Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 45, pagina 2988-2989 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 45, pagina 2988-2989 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Op verzoek van de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie stel ik voor om ook de minister-president, minister van Algemene Zaken, uit te nodigen voor het plenaire debat van hedenavond over ISAF/Afghanistan. Voorts stel ik voor, de spreektijden vast te stellen op vijf minuten per fractie en voor de volgorde van sprekers de grootte van de fracties aan te houden. Verder stel ik voor, de stemmingen over eventuele moties direct na afloop van het debat te houden. Ten slotte stel ik in dit verband voor, een mogelijkheid open te houden om het debat in twee termijnen te houden. Dit betekent in de praktijk dat het een afrondende termijn in de tweede termijn wordt; dat is altijd mogelijk. Hierbij dient rekening te worden gehouden met stemmingen aan het eind van de avond.
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de volgende week:
- de verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (30335, nrs. 25 t/m 32);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid (30313);
- het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen en het wijzigen van de telastelegging (stroomlijnen hoger beroep) (30320);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de toekenning van de bevoegdheid tot het verlenen van vrijstelling en ontheffing aan de minister van Verkeer en Waterstaat, intrekking van de Wet procedures vijfde baan Schiphol en herstel van enkele bepalingen (30254).
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Luchtenveld.
De heer Luchtenveld (VVD):
Voorzitter. Gisteren heeft de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken overleg gevoerd met minister Pechtold over de slotverklaring van de rondetafelconferentie van 26 november 2005. Ik verzoek u, het verslag van dit algemeen overleg op de agenda van de plenaire vergadering van volgende week te plaatsen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan de agenda van de volgende week.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Noorman-den Uyl.
Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):
Mijnheer de voorzitter. Heden ontvingen wij een kopie van de brief van de Nationale ombudsman die gezonden is aan de staatssecretaris van Financiën en waarvan u een dag later, mijnheer de voorzitter, ook een kopie kreeg. De brief was verzonden op 25 januari en gaat over de werkwijze van de Belastingdienst in relatie tot de toeslagen – huurtoeslagen, zorgtoeslagen – en de tijdigheid van de uitbetaling.
In de brief van de Nationale ombudsman staat dat er behoorlijk wat mis is met de uitbetaling en dat dit vooral speelt, daar waar iemand niet de Belastingdienst Toeslagen belt, maar gewoon de belastingtelefoon of een van de andere secties van de Belastingdienst. In dat geval blijkt dat mensen nog heel lang op uitbetaling moeten wachten en dat is strijdig met wat wij in het algemeen overleg op 26 januari met de staatssecretaris hebben gewisseld. Daarom verzoek ik de staatssecretaris om een brief en ik wil graag dat deze brief hedenmiddag, uiterlijk om vijf uur, de Kamer bereikt. Ik vraag om een antwoord in deze brief op de volgende vragen.
1. Waarom heeft de staatssecretaris geen melding gemaakt van de brief van de Nationale ombudsman van 25 januari jongstleden, waaruit blijkt dat er niet incidentele maar nog substantiële problemen aan de orde zijn met de uitbetaling van de toeslagen en dat mensen die via de belastingtelefoon of andere secties van de Belastingdienst om een niet uitbetaalde toeslag vragen, nog tot 40 dagen op de uitbetaling moeten wachten?
2. Hoe kan het dat de staatssecretaris de Kamer, zoals blijkt uit de brief van de Nationale ombudsman, onjuist en onvolledig heeft voorgelicht tijdens het AO van 26 januari over de uitbetaling van de toeslagen en de problematiek die daarmee samenhangt?
3. Waarom heeft de staatssecretaris na het AO van 26 januari de Kamer niet onmiddellijk per brief geïnformeerd over de nog bestaande problemen waarover in het AO geen melding is gemaakt?
4. Waarom heeft de staatssecretaris de Nationale ombudsman niet binnen een week geantwoord op de brief, zoals door de Nationale ombudsman is gevraagd? Tot tien minuten geleden was een dergelijke brief niet ontvangen door de Nationale ombudsman.
5. Wil de staatssecretaris per omgaande aan de Kamer antwoord geven op de drie door de Nationale ombudsman gestelde vragen?
