Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | nr. 32, pagina 2272-2274 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | nr. 32, pagina 2272-2274 |
Noot 1 (zie blz. 2230)
PVDA PRESENTEERT EEN PLAN VAN DE ARBEID OM PARTICIPATIE TE STIMULEREN
Aan de vooravond van de begroting SZW presenteert de PvdA een aantal concrete voorstellen om de arbeidsmarktparticipatie, met name voor degenen met minder kansen, te stimuleren.
De PvdA stelt onder andere voor:
– Invoering van een Jongeren Voucher: deze voucher biedt de werkgever een loonkostensubsidie van 6 maanden. Na deze 6 maanden heeft de jongere het recht als interne sollicitant te solliciteren. Jongeren die na 6 maanden werkloosheid nog geen zicht op werk hebben, kunnen aanspraak maken op een Jongeren Ontwikkelingsbaan. (JOB);
– Bonus voor gemeenten per gereïntegreerde herintreder van 1500 euro per persoon als stimulans voor gemeenten om ook in deze groep, die geen uitkering heeft, te investeren. Daarmee kan het concrete doel van het kabinet, 50.000 herintreders aan werk helpen in 2005, ook daadwerkelijk bereikt worden;
– Invoering Progressieve Afdrachtkorting (PAK). Dit is een extra korting op de te betalen WAO-premie voor werkgevers die een meer dan evenredig aantal arbeidsgehandicapten in dienst hebben;
– Openstellen van onderste loonschalen in CAO's, die nu niet of nauwelijks gebruikt worden, voor moeilijk bemiddelbare en langdurig werklozen. Dit vergroot de mogelijkheden tot doorstroom en maakt het, zeker met een fiscale loonkostenregeling, voor werkgevers aantrekkelijk deze groep een kans te bieden;
– Geen bezuinigingen op sociale werkplaatsen (WSW). Veel arbeidsgehandicapten zijn op deze voorzieningen aangewezen om te participeren op de arbeidsmarkt. Met de kabinetsplannen groeit de wachtlijst tot 9000 mensen. De bezuiniging moet van de baan.
– Verkenning van de mogelijkheden van de 'mini-jobs' uit Duitsland, waarover minder belasting hoeft te worden afgedragen, voor Nederland.
De PvdA wil dat minister de Geus, na het najaarsakkoord dat vooral gericht was op reparatie en uitstel, zich nu in gaat zetten voor een voorjaarsakkoord gericht op innovatief beleid in de arbeidsmarkt. Ze zal de minister daartoe oproepen tijdens de begrotingsbehandeling van SZW.
De voorstellen die de PvdA in dit Plan van de Arbeid doet kunnen daarbij worden betrokken. De financiering van zo'n akkoord zou gezamenlijk door overheid, werkgevers en werknemers moeten plaatsvinden. Daarbij kan een beroep op sociale partners worden gedaan om sociale fondsen en O&O fondsen in te zetten. Ook ESF-middelen kunnen worden ingezet. De overheid zou zelf een bijdrage moeten leveren door gebruik van fondsen voor specifieke projecten (b.v. bestrijden jeugdwerkloosheid) fiscaal te faciliteren en reïntegratiemiddelen beschikbaar te stellen.
Het motto van het kabinet Balkenende is meedoen, meer werk, minder regels. De maatregelen die het kabinet neemt leiden echter niet tot meer werk en participatie. De onderkant van de arbeidsmarkt wordt het hardst getroffen, terwijl daar de werkloosheid sterk toeneemt. Laaggeschoolde arbeid wordt duurder voor werkgevers doordat het kabinet loonkostensubsidies afschaft, Melkertbanen laat verdwijnen en bezuinigt op de WSW. Ook voor mensen met kinderen wordt het moeilijker om te werken. Er wordt nauwelijks geïnvesteerd in tussenschoolse opvang en de invoering van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang, die de gedeelde financiering regelt, is wederom een jaar uitgesteld.
Doorberekeningen van het CPB lieten zien dat dit beleid banen aan de onderkant kost. De PvdA wil laten zien dat het ook anders kan. De tegenbegroting1 uit september gaf dit al aan.
Met de voorstellen daarin werden alleen al in 2004, 36.000 banen meer gerealiseerd dan bij het kabinetsbeleid. En deze banen zijn hard nodig. Daarom presenteert de PvdA het Plan van de Arbeid.
Dit Plan van de Arbeid richt zich op de onderkant van de arbeidsmarkt. Het gaat hier bij om schoolverlaters, herintreders, mensen met een gesubsidieerde baan zoals WSW'ers, FD'ers en WIW'ers, arbeidsongeschikten, langdurig werklozen, en hun (toekomstige) werkgevers.
Schoolverlaters en jeugdwerkloosheid
De jeugdwerkloosheid en het aantal voortijdig schoolverlaters nemen sterk toe. Het is van groot belang dat dit in een vroegtijdig stadium wordt aangepakt zodat er geen verloren generatie ontstaat. Iemand die net van school komt heeft een jaar de tijd voordat hij of zij wordt ingehaald door een nieuwe lichting. Lessen uit het verleden laten zien dat een effectieve aanpak uit de volgende onderdelen bestaat: integrale aanpak oftewel scholing en werkervaring gecombineerd, persoonlijke begeleiding, het opdoen van werkervaring, inkomensprikkel en lik-op-stukbeleid.
De PvdA stelt daarom de volgende maatregelen voor:
1. Jongeren Voucher: deze voucher biedt de werkgever een loonkostensubsidie van 6 maanden. Na deze 6 maanden heeft de jongere het recht als interne sollicitant te solliciteren;
2. Jongeren Ontwikkelingsbanen (JOB): indien het voucher-traject niet tot een baan leidt of de jongere na 6 maanden werkloosheid nog geen zicht op werk heeft, kan hij of zij aanspraak maken op een Jongeren Ontwikkelingsbaan. (JOB).
Hiervoor gelden dezelfde regels als indertijd bij het succesvolle Jeugd Werk Garantieplan:
– de gemeente biedt de jongere in samenwerking met lokale werkgevers werk aan;
– de jongere krijgt een vergoeding op basis van een voorbereidingovereenkomst waarin afspraken zijn gemaakt over werk en aanvullende scholing;
– er geldt een lik-op-stukbeleid. Indien de jongere niet meewerkt, wordt hij of zij na 3 maanden gekort op de vergoeding;
– vanuit de JOB worden de jongeren gestimuleerd door te stromen naar regulier werk. De beperkte vergoeding, de bijscholingsafspraken en de samenwerking met werkgevers dragen hieraan bij;
– uitbreiding Jongeren loketten: elke jongere heeft recht op een mentor op school en een persoonlijke coach bij de start op de arbeidsmarkt. Door RMC en leerplicht ambtenaren te betrekken bij het overleg tussen gemeente en CWI, worden ook de voortijdig schoolverlaters bekend.
De aanpak van jeugdwerkloosheid moet de hoogste prioriteit krijgen. Financiering mag hierbij geen probleem zijn. Zeker niet, nu de mogelijkheid is ontstaan om ESF-geld ook in te zetten voor reïntegratie en scholing van jongeren onder de 23 jaar.
Meer dan 500 000 vrouwen die nu niet werken, willen wel betaald werk. Maar daarvoor is het nodig dat werk en zorg beter gecombineerd kunnen worden en dat er van betaald werk financieel wat overblijft. Ook moeten gemeenten gestimuleerd worden om werk te maken van reïntegratie van herintreders. De regering wil dat in 2005 50 000 meer herintreders een baan hebben. Maar de middelen om dit te regelen ontbreken. De PvdA stelt de volgende maatregelen voor:
– Bonus voor gemeenten per gereïntegreerde herintreder van 1500 euro per persoon als stimulans voor gemeenten om ook in deze groep, die geen uitkering heeft, te investeren;
– Professionalisering tussenschoolse opvang;
– Recht op kinderopvang voor mensen die een inburgeringcursus volgen of in een traject gericht op werk zitten;
– Invoering van de Wet Basisvoorziening kinderopvang met een verplichte werkgeversbijdrage. Hierdoor wordt naast de werknemer en de overheid ook de werkgever verplicht eenderde van de kinderopvang te betalen;
– Meer zeggenschap over arbeidstijden.
Daarnaast investeert de PvdA in het ontwikkelen van de markt voor persoonlijke dienstverlening.
