Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Huizinga-Heringa.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik zou graag een spoeddebat aanvragen naar aanleiding van de zaak die gisterenavond in de uitzending van Netwerk openbaar is geworden. Daarbij gaat het om kindersmokkel vanuit Somalië. Wij zouden in dat debat graag willen spreken met minister Verdonk, met aan haar de vraag hoe de IND opereert in deze zaak die mogelijk al veel langer, in ieder geval sinds 2002, bij de IND bekend is. Wij zouden willen spreken met minister Bot over de houding van de ambassade tegenover in Somalië gedumpte kinderen, die bij de ambassade om hulp komen vragen. Wij zouden met minister Donner erover willen spreken hoe hij omgaat met de mensen die zich schuldig maken aan mensenhandel en in Nederland verblijven. Mogelijkerwijs zouden wij ook met minister De Geus willen spreken, omdat het hier gaat om een geval van kinderbijslagfraude.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan andere leden die hier iets over willen zeggen. Ik moest even glimlachen, uiteraard niet over het onderwerp, maar omdat het aanvragen van een spoeddebat met deze vier ministers er al gauw toe zal leiden, zo vrees ik, dat het woord "spoed" eruit verdwijnt. Het zal heel moeilijk zijn, gelet alleen al op de agenda van de minister van Buitenlandse Zaken.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. De zaak is het waard!

De voorzitter:

Zegt u dat alstublieft niet, want ik zeg nu juist dat ik uiteraard niet over de inhoud glimlach; het is echter mijn plicht om op praktische mogelijkheden te wijzen. U moet dit, eerlijk gezegd, niet tegen mij zeggen, want ik heb het absoluut niet over de inhoud.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Misschien mag ik ook een praktische opmerking maken. Ik was helaas gisteren niet in de gelegenheid om die uitzending te zien. Ik heb wel gehoord dat het een zeer schokkende uitzending was, maar om nu meteen op die basis te beslissen tot een spoeddebat, gaat mij, eerlijk gezegd, een beetje snel. U hebt een praktische observatie gemaakt. Zou het niet denkbaar zijn dat wij op zeer korte termijn een reactie van de regering vragen op wat daar aan de hand is? Wij kunnen dan altijd nog kijken of wij dat spoeddebat moeten houden.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik zou mij voor dat deel graag willen aansluiten bij de heer De Vries. Ik denk dat het goed is om eerst een reactie te hebben op die uitzending. Dan kunnen wij wat mij betreft aan de hand van de ondertekening wel zien wie van het kabinet de eerstverantwoordelijke is of de eerstverantwoordelijken zijn, met wie wij dan al of niet in debat kunnen gaan.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Mijn fractie sluit zich aan bij wat zo-even is opgemerkt door de heer Van Haersma Buma en de heer De Vries.

Mevrouw Schippers (VVD):

Ook de VVD-fractie kiest ervoor dat eerst een brief wordt gevraagd, zodat vervolgens een zorgvuldig debat kan worden gevoerd.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Wij steunen het verzoek van mevrouw Huizinga-Heringa.

De voorzitter:

Ik verzoek mevrouw Huizinga om een korte reactie op wat de collega's hebben gezegd, waarna ik een voorstel zal doen.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Ik ben wel gevoelig voor het argument dat het goed zou zijn om in deze complexe zaak een reactie van de regering op papier te hebben voordat wij erover debatteren. Ik zou het op prijs stellen dat die reactie op zo kort mogelijke termijn, nog deze week, komt, zodat wij volgende week kunnen bekijken hoe daarop te reageren, want het is een ernstige zaak. Het is mogelijk dat ik dan toch mijn verzoek om een spoeddebat handhaaf.

De voorzitter:

Ik concludeer dat wij aan het laatste verzoek kunnen voldoen, te weten het vragen om nadere informatie over dit onderwerp, vóór het einde van deze week, aan de vier betrokken ministers. Ik stel voor, daartoe het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Justitie en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Daartoe wordt besloten.

De heer Visser (VVD):

Excuus, voorzitter, voor mijn late interventie; ik kwam zojuist aangerend. Ik zou een element aan het verzoek willen toevoegen; het betreft het volgende. Wij krijgen signalen dat er ook grote groepen mensen naar Engeland vertrekken en dat daar soortgelijke problemen spelen, bijvoorbeeld het gegeven dat mensen dubbel zijn ingeschreven. Er zou onderzoek gedaan zijn naar de grote aantallen uitgegeven identificatiepapieren en de grote aantallen verdwijnende identificatiepapieren. Wat is daarvan bekend en wat kan daarover meegedeeld worden?

De voorzitter:

Deze laatste vraag van de heer Visser is onderdeel van het verzoek aan de bewindslieden.

Het woord is aan de heer Klaas de Vries.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Voorzitter. De Kamer heeft deze week een brief ontvangen van minister Hoogervorst ten geleide van een brief van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid over de zaak-Donorov, die hier meerdere malen aan de orde is geweest. Het staatstoezicht deelt in de brief mee dat de overdracht van medische gegevens van de heer Donorov niet adequaat is geweest. Het gaat om een zeer ernstige zaak: de heer Donorov is, zoals wij weten, overleden. De regering heeft bij herhaling verklaard dat de overdracht van medische gegevens wél goed was verlopen. In de brief van minister Hoogervorst staat: "Ik hoop u met de toezending van deze brief voldoende te hebben geïnformeerd." Dat lijkt mij niet. Mij dunkt dat de Kamer moet weten of hier door de inspectie gevolgen aan worden verbonden. Of wordt dit gewoon geconstateerd en zegt men: nou, foutje? Ik zou ook willen weten wat de minister voor V en I hiervan vindt in het licht van alle mededelingen aan de Kamer dat de overdracht wél zorgvuldig was geweest. Ik zou het op prijs stellen als u de genoemde bewindslieden vraagt om een reactie op dit oordeel van het staatstoezicht aan de Kamer te sturen, zodat wij de zaak-Donorov op zeer korte termijn kunnen afhandelen. De Kamer is er al jaren mee bezig.

De voorzitter:

Ook omdat het gaat om meerdere ministers en de zaak dus niet gemakkelijk naar een commissie kan worden verwezen, stel ik voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de ministers van VWS en voor V en I.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (Groep Wilders):

Voorzitter. De laatste dag vóór het kerstreces is een motie van mij aangenomen over het instellen van een burkaverbod voor de openbare ruimte in ons land. Ik ga ervan uit dat moties worden uitgevoerd. Wij hebben daarover nog niets gehoord, behalve dat de minister daarover wat in de media heeft geroepen. Zij zou in januari met een notitie naar de Kamer komen. Ik vraag de minister voor V en I om een brief over de wijze waarop zij de motie zal uitvoeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek of eigenlijk rappel te voldoen en dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor V en I.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Aasted Madsen.

Mevrouw Aasted Madsen-van Stiphout (CDA):

Voorzitter. Voor volgende week staat een spoeddebat over de wachtlijsten in de jeugdzorg op de rol. Vóór dat debat zou ik graag een schriftelijke reactie van de staatssecretaris van VWS ontvangen op de brief die door de MOgroep verzonden is.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik weet niet of deze brief veel zal toevoegen aan de vorige brief van de staatssecretaris over dit onderwerp, maar ik heb geen bezwaar tegen het verzoek.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van VWS.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Op 9 december vorig jaar heb ik vragen gesteld aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Verkeer en Waterstaat over de CIA-vluchten in Nederland. Helaas zijn die vragen nog steeds niet beantwoord. Via u verzoek ik om snelle beantwoording.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. Het gaat om de beantwoording van vragen waarvan de termijn inderdaad ruimschoots overschreden is. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Buitenlandse Zaken.

Naar boven