De voorzitter:
Dit komt voort uit een algemeen overleg. Waarom hadden die vragen niet gewoon in de commissie kunnen worden gesteld?
Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):
Onmiddellijk nadat ik dit had ontvangen, heb ik de commissie hierover per e-mail geïnformeerd. Maar het was kort dag. Het feit dat de staatssecretaris in het algemeen overleg van afgelopen donderdag de Kamer onjuist en onvolledig heeft geïnformeerd over een voor de Kamer zwaar punt, heeft voor mij een zodanig spoedeisend karakter, gecombineerd met het feit dat de brief van de Nationale ombudsman niet is beantwoord binnen de door hem gevraagde termijn, dat ik prijs stel op een brief vóór 17.00 uur. Zo mogelijk vraag ik een spoeddebat aan, want dit zijn dingen die in de parlementaire relatie tussen kabinet en Kamer ten snelste moeten worden opgelost en niet over het weekeinde moeten worden getild.
De heer Visser (VVD):
Dat zaken moeten worden opgelost, vindt de VVD-fractie ook, en dat geldt ook voor het feit dat de staatssecretaris daar de gelegenheid voor moet krijgen. U stelt een hele reeks vragen die vóór 17.00 uur vanmiddag moeten worden beantwoord, terwijl het nu 13.30 uur is. Ik heb liever dat het goed wordt opgelost via een goede brief, dan dat wij per se uiterlijk om 17.00 uur vanmiddag een minder goede brief ontvangen.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik sluit mij aan bij de heer Visser. De brief is op 25 januari verstuurd en waarschijnlijk op 26 januari aangekomen. De ombudsman vraagt dus feitelijk om de brief vóór morgen te beantwoorden. Het lijkt mij goed dat de Kamer uiterlijk morgenavond de antwoorden op de vragen van de Nationale ombudsman ontvangt. Dat hoeft dus niet binnen twee uur te gebeuren.
Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):
De Kamer is onjuist en onvolledig geïnformeerd toen het overleg plaatsvond. De staatssecretaris heeft niet de moeite genomen dat te rectificeren, wat ik ernstig vind. Daarvoor heeft hij wel persoonlijk vijf dagen de tijd gehad, want ik neem aan dat hij een brief van de Nationale ombudsman wel persoonlijk wil lezen. Ik vraag om antwoorden vóór 17.00 uur omdat ik de gelegenheid wil hebben daarover nog overleg te voeren. Wetend hoe de Kameragenda in elkaar steekt, leek dat tijdstip mij gewenst. Dit punt moet vóór het weekeinde de wereld uit!
De voorzitter:
Ik ga geen voorstellen aan de Kamer doen om vandaag nog debatten aan de agenda toe te voegen. Iedereen kent die agenda, dat lijkt mij duidelijk.
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Financiën.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Visser.
De heer Visser (VVD):
Voorzitter. Afgelopen dinsdagavond hadden wij hier een debat over de nasleep van de Schipholramp. Daarover nadenkend kwam bij mij het volgende naar voren. In dat debat is, evenals een paar keren daarvoor, gebruikgemaakt van de gegevens uit individuele dossiers, uit asieldossiers en medische dossiers, waarvan ik toen wat heb gezegd. Deze trend komt steeds vaker voor, zodat ik het Presidium vraag na te denken over hoe de Kamer hiermee omgaat. Ik krijg ook vaak individuele gevallen voor mij, die ik bewust niet gebruik in debatten. Daar wordt echter verschillend over gedacht. Hoe kunnen wij hierin een soort gedragslijn afspreken?
De voorzitter:
Ik zeg u toe, zoals gebruikelijk bij verzoeken aan het Presidium, dat het Presidium aan uw verzoek zal voldoen en het onderwerp zal bezien. Ik zal ervoor zorgen dat dit deel van het stenogram ter informatie aan de leden van het Presidium wordt gestuurd, zodat zij precies weten wat de vraagstelling is geweest.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Vendrik.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. Dankzij de linkse samenwerking kan ik u namens mevrouw Vos verzoeken om het verslag op de agenda te plaatsen van het algemeen overleg asielbeleid dat gistermiddag heeft plaatsgevonden.
De voorzitter:
Ik stel voor, dat toe te voegen aan de agenda van volgende week.
Daartoe wordt besloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20052006-2988-2989.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.