Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 5, 6 en 7 juni:
- het hoofdlijnendebat over het Bereikbaarheidsplan Randstad (27165),
met maximumspreektijden van 10 minuten voor de fracties van de PvdA, de VVD
en het CDA, 7 minuten voor de fracties van D66 en Groenlinks en 5 minuten
voor de overige fracties.
Ik stel voor, te behandelen op woensdag 31 mei bij het begin van de vergadering:
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Noorman-den Uyl.
Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):
Mevrouw de voorzitter! Ik verzoek u namens de vaste commissie voor Sociale
Zaken en Werkgelegenheid de brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid over de verschuiving van het uitbetalingsmoment van de
AOW op de plenaire agenda te plaatsen. Ik vraag u dit korte debat met spreektijden
van twee minuten op een afzienbare termijn, bij voorkeur zo spoedig mogelijk,
te laten plaatsvinden.
De voorzitter:
Ik stel voor, deze brief zo spoedig mogelijk te agenderen en voor het
debat spreektijden van twee minuten en één termijn te hanteren.
Zo mogelijk wordt deze brief aan de agenda van volgende week
toegevoegd.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Karimi.
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Mevrouw de voorzitter! Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg
over internationale financiële instellingen dat gisteren is gehouden,
op de plenaire agenda te plaatsen. Er is geen haast bij en dit debat hoeft
dan ook niet nog deze week te worden gevoerd. Ik vraag u verder om dit debat
zo mogelijk niet volgende week dinsdag te agenderen.
De voorzitter:
Het verslag zal worden geagendeerd. Over het tijdstip zal een nader voorstel
worden gedaan.
Het woord is aan de heer Reitsma.
De heer Reitsma (CDA):
Voorzitter! U heeft zojuist voorgesteld om de brief over het Bereikbaarheidsplan
Randstad in de week van 5, 6 en 7 juni op de plenaire agenda te plaatsen.
Ik ben u daar dankbaar voor. Ik wil u echter wel verzoeken om een ruimhartiger
voorstel voor de spreektijden te doen. De nu voorgestelde spreektijden zijn
namelijk te kort om alle punten uit de brief te kunnen behandelen.
De heer Van Walsem (D66):
Ik sluit mij van harte aan bij dit verzoek.
De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):
Ook ik sluit mij bij dit verzoek aan.
De voorzitter:
Ik wijs de Kamer erop dat het een hoofdlijnendebat betreft. Ons voorstel
is gebaseerd op de spreektijden die bij een dergelijk debat gebruikelijk zijn.
Wij zullen ons op dit verzoek bezinnen en eventueel morgen een nader voorstel
doen.
Het woord is aan de heer Van Walsem.
De heer Van Walsem (D66):
Voorzitter! Kunt u mij zeggen wanneer het debat over het algemeen overleg
inzake Schiphol zal worden gehouden?
De voorzitter:
Dit debat zal morgenochtend om 10.15 uur worden gehouden.