Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik geniet vanaf deze plaats even van het uitzicht. Dat is bij dezen gebeurd. Ik doe u mede namens ...

De voorzitter:

Voor de Handelingen zeg ik het volgende, anders begrijpt men het over vijftig jaar niet. Het uitzicht waarop de heer Vendrik doelt, is de initiatiefnemer van het wetsvoorstel dat wij zodadelijk zullen behandelen. Die initiatiefnemer is zijn fractievoorzitter, mevrouw Halsema. Zij is er met haar adviseurs.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Hartelijk dank dat u dit feestelijke moment nog wat oprekte.

Mede namens de heer Heemskerk van de PvdA-fractie en mevrouw Kant van de fractie van de Socialistische Partij verzoek ik u, het verslag van het algemeen overleg inzake de zorgplicht in de financiële sector – beter bekend als de aandelenlease – toe te voegen aan de agenda.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Leerdam.

De heer Leerdam (PvdA):

Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de publieke omroep op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en ook dit onderwerp toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is nogmaals aan de heer Leerdam.

De heer Leerdam (PvdA):

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben zojuist in een extra procedurevergadering besloten dat zij een spoeddebat willen aanvragen over de kabinetsreactie op het Rekenkamerrapport inzake de salaristoelage voor topambtenaren. Zij hebben een voorkeur uitgesproken voor dinsdagavond of woensdagochtend.

De voorzitter:

U doet het verzoek als ondervoorzitter en fungerend voorzitter van de commissie. Ik neem aan dat de commissie heeft overwogen om het rapport eerst in een commissievergadering te behandelen?

De heer Leerdam (PvdA):

Ja, voorzitter.

De voorzitter:

De beslissing van de commissie was kennelijk om dat niet te doen, want anders zou u hier niet staan.

De heer Leerdam (PvdA):

Zo is dat, voorzitter.

De voorzitter:

Denkt u dat het nut heeft als wij de redenen voor de keuze van de commissie nog even horen of zullen wij het procedureel hierbij laten?

De heer Leerdam (PvdA):

Ik denk dat wij het procedureel hierbij kunnen laten. Als wij ervoor kunnen zorgen dat dit punt rondkomt, zijn de leden van de commissie waarschijnlijk heel gelukkig.

De voorzitter:

Het verzoek van de commissie is gedaan en komt in de Handelingen. Er zal snel over worden beslist. Ik markeer wel dat de procedure bij een dergelijk rapport meestal is dat er eerst in de commissie over wordt gesproken. Maar de commissie heeft een andere keuze gemaakt. Daarom stel ik voor, aan haar verzoek te voldoen en het rapport van de Rekenkamer over de salarissen op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toe te voegen aan de agenda van volgende week. Ik kan momenteel niet overzien of dat precies op het gevraagde tijdstip kan. Daarover zal een nadere mededeling worden gedaan. Verder stel ik voor om spreektijden van vier minuten per fractie aan te houden.

De heer Leerdam (PvdA):

Kan de spreektijd vijf minuten per fractie worden?

De voorzitter:

Laten wij het maar op vier minuten per fractie houden.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jan de Vries.

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. Ik ben het eens met het besluit dat de Kamer zojuist heeft genomen, maar in aanvulling op dit verzoek nodigen wij graag de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uit voor dit debat vanwege de betrokkenheid van de algemene bestuursdienst.

De voorzitter:

Naar aanleiding van het verzoek van de heer Leerdam stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik stel voor, het kabinet te laten beslissen uit welke bewindslieden de kabinetsdelegatie bestaat.

Aldus wordt besloten.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Uiteraard ondersteun ik uw voorstel. Ik heb er wel behoefte aan, te zeggen dat ik het jammer vind dat dit niet in de commissie is besproken. Ik wil duidelijk maken dat wij er niet per se behoefte aan hebben om in deze fase van het debat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uit te nodigen.

De voorzitter:

Dit staat nu ook in het stenogram van dit gedeelte van de vergadering dat wordt doorgeleid aan de twee zojuist genoemde ministers.

Ik stel voor, op dinsdag 21 september om 15.00 uur de minister van Financiën in de gelegenheid te stellen om de begroting 2005 aan te bieden.

Ik stel voor, de algemene beschouwingen te houden op woensdag 22 september, te beginnen om 10.30 uur en op donderdag 23 september om 10.30 uur en om deze voort te zetten, zonodig, tot na 23.00 uur.

Ik stel daarbij de zelfde procedure als vorig jaar voor. De Kamer begint op woensdag om 10.30 uur met de gebruikelijke sprekersvolgorde. Ik denk dat haar termijn voor de avondpauze kan worden afgerond, dus rond een uur of half zeven, zeven uur. Donderdag zal de minister-president antwoorden. Daarna begint uiteraard de tweede termijn.

Ik stel voor, de spreektijden bij de algemene beschouwingen als volgt vast te stellen: de fracties van het CDA en van de PvdA krijgen net als vorig jaar 35 minuten, de fractie van de VVD 30 minuten, de fracties van de SP, LPF, GroenLinks en D66 20 minuten, de fracties van de ChristenUnie en de SGP 15 minuten en de fracties van de Groep Wilders en de Groep Lazrak beide 5 minuten. Dat is uiteraard niet hetzelfde als vorig jaar. In beginsel zal gedurende de eerste 5 minuten van iedere spreker geen interruptie worden toegestaan.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid van het Reglement van orde de aangehouden moties op de stukken nrs. 55 en 57 (25424), stuk nr. 67 (27295), stuk nr. 209 (29200-XVI), stuk nr. 4 (29203), stuk nr. 12 (29225) en stuk nr. 7 (29356) zijn vervallen.

Ten slotte benoem ik op verzoek van de fractie van de Partij van de Arbeid in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Samsom tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Stuurman en in de vaste commissie voor Financiën het lid Stuurman tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Samsom.

Ik kom nog even terug op een vorig punt van de regeling. Ik wil de slimheid van de heer Rouvoet en de heer Van der Staaij namelijk graag onderstrepen. Zij zeiden: wanneer u zegt dat er in de eerste vijf minuten van de eerste termijn van de algemene beschouwingen geen interrupties mogen plaatsvinden, kunnen de sprekers die maar vijf minuten hebben, helemaal niet geïnterrumpeerd worden. Ik voeg hier nu dus aan toe dat dit bij sommigen naar rato zal zijn, met dank aan de heren Rouvoet en Van der Staaij.

Hiermee zijn wij echt aan het eind van de regeling van werkzaamheden.

Naar boven