De voorzitter:
Wij herdenken Marianne de Groot, medewerker van het Bureau Wetgeving.
Ik heet haar partner en haar naasten van harte welkom. Ik verzoek de leden
en de gasten op de publieke tribune, voor zover mogelijk, te gaan staan.
Op dinsdag 23 januari jl. is onze collega Marianne de Groot overleden.
Zij was medewerker van het Bureau Wetgeving bij de Griffie van de Tweede Kamer.
Marianne heeft vanaf haar indiensttreding op 1 juli 2000 een onuitwisbare
indruk op ons gemaakt, als mens, als collega en als wetgevingsjurist. Haar
afkeer van onrechtvaardigheid straalde zij permanent uit. Het liefst vocht
zij alles wat zij op dit gebied tegenkwam, met alle tot haar beschikking staande
juridische middelen uit. Zij las met veel plezier de meest uiteenlopende dossiers
en zij gaf zo nodig ongezouten kritiek en gefundeerde adviezen.
Marianne kwam van het ministerie van Defensie, waar zij 22 jaar personeelswerk
had gedaan. In die periode zag zij ook nog kans om in haar vrije tijd niet
alleen een hogere beroepsopleiding, maar ook een studie Nederlands recht cum
laude af te ronden.
De personeelskant ruilde zij daarna voor de beleidskant, zij had ruimte
nodig om op te komen voor mensen die haar hulp nodig hadden om naar oplossingen
en nieuwe wegen te zoeken. Zij koos voor het echte, grote werk. Bij het Bureau
Wetgeving had zij een veel grotere mate van vrijheid om zich met het beleid
te bemoeien dan bij haar vorige werkgever. Zo heeft zij gezorgd voor een flinke
kwaliteitsimpuls en heeft zij bewerkstelligd dat ook de medewerkers van het
Bureau Wetgeving de diepte in gingen. Tot dan toe fungeerde het bureau slechts
als intermediair tussen Kamerleden en de gespecialiseerde wetgevingsjuristen
op de ministeries. Zij verdedigde haar opvatting over deze werkwijze met verve
en met succes: het is inmiddels gewoon geworden dat de leden zo mogelijk door
onze eigen medewerkers ondersteund worden.
Marianne was ook een voorbeeld, een rolmodel, niet in de laatste plaats
voor veel vrouwelijke werknemers op de Griffie en op het Bureau Wetgeving.
Met haar komst kwam er definitief een einde aan dit traditionele mannenbolwerk.
Zij bleef tot het laatst zeer geïnteresseerd in het werk en in het welzijn
van haar collega's. Bij een bezoek aan de Griffie in oktober gaf zij nog stevig
haar mening over het politieke gewoel van de maanden daarvoor in het algemeen
en over de opstelling van haar eigen favoriete partij in het bijzonder. Zij
liet blijken dat zij er niet meer zo zeker van was, op welke partij zij bij
de verkiezingen in november haar stem zou uitbrengen.
De medewerkers van het Bureau Wetgeving en van de Griffie moeten nu zonder
haar verder. Een week voor haar overlijden hebben veel medewerkers van de
Griffie nog via een webcamverbinding met haar kunnen spreken. Ook toen was
zij nog vol vechtlust en optimisme, zoals tijdens haar gehele ziekteperiode.
Zij heeft tot op het laatst geprobeerd, nog zo veel mogelijk van het leven
te genieten. Zelfs vlak voor haar overlijden maakte zij nog plannen om nog één
keer een verre reis te maken. Het was haar niet meer gegeven. Mentaal was
zij zeer sterk, maar de strijd was ongelijk.
De Kamer is haar zeer veel dank verschuldigd. Onze gedachten gaan uit
naar haar man, Gerard Jol, haar vrienden en haar verdere familie. Wij zullen
haar heel erg missen.