Aan de orde is het debat over de brief inzake de uitkomsten van het najaarsoverleg.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. De economische situatie is zorgelijk. Dat is een reden om structuurveranderingen door te voeren, onder meer in de sociale zekerheid, opdat ons land er in economische zin weer duurzaam bovenop komt. Ook is snelheid geboden. Wij mogen niet in het drijfzand van de polder verzanden. Naast structuurveranderingen is echter ook loonmatiging hoogst noodzakelijk. Om die reden is het van belang dat het kabinet met de sociale partners overeenstemming heeft bereikt in het najaarsoverleg. De verwachtingen waren hooggespannen. Er wordt al gesproken over een historisch akkoord. Op de vraag of de VVD nu tevreden is, moet ik antwoorden: dat valt nog te bezien; de tijd zal dat leren. Wij vinden dat het kabinet wel erg veel heeft weggegeven, terwijl het akkoord zich nog maar moet bewijzen. Wij willen in dit debat dan ook enkele piketpaaltjes slaan.

De loonmatiging die het kabinet heeft weten te bereiken met het akkoord, stemt op het eerste gezicht ook de VVD-fractie tevreden. Voor 2004 is contractloonstijging op 0% afgesproken. Dat is natuurlijk prima, maar de vraag is wat de regering doet met cao's die reeds voor 2004 zijn afgesloten. Uit berekeningen van het Centraal planbureau blijkt dat als gevolg van overloop en reeds vastgelegde contracten, ook bij loonmatiging tot 0% van nog af te sluiten cao's, de contractloonstijging nog steeds 1% bedraagt. Van een echte nullijn is, wat dat betreft, dan ook geen sprake. Per saldo is dit voor het jaar 2004 een mager resultaat. Of wordt de loonontwikkeling in de reeds afgesloten cao's voor 2004 op een andere manier opnieuw ter discussie gesteld? In dit verband vraag ik met name wat de regering doet met afgesloten cao's die nog niet algemeen verbindend verklaard zijn.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Aangezien de heer Weekers de toon zet met de mededeling dat het kabinet te veel heeft weggegeven, wil ik van hem weten wat er dan te veel is weggegeven.

De heer Weekers (VVD):

Daar kom ik zometeen in mijn betoog uitvoerig op terug, voorzover de tijd dat althans toestaat.

Voor het jaar 2005 is een tot nul naderende contractloonstijging afgesproken. Dat is een knappe formulering. De vraag is hoeveel ruimte de sociale partners volgens het kabinet hebben om de lonen in dat jaar toch te laten stijgen en welke marge het kabinet hanteert bij de mate van stijging van de lonen. In het akkoord lees ik bijvoorbeeld dat de loonmatiging over 2005 afhankelijk wordt gemaakt van overeenstemming op het gebied van VUT, prepensioen en levensloop. Een dergelijke afspraak kan natuurlijk gemaakt worden. De VVD-fractie gaat er dan wel van uit dat, als geen overeenstemming wordt bereikt, ook de overige onderhandelingsresultaten ter discussie worden gesteld. Het kabinet moet dan naar onze opvatting terugvallen op eerder aangekondigde maatregelen, zoals de enkelvoudige koppeling WW en WAO. Graag een reactie van de regering hierop.

Ik ga heel concreet in op enkele onderhandelingsresultaten. De VVD-fractie is ernstig teleurgesteld dat de regering ervan afziet om de beperking van de loondoorbetaling in het tweede ziektejaar niet wettelijk te regelen, maar om dat aan de sociale partners over te laten. Welke garantie hebben wij dat dat ook wordt gerealiseerd? Hoe gaat het kabinet controleren dat de beperking van de loondoorbetaling ook in elke cao wordt gerealiseerd? Wat doet het kabinet als dat niet het geval blijkt te zijn? Met andere woorden: wat is de concrete mijlpaal van het kabinet om uiteindelijk te evalueren of de beperking van de loondoorbetaling daadwerkelijk heeft plaatsgevonden? De VVD-fractie gaat ervan uit dat, als de beperking van de loondoorbetaling onvoldoende door de sociale partners wordt geregeld, de maatregelen uit de Miljoenennota ook weer uit de kast worden gehaald en dat de beperking van de loondoorbetaling alsnog wettelijk wordt gerealiseerd. Daarbij gaat zij er ook van uit dat de in het vooruitzicht gestelde uitkeringsverhogingen en afschaffing van de Pemba van tafel gaan. Graag een reactie.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik aarzel even, want ik weet niet of dit het volledige antwoord is op de vraag die ik net stelde. Voor de snelheid ga ik daarvan uit. Als dit de kritiek van de VVD op het akkoord is, kan het toch onmogelijk een historisch akkoord zijn. Of zie ik dat verkeerd?

De heer Weekers (VVD):

Ik wil nog even doorgaan met het maken van enkele kritische kanttekeningen. Zoals gezegd: of het een historisch akkoord is, moet aan het eind van deze kabinetsperiode blijken. Ik zal namelijk afsluiten met een tweetal concrete voorwaarden, wil het voor de VVD een historisch akkoord zijn. Ik denk dat de heer Vendrik straks op zijn wenken wordt bediend. Uiteraard sta ik open voor elke vraag.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u de vraag van de heer Vendrik meeneemt in uw verdere betoog. U bent overigens al bijna door uw spreektijd heen.

De heer Van As (LPF):

Ik was gisteren bijzonder verrast dat de heer Weekers namens de VVD-fractie dit debat aanvroeg. Ik dacht dat er wat aan de hand was, dat we zouden beginnen. Maar ik hoor nu dat hij de piketpaaltjes scherper neer wil zetten, terwijl hij het kabinet ook complimenteert. Wat wil de VVD nu eigenlijk? De heer Weekers is niet duidelijk genoeg. Waarom heeft hij dit debat aangevraagd? Welke noviteit heeft hij te melden?

De heer Weekers (VVD):

Je moet de kern van je betoog bewaren tot het eind ervan.

De heer Van As (LPF):

Maar u bent al klaar met uw betoog. Hoe kan dat dan?

De voorzitter:

De heer Weekers mocht zijn betoog nog afronden, hoor!

De heer Weekers (VVD):

Precies! Bovendien heb ik gisteren van de voorzitter begrepen dat wij een minuutje mochten lenen van onze spreektijd voor het debat dat morgen plaatsvindt over Mabel Wisse Smit, omdat wij het najaarsakkoord belangrijker vinden dan een discussie in deze Kamer over de Mabel-affaire.

De heer Van As (LPF):

Wat is nu de urgentie van dit debat? Wat heeft de heer Weekers te melden?

De voorzitter:

Dat gaat hij u nu vertellen.

De heer Weekers (VVD):

Ik heb gezegd dat wij een aantal piketpaaltjes willen slaan, ik heb gezegd op welke onderdelen wij niet tevreden zijn, en op welke wel, en waarbij wij grote vraagtekens plaatsen. Wij vragen ons ook af of het wel verstandig is om, vooruitlopend op de resultaten van het nieuwe WAO-stelsel, maatregelen zoals afschaffing van de Pemba en uitkeringsverhoging nu al in het vooruitzicht te stellen. De vraag is of het systeem niet eerst een tijdje moet functioneren, om te bezien of het effectief is. Zo hebben wij nog wat andere vragen. De aangekondigde anticumulatie WW vervalt geheel. De VVD-fractie kan zich voorstellen dat de sociale partners de aangekondigde maatregelen van tafel willen hebben, omdat ook sociale plannen moeten kunnen worden uitgevoerd. Aan de andere kant moet worden voorkomen dat de WW zich na de WAO als nieuwe collectieve afvoerput ontwikkelt. Hoge gouden handdrukken, ondersteund door WW-uitkeringen, leiden tot langdurige inactiviteit. Mijn vraag is of het akkoord ruimte laat om toch nog iets aan dit probleem te doen, een probleem dat ook door het kabinet wordt gezien.

Ik sluit af, voorzitter. Ik denk dat ik vooral de heer Van As nu bedien. De concessies doen de VVD pijn, maar gelet op de moeilijke economische omstandigheden hechten wij zeer aan een sociaal akkoord met een meerjarige nullijn. Indien het akkoord echter niet volgens de letter wordt uitgevoerd, of wanneer de sociale partners na twee jaar toch onverantwoorde loonstijgingen afspreken, dan worden de maatregelen die nu in de ijskast worden gezet, zoals de enkelvoudige koppeling en de WW- en WAO-verzachting, alsnog uitgevoerd. Wij gaan er overigens van uit dat eenieder de gemaakte afspraken nakomt en in het vervolgtraject zijn verantwoordelijkheid neemt.

De heer Van As (LPF):

Het kabinet is met de sociale partners tot dit akkoord gekomen. Het is overigens een sigaar uit eigen doos van de sociale partners, maar wat voegt het toe? Kijk eens naar de omvang van de werkloosheid en hoe die toeneemt. Kijk eens naar wat de inactieven moeten gaan bijdragen aan het arbeidsproces. Er moeten meer dan een miljoen banen worden gevonden, maar die brij schuiven wij met zijn allen door. Wat vindt de VVD daarvan? Het drama komt namelijk wel op ons af, maar daar gaat de heer Weekers aan voorbij.

De heer Weekers (VVD):

Als de heer Van As goed naar mijn verhaal had geluisterd, dan had hij kunnen horen dat wij het eens waren met de maatregelen die het kabinet in de Miljoenennota had aangekondigd. Ik neem aan dat de heer Van As de financiële beschouwingen ook goed heeft gevolgd. Toen hebben wij vooral aangegeven dat de arbeidsparticipatie omhoog moet. Daarvoor is het noodzakelijk dat een aantal maatregelen wordt genomen in de sfeer van de sociale zekerheid.

De heer Van As (LPF):

Waar haalt u die banen dan vandaan?

De heer Weekers (VVD):

In de eerste plaats via een meerjarige loonmatiging. Wij vinden de aan de orde zijnde loonmatiging erg mager. In 2004 hebben wij nog te maken met een loonstijging. Voor 2005 is het de vraag of de loonmatiging er daadwerkelijk komt. Wij hebben daarom aangegeven dat de lonen ook na 2005 gematigd moeten blijven. Er zijn afspraken gemaakt in het kader van het regeerakkoord. Die zijn door het kabinet uitgewerkt en in de Miljoenennota neergelegd. Wij zijn bereid het kabinet te volgen als het gaat om de onderhandelingen met de sociale partners. Wij moeten echter wel voortdurend in de gaten houden hoe een en ander zich ontwikkelt. Dat geldt ook voor de loonmatiging. Het gaat ons dus niet alleen om de loonmatiging voor de komende twee jaar. De vraag hoe de lonen zich daarna ontwikkelen, is ook heel belangrijk. Daarom blijven de concessies van het kabinet wat ons betreft boven de markt hangen. Als zaken de komende vier jaar niet goed worden geregeld, wordt er weer naar die concessies gekeken.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dacht dat de heer Weekers een feestje voor de twee bewindslieden zou gaan organiseren, maar hij feest zelf niet mee. Dat verbaast mij. De minister van Financiën, even vice-premier afgelopen vrijdag, zei ronduit en hard, op een stevige wijze: Take it or leave it! Dat geldt ook voor u, mijnheer Weekers. Wat wordt het wat dit sociaal akkoord betreft? Take it or leave it!

De heer Weekers (VVD):

Wij nemen dat als fractie voor onze rekening. Wij vinden de concessies echter behoorlijk fors. Minister Zalm heeft aangegeven dat in het kabinet vergelijkbare geluiden naar voren zijn gekomen. Een aantal zaken moet echter nog worden uitgewerkt. De vraag is dus of het al of niet een historisch akkoord wordt. Dat zal afhangen van hoe een aantal zaken de komende jaren wordt uitgewerkt. Wij moeten afwachten wat er in het eerste kwartaal gebeurt met de VUT, prepensioenen en de levensloopregeling. Wij moeten ook afwachten hoe de WAO zich ontwikkelt en wat er na 2005 met de lonen gebeurt. Als de sociale partners zich dan onverantwoord gedragen, dan worden de maatregelen die nu in de ijskast worden gezet alsnog bespreekbaar wat ons betreft.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik concludeer dat de VVD met het nodige gepruttel haar handtekening onder dit akkoord zet. Misschien moet dit gepruttel eigenlijk begrepen worden als kritiek van de VVD-fractie op de gangmaker van het sociaal akkoord, de minister van Financiën.

De heer Weekers (VVD):

Dat is mooi gevonden, maar al tijdens de algemene beschouwingen heeft de heer Van Aartsen namens onze fractie gezegd dat het belangrijk is dat er een meerjarige nullijn wordt overeengekomen. Het kabinet is erin geslaagd om een aantal afspraken met de sociale partners te maken, maar wij vinden de prijs daarvoor wel erg hoog. Het kabinet heeft dit echter voor zijn rekening willen nemen. Wij steunen dat, maar wij houden zeer nauwgezet de vinger aan de pols. Dat doen wij niet alleen de komende maanden, maar ook de komende jaren.

De heer De Ruiter (SP):

U zei zo-even dat er zware concessies zijn gedaan. Ik ben dat met u eens voorzover het de uitkeringsgerechtigden en de vakbeweging betreft. Kunt u mij vertellen welke concessies werkgevers hebben gedaan?

De heer Weekers (VVD):

Ik heb aangegeven welke concessies het kabinet heeft gedaan ten opzichte van de eerder aangekondigde maatregelen. Werkgevers en werknemers hebben een aantal verzoeken op tafel gelegd en wellicht een aantal eisen gesteld. Het kabinet heeft daarop gezegd, eerder aangekondigde maatregelen die op een Kamermeerderheid konden rekenen, te willen verzachten. Er kon over de maatvoering worden gesproken mits sprake was van een meerjarige nulgroei van de lonen. Dat steunen wij, maar wij houden wel de vinger aan de pols. Deze concessies kunnen niet gelden als er dit jaar sprake is van een contractontwikkeling van 1% waarbij het de vraag is wat er de jaren daarna gebeurt. Er is niet voor niets een aantal zaken in het regeerakkoord overeengekomen.

De heer De Ruiter (SP):

Er zijn ook irreële eisen op tafel gelegd, zoals het blokkeren van de toegang tot de WAO als werknemers in de cao het gat tussen 70% en 100% van het laatstverdiende loon zouden repareren. Die eis is gelukkig van tafel. Viert u daar een feestje over? Of viert u een feestje over de partnertoets die eerder al overeengekomen was in het SER-advies? U kunt niet twee keer hetzelfde feestje vieren.

De heer Weekers (VVD):

Ik heb het niet gehad over het vieren van feestjes. Als ik hier een feestje had willen vieren, had ik alleen maar de loftrompet gestoken over dit akkoord. Dan had ik mijn kritiek voor mij gehouden en dan had ik ook niet een aantal zaken genoemd die het kabinet naar onze mening goed in de gaten moet houden. De concessies blijven als het ware als een soort zwaard van Damocles boven de markt hangen. Als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt, zal dat zwaard nooit vallen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik wil het graag blijven begrijpen, maar dat is momenteel niet het geval. Ik hoop dat de heer Weekers mij kan helpen. Hij heeft wat schoten voor de boeg gegeven. Waar zijn die schoten nu op gericht? Veronderstel dat er in de eerste weken van november een akkoord wordt gesloten, richten die schoten zich dan op de handtekeningen van de sociale partners in de trant van: ze zetten die nu wel, maar het is maar de vraag of zij ervoor blijven staan? Of zijn ze gericht op de leden van het kabinet die in het bijzonder bij dit proces betrokken zijn in de trant van: denk erom, laat niet met u sollen, als er contractbreuk optreedt, vallen wij terug op het oude pakket?

De heer Weekers (VVD):

Met dat laatste heeft u het heel goed verwoord. Ik heb er zelfs nog aan toegevoegd dat het niet alleen gaat om de jaren 2004 en 2005, want ook daarna moet er sprake zijn van verantwoord gedrag.

De heer Van der Vlies (SGP):

Die meerjarige dimensie zit ook in het akkoord. Als daar niets van terechtkomt, zou ik dat als contractbreuk ervaren, hoewel dat een zwaar woord is. Dat is dan toch de bittere consequentie?

De heer Weekers (VVD):

U verstaat mij goed. Als er sprake is van contractbreuk, komen de maatregelen weer gewoon op tafel. Onze woordvoerder heeft tijdens de financiële beschouwingen en onze fractievoorzitter heeft tijdens de algemene beschouwingen gezegd dat het kabinetsbeleid zoals gepresenteerd in de Miljoenennota door ons wordt gesteund. Dit was ook een uitwerking van het regeerakkoord. Dat het kabinet nu een aantal concessies wil doen, billijken wij, omdat daartegenover een nulgroei van de lonen staat. Maar het is eerst zien en dan geloven. Niet alleen in 2004 en 2005, maar ook erna zal er sprake moeten zijn van een beheerste loonkostenontwikkeling. Ik verneem hierop graag de reactie van het kabinet.

De heer Crone (PvdA):

Uw standpunt is glashelder. Eindelijk zou een kabinet harde maatregelen nemen op de arbeidsmarkt op het terrein van pensioenen, WW en WAO. U was trots op het kabinet, want dat zou gebeuren en niet meer dat pappen en nathouden met die vakbonden. En wat doet het kabinet? Het trekt al die harde structurele maatregelen in en het gaat weer een jaar overleggen. Dat is uw tweede probleem, want een jaar overleggen betekent weer pappen en nathouden in plaats van een hard arbeidsmarktbeleid. U hebt een jaar tijdverlies, want de structurele maatregelen kunnen op hun vroegst in 2005 worden ingevoerd. U hebt gelijk ten aanzien van het harde beeld van het kabinetsbeleid. U moet dus een motie indienen waarin u stelt dat dit niet mag. Het kabinet heeft het mandaat van de Miljoenennota overschreden, want daarin waren die maatregelen opgenomen.

De heer Weekers (VVD):

Mijnheer Crone, daarin heeft u gelijk, maar daar staat tegenover dat het kabinet de loonontwikkeling in het land niet in de hand heeft. Nu worden er concessies gedaan. Met sommige daarvan hebben wij inderdaad moeite. Maar daarmee hebben wij de loonkostenbeheersing teruggekregen. Dat hadden wij niet gekregen als wij tijdens de financiële beschouwingen zaken met u hadden gedaan. U kon ons dat niet bieden.

De heer Crone (PvdA):

De enige concessie die u zelf noemt, is loonmatiging, de nullijn. Het Centraal planbureau zegt dat het structureel effect daarvan nul is. Het kabinet heeft alle door u gewenste structurele maatregelen weggegeven en wat u ervoor terug heeft gekregen, is een eenmalige loonmatiging op korte termijn, waarvan het structureel effect op het financieringstekort nul is. Tel uit uw winst, u hebt het gewoon verloren. Ik ben het helemaal met u eens en ik begrijp uw teleurstelling. Ik begrijp dat u het debat heeft aangevraagd, maar ik wacht nog op de motie waarin u het kabinet hieraan herinnert.

De heer Van der Vlies (SGP):

Steunt u die motie dan?

De heer Crone (PvdA):

Afhankelijk van de overwegingen. Ik spreek de heer Weekers aan op zijn inzet. Hij wilde dat harde beleid. Ik heb steeds gezegd dat ik dat niet wil. Het kabinet heeft mijn mandaat wel uitgevoerd.

De voorzitter:

Het debat met de heer Crone vindt plaats naar aanleiding van zijn inbreng. Ik verzoek de heer Weekers, zijn betoog af te ronden.

De heer Weekers (VVD):

Mijnheer Crone, het gaat natuurlijk ook om de ontwikkeling van de werkgelegenheid. De begroting komt structureel op orde. Dat heeft u goed aangehaald uit de CPB-cijfers. Als ik het wel heb, leidt de meerjarige nullijn van de loonkostenontwikkeling tot 35.000 banen extra. Wat ons betreft, mogen dat er nog veel meer zijn. Dat is dan ook de winst van de deal die het kabinet heeft gesloten. Wij ondersteunen die, maar dan moeten wij de komende jaren de harde garantie hebben dat dit ook gebeurt, anders komen alsnog de maatregelen uit de kast.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter. Er schijnt een sociaal akkoord te zijn. Sociaal akkoord, ik vraag het mij af. Als ik het akkoord tot mij laat doordringen, is de afbraak van de verzorgingsstaat die dit kabinet nastreeft, nauwelijks voorkomen, hooguit op onderdelen uitgesteld. Het is geen sociaal akkoord. Wat GroenLinks betreft, is het vooral een kil akkoord. Uitkeringen, de salarissen in de publieke sector, de lonen in de markt; bevriezing twee jaar lang. Vooral in 2005 zal dat een bittere pil worden voor mensen met een kale AOW, chronisch zieken en anderen met een minimumuitkering. Koopkrachtbeelden hebben wij niet, maar wij kunnen ongeveer navoelen welke kant het opgaat. Dat wordt een dikke min.

Minister van Financiën, er staat overigens een bijzondere regel in het sociaal akkoord: werkgevers gaan betalen aan een tegemoetkoming voor langdurige minima. Het schijnt om enkele tientallen miljoenen te gaan. Ik neem aan dat wij dit via een nota van wijziging voor 10 november, bij gelegenheid van het Belastingplan, van het kabinet vernemen.

De boodschap aan werknemers is dat in het laatste kabinetsjaar, 2007, de nul minder dan 35.000 arbeidsplaatsen oplevert. Wij wachten eigenlijk nog met spoed op een integrale doorrekening van het hele pakket. Wat een winst, het kabinet bereikt in vier jaar nog niet de helft van wat GroenLinks in één jaar bereikt. Minister van Sociale Zaken, is dat nou alles? Waar is het sociaal akkoord? Waar is een werkelijk sociaal akkoord, dat gaat over werk, werk en nog eens werk? Wij zien een stijgende werkloosheid onder allochtonen en geen arbeidsmarktkansen voor bestaande WAO'ers. Komt het kabinet dan hiermee aan? Is dat de boodschap aan werknemend Nederland? Twee keer nul en nog geen 35.000 banen in vier jaar tijd?

Is het een historisch akkoord? Zeker, absoluut! Nog nooit werd er zoveel bezuinigd, nog nooit werd er zoveel gematigd en nog nooit werd er zoveel doorgeschoven. Wordt dit dan ook het kortste akkoord uit de geschiedenis? Maakt de hete herfst plaats voor een heet voorjaar? Gaat dit akkoord klappen?

Ik kijk naar het akkoord. Hadden de rammelende maatregelen van het kabinet de Kamer gehaald? De maatregelen worden inzake VUT en prepensioen een jaar uitgesteld. Er is geen geld voor een structurele oplossing. Bij de WAO is het nauwelijks anders. De vakbeweging was zo sympathiek om minister De Geus te verlossen van de partnertoets. Die hoeft het wetsvoorstel inzake het "risque professionnelle", dat in de prullenbak ligt, er niet uit te halen. Dat was een gênante vertoning geweest. Zowel ten aanzien van de WW als de WAO mag de SER advies uitbrengen. Ook hier is er geen geld.

Dit kabinet juichte de afgelopen week bij de herleving van het poldermodel. Dat is volgens mij onjuist. Niet het poldermodel is gered, maar het imago van de deelnemende partijen, het kabinet voorop. Zo gaat dat. Of het poldermodel iets voortbrengt waarmee Nederland geholpen is, hangt af van het voorjaar en van dit kabinet. Ik vraag daarom de minister van Financiën of er extra geld komt om de hete hangijzers van WW, WAO, VUT, prepensioen en levensloop tot een echte oplossing te brengen. Neemt hij die onderhandelingen en adviezen serieus of is het budget opnieuw maatgevend? Dan gaan wij een heet voorjaar beleven.

Mevrouw Verburg (CDA):

Tjonge, tjonge, tjonge, wat zijn de druiven zuur. Het is dat de heer Vendrik er nog een beetje opgewekt bij probeert te kijken. Het is niet goed of het deugt niet bij hem. Tweederde van de bevolking laat weten het verstandige maatregelen te vinden. Zij vinden ook dat de bonden het goed hebben gedaan. Hier verkoopt de heer Vendrik echter het verhaal dat er allemaal niets van deugt. Wat heeft Lodewijk de Waal verkeerd begrepen? Hij zegt te hebben geregeld wat de oppositie in de Kamer, inclusief de heer Vendrik, niet is gelukt.

De heer Vendrik (GroenLinks):

En de vraag is?

Mevrouw Verburg (CDA):

De vraag is wat Lodewijk de Waal verkeerd heeft begrepen. Of is het de heer Vendrik er alleen maar om te doen vier minuten lang azijn te tappen?

De heer Vendrik (GroenLinks):

Volgens mij is het een elementair begrip van democratie dat wanneer er een meerderheidsopvatting is er ook een minderheidsopvatting is. Ik hoop dat mevrouw Verburg mij dat gunt. Ik zou dat fijn vinden. Ik heb daarnaast even geen boodschap aan Lodewijk de Waal. Ik praat vanavond niet met hem, maar met het kabinet. Dit kabinet heeft een pakket maatregelen gepresenteerd.

Mevrouw Verburg (CDA):

Dat is wel het flauwste antwoord...

De heer Vendrik (GroenLinks):

Laat mij even uitpraten, mevrouw Verburg.

Mevrouw Verburg (CDA):

...dat de heer Vendrik...

De heer Vendrik (GroenLinks):

Wilt u mij even uit laten praten?

Mevrouw Verburg (CDA):

...hier kan geven.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mag ik even uitpraten?

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik. Die geeft een antwoord. Vervolgens krijgt mevrouw Verburg de gelegenheid om eventueel de vraag opnieuw te stellen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het antwoord is simpel. Hier zitten Gerrit Zalm en Aart-Jan de Geus. Dat zijn de vrienden van het kabinet die het akkoord hebben gesloten. Die hebben zich hier te verantwoorden in de Kamer. Met hen praat ik vanavond. Vandaar mijn betoog. Het zal mevrouw Verburg toch niet verbazen hoe GroenLinks het kabinetsbeleid kwalificeert? Heeft zij zitten slapen bij de algemene politieke beschouwingen? Zij was er niet bij de algemene financiële beschouwingen. De heer De Nerée zal echter ongetwijfeld boeiende verhalen verteld hebben over de debatten die ik met hem heb gevoerd. Is dat mevrouw Verburg allemaal niet helder geworden? Het zou toch merkwaardig zijn dat bij een sociaal akkoord dat in hevige mate geënt is op kabinetsbeleid dat wij sterk hebben bekritiseerd...

Mevrouw Verburg (CDA):

Krijg ik nou nog een antwoord op mijn vraag? Of heeft de heer Vendrik heel veel woorden nodig om te zeggen dat hij niets durft te zeggen over Lodewijk de Waal?

De heer Vendrik (GroenLinks):

Wat moet ik zeggen over Lodewijk de Waal?

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik heb een vraag gesteld over Lodewijk de Waal. Ik stel hem nog een keer, als de heer Vendrik belooft te luisteren en hij ook een antwoord geeft. De vraag is hoe de heer Vendrik het optreden van Lodewijk de Waal of Doekle Terpstra beoordeelt. Zij stellen een prima akkoord te hebben gesloten dat zij ook aan de achterban durven voor te leggen met de verwachting van een positieve reactie. Lodewijk de Waal stelt bovendien voor elkaar te hebben gekregen wat de oppositiepartijen in de Kamer niet is gelukt.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Over het gedoe wie met wie heeft onderhandeld en wie iets binnen heeft kunnen krijgen, zal ik straks iets zeggen. De minister van Sociale Zaken heeft daar een belachelijke opmerking over gemaakt in De Telegraaf. Het verschil is dat de kiezer mijn polsstok bepaalt en dat ik niet beschik over...

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik begrijp dat de heer Vendrik geen antwoord durft te geven op mijn antwoord over Lodewijk de Waal.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik beschik niet over het loonwapen. De vakbeweging beschikt in het algemeen wel over dat wapen.

Als u vorige week goed had geluisterd, had u geweten dat ik allang heb gezegd dat de vakbeweging door dit kabinet in de hoek is gedrukt. Voor de leden van de vakbeweging is het dus kiezen tussen de pest en de cholera; de pest van een kabinetsbeleid dat ongecorrigeerd blijft op een aantal punten en de cholera van het kiezen voor een strategie via de cao-tafel, waarbij zij maar moeten afwachten wat zij ervoor terugkrijgen. Dat is de positie waarin de vakbeweging vandaag de dag verkeert. Ik heb zeer goed genoteerd dat Lodewijk de Waal en zijn vrienden van de FNV het akkoord "neutraal" voorleggen aan de leden. Ik geloof niet dat het CNV en de FNV overlopen van enthousiasme over dit akkoord.

De heer Crone (PvdA):

De pest en de cholera is dat het zo slecht gaat met de economie. Kunt u zich voorstellen dat de vakbeweging lang voor de totstandkoming van dit akkoord heeft gezegd dat er loonmatiging moet komen? De vakbeweging heeft zelf een nullijn van twee jaar aangeboden.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het CNV heeft dat aangeboden, ja.

De heer Crone (PvdA):

De andere bonden hebben zich daarbij aangesloten in ruil voor wat ervoor terugkomt. Niemand in de vakbeweging is juichend over dit akkoord, dat zie ik ook wel. U zegt echter dat de vakbeweging moet kiezen tussen de pest en de cholera. Ziet u ook wat nuances in het leven?

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het is geen kwestie van nuances, maar een kwestie van helder zijn over wat je voorlegt. U hebt waarschijnlijk evenveel contacten met de vakbeweging als ik. Als ik de stemming proef over hoe het akkoord tot stand is gekomen, concludeer ik dat de vakbeweging dit akkoord niet juichend voorlegt aan de achterban. Het wordt neutraal voorgelegd. Er is niet voor niets een ledenraadpleging uitgeschreven. Het is de eerste keer dat dit gebeurt.

De heer Crone (PvdA):

U geeft nu een kwalificatie van de beoordeling die de vakbeweging heeft gemaakt. Als de vakbeweging dit als de pest of de cholera had beoordeeld, had zij een negatief stemadvies gegeven. Als u het met deze correctie op uw woorden eens bent, zou u dat sieren, want het is zo gemakkelijk om bij alles te roepen dat het niet deugt.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik zeg niet dat het niet deugt. Dan hebt u de strekking van mijn woorden niet goed begrepen.

De heer Crone (PvdA):

Laten wij nu dan stoppen, dan zijn wij het eens.

De voorzitter:

De heer Vendrik vervolgt zijn betoog.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Dit is geen onbelangrijk punt. Ik realiseer mij dat de vakbeweging op weg naar dit sociaal akkoord in een heel moeilijke positie zat. Zij moest heel lastige keuzes maken. Dat blijkt ook uit de reacties van de achterban. Wij zullen nog wel zien hoe dat gaat uitvallen. De beoordeling van dit akkoord is een ingewikkelde keuze voor de leden van de vakbeweging. Natuurlijk zie ik ook dat de FNV-leiding net zoals het CNV heeft besloten om dan toch maar een handtekening te zetten. Het akkoord wordt echter niet uitgevent. De beoordeling is neutraal, de leden moeten het zeggen. Daar kan ik mij veel bij voorstellen, omdat de leden inderdaad moeten kiezen tussen de pest en de cholera.

Mijn volgende punt betreft de begrotingsregels. Het kabinet kwam in september al met een Miljoenennota waarin de traditionele begrotingsregels waren geschonden. Nu komt er een akkoord waarin die regels nog meer worden geschonden. In de tussentijd hebben wij al drie debatten gevoerd met de minister van Financiën, de premier en de minister van VWS, waarin voorstellen van de Kamer zijn afgewezen omdat zij strijdig zijn met de begrotingsregels. Ik erger mij daar zeer aan. Ik vind dan ook dat de minister van Financiën alle opmerkingen van het kabinet moet terugnemen over het strijdig zijn van de voorstellen van de Kamer met de begrotingsregels. Dat is niet de manier waarop met de Kamer moet worden gedebatteerd: hier iets afwijzen wat aan een andere onderhandelingstafel wel kan.

Hetzelfde geldt voor minister De Geus. Ik heb het interview in De Telegraaf al genoemd. De reactie die hij daarin heeft gegeven, vind ik echt bespottelijk. Suggereren dat u met ons hebt willen onderhandelen, mijnheer De Geus! Wanneer hebt u dan gebeld? Ik heb geen telefoontje van u gekregen. Waar waren uw corrigerende woorden dat de voorstellen van de Kamer niet zouden kunnen volgens de begrotingsregels? Hoeveel voorstellen van de fracties van GroenLinks en de SP inzake de medicijnknaak zijn er wel niet gesneuveld omdat zij zogenaamd strijdig waren met de begrotingsregels? Alle voorstellen in de begrotingsnotitie van GroenLinks zijn gesneuveld, omdat zij strijdig zouden zijn met de begrotingsregels. U hebt helemaal niet met ons willen onderhandelen; zeg dat dan ook niet in de krant. Of had ik met de minister van Financiën moeten onderhandelen? Dat had u dan moeten zeggen.

Voorzitter. Wij hebben veel van het kabinet gehoord over de grote noodzaak van ingrijpende veranderingen en hervormingen in de sociale zekerheid. De Miljoenennota stond er bol van. De hele algemene en politieke beschouwingen zijn eraan gewijd. Verlaat het kabinet met het sociaal akkoord nu dat pad? Dat suggereert de heer Weekers namelijk. Of handhaaft het kabinet de strijd voor noodzakelijke fundamentele hervormingen, in onze ogen de afbraak, van elementaire voorzieningen in de sociale zekerheid, de verzorgingsstaat? Is daarmee dan ook de corrigerende werking van het sociaal akkoord uiteindelijk beperkt? Volgens mij moet het kabinet vanavond kiezen. Het is het één of het ander.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. De fractie van de SGP is er positief over gestemd dat een akkoord lijkt te zijn bereikt in het najaarsoverleg. Onderhandelen is een kwestie van geven en nemen. Je krijgt nooit precies wat je vraagt, maar je krijgt als de onderhandelingen als gelukt kunnen worden beschouwd, wel zoveel dat je met je verhaal naar huis kunt. Dat lijkt te zijn gelukt. Overeenstemming met de sociale partners verdient toch veruit de voorkeur boven grote arbeidsonrust die gepaard gaat met stakingen. Die dreigde toch onder de werknemers. Het afwenden daarvan is goed voor de economie, voor onze concurrentiekracht en voor nog heel veel meer. Daar mag een prijsje voor betaald worden. Het moet natuurlijk niet te gek worden, maar dat is toch reëel.

Mijn fractie is nooit voorstander geweest van die stakingen. Wij kiezen heel bewust en overtuigd voor het harmoniemodel in plaats van voor het conflictmodel. Mij moet van het hart dat in mijn fractie nogal wat ergernis heeft geleefd over de door de FNV georganiseerde acties, die overigens schromelijk zijn mislukt. Zij vonden geen draagvlak in de samenleving. Misschien heeft dat de heer De Waal ingegeven om zich wat toeschietelijk op te stellen waar dat van hem werd gevraagd.

