De voorzitter:
Het Presidium heeft de termijn waarbinnen de verslagen omtrent de suppletore
begrotingen, samenhangende met de Voorjaarsnota 2000, moeten worden vastgesteld,
bepaald op dinsdag 6 juni te 12.00 uur. De beantwoording van de vragen dient
plaats te vinden uiterlijk dinsdag 13 juni. De plenaire behandeling kan dan
plaatsvinden in de vergaderingen van 20, 21 en 22 juni.
Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 27054, 27068 (R1649),
27069 (R1650) en 27070 (R1651) de termijnen zijn verstreken, stel ik voor,
dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde
stukken zijn goedgekeurd.
Aangezien voor de stukken 27028, 27037, 27053, 27067 en 27077 de termijnen
zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Ik stel voor, de stukken 22026, nr. 116, 24095, nr. 40, 24724, nr. 41,
25017, nr. 29, 25309, nr. 65, 26256, nr. 20, 26534, nr. 2, 26800-XI, nr. 63,
26800-XII, nr. 61, 26800-XIII, nrs. 51 en 53, 26800-XIV, nr. 108, 26800-XV,
nrs. 74, 75 en 76, 26800-XVI, nrs. 87, 88 en 90 voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Blaauw (VVD):
Voorzitter! Naar aanleiding van het debat van hedenochtend over het verslag
van het algemeen overleg over Schiphol met de minister van Verkeer en Waterstaat
is er een extra procedurevergadering gehouden, omdat de woordvoerders van
mening waren dat de zaak niet geheel afgerond was. Uit die procedurevergadering
is voortgekomen dat de minister zal worden verzocht wederom deel te nemen
aan een algemeen overleg over Schiphol, dit keer te houden op aanstaande dinsdag
van 12.15 uur tot 13.00 uur. Naar aanleiding van dat algemeen overleg zal,
zo kan ik nu al met zekerheid zeggen, ten minste één woordvoerder
het verslag van dat overleg op de plenaire agenda geplaatst willen zien teneinde
een motie te kunnen indienen. Gezien het schema van de minister en het schema
van de Kamer in verband met de verenigde vergadering van 13.00 uur tot 14.00
uur op dinsdag verzoek ik u, voorzitter, nu reeds rekening te houden met het
inplannen van het verslag van het algemeen overleg van aanstaande dinsdag
zo snel als mogelijk is na het vragenuur, opdat de minister wat dat betreft
zoveel mogelijk in vrijheid aan haar andere werk kan.