Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. een koninklijke boodschap, ten geleide van het voorstel van wet Goedkeuring van het op 5 juni 2001 te Luxemburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol I en II en briefwisseling (Trb. 2001, 136) (28259).

Deze koninklijke boodschap, met de erbij behorende stukken, is al gedrukt en rondgedeeld;

2. twee brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling dat zij in haar vergadering van 19 maart 2002 de haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers 27089 (R1652) en 27117 heeft aangenomen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

3. een brief van de Nationale ombudsman, ten geleide van het jaarverslag 2001 (28260).

Deze brief is al gedrukt en rondgedeeld;

4. een brief van de minister van Defensie, over verkoop S-fregat Hr. Ms. Jan van Brakel.

De voorzitter stelt voor, deze brief door te zenden aan de betrokken commissie ter vertrouwelijke kennisneming door de leden;

5. de volgende brieven:

een, van de staatssecretaris van Justitie, inzake standpunt mogelijke herziening kinderbeschermingsmaatregelen;

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het eindrapport evaluatie Regeling stimulering grensoverschrijdende samenwerking hoger onderwijs 1997-2000;

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het vervolgrapport over de arbeidsvoorwaarden in de kunstensector;

een, van de minister van Defensie, inzake Declaration of Principles (Dop) tussen Nederland en de VS;

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van het ontwerpbesluit houdende implementatie van richtlijn nr. 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 december 2000 betreffende de verbranding van afval;

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, ten geleide van de Intentieverklaring Venlo;

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, ten geleide van de onderzoeksrapporten inzake evaluatie Meststoffenwet 2002;

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake palliatieve zorg.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

6. de volgende brieven:

een, van A.T.M. Coenders-Steens, inzake patiëntenstops in de GGZ;

een, van de Nederlandse Vereniging van Luchthavens, inzake Rotterdam Airport/Faunabeheer;

een, van de Algemene Rekenkamer, inzake review c.a. op verzoek van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;

een, van W. Muller, inzake invoering artikel 13b Opiumwet en misbruik daarvan;

een, van J. Doornbos, inzake onveilige woonsituatie Parkwijk Winschoten-Noord;

een, van drs. U. Eikelboom, over de bedenkelijke rol van de minister van Verkeer en Waterstaat inzake aftreden NS-directie;

een, van K.I. Mohammed, inzake problemen in de illegaliteit in Nederland;

een, van F. Warffemius, inzake verplichte ziekenfonds- en particulier verzekerden.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies.

Naar boven