Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het
wetsvoorstel Wijziging van de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband
met uitbreiding van de doelgroep en verhoging van het normbedrag overige studiekosten
(26346), en over:
- de motie-Van der Vlies
over de kosten voor ouders van boeken en leermiddelen (26346,
nr. 9);
- de motie-Van Bommel over fiscalisering van de heffing
van lesgelden (26346, nr. 10).
(Zie vergadering van 31 maart 1999.)
De voorzitter:
Ik deel mede, dat de heer Van Bommel zijn amendement op stuk nr. 8 intrekt.
De aanhef van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het amendement-Mosterd (stuk nr. 7, I).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het
GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige
fracties ertegen, zodat het is verworpen.
Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk
nr. 7 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.
Onderdeel A wordt zonder stemming aangenomen.
De onderdelen B t/m G worden zonder stemming aangenomen.
Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.
Artikel II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemming is aangenomen.
De heer Van der Vlies (SGP):
Mevrouw de voorzitter! Het dictum van de motie die ik gistermiddag heb
ingediend, heeft wat vragen opgeroepen, die ik gepoogd heb te beantwoorden,
maar waar ik ook wel begrip voor heb. Ik wil het dictum dan ook wijzigen.
Ik moet daarover overleg voeren, maar dat heb ik nog niet kunnen doen. Daarom
verzoek ik u de motie te mogen aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Van der Vlies stel ik voor, zijn motie (26346,
nr. 9) van de agenda af te voeren.
In stemming komt de motie-Van Bommel (26346, nr. 10).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks
voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat
zij is verworpen.