat niet moet doorgaan. Het wordt toch een vertoning waarbij deze drie coalitiefracties met elkaar en met de informateur in discussie gaan. Dat lijkt mij niet zo zinvol. De oppositiefracties zijn het erover eens dat het debat niet behoeft plaats te vinden. Wij gaan niet voor de generale repetitie, wij gaan voor het "echie". Wij gaan voor het debat met de nieuwe minister-president op basis van een nieuw regeerakkoord. Dan hebben wij meteen ook met de formateur gesproken.

De heer Rutte (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Inmiddels blijkt wel dat de nieuwe coalitie niet alleen tot ver achter de voordeur wil bepalen hoe wij ons leven leiden, maar ook hoe de oppositie oppositie moet voeren. De betutteling gaat ver. Wij hebben daar geen behoefte aan. De heer Verhagen kan deze zaal huren als hij nog eens een persconferentie wil geven over hoe succesvol hij wel niet is, maar geen debat hier!

De voorzitter:

Ik wil ten stelligste ontkennen dat de heer Verhagen deze zaal kan huren.

Mijnheer Verhagen, u hebt de opvatting van de Kamer gehoord. Handhaaft u uw verzoek?

De heer Verhagen (CDA):

Jawel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Hebt u wellicht nog een tijd in uw gedachten?

De heer Verhagen (CDA):

Wel een tijdstip waarop het debat zou kunnen aanvangen, mede gelet op de activiteiten van de Kamer. Ik wil voorstellen om het debat te houden morgen, donderdag, aan het eind van de middag.

De heer Marijnissen (SP):

Ik heb wel een voorstel voor de spreektijd, namelijk maximaal één minuut!

De voorzitter:

Volgens mij komen wij daar wel uit.

De heer Verhagen (CDA):

Zo zeker niet.

De voorzitter:

Maar volgens mij ik wel. Ik ga iets kiezen tussen 1 en 10, dus denk ik dat 5 minuten spreektijd per fractie wel zal kunnen volstaan. Wij gaan dit debat morgen aan het eind van de middag voeren. De exacte tijd hoort u nog.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Heerts.

De heer Heerts (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Namens de fractie van de PvdA verzoek ik u, het verslag van het algemeen overleg over SUWI van verleden week op de agenda van de Kamer te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit punt toe te voegen aan de agenda.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven