80ste vergadering

Dinsdag 11 juni 2002

14.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 137 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted-Madsen-van Stiphout, Adelmund, Albayrak, Alblas, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib, Van As, Atsma, Azough, Bakker, Balkenende, Van Beek, Benschop, Bijlhout, Van Blerck-Woerdman, Van Bochove, Van Bommel, Bonke, Bos, Van den Brand, Van den Brink, Buijs, Van de Camp, Cornielje, Çörüz, Crone, Dekker, Dijksma, Dijkstal, Dittrich, Duivesteijn, Duyvendak, Eberhard, Eerdmans, Eurlings, Ferrier, Van Geel, Van Geen, Van Gent, Gerkens, Giskes, Th.C. de Graaf, T. de Graaf, De Grave, Groenink, Van Haersma Buma, Van der Ham, Hamer, Van Heemst, Herben, Hermans, Hessels, Van der Hoeven, Hofstra, Van Hoof, Hoogendijk, Hoogervorst, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Jager, Janssen van Raay, Jense, Joldersma, De Jong, Jorritsma-Lebbink, Jukema, Kalsbeek, Kamp, Kant, Karimi, Van der Knaap, Koenders, Koopmans, Kortenhorst, Korthals, Lambrechts, Lazrak, Van Lith, Mastwijk, Meijer, Mosterd, Netelenbos, Nicolaï, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Van Oerle-van der Horst, Ormel, Palm, De Pater-van der Meer, Rambocus, Remkes, De Nerée tot Babberich, Rietkerk, Rijpstra, Ross-van Dorp, Rouvoet, Van Ruiten, De Ruiter, Schonewille, Schreijer-Pierik, Smolders, Smulders, Spies, Van der Staaij, Sterk, Stuger, Teeven, Terpstra, Tichelaar, Timmermans, Tonkens, Varela, Te Veldhuis, Veling, Van Velzen, Verburg, Vergeer-Mudde, Verhagen, Vermeend, Van der Vlies, Vos, Voûte-Droste, B.M. de Vries, G.M. de Vries, J.M. de Vries (CDA), J.M. de Vries (VVD), Van Vroonhoven-de Kok, Weisglas, Wiersma, Wijn, Wijnschenk, Van Winsen, De Wit, Wolfsen, Zalm en Zeroual,

en de heren De Grave, minister van Defensie, en Vermeend, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Halsema, Vietsch, Bussemaker en Herfkens, wegens verblijf buitenslands, de gehele week;

Van Dijke, wegens verblijf buitenslands, tot en met 20 juni;

Melkert, wegens bezigheden elders, ook morgen.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik geef het woord aan de heer Te Veldhuis tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het Onderzoek van de geloofsbrieven.

De heer Te Veldhuis:

voorzitter der commissie

De commissie voor het Onderzoek van de geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer F.J.F.M. de Nerée tot Babberich te Leefdaal, België. De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat hij terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om hem toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient hij wel eerst de eden af te leggen zoals die zijn voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.

De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen, het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik bedank namens de Kamer de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

De heer De Nerée tot Babberich is in het gebouw der Kamer aanwezig.

Ik verzoek de griffier, hem binnen te leiden.

Nadat de heer De Nerée tot Babberich door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven eden af.

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met het lidmaatschap van de Kamer. Ik verzoek u, de presentielijst te tekenen en na de schorsing in ons midden plaats te nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven