Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | nr. 90, pagina 5194-5197 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | nr. 90, pagina 5194-5197 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, op dinsdag 16 september om 15.00 uur de minister van Financiën in de gelegenheid te stellen om de begroting 2004 aan te bieden.
Ik stel voor, de algemene beschouwingen te houden op woensdag 17 september, te beginnen om 10.30 uur, en deze op donderdag 18 september, eveneens om 10.30 uur, voort te zetten, zo nodig tot na 23.00 uur.
Ik stel daarbij de volgende procedure voor. Woensdag 17 september begint de Kamer om 10.30 uur in de voor de algemene beschouwingen gebruikelijke sprekersvolgorde. Deze termijn zal naar verwachting vóór de avondpauze kunnen worden afgerond. Donderdag 18 september om 10.30 uur zal de minister-president antwoorden. Daarna is er een tweede termijn voor de indiening van moties en een nadere inbreng. Bij de regeling van werkzaamheden van morgen zal ik een voorstel doen over de spreektijden.
Ik stel voor, aan de agenda van deze week toe te voegen:
- het voorstel van wet van het lid Dijksma tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het stellen van regels omtrent sponsoring van scholen in het primair en voortgezet onderwijs (Wet sponsoring) (28512). Het betreft hier een voortzetting van de eerder geschorste behandeling.
Ik stel voor, aanstaande donderdag te stemmen over:
- het wetsvoorstel Wijziging van de Mediawet (het vervallen van de verspreidingsbeperking voor de programma's van lokale en regionale omroepinstellingen, wijziging van de doorgifteplicht via omroepnetwerken van de programma's van lokale omroepinstellingen, alsmede wijziging van bepalingen inzake programmaraden) (28639).
Ik stel voor, van de agenda af te voeren:
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet voorzieningen gehandicapten in verband met het tot stand brengen van de mogelijkheid om met betrekking tot de verstrekking van verantwoorde voorzieningen regels te stellen (28348).
Op verzoek van de minister van Justitie stel ik voor, de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gebruik van internationale jaarrekeningstandaarden (28220), punt 7 van de agenda, uit te stellen.
Ik stel op verzoek van de vaste commissie voor Justitie voor dat de Kamer zich uitspreekt tegen:
a. de voorgenomen instelling van een Agentschap directie bestuurszaken (28888);
b. de voorgenomen instelling van een Agentschap Nederlands forensisch instituut (28889).
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
Mevrouw Kant (SP):
Zojuist is het voorstel aangenomen om het voorstel tot wijziging van de WVG van de agenda af te voeren. Ik zou graag willen dat wordt aangetekend dat de fracties van de SP en GroenLinks geacht wensen te worden tegen dit voorstel te hebben gestemd, omdat wij het graag willen behandelen.
De voorzitter:
Dat is bij dezen vastgelegd.
Op verzoek van de D66-fractie benoem ik in:
- de vaste commissie voor Defensie het lid Bakker tot lid in de bestaande vacature;
- de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Van der Ham tot lid in de bestaande vacature;
- de vaste commissie voor Defensie het lid Lambrechts tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
- de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Van der Laan tot lid in plaats van het lid Dittrich en het lid Dittrich tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van der Laan;
- de vaste commissie voor Justitie het lid Van der Laan tot lid in plaats van het lid Dittrich en het lid Lambrechts tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van der Laan;
- de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het lid Giskes tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van der Laan;
- de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Dittrich tot lid in de bestaande vacature en het lid Bakker tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dittrich;
- de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen het lid Lambrechts tot lid in plaats van het lid Van der Laan en het lid Van der Laan tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van der Ham;
- de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Lambrechts tot lid in plaats van het lid Bakker en het lid Bakker tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van der Ham.
Het is mij bekend dat er waarschijnlijk behoefte bestaat aan een debat over het verslag van het algemeen overleg over de eenmalige regeling asielzoekers. Dat algemeen overleg vindt nog plaats deze week. Ik verzoek de leden er rekening mee te houden dat dit VAO zal plaatsvinden donderdag bij het begin van de vergadering, met eventuele stemmingen na de lunchpauze.
Het woord is aan de heer Jan de Vries.
De heer Jan de Vries (CDA):
Voorzitter. Wij zijn het eens met het voorstel om morgen te spreken over het initiatiefwetsvoorstel van het lid Dijksma. Mogen wij via u aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vragen of zij voor dat debat aan de Kamer een reactie wil zenden op de brief van mevrouw Dijksma?
De voorzitter:
Ik stel voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar de minister, die dan meteen kennis neemt van de termijn die wordt gesteld om te voldoen aan dat verzoek, namelijk voor de voortzetting van de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Noorman-den Uyl.
Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):
Voorzitter. Namens de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzoek ik u om op de agenda te plaatsen het verslag van het algemeen overleg over persoonsbeveiliging van vorige week.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. Ik vraag u om er rekening mee te houden dat dit VAO wordt toegevoegd aan de agenda van morgenmiddag, maar ik kan het precieze tijdstip nog niet aangeven.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Kalsbeek.
Mevrouw Kalsbeek (PvdA):
Voorzitter. Afgelopen donderdag heeft een overleg plaatsgevonden over de bestrijding van jeugdcriminaliteit. Het verslag – ik bedoel dat letterlijk – van het algemeen overleg zou ik graag op de agenda van de Kamer geplaatst zien.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. Ik beschouw uw opmerking over "letterlijk" als een aansporing voor ons om ervoor te zorgen dat dit verslag zeer snel verschijnt. Het verslag zal op een nader te bepalen moment aan de agenda van de Kamer worden toegevoegd.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Bussemaker.
Mevrouw Bussemaker (PvdA):
Voorzitter. Wij hebben vorige week een debat gevoerd over de Wet gelijke behandeling bij leeftijd. Naar aanleiding van een door mij ingediend amendement is discussie ontstaan over de vraag of voor de krijgsmacht al dan niet een uitzondering moet worden gemaakt. Wij hebben daarover twee brieven ontvangen: een van de minister van Defensie en gistermiddag ook nog een van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met het oog daarop vraag ik om heropening van het debat en uitstel van de stemmingen.
Misschien mag ik ook nog vragen of dit debat wellicht donderdag kan plaatsvinden. Kan naast de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ook een van de bewindslieden van Defensie aanwezig zijn om vragen over de brief van zijn hand te kunnen beantwoorden?
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en de heropening van het debat over het wetsvoorstel gelijke behandeling op grond van leeftijd te laten plaatsvinden donderdagmiddag na de lunchpauze, na de stemmingen. Ik ga er daarbij van uit dat een van de bewindslieden van Defensie inderdaad aanwezig kan zijn. Dat betekent ook dat de stemmingen onder de agendapunten 4 en 5 vandaag worden uitgesteld.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Visser.
De heer Visser (VVD):
Voorzitter. Laatst werden wij opgeschrikt door een bericht dat schriftelijke vragen verdwenen waren en het twee jaar duurde voordat zij werden beantwoord. Ik heb enkele weken geleden schriftelijke vragen gesteld aan minister Verdonk over de gemeente Den Bosch, die opvang verleent aan uitgeprocedeerden en illegalen. Deze vragen zijn nog steeds niet beantwoord. Ik zou graag de antwoorden voor het AO van morgen over dat onderwerp ontvangen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, met uw verzoek en de daarin gestelde termijn, door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.
Daartoe wordt besloten.
De heer Visser (VVD):
Ik neem aan dat wij de antwoorden op een zodanig tijdstip ontvangen dat wij ze nog voor het debat kunnen lezen.
De voorzitter:
Dat staat nu ook in het stenogram.
Het woord is aan mevrouw Van der Laan.
Mevrouw Van der Laan (D66):
Voorzitter. Aanstaande vrijdag verloopt de deadline die de Verenigde Staten de Europese luchtvaartmaatschappijen heeft gesteld om passagiersgegevens te verstrekken in het kader van de war on terrorism. Europees Commissaris Bolkestein heeft daarover vanochtend in het Europees Parlement twee opmerkingen gemaakt. Hij zei in de eerste plaats dat de afspraken met de VS niet adequaat zijn en in de tweede plaats dat de eerste verantwoordelijkheid voor de bescherming van de privacy van Europese burgers bij de nationale regering ligt en niet bij de Europese Commissie.
Morgen is er een algemeen overleg in het kader van de JBZ-Raad. Ik vraag de regering om een brief die wij kunnen betrekken bij dat overleg. Centraal daarbij is de vraag wat de Nederlandse regering zal doen om te voorkomen dat Europese, maar met name Nederlandse luchtvaartmaatschappijen worden gedwongen om Europese en Nederlandse privacyregels te overtreden.
De voorzitter:
Ik stel voor, ook het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. In dit geval geldt de termijn die u gevraagd heeft, inclusief de leestermijn voor de heer Visser en anderen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Vos.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Mijn fractie had verzocht, vandaag tijdens het vragenuur vragen te kunnen stellen over de zogenaamde allochtonenstop of stop voor kansarme nieuwkomers. Aangezien er nog gewacht wordt op antwoorden op vragen van collega Nawijn is het verzoek vandaag niet gehonoreerd. Toch lijkt het mij van belang dat wij op korte termijn over deze zaak spreken, gezien de commotie en de verschillende uitlatingen van onder anderen de minister van VROM over dit onderwerp. Kunt u het verzoek doen om deze vragen met spoed te beantwoorden? Mijn voorstel zou zijn om de antwoorden morgen voor de regeling van werkzaamheden bij de Kamer te hebben, zodat wij dan nog kunnen overwegen of het nodig en mogelijk is om deze week over dit onderwerp een debat te voeren.
De voorzitter:
Ik vermeld voor de Handelingen dat de steller van de vragen, de heer Nawijn, instemmend knikt.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter. Mij is verzocht om aanvullende vragen te stellen. Misschien kan ik die aanvullende vragen dan beter nu stellen, zodat de antwoorden daarop morgen ook meegenomen kunnen worden. Kunnen de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ook aangeven hoe zij hun reacties in de kranten van vanmorgen zien? Zij wijzen in die reacties het idee van een spreidingsbeleid af. Ik hoor graag een uitgebreide toelichting op de visie van de ministers op dit punt.
Mevrouw Sterk (CDA):
Voorzitter. Ik heb minister Verdonk vragen gesteld over de etnische segregatie in de grote steden. Die zou ik ook graag voor morgen beantwoord zien.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van VROM en de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Hirsi Ali.
Mevrouw Hirsi Ali (VVD):
Voorzitter. De Tweede Kamer is voornemens alle kwesties ten aanzien van het integratievraagstuk apart te behandelen. Wij hebben de commissie-Blok, het onderzoek van het Kohnstamm Instituut, een jaarlijkse minderhedenmonitor en ga zo maar door. De VVD wil dat deze zaken in samenhang worden behandeld, zodat versnippering wordt voorkomen. Het onderwerp "integratie" is te belangrijk om versnipperd en onsamenhangend te worden behandeld. Dat komt de kwaliteit van het beleid niet ten goede. Ik wil u derhalve eigenlijk uitnodigen om alle mogelijkheden te laten onderzoeken om deze verschillende onderwerpen en debatten te bundelen, zodat versnippering van dit belangrijke dossier wordt voorkomen. Wellicht is de instelling van een aparte Kamercommissie daar geschikt voor, maar de VVD staat uiteraard ook open voor andere suggesties. Als het gaat om de integratie van niet-westerse migranten in Nederland, is het voor ons geen vijf voor twaalf maar bijna twaalf uur.
De voorzitter:
U vraagt nogal wat van mij! Ik neem aan dat het lid dat namens de VVD-fractie in het Presidium zit, dit ook wel in het Presidium naar voren had willen brengen. Ik denk dat het goed is om deze zaak aan de hand van het door u naar voren gebrachte verzoek in het Presidium te bekijken. Dan krijgt de Kamer daar nog nader bericht over.
Mevrouw Hirsi Ali (VVD):
Wanneer horen wij daar dan iets over?
De voorzitter:
Zo spoedig mogelijk!
De heer Dijsselbloem (PvdA):
Voorzitter. Wij zullen dat denkwerk van het Presidium afwachten. Ik wijs erop dat de politiek-inhoudelijke discussie in de Kamer daar niet op kan wachten. Er mag dus geen twijfel over bestaan dat de commissie voor Justitie gewoon haar werkzaamheden op dit terrein voortzet.
De voorzitter:
Dat ben ik met u eens.
Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Cornielje.
De heer Cornielje (VVD):
Als voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen verzoek ik u om een plenaire afronding van het wetgevingsoverleg inzake de verruiming van de bestedingsvrijheid voor scholen mogelijk te maken. Dat wetgevingsoverleg heeft gisteren plaatsgevonden. Gedacht wordt aan een spreektijd van ongeveer vier minuten per fractie voor het indienen van moties en het trekken van conclusies.
De voorzitter:
Omdat u zo vriendelijk bent geweest om dit punt van tevoren aan te melden, kan ik de Kamer voorstellen om dit punt toe te voegen aan de plenaire agenda van deze week. Ik kan preciezer zijn: aan de agenda van morgen. Zoals ik het nu zie, zal dit onderwerp aan het eind van de middagvergadering kunnen worden behandeld.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Er hebben zich geen andere leden voor de regeling van werkzaamheden gemeld.
De heer De Vries (PvdA):
Voorzitter...
De voorzitter:
Mijn excuses! U had zich aangemeld, maar ik was even in de war met iemand anders.
De heer De Vries (PvdA):
Ik hoor mijn fans roepen: George Michael!
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Klaas de Vries.
De heer De Vries (PvdA):
Voorzitter. Ik heb een soortgelijk verzoek als de heer Visser. Ik heb vorige week schriftelijke vragen gesteld aan minister Verdonk over het feit dat zij aan een Chinees persoon een verblijfsvergunning heeft gegeven hoewel die persoon uitgeprocedeerd was. Dat stond in de Volkskrant. Ik heb geschreven dit graag te willen weten voor het overleg van morgen over de eenmalige maatregel. De vragen zijn nog niet beantwoord. Het zijn op zichzelf simpele vragen. Ik stel het op prijs, de antwoorden morgen voor 10.00 uur te verkrijgen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Van Oerle-van der Horst.
Mevrouw Van Oerle-van der Horst (CDA):
Wij hebben gevraagd om mondelinge vragen te mogen stellen over de mogelijkheid tot het verplicht meenemen van de aanvullende polis voor 65-plussers. Mevrouw Kant zou daarover een brief vragen bij de regeling. Wij wilden ons daarbij aansluiten.
De voorzitter:
U sluit zich aan bij een niet gestelde vraag. Het woord is aan mevrouw Kant.
Mevrouw Kant (SP):
Ik kan het nog sterker vertellen. Mevrouw Van Oerle sluit zich aan bij een vraag die ik niet mocht stellen.
Mevrouw Van Oerle-van der Horst (CDA):
Ik snap niet waarom wij geen mondelinge vragen mochten stellen.
De voorzitter:
Laten wij niet in een ingewikkelde discussie vervallen. Mevrouw Kant is met enige klem gesuggereerd om haar vraag te stellen via de commissie. Dat heeft zij gedaan of dat gaat zij doen. De commissie weet bij dezen dat u zich bij die procedure in de commissie zal aansluiten. Zullen wij het zo afspreken?
Mevrouw Kant (SP):
Misschien kunnen wij het anders oplossen. Ook hiervoor geldt wat ik net zei. Mij is geadviseerd om niet een extra procedurevergadering bij elkaar te roepen, maar om schriftelijke vragen te stellen met het verzoek om die voor volgende week te beantwoorden. Laten wij het nu maar gewoon bij de regeling doen. Ik vraag de minister van Volksgezondheid om voor de algemene beschouwingen van volgende week in te gaan op de berichten in het Algemeen Dagblad van vandaag dat 65-plussers uitgesloten worden van de aanvullende ziektekostenverzekering. Die brief moet in het licht staan van de bezuinigingen op het ziekenfondspakket die eraan komen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dat lijkt mij het meest efficiënt. Nog één kanttekening: mevrouw Kant zegt geen extra procedurevergadering bij elkaar te willen of te kunnen roepen voor dit ene punt. Een procedure in een commissie kan echter ook schriftelijk worden gehouden.
Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20022003-5194-5197.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.