Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Bussemaker.
Mevrouw Bussemaker (PvdA):
Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg dat vanochtend
is gevoerd over het arbeidsmarktbeleid, op de agenda voor de plenaire vergadering
van volgende week te plaatsen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en dit punt toe te voegen aan
de agenda voor volgende week.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Kant.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over
perinatale sterfte op de agenda voor de plenaire agenda te plaatsen.
De heer Buijs (CDA):
Waarom wil mevrouw Kant dit onderwerp op de plenaire agenda plaatsen?
Wij hebben vanochtend nog een procedurevergadering gehad.
Mevrouw Kant (SP):
Ik heb deze vraag gesteld, omdat ik ontevreden ben over de uitkomst van
het overleg. Ik heb met mijn verzoek gewacht op de toegezegde toelichting
van de minister. Wij hebben gisteren een brief van hem ontvangen en ik vind
die toelichting onvoldoende. Daarom wil ik een motie indienen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en dit punt toe te voegen aan
de agenda voor de plenaire vergadering van volgende week.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Vendrik.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. De Geschillencommissie van de WTO, de Wereldhandelsorganisatie,
heeft een voorlopige uitspraak gedaan over een langlopend geschil tussen Europa
en de Verenigde Staten over de import van genetisch gemodificeerde producten.
Op dit moment geldt er in Europa een importverbod. GroenLinks steunt dit,
maar de voorlopige uitspraak van de Geschillencommissie gaat de verkeerde
kant op. Wij zijn hier erg van geschrokken.
Aangezien dit een belangrijke kwestie betreft, heb ik vanochtend overwogen
om een spoeddebat aan te vragen, maar ik ken uw gesteldheid op dit punt, voorzitter.
Wij hebben gisteren een aantal procedures meegemaakt die er niet om liegen
en omdat ik weet dat het beter zou zijn om deze week geen spoeddebatten toe
te laten, verzoek ik u om aan de minister en de staatssecretaris van Economische
Zaken en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een brief te
vragen over dit onderwerp. Volgende week donderdag zullen wij in een algemeen
overleg met de bewindslieden van gedachten wisselen over de WTO. Daarom zou
het goed zijn als wij uiterlijk aanstaande dinsdag over die brief kunnen beschikken.
Daarin zouden zij niet alleen hun oordeel moeten geven over die voorlopige
uitspraak, maar ook een weergave van de Nederlandse inzet. Daar valt namelijk
het nodige op aan te merken. De Europese Commissie zou bijvoorbeeld beroep
kunnen aantekenen en het is de vraag of de Nederlandse regering daartoe oproept.
Wij zien zo'n brief met tekst en uitleg graag uiterlijk aanstaande dinsdag
tegemoet.
De heer Ormel (CDA):
Voorzitter. Ik heb op zich niets tegen een dergelijke brief, maar het
gaat hier om een voorlopige uitspraak. De definitieve uitspraak kan nog wel
een maand op zich laten wachten. Noch de EU, noch de VS hebben op deze voorlopige
uitspraak gereageerd, omdat dit onder de rechter is. Het is een goed gebruik
in dit huis om geen invloed uit te oefenen op iets dat onder de rechter is.
Ik vraag de heer Vendrik daarom om met dit verzoek – dat ik op zich
wel steun – te wachten op de definitieve uitspraak.
De heer Douma (PvdA):
Voorzitter. Ik steun het verzoek van de heer Vendrik.
De heer Hofstra (VVD):
Ik kan het verzoek van de heer Vendrik ook steunen en ik denk dat het
probleem van de heer Ormel vanzelf is opgelost als wij het antwoord van de
regering zien.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik wil aan de opmerking van de heer Hofstra toevoegen dat Europa partij
is in dit conflict. Het is niet zo dat wij – zoals gebruikelijk –
afstand houden tot de gerechtelijke procedure in het kader van de trias politica.
Nederland is als lid van de EU een van de partijen die een geschil hebben
voorgelegd aan de geschillencommissie van de WTO. Daarom en ook omdat het
een ingrijpende uitspraak is, is een debat over de betekenis ervan belangrijk.
Ik wil er graag op tijd bij zijn en hoor daarom graag nu al een eerste reactie
van de regering.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Economische
Zaken, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de staatssecretaris
van Financiën.