Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Mediawet met het oog op verbetering van de openheid en continuïteit van de landelijke publieke omroep (29030).

(Zie vergadering van 21 januari 2004.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Kraneveldt (LPF):

Voorzitter. Onze fractie zal, zoals wij verleden week al hebben aangekondigd, tegen dit wetsvoorstel stemmen, maar niet omdat wij de omroep BNN geen warm hart zouden toedragen. Integendeel zelfs, BNN is er wat ons betreft als enige in het omroepbestel in geslaagd om een zeer moeilijk bereikbare groep, namelijk die van de jongeren, aan zich te binden. Dat is knap. In het omroepbestel dat ons voor ogen staat, kan BNN ook een zeer belangrijke rol spelen als leverancier van met name programma's voor jongeren. Dit wetsvoorstel zien wij als gelegenheidswetgeving om BNN in het bestel te houden. Dit geeft voor ons des te meer aan dat het huidige bestel niet meer van deze tijd is en dat het zal moeten worden omgevormd tot één sterke publieke omroep met drie goed gedefinieerde netten waarop de oude omroepen hun rol als leveranciers van programma's met een bepaalde identiteit kunnen blijven vervullen.

De artikelen I t/m III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD en het CDA voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven