Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Mededingingswet en de Telecommunicatiewet vanwege de inwerkingtreding van de Wet van 9 december 2004 tot wijziging van de Mededingingswet in verband met het omvormen van het bestuursorgaan van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot zelfstandig bestuursorgaan (29992);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, de Wet kinderopvang, de Huursubsidiewet en enige andere wetten (30097);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten in verband met de uitbreiding van de werkingssfeer van de wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid (29983);

Voorts stel ik voor, volgende week te stemmen over het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten (Wet OM-afdoening) (29849) en over de moties ingediend tijdens het notaoverleg van 25 april over de Nota Nieuwe accenten op het terrein van werk en inkomen (29804).

Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stel ik voor, de wens te kennen te geven, nader overleg te voeren over de Regeling indicatiecriteria en aanmeldingsformulier leerlinggebonden financiering (30110).

Voorts stel ik op verzoek van de vaste commissie voor Justitie voor, de wens te kennen te geven om nadere inlichtingen te ontvangen over de instelling van een gemeenschappelijke beheersorganisatie als baten-lastendienst.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van orde de aangehouden moties op de stukken nrs. 33, 34 en 38 (27066), stuk nr. 15 (29544), stuk nr. 3 (29614) en stuk nr. 15 (29754) zijn vervallen.

Ik stel voor, te besluiten dat de motie-Duyvendak c.s. op stuk nr. 24 (28240) over het verplichtstellen van het energielabel voor televisies en koelapparaten en de motie-Duyvendak op stuk nr. 25 (28240) over differentiatie van parkeertarieven naar milieukenmerken opnieuw worden aangehouden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van 60 dagen voor de hiervoor genoemde moties opnieuw is gaan lopen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van de LPF benoem ik in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Van As tot plaatsvervangend lid van het lid Hermans.

Het woord is aan mevrouw Timmer.

Mevrouw Timmer (PvdA):

Voorzitter. Ik doe via u graag een verzoek aan de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Ik heb hem op 29 april jongstleden samen met collega Leerdam vragen gesteld met het verzoek om die voor 1 juni aanstaande te beantwoorden. Aangezien dit de laatste keer is voor 1 juni aanstaande dat wij bij elkaar zijn, doe ik via u het verzoek aan de minister om die vragen alsnog voor volgende week te beantwoorden. Het is zeer urgent dat zij voor die tijd worden beantwoord.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet en in het bijzonder naar de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren heeft de Kamer overleg gevoerd met de minister van Justitie over de komende JBZ-raad. Dat ging niet helemaal goed. Daarom verzoek ik u, het verslag van dit overleg, als het kan, hedenmiddag op de agenda te plaatsen. Dan dien ik in aanwezigheid van de minister van Justitie graag een aantal moties in. De JBZ-raad vindt volgende week donderdag plaats. Ik heb al begrepen dat wij de stemming netjes op tijd kunnen organiseren. Vandaar mijn verzoek.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en om dit punt toe te voegen aan de agenda van vandaag, aansluitend op de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel van de heer Luchtenveld. Voorts stel ik voor, volgende week te stemmen over de moties die de heer Vendrik heeft aangekondigd in te dienen. Dat hoeft vandaag dus niet te gebeuren.

Overeenkomstig de voorstellen wordt besloten.

Naar boven