Mensen die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en hun werkgever zijn kwijtgeraakt komen moeilijk opnieuw aan de slag. De PvdA wil werkgevers die gedeeltelijk arbeidsgeschikten in dienst nemen hiervoor belonen en gedeeltelijk arbeidsgeschikten meer regie en verantwoordelijkheid bij hun reïntegratie geven. De PvdA stelt de volgende maatregelen voor:
– Uitbreiding premiekorting werkgevers met 2 jaar. Hierdoor krijgt een werkgever die een arbeidsgehandicapte in dienst neemt gedurende 5 in plaats van 3 jaar een premiekorting van maximaal ongeveer 2040 euro per jaar. Voor een werkgever die een arbeidsgehandicapte in dienst houdt, wordt de periode uitgebreid van 1 naar 3 jaar;
– Invoering Progressieve Afdrachtkorting (PAK). Dit is een extra korting op de betalen WAO-premie voor werkgevers die een meer dan evenredig aantal arbeidsgehandicapten in dienst hebben;
– Uitbreiding no-riskpolis ziektekosten voor werkgevers die arbeidsgehandicapten in dienst neemt van 5 naar 6 jaar. Hierdoor wordt de no-riskperiode voor ziektekosten gelijk aan de no-riskperiode van het pemba-risico;
– Algemene invoering persoonsgebonden reïntegratiebudget (PRB): hiermee krijgen mensen zelf zeggenschap over hun reïntegratie;
– Voortzetting experiment landelijke reïntegratietelefoon en aanvullend een convenant sluiten met werkgevers over plaatsing bij succesvolle afronding van traject voor deze gemotiveerde groep WAO'ers.
Hoe langer iemand werkloos is, des te moeilijker het is om aan de slag te komen. Zeker aan de onderkant van de arbeidsmarkt waar de concurrentie tijdens een conjuncturele neergang sterk toeneemt. Leeftijd en recente werkervaring bepalen de loonkosten en spelen een belangrijke rol bij de kans op werk.
De PvdA wil kans op werk voor iedereen. Vandaar dat wij ons blijven inzetten op behoud en modernisering, van gesubsidieerde arbeid als sluitstuk van het arbeidsmarktbeleid. Maar in het voortraject vallen ook veel banen te winnen. Wij stellen daarom voor langdurig werklozen de volgende maatregelen voor:
– No-riskpolis voor langdurig werklozen van 40 jaar of ouder;
– Invoering Tijdelijke fiscale loonkostensubsidie. Werkgevers die langdurig werklozen in dienst nemen, krijgen een tijdelijke loonkostenregeling voor maximaal 1,5 jaar van ongeveer 500 euro per maand uitgaande van een fulltime dienstverband;
– Openstellen van onderste loonschalen in CAO's, die nu niet of nauwelijks gebruikt worden, voor moeilijk bemiddelbare en langdurig werklozen. Dit vergroot de mogelijkheden tot doorstroom en maakt het, zeker met een fiscale loonkostenregeling, voor werkgevers aantrekkelijk deze groep een kans een bieden.
Gesubsidieerde arbeid en de Sociale Werkvoorziening vormen het sluitstuk van het arbeidsmarktbeleid. De afgelopen jaren zijn meer dan 50 000 langdurig werklozen en mensen met een arbeidshandicap aan de slag gekomen door een gesubsidieerde baan.
De PvdA maakt zich hard voor het behoud van deze banen. Het levert werk op voor mensen die op de gewone arbeidsmarkt niet aan de slag komen. Daarnaast leveren de banen een onmisbare bijdrage aan de publieke dienstverlening.
De PvdA zet zoveel mogelijk in op doorstroom naar regulier werk. Maar aanvullend zal er altijd een vorm van gesubsidieerde arbeid nodig blijven. Er is een groep mensen die te goed is voor de sociale werkplaatsen, maar te slecht voor de reguliere arbeidsmarkt. Voor de sociale werkplaatsen worden ze afgewezen, op de reguliere arbeidsmarkt hebben ze geen kans.
De PvdA stelt de volgende maatregelen voor:
– Behoud en doorstroom van huidige ID- en WIW-banen. De PvdA houdt het kabinet aan de belofte dat 10 000 I/Adders in 2003 kunnen doorstromen naar een reguliere baan. Mocht dit niet lukken, dan moet het hiervoor bestemde geld in 2004 gereserveerd blijven.
– Geen bezuinigingen op sociale werkplaatsen (WSW): de Sociale werkplaatsen komen door afschaffing van fiscale regelingen als de SPAK in grote problemen. Veel arbeidsgehandicapten zijn op deze voorzieningen aangewezen om te participeren op de arbeidsmarkt. Met de kabinetsplannen groeit de wachtlijst tot 9000 mensen. Meedoen geldt blijkbaar niet voor arbeidsgehandicapten. De bezuiniging moet van de baan.
– Ontwikkelen van alternatieven. Zonder alternatief voor de WIW- en ID-regeling komen veel mensen met een gesubsidieerde baan opnieuw langdurig in de bijstand terecht. De door het RWI voorgestelde gereserveerde arbeid en de 'mini-jobs' uit Duitsland, waarover minder belasting hoeft te worden afgedragen, bieden een interessant perspectief.
Markt voor persoonlijke dienstverlening
Een goede markt voor persoonlijke dienstverlening kan een grote bijdrage leveren aan het verminderen van de inactiviteit in Nederland. Deze markt dient te voorzien in betaalbare op het individu geachte diensten zoals schoonmaak, oppas, boodschappen service, kinderopvang en catering. Verschillende maatregelen kunnen het ontwikkelen van deze markt stimuleren:
– Fiscaal aftrekbaar maken van het inkopen van deze persoonlijke diensten voor zowel werkgever als werknemer;
– Verlagen van BTW op persoonlijke dienstverlening: deze diensten vallen nu onder het hoge tarief van 19%, waarom geen verlaging tot 6%;
– Professionalisering van de markt onder andere door combinatiefuncties mogelijk te maken. Dit speelt bijvoorbeeld bij klassenassistent en buitenschoolse opvang; waarvoor nu andere CAO's gelden die samenwerking belemmeren;
– Daarnaast moet maatschappelijk ondernemerschap, bijvoorbeeld in de huishoudelijke arbeid, gestimuleerd worden via ZZP- en franchise constructies.
MDW-onderzoek wijst uit dat een goed aanbod van persoonlijke dienstverlening 75 000 banen op fulltime basis oplevert. Door de markt goed te ontwikkelen worden 5 vliegen in één klap geslagen: de arbeidsparticipatie wordt verhoogd, de balans tussen werk en privé wordt verbeterd, er wordt zinvol werk gecreëerd voor laagopgeleide werklozen, er wordt een markt met perspectief ontwikkeld en het nationaal inkomen zal stijgen.
De PvdA wil dat minister de Geus, na het najaarsakkoord dat vooral gericht was op reparatie en uitstel, zich in gaat zetten voor een voorjaarsakkoord gericht op innovatief beleid in de arbeidsmarkt. Ze zal de minister daartoe oproepen tijdens de begroting SZW.
De voorstellen die de PvdA in dit Plan van de Arbeid doet kunnen daarbij worden betrokken. De financiering van zo'n akkoord zou gezamenlijk door overheid, werkgevers en werknemers moeten plaatsvinden. Daarbij kan een beroep op sociale partners worden gedaan om sociale fondsen en O&O-fondsen in te zetten. Ook ESF-middelen kunnen worden ingezet. De regering moet zich dan wel eerst hard maken om O&O-fondsen als co-financiering voor ESF aan te mogen merken (dat mag nu niet omdat ze als gevolg van het feit dat ze onder AVV-regelingen vallen worden aangemerkt als publiek geld). De overheid zou zelf een bijdrage kunnen leveren door gebruik van fondsen voor specifieke projecten (b.v. bestrijden jeugdwerkloosheid) fiscaal te faciliteren en reïntegratiemiddelen beschikbaar te stellen.
De overige financiering van maatregelen is terug te vinden in de tegenbegroting van de PvdA2. Binnen de tegenbegroting is gekozen voor een lastenverschuiving. Door energie en milieu meer te belasten, kan arbeid minder belast worden en blijft er geld over om te investeren in bijvoorbeeld gesubsidieerde arbeid en de sociale Werkvoorziening. Hierdoor ontstaan er meer banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
1 Kamerstuk nummer 29 200 volgnummer 33, zie bijlage voor doorberekeningen CPB.
2 Kamerstuk nummer 29 200 volgnummer 33, doorberekening CPB in bijlage.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20032004-2272-2274.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.