Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen dinsdag 20 april bij het begin van de vergadering:

  • - de brief van het Presidium inzake ontslag van een plaatsvervangend griffier (26476).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 27, 28 en 29 april:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met het onder de prestatiebeurs brengen van de reisvoorziening (26376);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek houdende indexering van het collegegeld (26418);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Werkloosheidswet, houdende invoeging van een experimenteerhoofdstuk teneinde een mogelijkheid te bieden om de effectiviteit en de doelmatigheid van onderdelen van het reïntegratie- en activeringsbeleid in de praktijk vast te stellen (Wet experimenten WW) (26394);

  • - het wetsvoorstel Intrekking van de Wet stimulering zeescheepvaart alsmede, in verband daarmee, het treffen van enkele overgangsmaatregelen (26116).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Wij hebben in de afgelopen periode veel informatie van de regering gekregen over de crisis in Kosovo. Wij hebben ook met grote regelmaat met de regering plenair en in commissieverband gesproken over deze crisis.

Er zijn voor mij twee concrete aanleidingen om via u, mevrouw de voorzitter, het verzoek aan de regering voor te leggen om op korte termijn een brief aan de Kamer te sturen over de meest recente ontwikkelingen rondom Kosovo. De eerste aanleiding is de afschuwelijke gebeurtenis van gisteren, waarbij een konvooi van vluchtelingen uit Kosovo is aangevallen en waarbij tientallen slachtoffers zijn gevallen. Er is nu bijna 24 uur sprake van een discussie over de vraag hoe dat exact gegaan is. Niet alleen wij, maar velen – zo nemen wij aan – hebben er grote behoefte aan om zo snel mogelijk van de minister van Defensie exacte duidelijkheid te verkrijgen over de vragen hoe dat heeft kunnen gebeuren, wie daarvoor de verantwoordelijkheid heeft, wat er precies aan de hand is en hoe dit kan worden voorkomen. Het gaat hier natuurlijk ook om het draagvlak voor dit soort activiteiten dan wel de erosie van het draagvlak. Wij maken ons daar grote zorgen over.

Dan kom ik bij de tweede aanleiding om de minister te verzoeken ons een brief te sturen. Wij vragen ons af hoe het nu exact zit met de hulp aan de vluchtelingen in Kosovo. Wij zijn ons goed bewust van het feit dat afgelopen dinsdag door het kabinet is toegezegd dat de noodzaak van hulp aan de vluchtelingen in Kosovo zelf ook in NAVO-verband zal worden bepleit. Maar de concrete vraag, ook op basis van de berichtgeving van de afgelopen dagen, twee dagen na die toezegging, is: wat wordt daar precies gedaan en wat wordt daar niet gedaan? De situatie van de mensen daar is dramatisch en wordt, zo lijkt het, met het uur dramatischer. Dat brengt ons ertoe om bij de Nederlandse regering nadrukkelijk de voedseldroppings onder de aandacht te brengen. Sterker nog, wij pleiten daarvoor. Wij vragen de Nederlandse regering daarop in de brief te reageren. Tevens vragen wij haar te reageren op datgene wat de adviseur van de minister van Defensie vanochtend in de krant en gisteren in de persbriefing heeft gezegd over de mogelijkheden en onmogelijkheden op het punt van de militaire strategie.

Voorzitter! Deze punten wil ik er concreet uitlichten, omdat het de punten van dit moment zijn. Volgende week is natuurlijk nog ver, maar ik sluit niet uit dat wij er dan weer met de regering over moeten spreken. Dat is afhankelijk van de beoordeling van de situatie van dat moment.

De voorzitter:

Het verzoek lijkt mij duidelijk.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Met het kabinet is afgesproken dat wij zeer alert geïnformeerd zullen worden over de ontwikkelingen. Ondanks deze toezegging van het kabinet, kan de CDA-fractie zich aansluiten bij dit verzoek. Er is blijkbaar een aantal ontwikkelingen gaande waarover wij nog niet goed geïnformeerd worden. De juistheid van het verzoek nu wil ik met het volgende illustreren.

Er zijn uitspraken gedaan over het inzetten van grondtroepen. Daar verwees collega Rosenmöller eveneens naar. Verder wijs ik erop dat tijdens een topberaad met name Duitse voorstellen aan de orde zijn geweest. De dag voorafgaande aan de top, die geheel was gewijd aan de situatie in Kosovo, hebben wij een algemeen overleg gehad, onder andere over de mogelijkheid van voedseldroppings. Daarbij is niet in die mate informatie verstrekt waarin dat wenselijk zou zijn. Ook daarom sluit de CDA-fractie zich aan bij het verzoek van collega Rosenmöller.

De heer Blaauw (VVD):

Voorzitter! Ik heb natuurlijk geen enkel probleem met het verzoek, maar ik wijs erop dat wij op dit punt een open relatie met de regering onderhouden. Zij verstrekt ons dus de nodige informatie. Sterker, bij het laatste overleg dat deze week is gehouden, is door de minister toegezegd dat hij de Kamer over de mogelijkheid van voedseldroppings en de besprekingen in Oslo nader zou informeren. Hij wist daarover op dat moment namelijk onvoldoende. Ik neem dan ook aan dat wij worden geïnformeerd over alles wat er sinds die tijd is gebeurd, en dat wij binnenkort óf wederom een uitnodiging krijgen voor een briefing óf op een andere manier geïnformeerd worden over de laatste ontwikkelingen. De heer Rosenmöller vraagt nu wat is toegezegd. Daar kan ik dus nooit tegen zijn.

De heer Valk (PvdA):

Voorzitter! Vanzelfsprekend wil de Kamer nauwgezet geïnformeerd worden over de ontwikkelingen in Kosovo. Ook om die reden wil ik het verzoek van de heer Rosenmöller zeker ondersteunen. Wij hechten er eveneens veel waarde aan dat nauwgezet wordt nagegaan welke mogelijkheden en welke onmogelijkheden er zijn bij het steunen van de vluchtelingen in Kosovo zelf, ook met betrekking tot eventuele voedseldroppings. De PvdA-fractie ondersteunt dus dit verzoek.

De voorzitter:

Ik meen dat duidelijk is dat de Kamer het verzoek van de heer Rosenmöller ondersteunt. Wij zullen dit deel van het stenogram dan ook doorgeleiden.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Een heel korte afsluitende opmerking, voorzitter! Uiteraard dank ik de collega's voor hun steun. Ook tegen collega Blaauw zeg ik dat wij dit verzoek niet doen uit gebrek aan vertrouwen in de regering over de informatieverstrekking. Wij doen dit vanwege de zeer grote zorg in verband met de afschuwelijke gebeurtenis van gisteren en de situatie van de vluchtelingen in Kosovo zelf, waar wij niet of nauwelijks een beeld van hebben. Dinsdag is daarover terecht gesproken, maar nu willen we daarover nadere informatie hebben. Dat brengt mij tot het doen van dit verzoek. Ik meen dat wij die informatie op korte termijn van de regering mogen verwachten. We zullen dan bekijken hoe wij daar procedureel verder mee omgaan.

De voorzitter:

Ik denk dat uw zorg zeer breed door de Kamer wordt gedeeld. Die staat dan ook nauwelijks ter discussie.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven