Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Aan het eind van een algemeen overleg dat wij gisteren met de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie hadden over de evaluatie van de uitzendingen, heeft minister Bot, de minister van Buitenlandse Zaken, een zeer opmerkelijke uitspraak gedaan. Als er met de informatie die achteraf beschikbaar is, wordt gekeken naar het proces van besluitvorming rond de inval op Irak, is volgens hem de vraag of dat een verstandig besluit is geweest. Wij vinden dat een heel opmerkelijke positie van de Nederlandse regering, die wij natuurlijk van harte steunen. Wij zouden graag vandaag in een spoeddebat met de minister-president en minister Bot debatteren over de gevolgen van dit standpunt van de Nederlandse regering.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, dat debat direct na de regeling te houden en een spreektijd van drie minuten per fractie aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Crone.

De heer Crone (PvdA):

Ik zou graag een interpellatie aanvragen met minister Brinkhorst van Economische Zaken, omdat de energieprijzen in dit land extra zijn gestegen. De energiebedrijven hebben gratis emissierechten gekregen en die zetten zij om in een hogere prijs voor de burgers. Dat begrijpen wij niet. Als er sprake is van concurrentie, rekent men immers op lagere prijzen. Kennelijk hadden de bedrijven er behoefte aan om de prijzen verder te verhogen dan nodig was.

De heer De Krom (VVD):

Ik steun het verzoek van de heer Crone om op korte termijn met de minister over dit onderwerp te spreken. Ik geef hem in overweging om daar een spoeddebat van te maken. Dan hebben wij ook de gelegenheid om de minister schriftelijk om een reactie te vragen. Wij zouden het spoeddebat bijvoorbeeld volgende week dinsdag kunnen houden.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Soms zijn de wegen van de marktwerking ondoorgrondelijk. Wij moeten de beste minister daar dan op aanspreken. Naar mijn idee is dat minister Brinkhorst. Derhalve steunen wij het verzoek van de heer Crone en ook dat van de heer De Krom om er een spoeddebat van te maken. Wellicht kunnen wij het debat ook voeren zonder dat wij over informatie beschikken. Als de minister van Economische Zaken echter de behoefte voelt om heel snel een brief te sturen, hebben wij daartegen vanzelfsprekend geen bezwaar. Het debat moet naar mijn idee niet later plaatsvinden dan aanstaande dinsdag.

De heer Hessels (CDA):

Ik sluit mij bij de twee vorige sprekers aan. Ook ik hecht eraan om vooraf een brief van de minister te ontvangen. Tevens verzoek ik de minister om de informatie van ECN, waarop alles is gebaseerd, ongefilterd aan de Kamer te sturen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Over dit onderwerp heb ik al eerder schriftelijke vragen gesteld. In het antwoord daarop werd aangekondigd dat er een onderzoek zou worden ingesteld. Naar aanleiding daarvan is dit artikel in de krant verschenen. Ik ben van mening dat de minister het rapport van het onderzoek dat hij zelf heeft laten uitvoeren in ieder geval aan de Kamer kan sturen.

De heer Crone (PvdA):

De heer Vendrik heeft opgemerkt dat de wegen van de markt ondoorgrondelijk zijn. De heer Samsom en ik hebben er bij de behandeling van de emissiesystemen al voor gewaarschuwd dat dit zou gebeuren. Als men iets gratis weggeeft, zal de markt daarmee hoge winsten maken. Het drama is dat de minister dat toen niet heeft erkend. Ik zal geen inhoudelijke discussie uitlokken. Het lijkt mij goed om aanstaande dinsdag, mede op basis van de gevraagde stukken, dit spoeddebat te voeren. Ik heb mijn interpellatievragen al gereed. Die zal ik via de voorzitter als verzoek om informatie aan de minister doorgeleiden.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit deel van het stenogram, met het verzoek aan de minister om voor aanstaande dinsdag een brief aan de Kamer te sturen, door te geleiden naar het kabinet. Verder stel ik voor dat de Kamer dat spoeddebat aanstaande dinsdag voert.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik heb gevraagd of wij ook dat onderzoeksrapport kunnen ontvangen. Op dit moment baseren wij ons namelijk slechts op krantenberichten.

De voorzitter:

Ik heb gezegd dat ik dit deel van het stenogram aan de minister zal doorgeleiden. Dat houdt in dat ook uw verzoek aan hem wordt doorgeleid.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Uit de media heeft mijn fractie begrepen dat de coalitietrojka met mediawoordvoerders en staatssecretaris Van der Laan weer bij elkaar is gekomen om te spreken over de toekomst van de publieke omroep. Wij willen ons goed voorbereiden op het notaoverleg van aanstaande maandag. Daarom worden wij graag voor die dag geïnformeerd over de uitkomsten van dat overleg.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Wij steunen het verzoek van de heer Slob. Graag word ik ook op de hoogte gebracht van de aard van dat overleg, omdat ons voortdurend geruchten bereiken dat de afspraken de status van een regeerakkoordafspraak hebben. Dat zou betekenen dat het nagenoeg onmogelijk is om daarover een democratisch debat te voeren en dat de staatssecretaris daarop geen invloed kan uitoefenen.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Ik steun beide verzoeken die ik zojuist heb gehoord. Daar voeg ik nog iets aan toe. De staatssecretaris heeft vorige week in de media een aantal uitlatingen gedaan over wat zij nog graag aangepast zou willen zien in de plannen die er liggen; ik heb begrepen dat het overleg daar ook mee te maken had. Ik zou graag zien dat zij die in de media gedane uitlatingen op papier zet en aan ons doet toekomen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb geen enkele moeite met deze toevoegingen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, zodat u geïnformeerd bent voordat het debat plaatsvindt.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Ik zou u willen verzoeken het verslag van het algemeen overleg over de Meststoffenwet van afgelopen dinsdag op de plenaire agenda van volgende week te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit verslag op de plenaire agenda van volgende week te zetten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2006 (30300-IV);

  • - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 2006 (30300-I);

  • - Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2006 (30300-IIA);

  • - Vaststelling van de begrotingsstaat van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en van het kabinet van de Gouverneur van Aruba (IIB) voor het jaar 2006 (30300-IIB);

  • - Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende inlichtingen- en veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2006 (30300-III);

  • - Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (29816, nrs. 50 t/m 68);

  • - Wijziging van belastingwetten en enige andere wetten in verband met noodzakelijk technisch herstel (Technische herstelwet 2005) (30200);

  • - Wijziging van enkele wetten op het beleidsterrein van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten in 2005 (Reparatiewet OCW 2005) (30239);

  • - Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2004/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (30082);

  • - Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (zelfbinding) (28283).

Ik stel verder voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgeving- c.q. notaoverleg op maandag 14 november 2005 van 16.30 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de Nota Tijd voor Sport en het onderdeel Sport van de VWS-begroting.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Irrgang tot lid in plaats van het lid De Wit en het lid De Wit tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Vergeer;

  • - de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Irrgang tot lid in plaats van het lid Gerkens en het lid Gerkens tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het lid Gerkens tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de LPF-fractie benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Van As tot lid in plaats van het lid Varela en het lid Varela tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van As;

  • - de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het lid Eerdmans tot lid in plaats van het lid Herben en het lid Herben tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Eerdmans.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven