Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor de volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 in verband met het actualiseren van de solvabiliteitseisen voor het verzekeringsbedrijf (28838);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 4 november 2000 te Rome totstandgekomen Protocol nr. 12 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (Trb. 2001, 18 en 173) (28100, R1705);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Infectieziektenwet ter incorporatie van het severe acute respiratory syndrome (28918);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet grensoverschrijdende betaaldiensten in verband met de uitvoering van de verordening betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro (28650);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van de regeling van de staatssecretaris van Financiën van 13 november 2002, nr. WDB02/732M (Stcrt. 220), tot buiten toepassing stellen voor een gedeelte van 2002 van willekeurige afschrijving arbo-bedrijfsmiddelen (28789).

Verder stel ik voor, te behandelen in de vergaderingen van 9, 10 en 11 september:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en enkele andere wetten ter uitvoering van richtlijn nr. 2000/43/EG en richtlijn nr. 2000/78/EG (EG-implementatiewet Awgb) (28770);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Telecommunicatiewet en enkele andere wetten in verband met de implementatie van een nieuw Europees geharmoniseerd regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten en de nieuwe dienstenrichtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen (28851);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Noodwet financieel verkeer in verband met de dekking van het terrorismerisico door verzekeraars (28915).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik heb een aantal benoemingen gedaan in commissies. De bijzonderheden zullen in de Handelingen worden opgenomen.1

Ik stel voor een aantal stukken voor kennisgeving aan te nemen. Ook die bijzonderheden zullen in de Handelingen worden opgenomen.2

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kalsbeek.

Mevrouw Kalsbeek (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Wij worden op wereldschaal gezien vrijwel dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van terrorisme. De bestrijding van terrorisme verdient dan ook de hoogste prioriteit. Daarom is het terecht dat er een voorstel voor een Wet terroristische misdrijven is ingediend. Dit zou op 8 september aanstaande worden behandeld in een wetgevingsoverleg.

Het kabinet heeft de Kamer vorige week een zeer ingrijpende nota van wijziging gestuurd. Deze nota van wijziging is eigenlijk meer een zelfstandig wetsvoorstel. Er wordt voorgesteld samenspanning tot terroristische misdrijven strafbaar te stellen. Dit is een zeer ingrijpend voorstel en het kabinet erkent dit ook.

Dit voorstel maakt een grondige behandeling noodzakelijk. Daarbij komen vragen aan de orde als: wat zijn de gevolgen voor uitlevering, hoe zit het met een poging tot samenspanning, wat betekent dit in de praktijk voor de inzet van dwangmiddelen, enz.

De vaste commissie voor Justitie heeft al een schriftelijke ronde ingelast. Dit is nodig, maar niet voldoende. De fractie van de PvdA vindt het noodzakelijk dat ook de Raad van State zijn visie geeft op de nota van wijziging. Gezien het belang en de urgentie van het onderwerp verzoekt de fractie van de PvdA het kabinet om de Raad van State te vragen om een spoedadvies uit te brengen over deze nota van wijziging.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter. In mijn hoedanigheid van voorzitter van de vaste commissie voor Justitie deel ik mee dat wij gistermiddag een uitgebreide extra procedurevergadering hebben gehad, waarin dit verzoek van de fractie van de Partij van de Arbeid omstandig aan de orde is geweest. Na ampele discussie hebben wij besloten tot het uitbrengen van een nader verslag. De wens van de fractie van de PvdA is in de commissie in ieder geval niet gehonoreerd. Het lijkt mij voor de geschiedschrijving zuiver om dat hier te melden.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Het klopt wat de heer Van de Camp zegt, maar dat neemt mijns inziens niet weg dat het de fractie van de PvdA vrij staat om dat hier alsnog te bepleiten. Mijn fractie wil de fractie van de PvdA nadrukkelijk steunen in haar verzoek.

Het gaat om een ingrijpende wijziging van het wetsvoorstel, een wijziging waar wij sympathiek tegenover staan. Dat doet er nu niet toe, maar objectief is het een ingrijpende wijziging. Welnu, volgens aanwijzing 277 voor de regelgeving is het een reguliere procedure dat de Raad van State wordt gehoord, tenzij dringende redenen zich daartegen verzetten. Ik kan mij voorstellen dat men zegt dat deze wijziging spoed vereist. Dat vinden wij ook, maar daartoe is een spoedadvies mogelijk dat desnoods binnen een week wordt uitgebracht. Dit kan dus geen zwaarwegende reden zijn die zich verzet tegen alsnog een advies van de Raad van State.

Nogmaals, wij steunen het verzoek aan de regering om de Raad van State hierover om advies te vragen.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Ik zou het niet beter kunnen formuleren dan de heer Van der Staaij. Ik steun zijn redenering dan ook heel graag. Vanzelfsprekend geldt dit ook voor het verzoek van de fractie van de PvdA om de Raad van State om een spoedadvies te vragen.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Voorzitter. Ook de fractie van D66 steunt het verzoek van mevrouw Kalsbeek.

Wij hebben een beetje het gevoel dat deze zeer ingrijpende wetswijziging, die de basis van onze rechtsstaat zal veranderen, er doorheen gejast wordt. Daar moet echt wel een heel goede reden voor zijn. In de brief van de minister, gevoegd bij de nota van wijziging, staat dat het belangrijk is dat er een signaal aan de Amerikanen wordt gegeven. Dit lijkt mij echter geen reden om het belangrijke basisprincipe van een advies van de Raad van State terzijde te schuiven. Wij moeten dan ook vasthouden aan de normale procedure. Graag willen wij een spoedadvies van de Raad van State.

De heer Van Fessem (CDA):

Voorzitter. De fractie van het CDA heeft in dit geval geen behoefte aan een advies van de Raad van State, omdat het hoog tijd is dat dit wetsontwerp wordt aangenomen en dat het Wetboek van Strafrecht ter zake wordt gewijzigd.

Er komt een nader verslag en daarvoor komt er nog een verslag van de staf. Daarnaast zal de wetenschap zich er in de komende weken mee bezighouden. Ik ben het helemaal niet eens met de opmerking van mevrouw Van der Laan dat ons Wetboek van Strafrecht en zelfs ons hele rechtssysteem ingrijpend worden gewijzigd.

De voorzitter:

U gaat niet op de inhoud in.

De heer Van Fessem (CDA):

De fractie van het CDA heeft dus echt geen behoefte aan een advies van de Raad van State.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. De fractie van de ChristenUnie steunt het voorstel van mevrouw Kalsbeek.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Wij steunen het verzoek van de fractie van de PvdA. Spoed of tijd kan nooit een argument zijn om de Raad van State bij een ingrijpende inhoudelijke wijziging buitenspel te zetten. Daarmee zou de Kamer ook zichzelf te kort doen.

De heer Wilders (VVD):

Voorzitter. De fractie van de VVD steunt de redenering van de heer Van Fessem van de fractie van het CDA. Naar ons oordeel is er zorgvuldig gehandeld doordat er een extra schriftelijke ronde is toegestaan. Gisteren hebben wij het verzoek van de fractie van de PvdA dan ook afgewezen. Daar blijven wij bij.

Mevrouw Kalsbeek (PvdA):

Voorzitter. De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie heeft terecht gemeld dat mijn voorstel gisteren in een procedurevergadering van die commissie is besproken. Niets belet mij echter om dat verzoek hier te herhalen. Dit telt te meer daar ik weet dat in die vergadering niet alle fracties vertegenwoordigd waren.

Tegen degenen die het argument betreffende de tijd hebben aangevoerd, zeg ik het volgende. Inderdaad, het is tijd en vandaar het spoedadvies. Maar ik mag dan wel in herinnering roepen dat deze opmerking een beetje bevreemding wekt, als je je realiseert dat sinds 5 februari 2003 dit wetsvoorstel gereed is voor plenaire behandeling. Als er zoveel spoed achter had gezeten, hadden wij wel een paar maanden eerder het wetsvoorstel kunnen behandelen.

De heer Eerdmans (LPF):

De LPF-fractie steunt het voorstel van de PvdA-fractie niet, want wij vinden dat de nota van wijziging zo snel mogelijk moet worden behandeld. Wij vinden dat daarvoor de juiste waarborgen op dit moment voorhanden zijn.

De voorzitter:

Als ik een optelsom maak van alle fracties namens welke er is gesproken, stel ik vast dat een meerderheid van de Kamer geen behoefte heeft aan een advies van de Raad van State.

Het woord is aan de heer Geluk.

De heer Geluk (VVD):

Voorzitter. Vanmorgen was het VAO-debat over de droogte aan de orde. Daarbij is gevraagd om inventarisatie van de staat van de boezemkades en te dien aanzien is een toezegging gedaan door de staatssecretaris. Ik zou daaraan nog iets willen toevoegen, omdat ik daar vanmorgen niet de gelegenheid voor had vanwege het geldende spreektijdenregime. Ik zou graag een brief van de staatssecretaris verkrijgen, aangevende dat bij die inventarisatie wordt betrokken dat de provincies vorig jaar opdracht hebben gegeven aan de waterschappen om de veiligheidsnormering voor de meer dan 10.000 km aan boezemkades in kaart te brengen. Dit betreft dan de stabiliteit, de hoogte, de risico's voor het achterliggende gebied enz. Graag zouden wij geïnformeerd willen worden over de vraag hoever het staat met de uitwerking en de invulling hiervan. Tevens zien wij graag door de staatssecretaris aangegeven wat nu precies haar verantwoordelijkheid is met betrekking tot de boezemkades.

De voorzitter:

Ik stel voor om dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven