Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | nr. 62, pagina 4333-4336 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | nr. 62, pagina 4333-4336 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 3, 4 en 5 april:
- Wijziging van de Wet op de medische hulpmiddelen (27548);
- Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet inzake verbetering van de afstemming op de Algemene wet bestuursrecht en enige andere verbeteringen (27547).
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 10, 11 en 12 april: Wijziging van de Luchtvaartwet inzake de beveiliging op luchtvaartterreinen (26607).
Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 24, 25 en 26 april: het Rapport Vuurwerkramp Enschede (27157), met maximumspreektijden voor PvdA en VVD 30 minuten, CDA 25 minuten, D66 en GroenLinks 20 minuten, SP en ChristenUnie 15 minuten, SGP 10 minuten.
Ik stel voor, dinsdag 3 april te stemmen over:
a. de moties notaoverleg nota Mensen, wensen, wonen te weten:
- de motie-Duivesteijn over verhoging van de subsidie voor alleenstaanden (27559, nr. 5);
- de motie-Duivesteijn over een woonzorgtoeslag (27559, nr. 6);
- de motie-Duivesteijn/Hofstra over flankerende maatregelen voor een kwalitatief goed beheer van een eigen woningbezit (27559, nr. 7);
- de motie-Hofstra/Duivesteijn over de medewerking van de corporaties (27559, nr. 8);
- de motie-Biesheuvel/Duivesteijn over groeikernenproblematiek (27559, nr. 10);
- de motie-Biesheuvel over de inzet van de vier grote steden bij onderhandelingen met de woningcorporaties (27559, nr. 11);
- de motie-Biesheuvel over verruiming van fiscale faciliteiten voor woningcorporaties (27559, nr. 12);
- de motie-Van 't Riet over een differentiatie naar regio (27559, nr. 13);
- de motie-Van Gent c.s. over een initiatiefrecht en budgetrecht voor bewoners (27559, nr. 14);
- de motie-Van Gent over subsidiëring van zelf aangebrachte voorzieningen voor huurders (27559, nr. 15);
- de motie-Van Gent c.s. over huursubsidie voor voormalig dak- en thuislozen (27559, nr. 16);
- de motie-Van Gent over voorwaarden voor verkoop van corporatiewoningen (27559, nr. 17);
- de motie-Van Gent over een heldere, toetsbare en handhaafbare taakafbakening voor corporaties (27559, nr. 18);
- de motie-Poppe/Van Gent over een plan van aanpak particuliere verhuursector (27559, nr. 19);
- de motie-Poppe/Van Gent over de wachttijd voor woningzoekenden met recht op huursubsidie (27559, nr. 20);
b. de moties notaoverleg bachelor-masterstructuur te weten:
- de motie-Hamer c.s. over masteropleidingen in het HBO (27496, nr. 4);
- de motie-Hamer c.s. over toegang tot de topmasters (27496, nr. 5);
- de motie-Eurlings c.s. over het collegegeld voor topmasters (27496, nr. 6);
- de motie-Eurlings c.s. over naamgeving voor beroepsgerichte bachelors (27496, nr. 7);
- de motie-Lambrechts c.s. over koppeling van studieduur en studiefinanciering (27496, nr. 8);
- de motie-Rabbae over middelen voor een succesvolle onderwijsvernieuwing (27496, nr. 9);
- de motie-Van der Vlies c.s. over continuering van het binair stelsel (27496, nr. 10);
c. de wetsvoorstellen:
- Integratie van de Huurprijzenwet woonruimte en de Wet op de huurcommissies in een uitvoeringswet huurprijzen woonruimte onder gelijktijdige overheveling van een deel van de tekst van de Huurprijzenwet woonruimte naar de nieuwe titel 7.4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) (26090);
- Vaststelling van titel 7.4 (Huur) van het Burgerlijk Wetboek (26089);
- Vaststelling van afdeling 7.4.6 van het Burgerlijk Wetboek (huur van bedrijfsruimte) (26932).
Ik stel voor, dinsdag 10 april te stemmen over:
de moties notaoverleg Informatie- en communicatietechnologie (ICT) te weten:
- de motie-Hindriks/Vendrik over een snelle infrastructuur voor iedereen (26643, nr. 17);
- de motie-Voûte-Droste c.s. over digitaal aanbieden van overheidsdiensten (26643, nr. 18);
- de motie-Voûte-Droste c.s. over kennisoverdracht naar het MKB (26643, nr. 19);
- de motie-Wijn c.s. over bescherming van vitale infrastructuur (26643, nr. 20);
- de motie-Vendrik c.s. over duurzaam energiegebruik in de ICT-sector (26643, nr. 21);
- de motie-Vendrik over een ICT-basispakket voor de burger (26643, nr. 22);
- de motie-Vendrik over digitale trapveldjes in asielzoekerscentra (26643, nr. 23);
- de motie-Van Dijke c.s. over economisch achterblijvende landen (26643, nr. 24).
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Ik deel mee dat de motie-Kortram/Van Gent over een advies aan de Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu- beheer-raad over multicultureel bouwen (27559, nr. 9) wordt ingetrokken.
Ik stel op verzoek van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor, de wens te kennen te geven nader inlichtingen te ontvangen over de voorgenomen oprichting van de Stichting Inlichtingenbureau (27635).
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij het lid Bolhuis tot plv. lid in plaats van het lid Belinfante.
Ik stel voor, de stukken: 23968, nr. 278; 19637, nr. 278; 21062, nrs. 68 en 70; 21860, nrs. 51, 52 en 53; 23968, nr. 25; 23972, nr. 14; 24420; 25185, nr. 7; 25600-XIII, nr. 27; 25601; 25613; 25616, nrs. 16, 17 en 18; 26203; 26210; 21670, nr. 7; 26375; 21250, nrs. 27 en 29; 21630, nr. 12; 21427, nr. 111; 22100, nrs. 20, 21, 22 en 23; 23328, nr. 44; 21427, nrs. 112 en 115; 23900-VIII, nrs. 69, 74, 75, 103, 122 en 129; 24036, nrs. 40, 166 en 179; 24229; 24328; 24404; 24430; 24508, nrs. 22 en 23; 24525; 24556; 24596; 24678; 24722; 24807; 25000-XVI, nr. 44; 25001; 25003; 25004; 25008; 25009; 25012; 25013, 25016; 25022; 25088; 25091; 25173; 25195; 25207; 25318; 25420; 25424, nr. 6; 25603; 25604; 25615; 25802, nrs. 3, 4, 5, 7, 8, 10 en 12; 25810; 25887; 26204; 26263; 26572; 26663 voor kennisgeving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Zijlstra.
De heer Zijlstra (PvdA):
Mevrouw de voorzitter! Gisteren ontvingen wij van de regering, dat wil zeggen van de staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en van Defensie, een brief over de ramp met de Hercules. De inhoud van deze brief en de aard van het onderwerp rechtvaardigen naar het oordeel van de PvdA een plenair debat, dat wij willen toespitsen op de vraag of de regering al dan niet bereid is, een afsluitend onafhankelijk onderzoek te initiëren. De vaste commissie voor Defensie heeft vanmorgen besloten om nog aanvullende informatie te vragen, die waarschijnlijk volgende week binnenkomt. Daarom verzoek ik u, in week 15, dus niet volgende week maar de week daarna, ruimte te scheppen voor een plenair debat over deze brief.
Mevrouw Van 't Riet (D66):
Voorzitter! Ik steun het verzoek van de heer Zijlstra van harte.
De heer Van den Doel (VVD):
Voorzitter! De vaste commissie voor Defensie en een aantal andere commissies, zoals die voor VWS en voor BZK, hebben op 30 januari jl. een brief van de regering gehad, waarin zij aanbiedt om, als er nog aanvullende vragen zijn die onderzoek verdienen, die vragen voor te leggen aan de regering. Als daaraan behoefte is in de Kamer en als die vragen worden geformuleerd, dan werkt mijn fractie daar graag aan mee. Het lijkt ons niet nodig om daar direct een plenair debat over te houden.
Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):
Voorzitter! Ik zie dat de voorzitter van de vaste commissie voor Defensie in de zaal aanwezig is. Wij hebben hierover vanmorgen uitgebreid gesproken en wij hebben het besluit genomen om de minister op basis van de brief die voorlag en voorligt, om nadere informatie te verzoeken. Het lijkt mij van belang, die informatie eerst af te wachten.
De voorzitter:
Ik kan mij voorstellen dat de voorzitter van de vaste commissie voor Defensie hier nog iets aan wil toevoegen.
De heer Valk (PvdA):
Voorzitter! De heer Zijlstra heeft een correcte weergave gegeven van datgene wat vanmorgen is besloten. De commissie heeft geen uitspraak gedaan over het wel of niet houden van een (plenair) debat, maar is wel overeengekomen om in ieder geval op korte termijn nadere informatie te vragen, met name over de rechterlijke uitspraak die enkele weken geleden is gedaan.
De heer Harrewijn (GroenLinks):
Voorzitter! Ik wil ook graag een plenair debat, ongeacht de inhoud van de brief. De regering heeft al eerder de kans gehad deze vraag te beantwoorden en die niet benut. De Kamer moet op een gegeven moment zelf haar verantwoordelijkheid nemen en zo'n belangrijke zaak plenair bediscussiëren.
De heer Van Middelkoop (ChristenUnie):
Voorzitter! Begrijp ik nu goed dat de heer Zijlstra nu al geen vertrouwen heeft in de antwoorden van de regering? Anders zou ik zeggen: laten wij gewoon een algemeen overleg houden. Daarin kunnen wij de vragen stellen en de antwoorden afwachten. De heer Zijlstra vermoedt kennelijk nu al dat het antwoord niet goed zal zijn.
De voorzitter:
Vanochtend is dit punt besproken in een procedurevergadering van de commissie. Nu wordt het voorgelegd tijdens de regeling van werkzaamheden. Als een vaste commissie besloten heeft dat er een mogelijkheid moet zijn om de regering om nadere informatie te vragen, is er niets op tegen om nadat die informatie is binnengekomen een nieuwe procedurevergadering te houden en alsdan af te spreken hoe men er verder mee wenst om te gaan. Ik sluit niet uit dat er dan een plenair debat volgt, maar ik sluit evenmin uit dat er geen plenair debat volgt. Dat is de werkwijze die hier normaal gevolgd wordt.
De heer Zijlstra (PvdA):
Mevrouw de voorzitter! In mijn voorstel werd daar al in voorzien, door te zeggen dat de informatie er volgende week zal zijn en dat vervolgens een debat kan worden gehouden. Dat wordt niet ingegeven door wantrouwen, maar vanwege het feit dat vragen van de commissie niet of onvoldoende zijn beantwoord. Daar komt bij dat door de rechterlijke uitspraak van vorige week tegenstrijdigheid blijkt tussen het onderzoek en datgene wat de strafrechter heeft uitgemaakt. Dat alles bij elkaar rechtvaardigt mijns inziens een plenair debat, waarbij ik er oog voor heb dat de informatie er moet zijn. Op voorwaarde dat de informatie volgende week beschikbaar is, zou het goed zijn als voor de week daarna ruimte voor een debat wordt ingepland.
De voorzitter:
Zolang een procedure in de vaste commissie loopt, pleeg ik mij als Kamervoorzitter daar niet mee te bemoeien. Mijn antwoord op alles wat u tot nu toe gevraagd hebt, is dat ik noch het een noch het ander uitsluit. Ik ga akkoord met de mogelijkheid van een verzoek om een debat. Ik weet nu wel dat dat waarschijnlijk zal gebeuren, dus daarmee zal ik proberen rekening te houden. Ik wacht eerst af wat de vaste commissie doet na ommekomst van de antwoorden van de regering.
De heer Zijlstra (PvdA):
Ik stel de toezegging dat u het debat vast in uw achterhoofd houdt, zeer op prijs.
De voorzitter:
Daar reageer ik verder maar niet op.
Het woord is aan mevrouw Vos.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter! Mede namens collega Stellingwerf zou ik een debat over een VAO willen aanvragen naar aanleiding van het overleg dat wij deze week met de minister van LNV hebben gevoerd over mond- en klauwzeer. Wij hebben er behoefte aan, de Kamer twee moties voor te leggen. Ik vraag om een debat hedenmiddag, gevolgd door stemmingen. Gezien de ernst van de situatie en de nieuwe uitbraken lijkt mij dat noodzakelijk.
De voorzitter:
De vraag verbaast mij een beetje, omdat ik begrepen heb dat er vandaag nieuwe informatie is. Het is dan merkwaardig om een verslag van een algemeen overleg van dinsdag plenair te bespreken, want dan kan niet worden gesproken over de ontwikkelingen van vandaag. Ik stel dan ook voor om vanmiddag wel het plenaire debat te houden, niet over het verslag van het algemeen overleg van afgelopen dinsdag maar over de algemene situatie omtrent het onderwerp mond- en klauwzeer. Ik stel voor dat alle fracties dan niet 2 maar 3 minuten spreektijd krijgen om hun mening over dit onderwerp uiteen te zetten.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Dat lijkt mij uitstekend.
De heer Ter Veer (D66):
Het lijkt mij een voortreffelijk voorstel, mevrouw de voorzitter. Misschien is het voor de leden nuttig om te weten of dan moties worden ingediend en of die ook vandaag in stemming komen.
De voorzitter:
Dat heeft mevrouw Vos al gezegd. Ik verzoek de leden wel om die moties ook tijdens de 3 minuten spreektijd in te dienen, maar dat hadden zij al begrepen.
Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Ik weet dat mevrouw Vos nog een verzoek wil doen.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter! Ik heb ook een verzoek aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het lijkt mij verstandig dat hij een brief aan de Kamer schrijft waarin hij ingaat op het verhaal dat gisteren in de NRC stond over de mogelijke betrokkenheid van zijn ministerie bij het uitlekken van het tijdstip waarop het vervoersverbod zou worden afgekondigd en de rol van de RVV daarin. Ik hecht eraan om daarop via een brief een reactie van de minister te krijgen.
De voorzitter:
Ik kan mij dat voorstellen. Ik spreek dan met u allen af, dat dat vanmiddag geen onderdeel van de beraadslaging uitmaakt.
Ik stel voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Mevrouw Vos heeft nog een verzoek.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Precies. Soms komen alle dingen samen. Mijn verzoek is naar aanleiding van de mededeling van de Verenigde Staten, dat zij niet meer het Kyoto-protocol willen ondertekenen en ondersteunen. Wij zijn ervan op de hoogte dat minister Pronk naar aanleiding daarvan naar Washington is gevlogen. Ik verzoek de minister om de Kamer met spoed, het liefst voor aanstaande dinsdag 12.00 uur, bij brief te laten weten wat zijn inschatting van de situatie is, wat hij bereikt heeft in Washington en welke mogelijkheden hij ziet om straks alsnog tot succes te komen op de klimaattop in Bonn. Dan kunnen wij daar met de minister mogelijk op korte termijn verder over spreken.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Verhagen.
De heer Verhagen (CDA):
Mevrouw de voorzitter! De minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft enige tijd geleden uitspraken gedaan over de beperkte mogelijkheden die zij heeft bij bilaterale hulpverlening in relatie tot de personele capaciteit. Daarover heb ik toen schriftelijke vragen gesteld die ook zijn beantwoord. Hedenochtend heeft een algemeen overleg plaatsgevonden met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, waarin zij is teruggekomen op een deel van die antwoorden. Zij stelde dat de minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk is voor het capaciteitsvraagstuk. Gelet op deze uitspraak vraag ik van de minister van Buitenlandse Zaken een brief, waarin hij ingaat op het vraagstuk zoals dat is geschetst door de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Dan kan de Kamer een eindoordeel vellen over de vraag in hoeverre de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking naar behoren kan worden vervuld.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Mag ik even de aandacht van iedereen in de wandelgangen? Wilt u zich allemaal uit de buurt van de ramen begeven? Ik begrijp dat u erg nieuwsgierig bent naar wat er buiten gebeurt, maar u helpt niemand met nu uit het raam te gaan kijken. Begeeft u zich zo dicht mogelijk langs de muur als u het echt noodzakelijk vindt om u in de wandelgangen op te houden.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20002001-4333-4336.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.