Ik heb ook mijn wenkbrauwen gefronst bij een artikel in Het Financieele Dagblad van 17 oktober jl., waarin stond dat de actievoerders de echte redders zijn van het poldermodel. Dat is mij dan ontgaan.

Hopelijk ziet de vakbeweging in de toekomst af van stakingsacties en probeert zij via de onderhandelingstafel tot overeenstemming te komen. Maar de vakbeweging verdient ook een compliment. Er is loonmatiging toegezegd in ruil voor allerlei verzachtingen van het aanvankelijke pakket. Weliswaar is het resultaat door de FNV neutraal aan haar leden voorgelegd. Dat had wat ons betreft wel wat ruimhartiger gemogen. Ik neem aan dat zij staat voor haar handtekening en dat de leden van de FNV zo wijs zullen zijn dat zij het akkoord steunen. Immers, de keerzijde, verwerping, geeft de regering weer ongebonden handen. Wij hebben net van de heer Weekers begrepen waar dat toe kan leiden.

Over de inhoud komen wij nog uitvoerig te spreken. In de eerste week van november vindt de peiling binnen de FNV en elders plaats. Over het resultaat vindt kabinetsberaad plaats, waarna de bevindingen spoorslags naar de Kamer gaan, met wetswijzigingen en weet ik wat meer. Daar gaan wij dan natuurlijk minutieus naar kijken. Diverse elementen zijn in mijn fractie positief geland, bijvoorbeeld het uitstel van de kwestie van de VUT, het prepensioen en de levensloopregeling. Daar wordt nog eens goed naar gekeken, met besluitvorming in april van het volgend jaar. Dat lijkt mij heel wijs. De koppeling zal op een redelijke termijn weer voluit hersteld zijn. Ook vind ik het prima dat wordt ingezet op de inschakeling van gehandicapten en chronisch zieken in de sfeer van arbeidsparticipatie.

Ik zie ook wat minpuntjes. De partnertoets is weer teruggebracht in de WAO. Ik vind dat echt onbegrijpelijk. Een huishouden heeft een inkomen. Daarop kunnen we de zaak toch inrichten. Ik denk ook aan hetgeen de heer Wijn daarover in een ander verband op een andere manier heeft gezegd. Bij hem voel ik mij wat dit betreft meer thuis. Over de meerjarentermijn van het akkoord zeg ik: dat zou een slagje beter hebben gekund.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter. Het is goed dat wij nu over het akkoord spreken, want oppositie voeren tegen dit kabinet is nog hard nodig. Het akkoord is namelijk wel een goede stap vergeleken met de oorspronkelijke plannen van het kabinet, maar niet veel meer dan een beperkte tussenstap die de minst slechte is van alle varianten die kennelijk besproken zijn. Daarom is er ook een draagvlak voor. Het had echter inhoudelijk veel beter gekund en er had een akkoord kunnen zijn dat veel eerder tot resultaat had kunnen leiden. Ik zal dat toelichten. Ook bij de komende begrotingsbehandelingen zal ik regelmatig voorstellen doen om het resultaat beter te maken.

Allereerst merk ik op dat het goed is dat er een akkoord is, maar waarom noemt het kabinet bij monde van minister De Geus als eerste dit een historisch akkoord? Zo noemde de minister het op de eerste persconferentie. Mij lijkt dat je zoiets nooit over jezelf hoort te zeggen en de heer De Geus zal hier wel weer commentaar op geven. Ik vind dit echter een enorme zelfoverschatting, gelet op wat het akkoord inhoudt. Het is op zichzelf namelijk vrij mager en het heeft veel open einden. Op dat punt ben ik het dan ook volstrekt eens met de heer Weekers. Het ging namelijk om de structurele maatregelen en juist wat die structurele maatregelen betreft heeft het kabinet alles op de lange baan geschoven. Er wordt namelijk gesproken over nader overleg in SER-verband, over overleg met sociale partners enzovoorts. Het enige wat structureel is, is de loonmatiging, maar die matiging hadden de vakbonden al aangeboden, weken voor dat het overleg werd gehouden. Uiteraard deden zij dat onder condities, maar de vakbeweging heeft een- en andermaal gezegd bereid te zijn tot die matiging. Iedereen weet ook dat de vakbeweging over die kwestie bij de decentrale besprekingen uitputtend zou hebben onderhandeld. Ik wijs er in dit verband op dat het kabinet en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorop voortdurend hier en in het land hebben gezegd: de tijd van pappen en nathouden is voorbij, we gaan nu eindelijk hard ingrijpen, want de toekomst stelt eisen.

De heer Bakker (D66):

Hoe kunt u nu zeggen dat die loonmatiging toch wel uit de onderhandelingen met de vakbeweging zou zijn gekomen? Zoals u weet, gaan dit jaar de contractlonen met 2,8% omhoog. Er is 4,3% feitelijke loonstijging, terwijl de economie krimpt met 1,2% per jaar. Vorig jaar en het jaar daarvoor idem dito. Er is als het ware sprake van een heel lange remweg. En wat brengt de heer Crone nu overtuigend naar voren? Dat er plotseling een omslag zou zijn, zonder dit akkoord.

De heer Crone (PvdA):

Ik heb geluisterd naar wat in de bedrijfstakken werd gezegd en gemerkt welke stemming daar heerste. De mensen zien dat het slecht gaat. Zij zien dat de loonontwikkeling moet worden geremd. Die notie is vertaald in de opstelling van de vakbonden. Voor de zomer en zeker in augustus en september hebben de vakbonden voortdurend tegen het kabinet gezegd: wij willen loonmatiging, maar pak ons daar bovenop niet nog eens met lastenverzwaring en allerlei verslechteringen. Ik heb gewoon geluisterd naar wat de vakbonden zeiden. Uw verhaal, speciaal als u het tegen mij had, was altijd dat het kabinet zijn rug moest recht houden. U zei dan dat ik wilde pappen en nathouden. Maar goed, ik richt mij nu tot minister De Geus. Hij heeft die lijn gevolgd. Ik begrijp de teleurstelling van de heer Weekers. Hij zei dat het jammer is dat het kabinet de visie van de minister niet heeft gevolgd en het nemen van structurele maatregelen niet heeft doorgezet. Ik ben blij met dit besluit, want ik heb steeds gezegd: ik wil deze structurele maatregelen niet.

Verder wijs ik erop dat zich iets wonderlijks voordoet. Het nemen van structurele maatregelen is uitgesteld, want er zal nog overleg worden gevoerd met de sociale partners. Dat overleg vind ik zeer wenselijk, maar de sociale partners vragen daar al een jaar om. Zij hebben daarom ook verzocht bij het kabinet-Balkenende I. Zij vragen hierom ook bij het kabinet-Balkenende II. Het overleg kon steeds niet, want de ene keer moest het zus en de andere keer zo. Gelukkig zegt het kabinet nu wel de onderhandelingen toe. De heer Weekers zegt echter: dit wil ik niet, want dan heeft de politiek niet meer het primaat. Dat is zijn standpunt. Ik ben blij met dit overleg. Er is wel een ander punt dat een rol speelt: we hebben een jaar verloren. Het kabinet heeft namelijk alle maatregelen die per 1 januari a.s. zouden ingaan, op zijn minst een jaar uitgesteld. Die gaan nu dus niet door.

De heer Bakker (D66):

Maar u was op al die maatregelen tegen.

De heer Crone (PvdA):

Ik ben blij dat dit gebeurt, maar ik spreek het kabinet aan op wat het wil en wat u eerder heeft gezegd. U heeft toch steeds gezegd: Crone wil pappen en nathouden, de PvdA wil niks.

De heer Bakker (D66):

Dat is ook zo.

De heer Crone (PvdA):

Dat is niet waar. Ik ben heel tevreden met een aantal aspecten van het akkoord.

De heer Bakker (D66):

Als het gaat om structurele voorstellen ten aanzien van de WAO, de WW en het ziektekostenstelsel heeft de Partij van de Arbeid de laatste jaren niet thuis gegeven. Dit kabinet doet wat en houdt de voorstellen nog overeind ook. Dat vind ik een compliment waard. U loopt echter te hoop en zegt: de vakbeweging had dat toch wel gedaan. Ga nu toch gauw!

De heer Crone (PvdA):

Ik herinner aan wat ik eerder heb gezegd. Het pensioenconvenant van de vakbonden heeft ertoe geleid dat de vervroegde uittreding in Nederland is teruglopen van 60 jaar naar 62 jaar. Ik wil wat dat pensioenconvenant betreft versnelling en verbetering aanbrengen. Dat is nu een jaar uitgesteld. Er is op dat punt niets geregeld. Dat komt doordat het kabinet te ver ging en dan bereik je niets. U weet hoe dat gaat bij polsstokhoogspringen: je moet altijd weten hoever je kunt springen. Ik constateer dat de structurele maatregelen nu inhoudelijk van tafel zijn en wij moeten nog maar afwachten of zij weer aan de orde komen. De twijfel van de heer Weekers is dan ook terecht. Wij hebben in ieder geval een jaar verloren. Zelfs als de heer Weekers gelijk krijgt en er geen akkoord komt, komen al die wetsvoorstellen pas volgend jaar terug.

Dan kom ik bij het politieke primaat. Ik heb gezegd: kabinet, haal die maatregelen van tafel en ga onderhandelen. Ik heb het kabinet het mandaat gegeven om dit te doen, maar u niet. U zei: kabinet, het is nu lang genoeg geweest.

De heer Bakker (D66):

Het zijn een heleboel woorden, maar ik had het over de WAO, over de WW, over het ziektekostenstelsel. Ik hoor de heer Crone daar niet op ingaan. Wie zwijgt stemt toe!

De heer Crone (PvdA):

Nee, daar is geen sprake van. Het lijkt wel of u er niet bij hebt gezeten de laatste acht jaar, maar u weet dat de Wet poortwachter heeft geleid tot een enorme daling van de instroom in de WAO. U weet dat nu voor het eerst de absolute aantallen dalen. U weet dat het aandeel van de WAO in het nationaal inkomen is gehalveerd in de laatste tien jaar. Er is geen sprake van dat er niks is gebeurd. Werkgevers kermen als geen ander over bijvoorbeeld de Pemba, mede door de PvdA ingevoerd. U weet wel hoe hard de Pemba was. Er is geen sprake van dat wij niks hebben gedaan. Maar ik moet toegeven dat u het moeilijk blijft vinden om uw wending te verklaren tussen toen en nu.

Mevrouw Verburg (CDA):

Toch heeft de heer Crone een behoorlijk selectief geheugen.

De heer Crone (PvdA):

Dat is het verschil tussen ons, dus helpt u mij even.

Mevrouw Verburg (CDA):

Het gaat nu niet over de Wet poortwachter, maar die is er eerder ondanks de PvdA gekomen. Werkt die zo goed? Jawel. Maar ik ga er nu niet met u over in discussie.

De heer Crone (PvdA):

U begrijpt dat mijn opmerking ironisch bedoeld was.

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik wijs er wel op dat de heer Crone en zijn partij de afgelopen jaren de polsstok helemaal niet hebben durven aanraken, laat staan dat zij hebben kunnen bepalen hoe hoog de PvdA zou kunnen springen, maar ook dat terzijde.

Nu kom ik bij het selectieve geheugen. Herinnert de heer Crone zich dat wij ongeveer een jaar geleden ook hier stonden toen het najaarsoverleg met onder andere de vakbeweging was vastgelopen en dat de FNV weigerde te spreken over de WAO? Heeft de heer Crone de FNV het afgelopen jaar bijvoorbeeld gehoord over goede afspraken in de WAO? Nee, er waren alleen harde eisen. Nu is er een prachtdeal gesloten. U winkelt selectief en u heeft een selectief geheugen.

De heer Crone (PvdA):

Ik moet vaststellen dat uw geheugen helaas erg selectief is. Ik verdedig hier niet de vakbeweging. Ik zeg alleen dat de vakbeweging die loonmatiging al had aangeboden. Dat is dus niet het grote resultaat van het kabinet; het lag er al.

Op het punt van de WAO bent u echt selectief. Er was een eensgezind optreden van niet alleen van de FNV, maar ook het CNV en de werkgevers dat het SER-advies moest worden uitgevoerd. Er is geen sprake van dat de FNV hier iets anders heeft gezegd dan het CNV.

Mevrouw Verburg (CDA):

Vorig jaar tijdens het najaarsoverleg wel, maar ik gun u uw geheugen.

De heer Crone (PvdA):

Nee, daar is geen sprake van. Vorig jaar hebben wij hier tegenover elkaar gestaan. De vakbeweging heeft toen eensgezind gezegd: voer het SER-advies uit. Dat wilde Balkenende-I niet. U herinnert het zich nog heel goed.

Mevrouw Verburg (CDA):

Nee, de FNV heeft toen een blokkade opgeworpen voor de WAO, omdat het kabinet dat op een andere manier wilde.

De heer Crone (PvdA):

Precies, op een andere manier. Daarover zijn wij het eens.

Mevrouw Verburg (CDA):

Dat is toch het goed recht van het kabinet. De FNV wilde er toen niks meer van weten. Toen hebben wij hier een aardig debat gehad.

De heer Crone (PvdA):

Het is het goed recht van het kabinet om een SER-advies niet over te nemen, maar aan te passen. Maar dan moet u niet zeggen dat de FNV een ander standpunt heeft ingenomen, want dat heeft zij niet. Dat had zij overigens best mogen doen.

Ik maak hiermee duidelijk dat de confrontatiestrategie die het kabinet heeft gevoerd en die wij hier vaak hebben bekritiseerd niet heeft geleid tot resultaat, maar tot uitstel van resultaat. Helaas had het beter gekund.

Ik begrijp dat de afspraken voor een jaar zijn gemaakt. Kan minister De Geus toelichten waarom hij de structurele maatregelen die hij altijd heeft beloofd nu op de lange baan schuift? Waarom is minister Zalm zo flexibel geweest? Hij is in de kranten nogal geprezen dat hij zo flexibel was en dat er daardoor tenminste een akkoord kon komen, terwijl minister De Geus zo lang vasthield aan zijn structurele principes. Het was dus beter onderhandelen met een boekhouder dan met een dogmaticus die aan principes vasthoudt. Ik ben benieuwd naar de reactie van beide bewindslieden.

Wij hebben een jaar verloren, maar gelukkig is er in dat ene jaar een resultaat: er is sprake van loonmatiging en de verslechteringen zijn van tafel. Het is echter nog maar de vraag wat er op de langere termijn gebeurt, want daarvoor zijn geen inhoudelijke afspraken gemaakt. Op dit punt sluit ik mij aan bij de heer Weekers. Er zijn alleen werkafspraken gemaakt, dus eigenlijk is er een soort gezamenlijk werkplan of een discussieproject, want het moet nog beginnen. Dat vind ik jammer. Het is er een uiting van dat dit een akkoord is van het bevroren wantrouwen. Maar ik ben een zonnig mens, dus ik citeer op dit punt wat oud-FNV-voorzitter Hans Pont ooit zei bij een akkoord dat ook niet zo duidelijk was: het geheim zit in het vervolg. Ik hoop dat er een goed pakketje uit komt in het voorjaar. Ik heb de AIVD al gevraagd om er alvast onderzoek naar te doen, omdat het allemaal nog geheim is.

Voor 2004 zijn er veel verslechteringen van tafel. Ik vind dat een goed resultaat. Voor ons is echter nog niet alles bevredigend. Vanuit de oppositie zullen wij proberen eraan bij te dragen dat het nog verbetert. Het meest opmerkelijke punt vind ik dat er een eenmalige uitkering voor de minima komt. Tot mijn verbazing blijken werkgevers een extra impuls te bieden voor de langdurige minima. Dat is heel opmerkelijk, want werkgevers doen dat natuurlijk niet zo gauw. Het staat ook niet in de stukken van de sociale partners. Het staat evenmin in de verklaring van de regering. Het staat in de aanbiedingsbrief van minister De Geus. Hoe gaat het nu precies? Werkgevers hebben helemaal geen contact met langdurige minima; daar gaan zij niet over. Ik heb begrepen dat de werkgeverspremie of iets anders omhoog gaat om dat geld binnen te halen. Het kabinet kan dat vervolgens bestemmen via de bijstand, via de bijzondere bijstand of via fiscale maatregelen. Ik ben hier zeer positief over en zou graag binnen twee weken een brief krijgen, zodat wij vóór de behandeling van het Belastingplan en de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid weten hoe het gaat. Ik zal er deze keer geen bezwaar tegen maken dat het dwars tegen de Zalmnorm ingaat.

Wat de structurele maatregelen rond VUT en prepensioen betreft willen wij een regeling die een combinatie is van individueel sparen en collectieve arrangementen, hetzij fiscaal, hetzij via cao-partijen. Als het kabinet vasthoudt aan zijn bezuinigingsopdracht van 1,7 mld, dan zal het niet lukken, dan komt er geen regeling waar gewone werknemers adequaat mee kunnen sparen voor prepensioen of scholing of kinderopvang. Houdt het kabinet vast aan de 1,7 mld? Zo ja, dan wordt daarmee de confrontatiepolitiek hersteld en dan sta ik hier over een halfjaar met precies hetzelfde verhaal: er zou onderhandeld worden, maar het kabinet was niet flexibel, de boekhouder heeft gewonnen en er komen weer geen structurele maatregelen, die juist nodig zijn. Ik hoop dat het kabinet het loslaten van de confrontatiepolitiek en het flexibel onderhandelen als leidraad zal behouden.

