29ste vergadering

Woensdag 1 december 1999

10.15 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 114 leden, te weten:

Van Ardenne-van der Hoeven, Arib, Augusteijn-Esser, Bakker, Van Baalen, Balemans, Balkenende, Barth, Belinfante, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Van Blerck-Woerdman, Blok, Van Bommel, Brood, Buijs, Bussemaker, De Cloe, Cornielje, Dankers, Van Dijke, Dijksma, Dijkstal, Dittrich, Duijkers, Duivesteijn, Eisses-Timmerman, Essers, Eurlings, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, De Graaf, Harrewijn, Hermann, Hessing, Hindriks, Van der Hoek, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, Kamp, Kant, Klein Molekamp, Van der Knaap, Kuijper, Lambrechts, Leers, Luchtenveld, Marijnissen, E. Meijer, Melkert, Middel, Van Middelkoop, Mosterd, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oplaat, Örgü, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, Patijn, Poppe, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Reitsma, Remak, Van 't Riet, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Schreijer-Pierik, Schutte, Smits, Spoelman, Van der Staaij, Van der Steenhoven, Stroeken, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Timmermans, Vendrik, Verbugt, Verburg, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Vliet, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Wilders, De Wit, Witteveen-Hevinga, Van Zijl en Zijlstra,

en de heren K.G. de Vries, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Remkes, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Hoogervorst, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en mevrouw Verstand, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Rouvoet, wegens ziekte, ook morgen;

Crone en Wagenaar, wegens verblijf in het buitenland.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven