Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, het VAO Jeugdcriminaliteit en het VAO Betuwelijn/HSL-zuid
van de agenda af te voeren.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede dat de vaste commissie voor Justitie tot haar
voorzitter heeft gekozen het lid De Pater-van der Meer. Ik feliciteer haar
daarmee van harte.
Ik deel voorts mede dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement
van orde, de aangehouden motie 28503, nr. 7, is vervallen.
Ik stel voor, de stukken 24036, nr. 289, en 28600-V, nrs. 68 en 69, voor
kennisgeving aan te nemen.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van Heemst.
De heer Van Heemst (PvdA):
Voorzitter. Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg over het
veiligheidsprogramma en de aanpak van veelplegers op de Kameragenda te plaatsen.
De voorzitter:
Akkoord, het zal worden toegevoegd aan de agenda van de volgende week.
De heer Van Heemst (PvdA):
Voorzitter. Afgelopen dinsdag tijdens het mondelinge vragenuur hebben
wij uitgebreid stilgestaan bij de veiligheid of onveiligheid op de Schiphollijn
en andere spoorlijnen. De minister van BZK, de heer Remkes, heeft ons bij
die gelegenheid een brief toegezegd waarin hij een aanpak uit de doeken zou
doen ter terugdringing van de onveiligheid. Inmiddels heeft het debat echter
een wat raar staartje gekregen. In het Parool van woensdag staat een artikel
op de voorpagina met als kop "Minister Remkes zegt maar wat". Daarin is een
groot aantal reacties verzameld van partijen en organisaties die betrokken
zijn bij de veiligheid op de Schiphollijn. Daarin wordt eigenlijk in alle
toonaarden ontkend wat de minister hier in de Kamer heeft beweerd, namelijk
dat de veiligheid op die lijn in alle opzichten zou zijn toegenomen.
Via u, voorzitter, zou ik de minister willen vragen om in zijn eerder
beloofde brief ook uitvoerig in te gaan op de vraag waarop hij
zijn informatie baseert. Tevens zou ik graag willen zien dat hij daarbij inging
op de reacties die het openbaar ministerie, de NS en de gemeente Amsterdam
de afgelopen dagen hebben gegeven op zijn beweringen.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw De Pater-van der Meer.
Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):
Voorzitter. Namens mijn fractie zou ik een brief aan het kabinet willen
vragen naar aanleiding van het bericht op het Radio 1-journaal van vandaag
en op teletekst over de zogenaamde terugontvoering van kinderen. In die brief
zou ik graag het standpunt van het kabinet vernemen over het terugontvoeren
van in het buitenland verblijvende kinderen op verzoek van de Nederlandse
ouder. Tevens zou ik daarin graag aangegeven zien welke rechtsmiddelen deze
ouders ter beschikking staan, ook in vergelijking met het buitenland, om hun
doel te bereiken, nu de voorkomende acties het karakter hebben van het recht
in eigen hand nemen. Daarnaast zou ik in de brief graag antwoord willen hebben
op de vraag hoe het mogelijk is dat ter financiering van deze acties met succes
een beroep gedaan kon worden op de bijzondere bijstand, zelfs voor vergoeding
van wapens die mogelijk bij de terugontvoering gebruikt zijn. Ik zou deze
brief graag vóór volgende week dinsdag ontvangen, zodat wij
daarover met het kabinet zo spoedig mogelijk kunnen debatteren.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar de
staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Justitie.