De heer De Ruiter (SP):

Voorzitter. Natuurlijk hebben de vakbondsonderhandelaars hun best gedaan. Zij hebben geprobeerd om de enorme ingrepen die de regering wil doen in de sociale rechten van werknemers en burgers van dit land zoveel mogelijk van tafel te krijgen. Voor een deel is het gelukt. Positief is in ieder geval dat de plannen rond de kortdurende WW en het behoud van de ontslagvergoeding worden geschrapt. Ook is het goed dat de strafheffing op de VUT voorlopig van tafel is. Positief is natuurlijk ook dat de nominale ziekenfondspremie met pakweg 25 euro daalt.

Maar de prijs die hiervoor is betaald, is wel erg hoog, om te beginnen met twee jaar loonmatiging. Er komt geen prijscompensatie. Dat is naar mijn oordeel niet de nullijn, maar de minlijn, de minlijn voor ouderen die Nederland ook in sociaal opzicht hebben opgebouwd, de minlijn voor bijstandsmoeders en andere uitkeringsgerechtigden. Zij gaan er allemaal op achteruit. Omdat zij erop achteruit moeten in de visie van deze regering, moet er ook worden ontkoppeld. Dat zou eerst niet gebeuren, maar het gebeurt nu wel tot 2006.

De heer Bakker (D66):

Er moeten geen verkeerde beelden ontstaan. Wij hebben daarnet een brief gekregen met de koopkrachtplaatjes: sociale minima plus 0,25%, alleenstaande ouders plus 0,5%, alleenstaande AOW'er op het sociaal minimum plus 0,75%, alleenstaande AOW'er met een pensioen van 5000 euro plus 0,5%, AOW-paar op het sociaal minimum plus 0,25%. De heer De Ruiter kan dan toch niet volhouden dat iedereen erop achteruitgaat? Ik geef toe dat het gaat om koopkrachtplaatjes, dus een aantal maatregelen zit er niet in, maar de heer De Ruiter moet niet zeggen dat het over de hele linie naatje is. Dat is het absoluut niet.

De heer De Ruiter (SP):

Ik ben blij dat u toegeeft dat het over koopkrachtplaatjes gaat. Als je nul afspreekt, dan is het nul, terwijl de prijzen stijgen. Doorgaans betekent dat dat mensen erop achteruitgaan.

De heer Bakker (D66):

Nee, want in koopkrachtplaatjes ontbreken enkele maatregelen die niet te voorspellen zijn voor een hele groep, maar de algemene dingen zitten er wel in, zoals de inflatie, de nullijn, de maatregelen. Bij de minima zie ik dan allemaal plusjes, zij het kleine. Bij de werkenden staan allemaal minnetjes. Dit is het eerste nivellerende kabinet sinds de jaren zeventig.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Misschien is de heer De Ruiter het met mij eens, dat de belangrijkste plusjes ontstaan doordat met steun van de linkse oppositie de medicijnknaak is afgeschaft. Dat geldt voor 2004, maar daar gaan wij wel in 2005 een prijs voor betalen. Dan is het namelijk een kale nul voor de AOW'ers, want dan gaat met steun van het CDA het verhoogde eigen risico in.

De heer De Ruiter (SP):

Natuurlijk ben ik dat met de heer Vendrik eens.

Ik ga verder met mijn verhaal. Er zijn met dit sociaal akkoord een aantal dingen niet overeind gebleven waarvan ik het liefst had gezien dat het anders zou zijn gegaan. Ik noem bijvoorbeeld de Melkertbanen. Het is volstrekt onduidelijk wat daarmee op dit moment gebeurt. Ondanks het akkoord, is nog steeds overeind gebleven dat iemand die ziek wordt in het tweede jaar nog maar 70% van zijn loon krijgt. Ik weet niet of daarvoor ook al een koopkrachtplaatje is gemaakt. Dat betekent dat die mensen er fors op achteruitgaan. Als klap op de vuurpijl gaan de herziening van de WAO en de invoering van het beroepsrisico gewoon door. Dat laatste zou er eerst helemaal niet zijn, maar inmiddels wordt dat aan de SER voorgelegd. Alleen heet het tegenwoordig anders. Het heet nu de extra garantieregeling beroepsrisico. In mijn ogen betekent dat: terug naar de Ongevallenwet van de jaren zestig.

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik luister met belangstelling naar de heer De Ruiter. Hij telde eerst de goede dingen op en dat siert hem. Vervolgens zegt hij iets dat helder in het akkoord staat. Dat betreft de ID-banen. Het kabinet zegt toe met spoed met de VNG te praten over het omzetten van ID-banen in gewone banen. Vorig jaar is bij het najaarsoverleg in het totaal 160 mln ingezet om 10.000 banen om te zetten. Nu wordt bekrachtigd dat de gemeenten achter de vodden moeten worden gezeten. De heer De Ruiter zegt echter: ik weet niet wat ermee gebeurt. Tel uw zegeningen! Het kabinet gaat erachteraan en de sociale partners ook.

De heer De Ruiter (SP):

U zegt het goed, want dat is precies de inhoud van mijn kritiek. Het kabinet gaat erover praten. Vorig jaar is er bij het najaarsakkoord ook over gepraat. Toen is afgesproken dat 10.000 banen zouden worden omgezet. Van de week hebben wij allemaal kunnen zien dat wij nog niet de 2000 hebben gehaald. Een afspraak om een afspraak te maken is heel interessant, maar schept nog geen duidelijkheid over de toekomst van mensen met een gesubsidieerde baan.

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik deel van harte de noodzaak dat wij de gemeenten achter de vodden moeten zitten. Het eerste halfjaar hebben de gemeenten achterovergeleund omdat zij dachten: de PvdA gaat misschien weer regeren en dan blijven de Melkertbanen overeind. De gemeenten hebben hun plicht verzaakt om mensen met een Melkertbaan kans op een gewone baan met perspectief te bieden. Dát moet u hier vanavond zeggen.

De heer De Ruiter (SP):

Nee, dat ga ik hier niet zeggen. U kunt wel heel makkelijk de schuld alleen maar bij die gemeenten leggen, daar waar u steeds meer verantwoordelijkheid bij die gemeenten legt, terwijl het ook een verantwoordelijkheid was van de regering en van werkgevers en werknemers om een goede afspraak te maken. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de afspraak dat mensen echt hun baan kunnen houden en niet dat hun nog steeds de ontslagregeling boven het hoofd hangt. Dat konden gemeenten tot voor kort wel doen. Daarmee schep je geen duidelijkheid maar nog steeds onzekerheid voor de mensen met een ID-baan.

Ik heb nog een vraag over de WAO naar aanleiding van het interview met de minister in De Telegraaf van jongstleden zaterdag. Daarin zegt de minister: de herziening van de WAO had geheel intact moeten blijven. Naar mijn inzicht is die geheel intact gebleven, behalve dan dat die partnertoets nu van tafel is. Dat is overigens wel een belangrijk punt; dat geef ik onmiddellijk toe. Het kan toch niet zo zijn dat de minister van SZW twee keer hetzelfde feestje viert, want die afspraak was toch al gemaakt in het SER-akkoord?

De SP heeft harde oppositie aangekondigd tegen de plannen van dit kabinet en die plannen steeds asociaal genoemd. Dat vind ik nog steeds. De vraag is of dit akkoord een sociaal akkoord is. Ik spreek liever van een onderhandelingsresultaat. Wat mij betreft, is het een mager onderhandelingsresultaat. Mager, omdat er erg veel is ingeleverd. Mager, omdat er meer te behouden viel in de sociale zekerheid. Mager, omdat een forse aanslag is gepleegd op de solidariteit. Mager, omdat de toekomst van VUT en prepensioen nog steeds op het spel staat. Mager, omdat er helemaal geen 2 mld euro is vrijgespeeld. Ik begrijp althans uit de brief van de minister dat er 800 mln euro is vrijgespeeld voor dit akkoord. Hoe beoordeelt de minister in dit verband de uitspraak van Lodewijk de Waal dat het hier zou gaan om 2 mld euro? Heeft De Waal zich wellicht vergist en heeft hij 2 mld gulden bedoeld? Kan de minister mij dat verschil van 1,2 mld euro verklaren?

De voorzitter:

Ik moet u melden dat u door uw spreektijd heen bent. Ik geef u nog de gelegenheid om een laatste zin uit te spreken.

De heer De Ruiter (SP):

Dan geef ik in een laatste zin mijn oordeel over de gang van zaken tot dusverre. Ik denk dat er een lachende derde is bij dit akkoord, namelijk de werkgevers. Zij hebben heel weinig gedaan, zij hebben heel weinig gepraat en zij hebben geen acties gevoerd; zij hebben in ruil voor dit akkoord alleen een klein beetje geld beschikbaar gesteld voor de allerarmsten in Nederland. Ziedaar de barmhartigheid en de armenzorg nieuwe stijl. Is dat de kant die de minister van Sociale Zaken opgaat met een eens sociaal Nederland?

De heer Weekers (VVD):

Ik hoorde de heer De Ruiter zeggen dat het onderhandelingsresultaat mager is, maar hij legde dat anders uit dan ik dat deed in mijn eerste termijn. Moet ik concluderen dat de heer De Ruiter zegt dat de heren De Waal en Terpstra hun werk niet goed hebben gedaan en dat het advies aan de achterban van de vakbeweging eigenlijk moet zijn om niet akkoord te gaan?

De heer De Ruiter (SP):

Wij zitten niet bij die onderhandelingen. Het zijn onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers. Zij moeten daar hun verantwoordelijkheid in nemen. Ik denk dat de vakbeweging haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Ik heb gezegd dat zij een aantal dingen heeft behouden en een aantal dingen goed heeft gedaan. Als u vraagt naar een inhoudelijke beoordeling door mij van dit akkoord, dan kan ik zeggen dat er een aantal goede dingen in staan, maar dat er volgens mij veel meer goede dingen in hadden moeten staan. Dat is de analyse die ik heb gemaakt. Dat is een analyse die, wat mij betreft, leden van de vakbond gewoon mogen overnemen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik zit nog met het begrip "asociaal" en de opmerking dat dit zo zou blijven. Het is een onderhandelingsresultaat met goede en minder goede dingen. Stel nu dat een en ander gerealiseerd zou worden – laten wij die sprong eens maken in gedachten – wat wordt het dan?

De heer De Ruiter (SP):

Iets minder asociaal.

De heer Van der Vlies (SGP):

U bent inderdaad een minimalist.

De heer De Ruiter (SP):

Dat laat ik graag aan u.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. Het vorige week gesloten akkoord tussen het kabinet en de sociale partners wordt terecht als een zeer bijzonder akkoord gezien. Er is namelijk overeenstemming bereikt over het bevriezen van de lonen voor een periode van twee jaar. Een vergelijking met de gang van zaken van vorig jaar valt zonder twijfel positief uit, niet alleen wat betreft het resultaat, maar ook wat betreft de wijze waarop het akkoord tot stand is gekomen. Volgens sommigen heeft het akkoord alleen maar winnaars opgeleverd. Dat is een optimistische en ook een wat voorbarige conclusie. Er zijn veel positieve kanten te noemen, maar er is ook een heel aantal problemen vooruitgeschoven naar de toekomst. Wat de fractie van de ChristenUnie vooral toejuicht, is de rust die nu op het sociale front lijkt te zijn teruggekeerd, en de mogelijkheid om iets terug te winnen van onze verloren concurrentiekracht. Het kabinet heeft op dit punt veel binnengehaald en daarvoor is een compliment op zijn plaats. NRC Handelsblad constateerde op 15 oktober dat de overheid nu weer volop aan de touwtjes trekt. Onze indruk is echter dat het primaat van de politiek de afgelopen weken juist ver was te zoeken. De uitspraak van de heer Terpstra, die ook al door andere woordvoerders is aangehaald, was veelzeggend en, wat mij betreft, ook wrang. Terpstra zei: wij hebben het parlement hiermee te kijk gezet; wij hebben veel meer bereikt. Hoe beoordeelt het kabinet deze taxatie?

Ik heb nog een aantal opmerkingen over het akkoord. Tijdens de financiële beschouwingen heeft mijn collega Rouvoet de minister van Financiën gevraagd, de broekriem één gaatje van 0,1% BBP ruimer te zetten, om wat pijn voor de sociale partners weg te nemen. Het antwoord op die vraag is dus op 15 oktober gekomen: die ruimte is er kennelijk. Waarom is de extra 200 mln euro voor de verlaging van de ziekenfondspremie niet gebruikt voor de groep die zeker in de financiële problemen komt, namelijk de gehandicapten en de chronisch zieken? Had het extra geld niet meteen gebruikt kunnen worden als alternatief voor de omstreden medicijnknaak?

Wij moeten ertegen waken om ons rijk te rekenen. Het is nog maar de vraag of het CPB en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet te optimistisch zijn als zij denken dat minder belastinginkomsten in 2004 wel zullen worden gecompenseerd door economisch herstel aan het eind van deze regeerperiode. Een andere onzekerheid betreft de voorwaarden die door de sociale partners zijn gesteld aan de bevriezing van lonen in 2005.

Ik sluit mij aan bij vragen die door de heer Crone en anderen zijn gesteld over de handreiking die de werkgevers hebben gedaan: een extra impuls voor langdurige minima. Hebben we het dan over een variant op de langdurigheidstoeslag voor bijstandsgerechtigden, en is dat een taak voor werkgevers? Of is het iets voor alle minima, dus ook voor mensen met een baan of een uitkering? Waar komt dit voorstel eigenlijk vandaan?

Was een verhoging van de WAO-uitkering met 5% in 2006, evenals de afschaffing van de Wet Pemba, echt afhankelijk van het nu bereikte akkoord? Wij leven in de veronderstelling dat daartoe hoe dan ook zal worden overgegaan bij gebleken succes van de WAO-wetgeving.

De heer Van As (LPF):

Voorzitter. Het debat van vanavond moeten wij zien vanuit een realistische invalshoek, want waar niet is, verliest de keizer zijn recht. De resultaten op economisch gebied zijn gewoon niet best: wij lopen achter bij Europa en we willen met zijn allen die inhaalslag maken, dat betekent dat overheid en sociale partners water bij de wijn moeten doen. Wij moeten ervoor zorgen, eruit te komen. Dit heeft geleid tot een goed najaarsakkoord, waarin eenieder er goed is uitgekomen. Het gaat er niet om wie de overwinnaar is. Wat nog veel belangrijker is, is dat er een pas op de plaats wordt gemaakt. Natuurlijk is het mooi om alles gelijk door te voeren, wat op korte termijn meer geld zou opleveren, maar dat is niet altijd verstandig. Als de drie partijen eruit zijn – daar lijkt het op uit te draaien – dan is dat een goede zaak. Het beste is om er via minnelijk overleg uit te komen.

Wat zijn de resultaten? In de komende jaren komt er heel veel op ons af. De doorrekeningen van het CPB geven een beperkt resultaat van 35.000 banen na 2007 aan. Dat is bepaald niet spectaculair te noemen. Wij zien ook dat de gevolgen voor het financieringstekort erg mager zijn. Het aanbod van het kabinet met betrekking tot uitstel van afschaffing van VUT en prepensioen juichen wij "for the moment" toe, maar dat is natuurlijk geen structurele oplossing, daarvoor moet over een paar jaar een knoop worden doorgehakt. De feiten liegen er niet om. De werkloosheid neemt toe. Op dit moment zijn er al 635.000 werkzoekenden, te weten de NUG'ers, de WW'ers en de bijstandsgerechtigden. Nu zijn er nog 989.000 WAO'ers, waarvan een stevig deel straks in de bijstand en daarmee op de arbeidsmarkt belandt. In totaal praten we over 1,7 miljoen mensen. De aantallen zullen nog drastisch toenemen, doordat nog steeds veel mensen werkloos worden als gevolg van het wegtrekken van industrieën naar lagelonenlanden. Het is niet denkbeeldig dat straks misschien wel 2 miljoen Nederlanders thuis zitten. Laten we het niet hopen, maar het ziet ernaar uit dat het heel moeilijk gaat worden.

Dat betekent dat minder dan 8 miljoen mensen het brood verdienen voor meer dan 16 miljoen mensen. Dat verdient een aanpak op middellange en lange termijn. Het is leuk om te debatteren over de vraag wie er gelijk heeft, en of mijnheer De Waal dit of dat vond, maar ik vind dat niet spectaculair. Het gaat erom hoe wij de komende jaren erop vooruitgaan. Er moeten meer dan een miljoen arbeidsplaatsen worden gevonden. Hoe gaan we dat aanpakken? Wij zien dat niet alleen de normale productiearbeid al verhuist naar lagelonenlanden, maar ook op het gebied van research en ontwikkeling gebeurt dat, omdat het daar goedkoper is. Hoe gaan wij de klus in Nederland klaren, ook kijkend naar de jaarlijkse toestroom naar Nederland van mensen die laag of nauwelijks geschoold zijn? Zij werpen zich ook op de arbeidsmarkt, terwijl wij nauwelijks banen hebben. Wij moeten ervoor oppassen structureel toekomstige bijstandstrekkers te importeren. De EU wordt uitgebreid met voormalige Oostbloklanden, maar dat brengt met zich dat mensen, afkomstig uit die landen, zich ook hier op de arbeidsmarkt zullen begeven en wellicht tegen lagere cao-prijzen gaan werken, bijvoorbeeld via Poolse uitzendbureaus. Wij horen graag van de regering hoe wij die kwestie de komende jaren gaan aanpakken. Er moeten op zijn minst een miljoen arbeidsplaatsen worden gecreëerd. Hoe gaat minister De Geus dit doen? Anders schuiven wij de brij inderdaad voor ons uit, in de trant van: après nous le déluge. Dat mag echter niet. Na deze kabinetsperiode is de heer Zalm misschien vertrokken, want over drieënhalf jaar weet hij beter wat hij wil gaan doen. Er moeten echter nu structurele maatregelen worden ingezet om het schip de Staat der Nederlanden van koers te laten veranderen. Dat is veel belangrijker dan het geneuzel over die 700 of 800 mln euro die het kabinet als wisselgeld in de zak heeft.

Ik vind het prima dat er nu wat water in de wijn is gedaan, want de regering moet ook zaken kunnen doen. Dat is nu goed gedaan, maar de vraag is hoe wij verder gaan. Wij behouden ons het recht voor om eventueel in tweede instantie met een of twee moties te komen.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie vindt dat het najaarsakkoord een behoorlijke waarde vertegenwoordigt. Wij zien dat als een eerste stap en een pijler onder het kabinetsbeleid om ons land er economisch bovenop te helpen, de werkgelegenheid te stimuleren, scholing en innovatie een duwtje in de rug te geven en onze internationale concurrentiepositie te verbeteren. Daarvoor is een compliment aan alle betrokken partijen op zijn plaats, want zij hebben hun maatschappelijke en politieke nek uitgestoken. Ik heb daarom niet zoveel op met alle koffiedikkijkers, gelet op de commentaren. In sommige commentaren wordt een van de drie partijen tot winnaar gebombardeerd, maar daar heb ik ook niets mee, want dat wil zeggen dat er twee verliezers zijn. Het hangt af van de positie van waaruit je dit beschouwt en de belangen die je dient of er sprake is van een winnaar of een verliezer.

De mensen in het land hebben het beter begrepen. Uit een onderzoek van het Radio 1-journaal blijkt dat tweederde van de burgers van mening is dat er een goed akkoord ligt. Ik kan mij daarin vinden. Het akkoord moet nog verder worden uitgewerkt, maar als het handen en voeten krijgt, dan hebben werkenden meer kans om hun baan te behouden. Dan krijgen werklozen meer perspectief op een baan. Dan blijven de uitkeringen in de pas lopen. Dat heeft ook een tijdje aan een zijden draadje gehangen. Dan krijgen mensen met een VUT- of prepensioen een goede overgangsregeling. Ook de levensloopregeling krijgt de komende tijd handen en voeten. WAO'ers die echt niet meer kunnen werken, krijgen een hogere uitkering.

De heer Crone (PvdA):

U vat goed samen. De verslechteringen komen volgens u niet. U noemt dat verbeteringen. Hoeveel geld is er beschikbaar voor de levensloopregeling? Daar moeten mensen namelijk zorgverlof, scholingsverlof en prepensioen uit betalen. Houdt u zich vast aan die 1,7 mld euro aan bezuinigingen? Dan wordt het in ieder geval niks. Dat weet u zelf ook. Of moet het kabinet volgens u flexibel blijven en moet dat geld er komen?

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik stel vast dat er afspraken zijn gemaakt in het akkoord en dat daar een SER-advies over komt. Dat is heel goed. De afbouw van VUT en prepensioen en een goede basisvoorziening voor de levensloopregeling – de PvdA wil die ook – krijgen dan handen en voeten. Ik vind dat positief. Ik hoop dat de SER daar voortvarend op reageert en adviseert.

De heer Crone (PvdA):

Wij zijn het gelukkig eens over de basisvoorziening. In De Telegraaf zegt de minister echter dat je zelf moet sparen with a little help from the fiscus. Dat is wel erg weinig als collectieve basis. Mogen wij samen optrekken om die collectieve basis er in te houden, ook als dat iets minder dan 1,7 mld oplevert?

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik zie uw voorstellen graag tegemoet, met uitzondering van dat laatste. Het CDA omarmt de opstelling van het kabinet om de collectieve regelingen voor VUT en prepensioen niet langer fiscaal te stimuleren. Het kabinet wil het individueel sparen voor een levensloopregeling bevorderen en dat vinden wij een verstandige actie. In cao's kunnen prachtige afspraken gemaakt worden over het sparen van geld en tijd. Ik heb dat artikel niet gelezen, maar het omvat meer dan u nu suggereert.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Wat u nu over prepensioen en VUT zegt, lees ik niet in het sociaal akkoord. Ik lees wel dat een maatregel van het kabinet wordt uitgesteld en dat er tijd is voor overleg. Er kan gedacht worden aan een combinatie van VUT, prepensioen en levensloop – whatever that may be – waarbij overgangsregelingen worden betrokken. Het kabinet heeft hier een bepaald bedrag voor over, maar werkgevers en werknemers vinden dat geen uitgangspunt. Wie steunt u in het debat? De werkgevers en werknemers die het debat principieel willen voeren zonder de budgettaire klem of steunt u de boekhouder die zegt: geld gaat voor alles en daar moet die regeling maar in passen?

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik vind het al winst dat de sociale partners het debat principieel willen voeren, in tegenstelling tot wat ik hierover steeds van GroenLinks hoor. Voor het overige stel ik vast dat de sociale partners hun handtekening hebben gezet onder de afspraken die gemaakt zijn om op deze termijn en binnen de gestelde kaders een goede poging te doen om tot een advies te komen. Daar ben ik gelukkig mee.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dan luistert u twee keer niet goed. Uw opmerking in de richting van GroenLinks klopt niet, maar laat dat maar zitten. In het sociaal akkoord staat niet dat werkgevers en werknemers zich aan het budgettaire kader van deze twee heren committeren. Dat is voor hen geen vanzelfsprekendheid. Ik begrijp heel erg goed dat dit niet in het akkoord staat, want de pot geld die deze heren op tafel zetten, maakt dat overleg buitengewoon moeizaam. Mijn vraag is nog steeds voor wie u kiest. Kiest voor het kabinet met de stelling dat het budget het uitgangspunt is of kiest u voor de sociale partners? U wilt zo graag het debat voeren, dus doet dat dan ook.

Mevrouw Verburg (CDA):

Mijnheer Vendrik, door uw woorden word ik gesterkt in mijn overtuiging dat Doekle Terpstra en Lodewijk de Waal het beter hebben begrepen dan u. Zij willen die principiële discussie aangaan. Zij zien dit als een handreiking en zien kans om VUT en prepensioen op een zorgvuldige manier af te bouwen. In tegenstelling tot hetgeen tot nu toe in de SER is gebeurd, zien zij nu wel mogelijkheden voor een goede basis voor een levensloopregeling waar zij de rest van de zojuist gestarte eeuw mee uit de voeten kunnen. De sociale partners laten zich niet in de keuze dwingen waar u mij in wilt dwingen. Laat ik dat dan maar helemaal niet doen. Het is namelijk geen keuze.

Ik wil de heer De Ruiter met zijn opmerkingen over de Melkertbanen een stukje tegemoetkomen. Ik heb gelezen wat daarover in het akkoord is opgenomen. Ik vraag met de heer De Ruiter het kabinet wat dit betekent. Wanneer is het spoedoverleg met VNG en sociale partners? Welke deal zal het kabinet sluiten en hoe wil het kabinet de gemeenten er dit keer wel aan houden? Dit moet dan zijn inclusief de afspraken over de ontslagregeling. Die toevoeging is met nadruk in dit akkoord opgenomen. Ik ga uit van de intentie van de motie-Bruls die indertijd bij het debat over de Melkertbanen is ingediend. Ik vraag minister De Geus waar de Melkertiers op mogen rekenen en waar de Kamer hem aan mag houden.

Voorzitter. Het is de vraag of dit akkoord nu al historisch is te noemen. Het zal er een beetje van afhangen. Het is uniek dat de afspraak is gemaakt van één jaar op nul en het tweede jaar naderend tot nul. Als er goede afspraken gemaakt kunnen worden over de sociale zekerheid, ga ik ervan uit dat het ook het tweede jaar op nul komt. Dat is uniek, hulde en waardering daarvoor. Maar nog beter vindt mijn fractie het dat met dit akkoord een goede aftrap wordt gegeven voor de vernieuwing en de modernisering van de sociale zekerheid, want de WW wordt gemoderniseerd. Daarmee is zij weer een overbrugging voor een periode van onvrijwillige werkloosheid. De WAO, waarover reeds twintig jaar heftig wordt gediscussieerd, ook in deze Kamer, lijkt op kousenvoeten te zijn meegewandeld in dit akkoord. VUT en prepensioen worden zorgvuldig afgebouwd met een gelijktijdige opbouw van de levensloopregeling. Daarmee wordt naar de opvatting van de CDA-fractie een stevige en solidaire basis gelegd voor voorzieningen en sociale zekerheid in de 21ste eeuw. Dat kon later, maar laat de geschiedenis voor zichzelf spreken, wel eens het echte historische van dit akkoord zijn. Deelt de minister van SZW deze visie?

Ten slotte. Sociale partners hebben de urgentie van een dergelijk akkoord beter begrepen dat sommige partijen in deze Kamer. Wat nu wel geboden is, zijn voortvarendheid en zorgvuldigheid. Ik roep het kabinet op om het proces te stimuleren en te bewaken. De polder bewijst zijn vitaliteit, nu moet er voorwaarts gepolderd worden. Gemaakte afspraken mogen niet verzanden in doormodderen of in een klein beetje voortmodderen. De vraag is hoe het kabinet dat gaat doen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Tijdens de algemene politieke beschouwingen deed de fractievoorzitter van het CDA het voorstel om de medicijnknaak van tafel te halen en de premiedaling ZFW te mitigeren. Dat kon niet, zo zei de premier, vanwege de begrotingsregels. Oh, zei het CDA, dan doen wij het niet. Nu ligt er een sociaal akkoord en er is geen begrotingsregel aan de orde. Wat dit kabinet doet ten opzichte van de sociale partners kan wel, maar wat het kabinet ten opzichte van de CDA-fractie doet, is anders. Vindt u dat aanvaardbaar? Ik spreek u even aan als collega-parlementariër, want wij moeten ook nog wel eens zaken doen en een beetje stevig zijn ten opzichte van het kabinet. Aanvaardbaar?

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik vind dat het kabinet zeer verstandige stappen heeft gezet. Als de heer Vendrik goed geluisterd heeft, dan heeft hij gehoord dat de fractievoorzitter van het CDA, Maxime Verhagen, de volgende oproep heeft gedaan: het kabinet zal zorgvuldig moeten kijken welke ruimte het heeft om tot een meerjarig akkoord te komen met afspraken over loonmatiging en pensioenen. Verhagen heeft toen dus gezegd: kabinet, regeer, kijk welke ruimte er is, ook in financiële zin, en zorg ervoor dat er meerjarige afspraken worden gemaakt. Ik stel vast dat de eerste belangrijke stappen daartoe zijn gezet.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mevrouw Verburg, waar is uw parlementaire trots? U laat uw fractievoorzitter door dit kabinet het bos insturen met een kulredenering. Het kabinet doet iets heel anders met sociale partners en u geeft het nog gelijk ook?

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik begrijp dat de druiven voor de heer Vendrik nog zeer zuur zijn.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het gaat niet om zure druiven, maar om de positie die u inneemt ten opzichte van het kabinet.

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik heb geschetst hoe mijn fractie hier tegenaan kijkt. Ik vind het een belangrijke stap voorwaarts. Ik stel vast dat wij met uw en nog enkele andere fracties in deze Kamer niet verder hebben kunnen komen, ook niet bij de inhoudelijke vernieuwing van de sociale zekerheid. Ik blijf u overigens uitnodigen op dat punt. Ik vind dat er belangrijke stappen zijn gezet, waarmee het kabinet mede invulling heeft gegeven aan de oproep van mijn fractievoorzitter. Dat is door meerdere partijen gedaan. De heer Crone heeft terecht naar zijn fractie verwezen. Eerder bij het debat over het regeerakkoord heeft ook Jozias van Aartsen, fractievoorzitter van de VVD, eenzelfde oproep gedaan.

De heer De Ruiter (SP):

Ik heb drie vragen aan mevrouw Verburg. Mag ik mevrouw Verburg zo begrijpen dat zij inmiddels een beetje afstand doet van het verhaal dat dit najaarsakkoord historisch zou zijn? Zij zei dat het twee kanten uit kan gaan. Is het dit nu wel of niet? De term "gemoderniseerde solidariteit" is leuk gevonden. Kan uitgelegd worden wat dat precies inhoudt? Wat betekent dit overigens voor mensen die op dit moment geen baan hebben, werkloos zijn of op een minimumuitkering of -inkomen zijn aangewezen?

Mevrouw Verburg (CDA):

Het zal moeten blijken of het een historisch akkoord is. Ik stel vast dat het uniek is dat er voor een jaar een nullijn is afgesproken en voor een volgend jaar een lijn naderend tot nul. Ik heb de verwachting uitgesproken dat het een uniek akkoord zal blijken als het gaat om de vernieuwing van de sociale zekerheid.

Ik weet zeker dat de sociale zekerheid van het einde van de 20ste eeuw absoluut onhoudbaar is in de 21ste eeuw. Die kent te veel bureaucratie. De mensen zijn te veel slachtoffers van regeltjes. Zij verdwijnen als het ware achter die regeltjes. Dat moet veranderen. Ik hoor de heer De Ruiter daar week in week uit voor pleiten. Ik hoor hem erover klagen dat mensen vastgeroest zijn in de bureaucratie. Wij zouden dan ook partners moeten zijn op dit vlak. Er moet zorgvuldig gesnoeid worden in de sociale zekerheid. Op basis van een solidaire vloer moeten nieuwe vormen van solidariteit gezocht worden die houdbaar en betaalbaar zijn, ook in het licht van de vergrijzing in de 21ste eeuw. Ik daag de heer De Ruiter uit om daaraan mee te doen.

Ik heb reeds gesproken over degenen die aan de kant staan of die aan de kant gezet dreigen te worden. De heer De Ruiter zal ook mailtjes krijgen waarin mensen zeggen bereid te zijn om 10% of 15% van hun loon in te leveren als zij hun baan maar kunnen houden. Die mensen bieden wij perspectief op het behouden van hun baan. Mensen die aan de kant staan, worden met dit akkoord geholpen om weer aan het werk te gaan.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Aangezien de heer Crone uitvoerig zijn vroegere werkgever heeft geëerd, zal ik dat ook eens doen. Ik lees het volgende voor: "Maar de overlegeconomie kent ook zwaktes. De verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden is niet altijd klip en klaar. Het ontbreekt soms aan het vermogen, tijdig juiste diagnoses te stellen en vooral om daaraan dwingende conclusies te verbinden. De reactiesnelheden zijn vaak te laag. Overleg leidt soms tot committeringen die het handelingsvermogen van partijen te boven gaan of committeringen worden verschillend beleefd. Er wordt te weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheden van marktwerking en financiële stimulansen. Keuzen kunnen te lang uitblijven en verantwoordelijkheden worden niet waargemaakt door sociale partners en door de overheid". Dit is een advies van de SER uit november 1992, door de heer Rinnooy Kan ooit de moeder van alle adviezen genoemd. Inderdaad, minister Zalm, minister De Geus en nog vier andere aanwezigen waren nauw bij dit advies betrokken.

De heer Crone (PvdA):

Ik heb niemand geëerd in dit debat. De heer Bakker heeft gelijk dat bij overleg niet altijd precies gebeurt wat de ene partij wil. Juist van een democraat had ik verwacht dat hij zou inzien dat dit altijd zo is in een democratie. Alleen in een dictatuur gebeurt het zoals slechts één partij het wil. In een democratie is het echter geven en nemen. Ik snap dan ook niet goed de strekking van het betoog van de heer Bakker. De kracht van de overlegeconomie is dat een knoop doorgehakt wordt, rekening houdend met de verschillende belangen.

De heer Bakker (D66):

Ik sprak over de zwaktes van de overlegeconomie. Ik begrijp niet wat de heer Crone bedoelt met democratie. Een van de analyses in het bedoelde rapport is juist dat de remweg erg lang kan zijn. Dat is de afgelopen jaren inderdaad gebleken. Een ander analyse is dat commitments aan mooie tafels in het Haagse SER-gebouw niet altijd doorwerken naar de feitelijke onderhandelingstafels voor de cao's. Die scepsis mag men vandaag de dag ook hebben. Op die analyses wil ik de rest van mijn betoog baseren.

De heer Crone (PvdA):

De heer Bakker spreekt van een lange remweg. In tientallen internationale studies, ook van Nederlandse hand, is aangetoond dat de remweg van de macro-economische loonontwikkeling in de Rijnlandse economie korter is dan die in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Micro-economisch ligt het anders omdat de mensen er uitgegooid worden. De "insiders" blijven langer zitten en krijgen goudgerande garanties voor van alles en nog wat. De studies over de remweg die de heer Bakker citeert kloppen dus niet.

De heer Bakker (D66):

De heer Crone is tevreden met een zesje. In de jaren 2002-2006 daalt de werkgelegenheid in de marktsector met 5%. Door dit akkoord komt er in 2007 weer 0,6% bij. Kortom, een goede concurrentiepositie kan heel snel worden verkwanseld, maar wordt heel moeilijk weer opgebouwd. Kortom, banen komen te voet en gaan te paard. Dat is het grote probleem. Als de bakens tijdig waren verzet, zowel door de vakbeweging, de werkgevers als de regering, dan had de werkloosheid niet zover hoeven stijgen als zij op dit moment stijgt. Daarvoor draagt iedereen verantwoordelijkheid. Daarom is het goed dat het akkoord tot stand is gekomen, zodat die omslag kan worden gemaakt. Ik moet wel constateren dat het verdraaid lang heeft geduurd, zeker gezien het feit dat de problematiek zich al een aantal jaar aan het ontwikkelen is.

Ik wil twee kritische noten laten horen. Ten eerste vind ik het jammer dat er in het akkoord geen enkele afspraak is gemaakt over innovatie, over de kenniseconomie en over de langetermijnstrategie. In andere debatten hebben wij daar al over gesproken. In de eerste overweging van de verklaring van de Stichting van de Arbeid wordt dit wel genoemd, maar daar blijft het verder bij. Dat vind ik zeer te betreuren. Ik mag toch hopen dat het kabinet in overleg met de sociale partners op dat spoor wil doorgaan. Dat hoort het vervolg te zijn van dit loonakkoord, dat natuurlijk het meest urgent was.

Ten tweede heeft de heer Vendrik zeker een punt wanneer hij wijst op de positie van het parlement. Tegelijkertijd zeg ik dat dit onontkoombaar is. Het wringt natuurlijk wel. Het parlement is de volksvertegenwoordiging en heeft een democratische legitimatie. Het parlement wordt bij de volgende verkiezingen afgerekend. Het parlement is de wetgever en de begrotingswetgever, maar moet ook toestaan dat het soms met lege handen staat omdat het kabinet de ruimte moet hebben om met andere partijen zaken te doen. Als die zaken eenmaal zijn gedaan, kan het parlement slechts tekenen bij het kruisje. Uit democratisch oogpunt is dit een heel lastige situatie. Die kan alleen worden verdedigd door te zeggen dat er nu eenmaal twee partijen zijn in onze economie, werkgevers en werknemers, die een eigen inherente positie hebben als het bijvoorbeeld gaat om de loonontwikkeling. Je kunt daar alleen overheen door die wat vage verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Dit is echter wel een punt voor het parlement; daarom mag het alleen bij uitzondering geschieden.

De tegemoetkomingen van het kabinet zijn vergaand. Mits er wordt geleverd, zijn zij echter niet te vergaand. Mag ik ervan uitgaan dat het kabinet indicaties heeft dat de komende SER-adviezen goed uitvallen? Ik lees op de weblog van minister Zalm dat hij het een ereplicht vindt om er gezamenlijk uit te komen. Ik begrijp dat goed, hoewel ik niet goed begrijp dat het kabinet dan ook aan tafel zou zitten bij die SER-adviezen. Het kabinet doet daar toch niet aan mee? Als het onverhoopt niet zou lukken, neem ik aan dat alle concessies weer van tafel gaan. Dat zou te betreuren zijn.

Wat is precies de strekking van de bijstand aan langdurig werklozen in combinatie met de opmerking van de minister van SZW over de rol van de werkgevers daarin? Over het inkomensbeeld heb ik het al bij interruptie gehad. Ik vind het veelzeggend dat een negatief inkomensbeeld als bij toverslag nivellerend is geworden na de medicijnknaak en het najaarsoverleg, niet alleen ten aanzien van hoge en lage inkomens, maar ook ten aanzien van actieven en niet-actieven. Ik heb net al gezegd dat dit het eerste nivellerende kabinet is na de jaren zeventig; daar sta ik nog steeds achter.

In de brief staat dat er twee jaar zal worden ontkoppeld op grond van de oorspronkelijke afwijkingscriteria. Moet ik daarin lezen dat de minister van SZW afziet van zijn voornemen om het criterium van 82,6 inactieven op de 100 werkenden te veranderen naar 70 op de 100? In hetzelfde advies staat dat de toekenning van een publieke rol aan particuliere organisaties verplichtingen schept jegens de publieke zaak. Dat lijkt mij zeer waar.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De heer Bakker spreekt van het meest nivellerende kabinet sinds de jaren zeventig. Dat komt toch vooral door die knaak, waar hij tegen was?

De heer Bakker (D66):

Als de heer Vendrik de brief goed leest, ziet hij dat het in ongeveer gelijke mate komt door de knaak en door het najaarsoverleg, namelijk de tegemoetkoming in de ziekenfondspremie.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik heb de brief goed gelezen, maar dat was niet het geval. Mijn punt is echter dat het sociaal akkoord niet alleen gaat over de nullijn in 2004, maar ook in 2005, in ieder geval voor de publieke sector, de ambtenarensalarissen en de uitkeringen. In de markt wordt het nagenoeg nul of zoiets. In 2005 gaan de klappen dus echt vallen. Wat bijvoorbeeld in de boeken stond voor een nominale stijging van de AOW-uitkering gaat weg.

De voorzitter:

Wat is de vraag?

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het eigen risico wordt verhoogd. Is de heer Bakker het met mij eens dat het eenmalige beeld voor 2004 een wat versluierd beeld geeft voor de klappen die in 2005 volgen?

De heer Bakker (D66):

Dat ben ik niet met de heer Vendrik eens. Het beeld 2004 is het beeld 2004. Koopkrachtplaatjes hebben altijd nadelen, bijvoorbeeld doordat niet alles erin zit. Ik blijf bij mijn analyse dat de effecten worden veroorzaakt door de knaak en door het najaarsoverleg. Misschien zullen wij daarop bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nog uitvoerig terugkomen.

Het kabinet is het aan zichzelf verplicht dat 2005 ook weer een evenwichtig en behoorlijk inkomensbeeld behoort op te leveren, gelet op alle maatregelen die dan ingaan. Wij zullen bij de behandeling van de begroting 2005 zien hoe dat uitpakt. Natuurlijk zullen wij over precies een jaar weer hier staan om te bezien of hetgeen het kabinet dan presenteert al dan niet nog aanvulling behoeft.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister De Geus:

Voorzitter. Ik zal de verschillende vragen beantwoorden en daaraan voorafgaand een drietal opmerkingen maken. In eerste instantie zal ik ingaan op de vraag "Wat is de essentie van dit akkoord?", in tweede instantie zal ik ingaan op de "what if"-vraag en in derde instantie zal ik even stilstaan bij het predikaat "historisch".

De essentie van het akkoord is dat de fundamentele herziening van de sociale zekerheid op een aantal fronten doorgaat, maar in tempo en maatvoering kiezen wij voor een gematigde koers. Dat doen wij niet zomaar. Wij doen dit omdat er een tweede belangrijke essentie is. Niet alleen de fundamentele herziening van de verzorgingsstaat is aan de orde, maar ook een zeer unieke loonmatiging, een loonmatiging die in de geschiedenis niet eerder op deze manier is vertoond. De afspraken daarover vormen de andere kant van deze medaille. Je zou kunnen zeggen dat met dit akkoord het sociaal-economisch herstel van Nederland weer een gezamenlijk project is. Daarbij zijn de financiële kaders die het kabinet voor ogen heeft gerespecteerd. Collega Zalm zal hierop straks nader ingaan. Wat dit punt betreft is de situatie dus anders dan bij de algemene financiële beschouwingen. Daarbij werd een essentieel strijdpunt gevormd door de financiële kaders zelve.

Wat de essentie van het akkoord betreft, behoort direct vermeld te worden dat met betrekking tot het sociaal-economisch herstel van Nederland wel degelijk het aspect van innovatie in aanmerking wordt genomen. Ik zeg dit naar aanleiding van een vraag van de heer Bakker. Bij dit punt gaat het wel om werken in confesso. Het is tijdens het najaarsoverleg besproken, hetgeen in de notulen van de vergadering is vastgelegd. Er is afgesproken dat het kabinet over het punt van de innovatie in overleg zal treden met de sociale partners, zodat zij worden betrokken bij het project dat innovatie heet. Dat laat onverlet dat het kabinet hierbij zijn eigen verantwoordelijkheid neemt met het voeren van beleid en het plegen van overleg met het innovatieplatform.

Mijn tweede opmerking vooraf betreft de "what if"-vragen. De afgevaardigden van de VVD en de SGP hebben gevraagd wat de situatie is als het akkoord niet wordt geaccepteerd. In dit verband zijn er drie momenten van belang. Allereerst is de vraag aan de orde of het akkoord dat nu in concept is opgesteld, daadwerkelijk wordt gesloten. Of dat gebeurt, zal blijken in de eerste week van november of misschien een paar dagen later. Dan weten wij of de leiders van de vakbeweging voor het sluiten van een akkoord het mandaat hebben gekregen. Dan doet zich dus het eerste belangrijke moment voor.

Het tweede moment komt in het voorjaar, als gesproken wordt over de vormgeving van een nieuwe levensloopregeling en het overgangsrecht op het punt van VUT en prepensioen. Als de besprekingen daarover niet tot overeenstemming leiden, zal de vakbeweging zich niet gehouden achten aan het contract over de loonstop. Het kabinet heeft echter juist in het licht van die loonstop zijn verklaring gegeven. Als het licht uitgaat is het donker, ook voor ons.

Dan is er nog een derde moment. Als het vorige allemaal goed afloopt, kan het gebeuren dat een van de partijen niet datgene levert wat is afgesproken. Het kabinet zou niet kunnen doen wat het heeft toegezegd of de vakbeweging zou niet kunnen doen wat zij zelf heeft afgesproken ten aanzien van de loonontwikkeling. Bij deze gelegenheid hebben zij herbevestigd dat zij wat de loonaanvulling in het tweede ziektejaar betreft de aanbevelingen van de Stichting van de Arbeid nog eens hebben opgepoetst. Dat is een heel belangrijk gegeven voor het kabinet. Het staat nu ook in het conceptakkoord. Dat zijn de drie punten bij "what if". Ik loop nu niet vooruit op de positie die het kabinet dan inneemt, maar het is duidelijk dat wij een eigen verantwoordelijkheid hebben als er geen akkoord komt, als het licht in het voorjaar van 2004 uitgaat of als er niet wordt geleverd. Het moge duidelijk zijn dat wij ons daarbij zullen laten leiden door onze eigen plannen en ons eigen mandaat dat u ons hebt gegeven.

Mijn derde opmerking vooraf gaat over het predikaat "historisch". Het is sowieso historisch als partijen die een halfjaar eerder tegenover elkaar stonden, waarbij werd gesproken over een horrorkabinet, toch nog tot overeenstemming komen. Dan is er wat gebeurd in de tussentijd, want de vakbeweging in Nederland is niet gek. Meer inhoudelijk is het historische karakter te ontleden in het element "uniek" en in het element "succesvol". Het is al uniek, omdat een akkoord zoals dit niet eerder is gesloten; succesvol moet het nog worden. Mevrouw Verburg en anderen hebben gelijk dat het zich nog in de historie zal moeten bewijzen. Ik houd dan ook vast aan "historisch" in de zin dat het al uniek is, maar dat het nog succesvol moet worden. Ik ga er overigens wel van uit. Het kabinet zal er naar vermogen aan bijdragen om het succesvol te maken.

Dit waren mijn opmerkingen vooraf. Ik kom op de vragen van de verschillende afgevaardigden.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik ga even terug naar het respecteren van de financiële kaders. Dat zei minister De Geus eind september ook al: er valt niet te tornen aan het geprojecteerde feitelijke EMU-saldo. Dat is echter wel gebeurd. Er is dus een hoger tekort dan oorspronkelijk geprognosticeerd. Het EMU-saldo is het sluitstuk van het financieel kader, dus dat is niet gerespecteerd. De opmerking van de minister klopt dan ook niet.

Minister De Geus:

Het kabinet zal u antwoorden bij monde van collega Zalm.

De heer Vendrik (GroenLinks):

U begint toch met die opmerking over het respecteren van de financiële kaders?

De voorzitter:

De minister heeft u een antwoord gegeven.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat is toch geen antwoord?

De voorzitter:

Het is een kwestie van geduld.

Minister De Geus:

Mijnheer Vendrik, ik ga toch ook niet vragen wat mevrouw Halsema van al deze dingen vindt?

De heer Weekers heeft gevraagd hoe een eventuele loonstijging in 2004 moet worden gezien ten opzichte van de nullijn. Hij heeft begrepen dat het Centraal planbureau rekening houdt met een effectieve stijging van de loonkosten met 1%. Er zijn al cao's afgesloten waarin afspraken zijn gemaakt voor 2004. Ook is er sprake van een overloop. Alle verbeteringen die in de loop van 2003 zijn ingegaan, bestrijken een deel van dit jaar en lopen de volledige 12 maanden van volgend jaar. Ook dat aspect is meegewogen. Overigens telt, vanwege de overloop van de op 1 juli jl. toegekende verhoging van de uitkeringen, 0,6% van die verhoging mee in 2004. Een nullijn is dan een nullijn voor de mutaties in dat jaar. In het conceptakkoord is afgesproken om in de voor 2004 en 2005 af te sluiten cao's af te zien van loonstijging. Dat is het feitelijke antwoord op de vraag van de heer Weekers naar die ene procent waarmee het CPB komt.

Hij heeft voorts gevraagd hoe het zit met de tot nul naderende nullijn van 2005. In de afspraak tussen werkgevers en werknemers is er een overweging geweest om datgene wat dichtbij is met een scherpe blik te bezien en voor datgene wat verder weg ligt een bepaalde koers uit te zetten, maar niet zo precies als voor 2004. Voor het kabinet is dat in die zin aanvaardbaar geweest, dat wij als werkgever in 2005 de nullijn als uitgangspunt kiezen voor de sectoren waarvoor wij werkgever zijn. Dat heeft ons ook voldoende basis en ruimte verschaft om onze overige toezeggingen te doen. Of de markt in 2005 tot nul nadert, weten wij niet heel precies. Dat is een afspraak tussen werkgevers en werknemers. Wij weten wel heel goed wat het betekent voor de collectieve sector.

De heer Weekers wilde mijlpalen zetten voor het tweede ziektejaar en voor de wettelijke maatregelen om aanvullingen te voorkomen. Onder punt e van het desbetreffende artikel is te zien dat het kabinet niet met wettelijke maatregelen zal komen, in het vertrouwen dat de sociale partners die aanbeveling zullen nakomen. Die aanbeveling is terug te vinden in het stuk van de Stichting van de Arbeid. Daarop is van toepassing dat dit akkoord een samenhang kent: wij leveren als zij ook leveren.

Het kabinet ziet af van anticumulatie in de WW. Is daarmee het aanpakken van de gouden handdrukken van de baan? Nee, dat is niet van de baan. Bij de begroting van Financiën is het al aan de orde geweest, maar ik herhaal het hier, ook omdat ik er medeverantwoordelijkheid voor draag. Het is onze ambitie om in het Burgerlijk Wetboek een regeling te treffen voor de redelijkheid van de hoogte van ontslagvergoedingen in algemene zin. In de regeling willen wij markeren een aanmerkelijk lager niveau dan de huidige zogenaamde kantonrechtersformule. Als wetgever willen wij daarmee het vacuüm vullen waarin de rechtsspraak tot nu toe heeft voorzien. Die kant van de gouden handdrukken denken wij daarmee te bestrijden. Dat laat onverlet dat werkgevers en werknemers vrij zijn om dingen af te spreken die daar onder of daar bovenuit gaan. Het gaat om de redelijkheid in geval de rechter er een uitspraak over moet doen. De voorstellen dienaangaande zullen met de Kamer worden besproken. Wij geven op deze manier invulling aan de geest van het Strategisch akkoord van 2002, zoals dat door het nieuwe kabinet is overgenomen.

De heer Weekers (CDA):

Ik kom terug op de loonontwikkeling. Voor 2004 zijn er twee effecten: de doorwerking van 2003, de doorloop, die onmogelijk terug te draaien is, maar daarnaast zijn er cao's die zelfs tot het eerste kwartaal van 2005 lopen en waarin een behoorlijke contractloonstijging is opgenomen. Is tijdens het najaarsoverleg afgesproken dat deze cao's worden herzien? Voorzover er cao's zijn afgesloten die nog niet algemeen verbindend zijn verklaard, is de minister dan bereid om met inachtneming van het najaarsakkoord de loonparagraaf niet te AVV'en, sterker nog, onverbindend te verklaren?

Minister De Geus:

Dat onderwerp is in het najaarsoverleg als zodanig niet aan de orde geweest. Dat is logisch, want dit is geen afspraak die is gemaakt met het kabinet. Het is een afspraak die gemaakt is tussen werkgevers en werknemers. De conceptverklaring van werkgevers en werknemers is op geen enkel moment met ons erbij in discussie geweest. Wij hebben alleen aan hen gevraagd of zij in staat zouden zijn tot een afspraak daarover. Dat leek er eerst wel op, toen weer niet en uiteindelijk is er een conceptafspraak gekomen. Wij hebben daarvan kennisgenomen, maar wij hebben niet gediscussieerd over de inhoud ervan. Wij hebben wel aangegeven dat wij de nullijn in de boeken schrijven als het gaat om de collectieve sector. Wij hebben dus geen afspraak gemaakt over de inhoud en ons ook niet uitgesproken over de naleving van die aanbeveling. Het kan zijn dat de Stichting van de Arbeid er nog bij ons op terugkomt en zegt: om de naleving verder te bevorderen zouden wij graag "a little help" van de regering willen hebben. Dat verzoek heeft ons tot op heden niet bereikt.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter.

De voorzitter:

Wij moeten om elf uur klaar zijn. Vanaf nu geef ik alleen nog gelegenheid om korte vragen te stellen en een opmerking te maken, maar dus niet vervolgens nog een tweede of een derde vraag, et cetera. U kunt dus nog een korte vraag stellen.

De heer Weekers (VVD):

Ik ben het met u eens. De minister draaide om mijn tweede vraag heen. Hij zei: "a little help" is niet gevraagd. Hij heeft echter ook een eigenstandige verantwoordelijkheid voor de loonkostenontwikkeling en de toezeggingen van het kabinet. Mijn vraag is simpel: is de minister van plan om het AVV-instrument op dit specifieke onderdeel in te zetten om te bereiken wat is afgesproken?

Minister De Geus:

Nee. Dat zou het namelijk voor de sociale partners wel heel makkelijk maken om te wijzen naar de overheid, die dan maar moet zorgen dat de afspraak wordt nageleefd. De verantwoordelijkheid voor het leveren op dit punt ligt volledig bij de sociale partners zelf zonder medeverantwoordelijkheid van ons. Ten aanzien van onze verantwoordelijkheid als werkgever hebben wij een heel strikte positie ingenomen. Maar deze bal ligt echt bij de sociale partners: zij leveren of zij leveren niet.

De heer Van der Vlies vroeg of in de eerste week van november het resultaat blijkt. Het kan zijn dat het een paar dagen later wordt. Wij hebben begrepen dat het CNV in de eerste week van november kan laten weten wat de Verbondsraad van het CNV daarover meent. Van de FNV heb ik begrepen dat men voor de achterbanraadpleging afhankelijk is van het terugontvangen van de uitgezette mailing. Dat zal in de eerste week van november of misschien een paar dagen later bekend zijn. Wij hopen rond dat moment te weten waar wij aan toe zijn. In ieder geval moeten wij dan weten of de Stichting van de Arbeid haar akkoord kan sluiten.

De heer Van der Vlies (SGP):

De minister realiseert zich waarschijnlijk ook dat de maand november een specifiek karakter heeft als het gaat om de behandeling van het Belastingplan 2004. Er zijn wat dingen die daarin doorwerken. Wij moeten daarvoor een goed traject hebben, want anders komen wij in de knel, ook gelet op het feit dat de Eerste Kamer een uiterste termijn stelt voor behandeling van dat Belastingplan.

Minister De Geus:

Dit punt is procedureel aan de orde gekomen tijdens het najaarsoverleg. Wij hebben de garantie gekregen dat wij de uitslag tijdig hebben voordat het Belastingplan wordt behandeld. Men begrijpt dat het een met het ander samenhangt.

De heer Van der Vlies vond het jammer dat er in de WAO toch een uitkering komt zonder partnertoets. Hij heeft daar inhoudelijk zorg bij. In onze brief over de WAO hebben wij beargumenteerd waarom wij kiezen voor een regeling met een partnertoets. Hij zal dan ook begrijpen dat het kabinet inhoudelijk pijn heeft met deze toezegging aan de sociale partners. Dat zijn wij dus met elkaar eens.

De heer Van der Vlies heeft ook gevraagd naar de meerjarige lijn of de meerjarige wijn van het kabinet. Ik kon dat niet helemaal goed verstaan. Met de meerjarige wijn zit het goed. Dat wil zeggen: wij hebben een Wijn in ons kabinet. Met die Wijn is het zoals het met de meeste goede wijnen is, namelijk dat die met de jaren steeds beter wordt. Met de meerjarige lijn van het kabinet zit het als volgt. De fundamentele herziening van onze verzorgingsstaat willen wij echt doorzetten. Verder proberen wij in dit akkoord zoveel mogelijk te kapitaliseren de fundamentele bereidheid bij werkgevers en werknemers om de WAO te herzien en mee te werken aan een herziening van het stelsel van de fiscale facilitering van VUT en prepensioen, niet in de laatste plaats omdat men in de verschillende sectoren tegen enorme kostenposten op dat punt aanloopt. Je zou kunnen zeggen dat ook de loonmatiging een gezamenlijk project is. Wat dat betreft, wordt de meerjarige lijn op fundamentele punten nu breder onderschreven.

De heer Vendrik heeft een aantal commentaren en kwalificaties gegeven. De zakelijke vragen die in zijn betoog zaten, waren evenwel met name gericht tot mijn collega van Financiën.

De afgevaardigde van de PvdA-fractie heeft gevraagd waarom ik het akkoord "historisch" noem. Immers, volgens hem was duidelijk dat er ook zonder akkoord een nullijn zou zijn aangeboden. Ik zie dat een tikje anders. De vakbeweging heeft namelijk wel gesproken over een eventuele nullijn – het CNV heeft dat overigens eenjarig gedaan en beslist niet tweejarig – maar daarmee lag de nullijn nog niet voor het oprapen. De eisen die daarbij gesteld werden, waren namelijk zeer zwaar. Uit de geluiden uit de achterban kun je nu ook opmaken dat de nullijn echt niet zomaar voor het oprapen lag.

Verder heeft de heer Crone mij bekritiseerd vanwege het feit dat ik niet halsstarrig ben geweest en dat ik in zijn ogen dus niet consequent ben geweest in een aantal dingen. Ik zal dat verwijt met waardigheid dragen.

De heer Crone (PvdA):

Het is toch ook niet leuk, als je de minister van de gebroken beloften wordt? Eerst was er de belofte dat de koppeling zou blijven bestaan. Dat was een beginnersfoutje. Nu hebt u weer allerlei beloftes gedaan over structurele ingrepen. Die zullen echter niet plaatsvinden, want die worden uitgesteld.

Minister De Geus:

Die structurele ingrepen komen er wel. Verder hebt u mij diverse malen gevraagd om de confrontatiepolitiek los te laten. Ik volg dus in ieder geval een paar van uw aanbevelingen op.

De heer Crone heeft ook gezegd dat er in zijn perceptie een jaar verloren zou zijn. Dat is echter niet waar. Onze maatregelen op het gebied van VUT en prepensioen waren gepland voor 2005. Als het akkoord zijn weerslag vindt, gaat een en ander in 2006 in. Dan moeten wij echter al wel in april weten wat het wordt. Dit is iets heel serieus. De sociale partners hebben eerst gevraagd of zij daarvoor tot aan de zomer de tijd konden krijgen, omdat dit een hoop werk met zich brengt. Wij hebben echter gezegd dat wij het in april moeten weten, omdat wij, als het niet doorgaat, de ruimte moeten hebben om onze oorspronkelijke plannen in 2005 door te zetten. Daardoor ontstaat er geen jaar vertraging op dat gebied. Verder betekent het feit dat wij op bepaalde punten van de stelselherziening voor de WAO nadere adviezen vragen, niet dat het nieuwe stelsels niet in 2006 kan worden ingevoerd. Wij lopen, hoe het ook verder zal gaan, dus niet het risico dat wij met uitstel geconfronteerd worden.

De heer Crone heeft net als de woordvoerders van de fracties van D66 en de ChristenUnie gevraagd hoe de toezegging van de werkgevers gestalte zal krijgen. Wij weten dat nog niet. Wij hebben gehoord dat daar een afspraak over is gemaakt in de Stichting van de Arbeid, maar daar is nog niet concreet vorm aan gegeven. Daarom zit die afspraak ook nog niet in de conceptverklaring. Men is daar nog over aan het spreken. Ik vertrouw de vakbeweging wel toe dat dat tijdig zal gebeuren, voordat zij haar handtekening onder het andere stuk zet. Dat weet ook de heer Crone. Wat wij alleen wel hebben willen aangeven, is de bereidheid van onze kant om, als daar een afspraak wordt gemaakt, aan de vormgeving daarvan mee te werken. Het is namelijk niet uitgesloten dat het via een lijn, waarbij wijzelf budgethouder zijn, gestalte zal moeten krijgen. Het is niet de bedoeling dat de arme mensen zich gaan melden bij de bedrijfspoorten om daar uit de pet van de werkgevers wat te ontvangen.

De heer Crone (PvdA):

Dat doen alleen de topdogs in de industrie! Misschien kunt u wel toezeggen dat wij hierover voor het Belastingplan van u een brief krijgen. Mijn vraag was vooral gericht op het jaar tijdverlies. Er is ons altijd gezegd dat het Belastingplan voor 1 januari 2004 moet zijn vastgesteld, zodat prepensioen en VUT op tijd van de baan zijn. Allerlei bestaande contracten op dat punt moeten namelijk worden aangepast, op basis van de oorspronkelijke voorstellen. Hoe kunt u dan nu zeggen: als we het in april of mei weten, maar we worden het niet eens, dan dienen we alsnog het pakket dat nu wordt weggehaald in? Nog los van de parlementaire periode is dat dan hooguit een jaar. U kunt niet vorige maand tegen ons zeggen dat het Belastingplan nu moet worden behandeld, zonder te wachten op het sociaal akkoord, want anders is het niet op 1 januari 2005 klaar. Dat zal zeker gelden als u daarmee pas in mei naar de Kamer komt. Een van tweeën is waar.

Minister De Geus:

U refereert aan de gedachtewisseling bij de begroting van Financiën. Ik denk daarom dat het goed is als mijn collega daarop antwoordt, omdat hij in dezen door u wordt uitgedaagd. Vooraf kan ik al zeggen dat, als het niet doorgaat, de hele wereld weet wat de kabinetsplannen zijn. Het is niet zo dat, bij het mislukken hiervan, er ineens iets ontstaat waarover eenieder zich verbaast. Nee, dan is volstrekt duidelijk wat de lijn zal moeten worden.

De heer De Ruiter heeft gevraagd om een toezegging inzake de Melkertbanen, waar mevrouw Verburg zich bij heeft aangesloten. De voortgang bij het scheppen van deze reguliere banen baart het kabinet zorgen, welke zorgen worden gedeeld door vakbeweging en werkgevers. Vandaar de afspraak voor spoedoverleg. Dat is overigens gisteren geëntameerd, wat dus binnen een week is gebeurd. Volgende week wordt dat overleg voortgezet, gericht op twee dingen. Om te beginnen is dat het zo mogelijk nog binnen dit jaar, maar anders met een kleine overloop naar volgend jaar, realiseren van 10.000 banen. Er zit meer in de pijplijn dan er al is gerealiseerd, maar wij houden er rekening mee dat de 10.000ste baan in 2004 wordt geschreven, en niet meer in 2003. Maar het gaat erom alles op alles te zetten. Het tweede punt is het risico van gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. Overigens hebben het kabinet en de VNG daar geen formele zeggenschap over, omdat de werkgevers van deze werknemers de individuele gemeenten zijn. Het debat over rechtszekerheid wat de arbeidsrechtelijke positie betreft, kan alleen maar met de gemeenten worden gevoerd. Wij kunnen wel het onze doen om dat risico van gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. Dit punt is helder besproken met de vakbeweging. Dat heeft geleid tot deze tekst, waarin geen garanties staan, maar waarin wel spoedoverleg is opgenomen, ook met het oog op het risico van gedwongen ontslagen, wat we zoveel mogelijk willen voorkomen.

De heer De Ruiter heeft gezegd dat de WAO intact blijft, terwijl afschaffing van de partnertoets een SER-afspraak is. Ja, maar dat was geen afspraak met ons.

De heer De Ruiter (SP):

De minister zegt dat de regering dat gaat doen wat haar verantwoordelijkheid kan zijn om gedwongen ontslagen bij Melkertiers te voorkomen. Maar wat is dat dan?

Minister De Geus:

Wij menen dat wij aan onze kant tot nu toe niet tekort zijn geschoten. Maar als er meer voor nodig is, zijn wij daartoe ten principale bereid. Wij hebben geld beschikbaar gesteld voor het entameren van die banen. Wij hebben met de VNG en de sociale partners in de verschillende sectoren daarover gesproken. Wij hebben in het kabinet ruimte gemaakt voor de verschillende banen. Ik denk dus niet dat wij wat dat betreft tekort zijn geschoten. Daar komt bij dat we momenteel spoedoverleg voeren. De wens van de verschillende partijen, ook van het kabinet, om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen, is leidend.

De heer Bakker (D66):

Nog een vraag over de Melkertbanen. Deelt u de analyse van mevrouw Verburg dat de gemeenten heel lang achterover hebben geleund, omdat ze dachten dat de PvdA misschien wel weer zou gaan regeren, en dat de Melkertbanen daardoor misschien weer terug zouden komen?

Minister De Geus:

Ik kan die analyse uit eigen onderzoek niet onderbouwen, maar voor een aantal gemeenten vind ik die ten minste plausibel.

Mevrouw Huizinga vroeg of het parlement niet te kijk is gezet, dit naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Terpstra. Ik vind van niet. De heer Terpstra heeft erbij gezeten en geluisterd, maar hij heeft blijkbaar niet helemaal gehoord wat het parlement heeft gezegd over de sociaal-economische ontwikkeling van Nederland. Het parlement heeft aangegeven dat het kabinet nog eens serieus moet kijken naar de VUT en de prepensioenen, omdat daar wellicht te rigoureus in zou worden gesneden. Ons is ook verzocht serieus naar loonmatiging te kijken, omdat dit ontzettend belangrijk is voor de toekomst van Nederland. Het parlement heeft ons verzocht in overleg te gaan met de sociale partners en te proberen eruit te komen. Het parlement is dus niet te kijk gezet, want wij hebben de verzoeken van het parlement gehonoreerd.

Mevrouw Huizinga heeft ook gevraagd of het klopt dat bij gebleken succes van de dalende instroom de WAO-uitkering omhoog gaat. Dat klopt, maar in de brief van 15 september heeft het kabinet aangegeven dat die kwestie pas drie jaar na de ingangsdatum van 1 januari 2006, dus in 2009, zou worden geëvalueerd. Op grond daarvan zou een beslissing worden genomen. De beslissing zou dus pas na drie jaar vallen en zou waarschijnlijk niet tot terugwerkende kracht leiden. Wij hebben vervolgens toegezegd dat, als de desbetreffende verklaring er komt, het evaluatiemoment anderhalf jaar naar voren wordt geschoven. Dan wordt dus medio 2007 geëvalueerd. De terugwerkende kracht van een eventuele verhoging van de uitkeringen loopt tot 1 januari 2006. Zowel procedureel als materieel is dat een toezegging.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Nog even iets over de uitspraak van de heer Terpstra. De minister zei dat de heer Terpstra niet goed heeft geluisterd naar wat het parlement heeft gezegd. De heer Terpstra heeft gesteld dat het parlement blijkbaar zaken niet voor elkaar kan krijgen die de vakbeweging wel voor elkaar krijgt. Ik voel wel iets voor die redenering. Is het parlement op die manier niet te kijk gezet, en dan vooral de coalitiepartijen? Zij hebben het niet voor elkaar gekregen, maar de vakbeweging wel.

Minister De Geus:

Wij hebben het debat met de sociale partners gevoerd. Ik heb de essentie daarvan aangegeven. Dat debat is gevoerd, onder respectering van de door het kabinet aangegeven financiële kaders, maar die hebben een heel ander gesprek mogelijk gemaakt. In die zin kon de vakbeweging anders opereren en daardoor een ander resultaat boeken. De Tweede Kamer kan overigens geen loonoffer brengen. Dat maakt de kwestie ook weer anders. Met de stelling dat het parlement te kijk is gezet, is de heer Terpstra wel heel snel vergeten dat de Kamer het kabinet heeft opgeroepen om te opereren op de manier die ik zojuist aangaf. De Tweede Kamer heeft het kabinet bij de algemene politieke beschouwingen nadrukkelijk de weg gewezen met haar oproep. Als dat niet was gebeurd, kun je de vraag stellen of wij onszelf die ruimte zouden hebben toegedacht als het gaat om het kabinetsbeleid. De oproep van de Tweede Kamer was dus van wezenlijke betekenis.

Ik kom ten slotte op de beantwoording van de vragen van LPF, CDA en D66. Ik zeg tegen de heer Van As dat de structurele maatregelen doorgaan. Zoals ik uiteen heb gezet, lijkt daar nu een breder draagvlak voor te komen.

Het is zeker mogelijk dat het sociaal akkoord zijn plaats vindt in de vernieuwing van de sociale zekerheid. Het debat daarover moeten wij op een ander moment voortzetten.

De heer Van As (LPF):

Ik heb alle vertrouwen in de toezeggingen van deze minister. Kunnen wij nog voorstellen tegemoetzien in het kader van een actief werkgelegenheidsbeleid?

Minister De Geus:

De begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid staat daar bol van. Ik zie het debat daarover graag tegemoet.

De heer Van As (LPF):

Ik ook. Ik heb daar een aantal vragen over gesteld, maar ik heb er begrip voor dat wij daarvoor vanavond geen tijd meer hebben. Daarnaast heb ik gevraagd hoe de minister aankijkt tegen de uitbreiding van de EU vanwege het enorme potentieel aan werknemers dat zich op onze arbeidsmarkt zal storten. Op dat punt zien wij grote problemen ontstaan.

Minister De Geus:

Het lijkt ons niet verstandig om als EU een actieve immigratiepolitiek te voeren, zeker niet ten aanzien van mensen van buiten de EU. Daar laat ik het voor dit moment even bij. Ik weet dat dit voor u een aangelegen punt is. U plaatst dit gelukkig terecht in het kader van het gehele werkgelegenheidsbeleid, wat in totaliteit bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken aan de orde komt.

De heer Bakker heeft gevraagd of het SER-advies de concessies betreft. Ik zie dat hij op dit moment niet aanwezig is, maar hij kan via de Handelingen kennisnemen van het antwoord. Wij hebben heel precies onderhandeld. Over de springende punten, de wezenlijke punten voor de vakbeweging om tot een loonafspraak te kunnen komen, zijn harde afspraken gemaakt. Op de andere punten, die ook van belang zijn voor ons en de vakbeweging, maar die niet op voorhand ideologisch of financieel controversieel zijn, is er nog met elkaar te spreken. Wij willen elkaar ook de ruimte geven om de verschillende argumenten te beschouwen. Daarover zal de SER nader adviseren.

Minister Zalm:

Mevrouw de voorzitter. Het is mij een genoegen om nu als duo met mijn collega van SZW te opereren. Er werd al gevraagd hoe dit nu precies zat: de een was zo dogmatisch en de ander zo flexibel. Wij hadden afgesproken dat wij van rol zouden wisselen en daar zijn wij vrij succesvol in geweest. Dat geeft de eenheid van kabinetsbeleid nog eens temeer weer.

Minister De Geus heeft al het nodige gezegd over de positie van het kabinet. De oproep om te onderhandelen, is ook door de VVD-fractie gedaan. De heer Van Aartsen was nog zo vriendelijk om eraan toe te voegen dat hij niet de behoefte had om mee te onderhandelen. Dat er onderhandeld moest worden, werd eigenlijk door de gehele Kamer aangemoedigd.

Een ander punt is dat het budgetrecht van de Kamer overeind blijft. De gehele fiscale wetgeving wordt nog onderworpen aan het oordeel van de Kamer. Dat geldt ook voor de begrotingswijzigingen. In die zin heeft de Kamer niets uit handen gegeven. Als haar niet zint wat wij met sociale partners afspreken, heeft zij het recht om dat af te wijzen of te veranderen.

Mijn waardering voor het akkoord heeft ook te maken met de kwestie van de remweg, waarover de heer Bakker heeft gesproken. Als wij die weten te bekorten, en daar ziet het nu toch naar uit, dan hebben wij grote winst geboekt, al is het effect in het eerste jaar, waarop de heer Weekers wees, vanwege de overloop betrekkelijk beperkt, maar "elk voordeel heb zijn nadeel" en omgekeerd. Als eenmaal de nul in niveauverhoging erin zit, is er een overloop naar jaren waarin de nul er weer uitraakt. Op die manier werkt het effect dus langer door.

De heer Vendrik heeft gevraagd of er geld is of komt. Er is geld. Wij hebben nog niet alles opgemaakt in de besprekingen. Er is op basis van het financieel kader van het kabinet nog een vrij besteedbare reserve. Als de bestaande regelingen erbij worden betrokken, is dat structureel 600 mln. Tijdelijk is het, in 2006 en 2007, nog wat meer, zoals blijkt uit de overzichten.

De vraag van de heer Vendrik over de begrotingsregels is van meer principiële aard. Ook de heer Crone heeft hiernaar gevraagd. De basisregels zijn betrekkelijk simpel. Er is een uitgavenkader en een lijn voor de lasten. Je kunt je daaraan vasthouden, ongeacht de economische ontwikkelingen, zij het inmiddels met de kanttekening dat, als het conjunctureel heel zonnig wordt, de ruimte onder het uitgavenkader niet geheel opgemaakt moet worden. Dat is een voetnootje naar aanleiding van de ervaringen van Paars 2. Daarnaast stijgt er nog iets boven uit, namelijk de afspraak dat, als wij het risico lopen dat wij in de richting van 3% gaan, dus boven de signaalwaarde van 2,5%, dan wel als wij niet in staat zijn om te voldoen aan de eis van het Stabiliteitspact van een structurele tekortreductie van 0,5% per jaar zolang wij nog niet close to balance zijn, dit een afwijkingsgrond is van de algemene regel. Die afwijkingsgrond deed zich al voor bij de Miljoenennota. Vandaar dat de besluitvorming is opengebroken en de lasten forser zijn verzwaard en de uitgaven lager zijn dan wij van plan waren. Dit voorstel is hierop een amendering. Overigens gaan wij bij de uitgaven van een nog iets lager niveau uit, maar wij nemen de lastenverzwaringen iets terug. Dat is het beeld.

In het kader van zo'n belangrijk meerjarig akkoord over de nullijn vind ik het acceptabel om de uitgaven te verlagen en te minderen op de lastenverzwaringen. Dat is de prijs voor het akkoord. De heer Vendrik kan zeggen dat dit een afwijking van de regels is. Overigens is dit een afwijking naar de andere kant dan wat hij veelal bepleit, namelijk meer lastenverhogingen en uitgaven. Iedere keer als mijn tweejarige nullijn in de aanbieding wordt gedaan, wil ik deze afwijking toch serieus overwegen. Ik wil eventueel nog wel de regel toevoegen dat kan worden afgeweken als er een tweejarige nullijn in de aanbieding is. Ik vond het de moeite waard. Als ik daarop formalistisch had gereageerd, zou de heer Vendrik mij pas echt als een idiote boekhouder hebben betiteld.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik deel uw opvatting over de uitleg en de waarde van begrotingsregels. De begrotingsregels worden de Kamer als heilig voorgehouden. Zij hebben een "sacro sancte"-status, daar gaat niets boven. Nu zegt het kabinet op een andere plek, aan een andere onderhandelingstafel ineens dat iets van een hogere orde is. Dat is niet prettig. U moet deze opmerking serieus nemen. Ik vind dit niet terecht. Overigens hebt u dat nooit hardop uitgesproken. U bent nog zo eerlijk geweest om, bijvoorbeeld over de medicijnknaak versus minder premiedaling, tegen het CDA te zeggen, daar geen behoefte aan te hebben. Dat is een politiek oordeel. De premier en de minister van VWS hebben echter meerdere keren tegen de Kamer gezegd dat dit niet mag, omdat de begrotingsregels heilig zijn. Vervolgens schendt het kabinet bij de Miljoenennota en vervolgens bij het najaarsakkoord, dus vooraf en achteraf, zelf wel die begrotingsregels. Dat is niet fijn.

Minister Zalm:

Daar staat iets tegenover. Als wij kunnen komen tot een dramatische doorbraak in de loonvorming – die ook nog 35.000 banen oplevert zonder miljarden vanuit tekorten in de economie te pompen – is dat een moment om stil te staan bij de dogmatiek van de begrotingsregels. In structurele zin loopt het overigens een tikje anders, omdat het grootste deel van de uitgavenverlaging dan weer naar de uitgaven terugloopt. Voor 550 mln wordt die in de uitgaven geparkeerd. De afwijking is dus niet zo dramatisch dat ik mij daar geweldig zondig over voel. Ik beschouw het bovendien niet als een zonde. Als je een dergelijk akkoord binnen handbereik hebt, is dit een alleszins verdedigbare afwijking van de regels. Dat betekent overigens niet dat wij verder regelloos door het leven moeten. Dat is het laatste wat ik wil bepleiten.

Ik heb hiermee ook de vraag van de heer Crone beantwoord. Ik vrees dat hij het nog met mij eens is ook. Ik had namelijk de heer Weekers willen verblijden door erop te wijzen dat de linkerkant het allemaal heel erg en beroerd vindt wat wij doen. Dat moet toch een aardige opsteker voor hem zijn!

Collega De Geus heeft al iets gezegd over het jaar dat verloren zou gaan. In het staatje voor 2004 is te zien dat er door het niet doorgaan van besparingsmaatregelen niet al te veel schade ontstaat. Er was heel veel gepland voor of 1 januari 2005 of 1 januari 2006. Als wij er met de partners niet uitkomen, is er in het voorjaar nog een kans om te overwegen om per 1 januari 2005 maatregelen te treffen.

De heer Crone (PvdA):

Voor minister Zalm is het erger dan voor minister De Geus. Minister De Geus verliest een jaar. Dat is duidelijk. Het regeerakkoord had volgens het Centraal planbureau een structureel effect van nul. De lastenverzwaringen pakten negatief uit. Daar stonden structuurversterkende maatregelen inzake WAO enzovoorts, tegenover. Die zijn echter allemaal van tafel. Daar komt misschien iets voor terug. Dat weten wij niet. Het hele regeerakkoord pakt daarmee structureel slecht uit. De loonmatiging weegt niet op tegen de positieve effecten. Zullen wij aan het CPB vragen om snel aan ons voor te leggen wat de structurele effecten zijn?

Minister Zalm:

Volgens het CPB is het effect op het BBP in structurele zin in het jaar 2007 plus 0,4%. Wij gaan niet fundamenteel afdoen aan de maatregelen die wij voorstellen. Wij willen doorgaan op het pad van meer individuele verantwoordelijkheid, ook bij het tussentijds uittreden.

De heer Crone (PvdA):

Welke ruimte is daarvoor als MKB Nederland stelt dat mensen op 62-jarige leeftijd moeten kunnen uittreden?

Minister Zalm:

Dat gesprek krijgen wij nog. Wij zeggen echter niet door te gaan met de huidige VUT en het huidige prepensioen. Wij spreken over een overgang. In de kern van ons beleid zit een individuele keuzemogelijkheid in tijd en niveau van sparen. Daar komt de kern van de beleidswijziging te liggen. Dat gesprek gaan wij met de vakbeweging aan. Wij hebben de enveloppen beschikbaar gesteld. Dat staat in de stukken. Daarvan heeft men kennisgenomen. Het idee leeft dus niet dat ik met 2 mld in de zakken naar het gesprek kom. Met die verwachting kan men redelijkerwijs het gesprek niet ingaan. Ik weet ook dat men die verwachting niet heeft. Dat wil niet zeggen dat in zo'n proces niet van alles kan gebeuren. Wij zijn steeds duidelijk geweest over het budgettair kader dat is neerge legd. Wat dat betreft is het bedrag van 800 mln altijd 800 mln gebleven. Men hoeft zich dan ook niet iets voor ogen te houden dat er niet kan komen.

De heer Crone (PvdA):

De minister stelt dat dit pakket 0,4% structurele groeiverbetering oplevert. Het CPB stelt dat daarbij de wijzigingen in het voorgenomen beleid ten aanzien van WAO, VUT, prepensioen en WW buiten beschouwing worden gelaten. De groei van 0,4% is dus partieel.

Minister Zalm:

Ik zie twee aspecten. Wij weten niet precies hoe het gaat uitvallen. Het heeft ook een bestedingsaspect. Er gaat meer geld naar bestedingen. De heer Crone weet van zijn eigen plannen hoe goed dat werkt. In termen van bestedingseffecten is er dus sprake van een plus. Wat betreft de structurele kanten in de zin van de werking van de arbeidsmarkt waren wij niet van plan om daar fundamenteel op toe te geven.

Mits het akkoord overeind blijft, is een aantal zaken wel duidelijk veranderd. Ik noem de kwestie inzake de WAO en degenen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en niet werken. Daarvoor hadden wij de IAOW in de plannen staan. Dat is eigenlijk een bijstand zonder vermogenstoets. Er blijft nu toch een zelfstandig uitkeringsrecht bestaan, dat echter niet is gekoppeld aan het laatstverdiende loon maar aan het minimumloon. Dat glas kan als halfvol of als halfleeg worden gezien. Ten opzichte van de huidige situatie is het een beperking, want de uitkering is nu gekoppeld aan het laatstverdiende loon. Ten opzichte van het aanvankelijke voornemen is het natuurlijk een intensivering. Dit is ook een antwoord op het betoog van de heer Van der Vlies. Er verandert wel degelijk iets op dit vlak in vergelijking met de huidige situatie.

De heer De Ruiter heeft opheldering gevraagd over het door de vakbeweging genoemde bedrag van 2,1 mld euro. Ik kan inmiddels precies reconstrueren hoe dat tot stand is gekomen. De doorrekeningen van het CPB voor 2005, inclusief de nullijn en het voordeel voor de uitgavenkant van de begroting van 800 mln euro, komen toch uit op een verslechtering van het begrotingstekort van 0,1%. Die 0,1% komt neer op 500 mln euro, dus blijkbaar staat er voor 1,3 mld euro aan tegenvallers tegenover dat voordeel van 800 mln euro. Dat is ook wel begrijpelijk, want hoewel de loonmatiging op den duur zorgt voor winstbelasting en werkgelegenheid, domineert aan het begin de derving van de loonbelasting. De vakbeweging heeft die 1,3 mld euro opgeteld bij de 800 mln die wij er tegenover stellen om te mitigeren, uit te stellen en te verzachten, de "aardige dingen". Het bedrag van 1,3 mld euro valt dus niet onder de "aardige dingen", maar is aanvankelijke belastingderving door loonmatiging.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dit betreft dus de verslechtering van het feitelijk saldo ten opzichte van het oorspronkelijke beeld.

Minister Zalm:

Ja.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Daarover ging ook mijn vraag aan minister De Geus: hoe kun je nu eerst roepen dat het financieringstekort niet mag worden belast, terwijl dit wel de realiteit is?

Op de dag van de totstandkoming van het sociaal akkoord heeft minister Zalm een stabiliteitsprogramma naar Brussel gestuurd. Is deze verslechtering daarin verwerkt? Brussel zal daar niet zo blij mee zijn.

Minister Zalm:

Dat maakt Brussel helemaal niets uit. Ons probleem met Brussel was niet dat wij op de 3% zaten. Het probleem met Brussel lag bij het structureel tekort. Daaraan voldeed de Miljoenennota, want wij gingen van 1,3% naar 0,7%. Het jaar daarop zaten wij in de veilige marge van 0,5%. Als je dit akkoord beoordeelt op zijn effecten op het structureel tekort, is het nul voor alle jaren. Daarop heeft het dus geen invloed. De heer Vendrik zal zich ook niet kunnen herinneren dat ik tegen hem heb gezegd dat 2,3% feitelijk tekort de limiet was. Voorzover er een Europese redenering is, loopt deze via het structureel saldo. Het structureel saldo wordt niet beïnvloed door het pakket. Wij hebben ons in die zin dus keurig gedragen. Naar aanleiding van dit akkoord hoef ik slechts een zeer beperkte revisie naar Brussel te sturen.

De heer Bakker (D66):

Het is algemeen bekend dat de heer De Waal en ik dikke vrienden zijn. Hij heeft nog een achterbanprocedure te gaan, dus laat ik hem eens helpen. Kan hij volhouden dat hij aan dit kabinet een dreun heeft uitgedeeld van 2,1 mld euro?

Minister Zalm:

Het is maar net hoe je wilt tellen. Het plezier van de 800 mln die wij in de aanbieding hebben gedaan, is een echt voelbaar plezier, omdat je daarmee verzachtingen kunt doorvoeren en dingen kunt uitstellen. De achterban van de heer De Waal zal niet handenwrijvend staan te kijken nu ik 1,3 mld minder in de schatkist krijg. Dat is het gevolg van de loonmatiging en de effecten die er zijn op loonbelasting, premies en btw op korte termijn. Op den duur halen wij dat natuurlijk weer in. Het is echter gewoon een tegenvaller die voortvloeit uit de drastische matigingskoers. De heer De Waal heeft een punt als hij zegt dat de minister van Financiën een prijs betaalt in termen van het financieringstekort. Er is een verslechtering van 0,2% als gevolg van het weer uitgeven van het bedrag dat ik aan de uitgavenkant heb bespaard, plus de derving van loonbelasting. Structureel staat het goed in de boeken. Het gaat om tijdelijke effecten, die weer worden ingehaald. Het feitelijk financieringstekort verslechtert echter, voor 2004 en in nog sterkere mate voor 2005. Als dat als mijn flexibiliteit of als een doorbraak wordt gezien, gun ik iedereen zijn plezier.

De heer Van As heeft gewezen op de middellangetermijnoriëntatie. Ik ben het daar zeer mee eens. Wij hebben dat vooropgesteld in de Miljoenennota en de stukken van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De heer De Ruiter (SP):

Ik dank de minister voor zijn uitleg over de 1,2 mld, het verschil tussen hem en de vakbeweging. Verandert dat nu ook iets aan zijn oordeel over de vakbeweging? Als de leden van de vakbeweging, vooral van de FNV, "nee" zeggen, gaat hij gewoon door, zo zegt hij. Eigenlijk zegt hij echter ook dat het wel een beetje logisch zou zijn als zij "nee" zouden zeggen.

Minister Zalm:

Dat denk ik niet. Uiteindelijk levert dit natuurlijk wel winst op, door meer arbeidsplaatsen en een betere concurrentiepositie. Men krijgt meer kansen om zijn werk te houden. De kinderen kunnen weer een baan krijgen. Ieder vakbewegingslid zal daar zeer op gesteld zijn. Veel werkende vakbewegingsleden hebben kinderen op de middelbare school, in het hoger beroepsonderwijs of het universitair onderwijs. Zij zijn erop gesteld dat hun kind een kans op een baan krijgt. Met het akkoord wordt die kans op een baan vergroot.

De heer De Ruiter (SP):

Stel dat wij het daarover eens worden, maar de vakbeweging in meerderheid toch "nee" zegt, met 51% tegen 49%. Dat zou kunnen. Gaat de minister dan wel of niet praten? Praat hij dan helemaal niet meer en houdt hij zijn standpunt dan overeind?

Minister Zalm:

Als u voor stemt en ik ook, zijn wij al weer twee stemmen verder.

De heer De Ruiter (SP):

Dat antwoord wilde ik geven aan de heer Weekers.

De voorzitter:

Ik heb begrepen dat er geen behoefte bestaat aan het indienen van moties.

De beraadslaging wordt gesloten.

Sluiting 23.14 uur

Naar boven