Vragen van het lid Van der Vlies aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het wel of niet gaan verstrekken van de zogenaamde abortuspil in (naar berichten in de media) vooralsnog twee klinieken.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! Gisteren bereikte ons het bericht dat de abortusklinieken in Den Haag en Amsterdam vanaf 1 februari beginnen met het verstrekken van de abortuspil. Deze pil is niet onomstreden tot in de kring van wetenschappers toe. Daarom heeft dat bericht ons in dit stadium zeker verbaasd. Vorig jaar juli stelden wij schriftelijke vragen rond de toelating van deze pil als "geneesmiddel" in ons land. Wij voerden onder meer ethische en maatschappelijke bezwaren aan en vonden daarin aanleiding heroverweging te vragen. De SGP-fractie heeft onoverkomelijke fundamentele bezwaren tegen de abortuspraktijk en dus tegen deze pil. Wij hebben het namelijk over het afbreken van door God geschapen nog ongeboren leven. De minister antwoordde niet bereid te zijn tot heroverweging – en dat vanwege de internationale context niet eens te kunnen – maar wel advies te willen vragen aan de Gezondheidsraad over de vraag of deze pil voor de praktijk van de abortushulpverlening in ons land een doelmatige en doeltreffende aanvulling is. Daarom de volgende vragen.

1. Wat is er sinds augustus vorig jaar precies gebeurd met dit dossier? Heeft de minister al iets van de Gezondheidsraad vernomen? Zo nee, wanneer valt daarover iets te verwachten?

2. Is er recent contact geweest met de minister of haar inspectie over de voorgenomen verstrekking vanaf volgende week? Welke voorwaarden zijn aan deze verstrekking gesteld?

3. Wordt er bij deze verstrekking nauwlettend toegezien op de naleving van de voorwaarden in de Wet afbreking zwangerschap, bijvoorbeeld het in acht nemen van wachtdagen en de consultatie van een tweede arts?

4. Hoe is de financiële vergoeding precies geregeld? Vorig jaar nog werd gesteld dat de beoordeling van de aanvraag voor vergoeding van mifegyne, het desbetreffende middel, minstens een jaar zou nemen. Is een spoedprocedure gevolgd?

Minister Borst-Eilers:

Mevrouw de voorzitter! De heer Van der Vlies heeft een aantal vragen gesteld. De eerste vraag was wat er is gebeurd ten aanzien van de abortuspil sinds de heer Van der Vlies in juli vorig vragen stelde. De fabrikant heeft registratie aangevraagd bij het College ter beoordeling van geneesmiddelen. Dat college heeft, gewoon de regels volgend, die registratie verleend. Ik heb vorig jaar in het schriftelijke antwoord op de vragen van de heer Van der Vlies al uitgelegd dat het in ons Europese systeem van toelating van geneesmiddelen tot de markt niet mogelijk is voor zo'n centraal college als wij in Nederland hebben om die registratie voor Nederland te weigeren als het in de Europese Unie al is toegelaten. Het college kan wel bepaalde indicatiebeperkingen opleggen, maar er was geen reden om die registratie niet te verlenen. Het middel wordt per slot van rekening al jaren gebruikt in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Zweden en er zijn geen dusdanige complicaties of risico's gemeld dat het college daarin aanleiding kon vinden om nee te zeggen.

Het middel is dus nu op de Nederlandse markt en dat betekent dat het mag worden toegepast in ziekenhuizen en klinieken die een vergunning hebben voor afbreking van zwangerschap in het kader van de Wet afbreking zwangerschap. De pil wordt niet gebruikt voor de overtijdbehandeling. De Wet afbreking zwangerschap is onverkort van toepassing, inclusief vijf dagen wachttermijn.

De Gezondheidsraad heeft natuurlijk meer te doen dan advies uitbrengen over dit onderwerp. Het is in de planning opgenomen en de raad verwacht in september van dit jaar advies uit te brengen.

Recent contact is er inderdaad geweest over het onderzoek naar de waarde van deze pil in de Nederlandse setting. Het onderzoek wordt uitgevoerd in twee abortusklinieken door het Nederlands instituut voor seksuologisch onderzoek, het Nisso. Het onderzoeksprotocol is beoordeeld door de ethische commissie van TNO. In de begeleidingscommissie van het onderzoek zit een waarnemer van mijn ministerie en een waarnemer van de inspectie. Dus wij waren ervan op de hoogte. Het is denk ik goed dat die waarnemers daarin zitten, niet alleen vanwege het toezien op het onderzoek, maar ook vanwege het erop toezien dat de regels van de Wet afbreking zwangerschap gerespecteerd worden.

Er zijn mijnerzijds geen nadere voorwaarden gesteld aan dit onderzoek.

Wat de vergoeding betreft, kan ik meedelen dat dit middel toegepast kan worden als alternatief voor de andere, de operatieve methode van zwangerschapsafbreking. Dit gebeurt binnen het budget van de abortuskliniek of van het ziekenhuis. Nogmaals, het middel kan alleen worden toegepast in klinieken en ziekenhuizen die een vergunning hebben.

Mevrouw de voorzitter! Ik denk dat ik hiermee de belangrijkste vragen beantwoord heb.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mevrouw de voorzitter! Ik wil de minister dankzeggen voor haar beantwoording. Wij weten dat wij er principieel verschillend tegenaan kijken. Los daarvan is zorgvuldigheid in acht te nemen bij de introductie van een dergelijk middel, dat wij – ik zeg dat nogmaals om misverstand te voorkomen – niet als geoorloofd zien.

Ik wil een paar aanvullende vragen stellen. De minister zegt: het toepassen van het middel houdt geen risico's in. Wat vindt de minister dan van het oordeel van de directeur en tegelijk abortusarts Querido van het Utrechtse Vrelinghuis, dezer dagen nog in de publiciteit geweest, dat de pil grote nadelen heeft. Ik citeer: "slechte techniek", "slechts toe te passen tot twee weken overtijd" en, bij toepassing daarna, "reëel gevaar voor ernstige complicaties". Dat klinkt op zijn minst verre van onschuldig.

Een tweede aanvullende vraag. Blijft naar de opvatting van de minister verstrekking van deze pil gebonden aan medisch toezicht? Met andere woorden, zal deze nimmer thuis gebruikt kunnen worden als een soort morning-afterpil, zoals in Frankrijk wel mogelijk is, naar mijn informatie luidt? Dan zou de drempel voor afbreking van een zwangerschap, hoe pril dan ook, nog veel lager worden.

Een derde vraag, waarbij ik even terugkeer naar de motivatie van de minister. Als vanwege het systeem van wederzijdse erkenning binnen de Europese Unie een middel in enig land is toegelaten, wordt het in principe ook in alle andere lidstaten toegelaten. Hoe verdraagt deze mededeling zich met de situatie in andere lidstaten van Europa, zoals Ierland, Portugal en Italië, die dit middel niet hebben willen vrijgeven? Kortom, het klopt toch niet dat wij wel moeten als één lidstaat het middel vrijgeeft? Er is toch nog altijd een eigen beslissing nodig, zo is mijn stelling.

Minister Borst-Eilers:

Voorzitter! Dr. Querido zal het middel in zijn kliniek vooralsnog niet toepassen; hij wil de resultaten van het onderzoek afwachten. Ik vermoed dat velen van zijn collega's er zo over denken. Hij heeft van onaangename bijverschijnselen gesproken. Op basis van de redenering van de vrouw die de abortus provocatus ondergaat, is het heel goed denkbaar dat deze methode in Nederland absoluut geen succes wordt, want de bijverschijnselen, zoals misselijkheid, braken, buikpijn en bloedverlies, kunnen, voorzover ze überhaupt optreden, wel eens heftiger zijn dan bij een zuigcurettage. Ik denk dat veeleer de psychologische aantrekkelijkheid voor sommige vrouwen om het met een pil in plaats van via zo'n ingreep te doen, deze pil eventueel nog enige kans zou geven.

In Nederland is het inderdaad zo geregeld dat dit middel nimmer thuis kan worden toegepast. Ik ben ook absoluut niet van plan deze pil in het ziekenfondspakket op te nemen, want dan zou die in aanmerking komen voor extramurale toepassing. Wij vinden dit een vorm van zwangerschapsafbreking waarvoor de Wet afbreking zwangerschap geldt en waarop alle daarin vermelde criteria moeten worden toegepast. Als deze pil extramuraal vrijgegeven werd, zou dat kunnen leiden tot misbruik, namelijk alsof het een morning-afterpil is. Dat is nog niet zo simpel, want je kunt 'm niet te snel toepassen. Dat kan alleen in de periode tussen zeven en dertien weken, dus het luistert nauw. Naar mijn stellige mening vereist het ook medisch toezicht. De fabrikant levert het middel uitsluitend aan abortusklinieken en ziekenhuizen met een vergunning in het kader van de WAZ.

Ik kan op dit moment nog geen antwoord geven op de vraag waarom sommige landen in de Europese Unie deze pil nog niet geregistreerd hebben. Wellicht omdat men daar dezelfde bezwaren tegen extramuraal gebruik heeft en omdat men in die landen niet dezelfde wetgeving heeft als in ons land. Voor die landen zit er niets anders op dan het middel helemaal vrij te laten als zij het registreren. Ik zal daar graag nader informatie over inwinnen en de Kamer daarover berichten.

Naar boven