Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op woensdag 20 december heeft de heer Wilders een debat aangevraagd over het WRR-rapport Dynamiek in islamitisch activisme. Tijdens die regeling van werkzaamheden heeft de Kamer met dit verzoek ingestemd en besloten om dit debat in een van de komende weken te voeren.

Op 12 januari jongstleden heeft de minister van Justitie mij een brief gezonden, waarin hij namens het kabinet verzoekt om het debat uit te stellen tot er een nieuw missionair kabinet zal zijn aangetreden.

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

De heer Wilders (PVV):

Dat lijkt mij, eerlijk gezegd, niet zo'n goed idee. Ik vind het overigens teleurstellend dat het kabinet dat stuk niet durft te verdedigen in de Kamer. Toen wij vlak voor het reces besloten om dit debat te houden, wisten wij ook al dat het kabinet demissionair was. Dat is dus geen nieuw feit.

Het is een belangrijk rapport. Als wij de bespreking daarvan uitstellen tot er een missionair kabinet is, mogen wij blij zijn als wij het, met een kabinetsreactie erbij, voor het zomerreces kunnen bespreken. Het zal dan inmiddels meer dan een jaar oud zijn. Daarom wil ik graag vasthouden aan onze eerdere besluitvorming.

Mevrouw Schippers (VVD):

Voorzitter. Ik ben het helemaal met de heer Wilders eens dat het wel ontzettend lang duurt voordat er een kabinetsreactie is. Het rapport ligt er al bijna een jaar. Het heeft echter ook weinig zin om nu niet een paar weken extra te nemen en dan het nieuwe kabinet te vragen wat het met dit rapport wil gaan doen. Het huidige kabinet is immers inderdaad demissionair. Ik dring er echter wel op aan om het debat te houden zo snel mogelijk nadat het nieuwe kabinet van start is gegaan, ongeacht of er dan een kabinetsreactie ligt of niet.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie sluit zich aan bij het verzoek om toch maar even te wachten tot er een nieuw kabinet zit en vindt ook dat het debat dan heel snel moet plaatsvinden.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voor het reces hebben wij ons aangesloten bij de heer Wilders. Ik heb ook gezegd dat wij snel na het kerstreces een debat over dat rapport wilden voeren, kabinetsreactie of niet. Wij wisten toen al dat het kabinet demissionair was en er een kabinetsformatie gaande was en dat is nog steeds zo. Ik zie dan ook geen reden om de heer Wilders nu niet meer te steunen. Ook wij willen zo snel als mogelijk dit debat.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Mijn fractie is voor uitstel, temeer omdat het relevanter voor de Kamer is om met een nieuw kabinet te spreken en daarvan de visie te horen op de inhoud van dit rapport.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Ook wij betreuren het dat het zo lang duurt. Wij hebben de heer Wilders bij herhaling gesteund in zijn verzoek om een snelle kabinetsreactie. Nu ligt er een brief waarin het kabinet zegt dat het dit rapport niet meer gaat verdedigen en ook niet met een reactie erop komt. In de huidige situatie kiezen wij daarom ook voor uitstel, zodat wij het debat met het nieuwe kabinet kunnen voeren.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik sluit mij graag aan bij de sprekers die pleiten voor uitstel. In ieder geval vinden wij een reactie van het kabinet belangrijk om een goed debat te kunnen voeren.

De heer Dibi (GroenLinks):

Het is een zwaarlijvig en complex rapport dat een serieuze reactie en een serieus debat verdient. Naar onze mening kan dat niet met een demissionair minderheidskabinet! Ook wij steunen dus het voorstel tot uitstel.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De D66-fractie sluit zich aan bij degenen die hebben aangegeven, dit debat na de vorming van het nieuwe kabinet te willen houden.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De PvdD-fractie idem!

De voorzitter:

Ik moet vaststellen dat een meerderheid het debat wil houden na de vorming van een nieuw kabinet en ik stel dan ook voor, daartoe te besluiten.

De heer Wilders (PVV):

Het is helaas niet anders. Ik betreur dat, maar veel collega's hebben wel gezegd dat het debat dan heel snel na het aantreden van het nieuwe kabinet zou moeten plaatsvinden. Ik verzoek u dan ook, het daarheen te leiden dat wij niet al te lange tijd na de regeringsverklaring het debat kunnen voeren.

De voorzitter:

Ik zal daar goed op toezien. Ik zie dat de andere leden er ook behoefte aan hebben om dat zo snel mogelijk na de vorming van het nieuwe kabinet te doen. Wij zullen dit niet uitstellen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Verder stel ik voor, toe te voegen aan de agenda voor donderdag aanstaande en vooralsnog als hamerstuk te behandelen de lijst van controversiële onderwerpen (30927, nr. 1).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdD-fractie benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Thieme tot lid en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid;

  • - de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Thieme tot lid en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid;

  • - de vaste commissie voor Defensie het lid Thieme tot lid en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid;

  • - de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Thieme tot lid en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid;

  • - de algemene commissie Integratiebeleid het lid Thieme tot lid en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid;

  • - de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Ouwehand tot lid en het lid Thieme tot plaatsvervangend lid;

  • - de vaste commissie voor Financiën het lid Ouwehand tot lid en het lid Thieme tot plaatsvervangend lid;

  • - de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Ouwehand tot lid en het lid Thieme tot plaatsvervangend lid;

  • - de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Ouwehand tot lid en het lid Thieme tot plaatsvervangend lid;

  • - de vaste commissie voor de Rijksuitgaven het lid Ouwehand tot lid en het lid Thieme tot plaatsvervangend lid.

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Op woensdag 20 december 2006 heb ik bij de regeling de minister van Justitie gevraagd om te antwoorden op de Kamervragen die ik heb gesteld op 27 oktober, 4 september en 8 november 2006. De antwoordtermijn is al lang verstreken, maar de antwoorden zijn er nog steeds niet. Vandaar dat ik de minister nu vraag om per ommegaande te antwoorden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Justitie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ten Hoopen.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Voorzitter. De vaste commissie voor Economische Zaken heeft vanmiddag in een extra procedurevergadering besloten om de behandeling van het wetsvoorstel inzake informatie-uitwisseling ondergrondse netten, de grondroerdersregeling, op stuk nr. 30475 tot nader order uit te stellen. Dit houdt verband met de nog te ontvangen nota van wijziging. Die is wel toegezegd, maar nog niet gearriveerd.

De voorzitter:

Ik stel voor om te voldoen aan het verzoek van de commissie.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 14.28 uur tot 15.00 uur geschorst.

Naar boven