Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik geef het woord aan mevrouw Kalsbeek tot het uitbrengen van verslag
namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven in verband met
de benoeming van een lid van het Europees Parlement.
Mevrouw Kalsbeek:
fungerend voorzitter
der commissie
Mijnheer de voorzitter. De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven
heeft de eer te rapporteren dat zij na onderzoek van de in haar handen gestelde
stukken eenparig tot de conclusie is gekomen dat mevrouw J.L.A. Boogerd-Quaak
te Zaamslag terecht benoemd is verklaard tot lid van het Europees Parlement.
De commissie stelt vast dat op grond van de nationale bepalingen de betrokkene
als lid tot het Europees Parlement kan worden toegelaten. De commissie stelt
voor, dit te berichten aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan
de benoemde.
Tot slot stelt de commissie voor, het volledige rapport in de Handelingen
op te nemen.
De voorzitter:
Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig
te besluiten.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1
De voorzitter:
Ik stel voor, het aantal leden van het Presidium te stellen op elf.
Ook stel ik voor, te benoemen tot lid mevrouw Verburg, de heer Rietkerk,
mevrouw Dijksma, mevrouw Hamer, de heren Rijpstra, De Wit, Eerdmans, mevrouw
Van Gent en de heren Van der Ham en Slob.
Over de ondervoorzitterschappen zal ik later een voorstel doen.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Kant.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter. Ik zou de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om
een brief willen vragen over een bericht dat vanochtend in een ochtendblad
stond. Het ging daarin om de problemen van patiënten die in België
zorg krijgen. Voor de patiënten zelf is dat een heel mooie oplossing,
maar het dreigt te leiden tot voorkruipzorg van Nederlanders voor Belgen.
De Belgische minister heeft daarover zijn bezorgdheid geuit en aan de bel
getrokken. Ik hoor graag de reactie van de Nederlandse minister op dat ongewenste
verschijnsel. Het is fijn voor de Nederlandse patiënten,
maar niet voor de Belgische.
Mevrouw Arib (PvdA):
Ik steun het verzoek van mevrouw Kant. Op mijn beurt zou ik graag willen
weten wat de consequenties zijn voor de wachtlijsten in Nederland. Wij weten
dat het sinds enige tijd mogelijk is om patiënten in het buitenland te
behandelen. Als dat niet langer kan, heeft dat consequenties in Nederland.
Ik hoor graag de reactie van de minister daarop.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Karimi.
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Voorzitter. Ik heb gisteren de ministers van Buitenlandse Zaken en van
Defensie om een brief gevraagd over de situatie in Afghanistan. Die brief
heb ik een paar minuten geleden ontvangen. Die brief geeft mij aanleiding
daarover een debat aan te vragen. Mijn verzoek is, dat debat nog deze week
te plannen, omdat minister Kamp begin volgende week naar Afghanistan vertrekt
in verband met de overname van de bevelvoering over ISAF door Nederland en
Duitsland.
De voorzitter:
Ik dank u voor het feit dat u bent nagegaan wanneer de minister wel of
niet aanwezig kan zijn en wat zijn bewegingen in de wereld zijn. Dat maakt
ons werk weer wat gemakkelijker.
Ik stel voor, het verzoek van mevrouw Karimi in te willigen en naar aanleiding
van deze brief een debat met spreektijden van vijf minuten over dit onderwerp
te houden en wel morgenochtend om kwart over tien.
De voorzitter:
Ik voeg daar voor de goede orde het volgende aan toe. Gisteravond is gesproken
over een mogelijk debat over de asielzoekersproblematiek naar aanleiding van
een verzoek van de heer De Wit. De vaste commissie voor Justitie heeft inmiddels
besloten om over dat onderwerp in een algemeen overleg te spreken. Dat debat
zal dus niet plenair plaatsvinden.
Het woord is aan de heer Duyvendak.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Ik wil graag komende dinsdag een aangehouden motie in stemming brengen.
Het gaat om de motie over de opwerking van radioactief afval (25422, nr. 21).
De voorzitter:
De motie zal op de stemmingslijst van aanstaande dinsdag worden opgevoerd.