Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen op dinsdag 6 oktober bij het begin van de vergadering:

  • - de brief van het Presidium inzake het ontslag van twee plaatsvervangend griffiers (26232).

Ik stel voor, te behandelen op donderdag 8 oktober bij het begin van de vergadering:

  • - de verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (25702, nrs. 158 t/m 195).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor de volgende week:

  • - de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat inzake geluidszones Schiphol (25466, nr. 19), met maximumspreektijden van 5 minuten per fractie.

Ik stel voor, aan de agenda van volgende week eveneens toe te voegen:

  • - het verslag van een algemeen overleg over het instrumentarium inzake geluidshinder, met maximumspreektijden van 2 minuten per fractie.

Ik stel verder voor, toe te voegen aan de vergaderingen van 13, 14 en 15 oktober:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de samenstelling van de burgerlijke gerechten in verband met verhoging van de maximale aantallen raadsheren in en advocaten-generaal bij de Hoge Raad (26117).

Ik stel vervolgens voor, te behandelen in de vergaderingen van 27, 28 en 29 oktober:

  • - het wetsvoorstel Machtiging tot medewerking aan de oprichting van een Waarborgfonds voor de zorgsector (25627);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Beroepswet, de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op de Raad van State, de Wet op de studiefinanciering en de Wet tarieven in burgerlijke zaken ter verhoging van de opbrengst van de Voorzittergriffierechten (verhoging van de opbrengst van griffierechten) (25926);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod) (25437);

  • - het voorstel van rijkswet Goedkeuring van het op 3 mei 1996 te Genève tot stand gekomen Protocol inzake het verbod of de beperking van het gebruik van mijnen, valstrikmijnen en andere mechanismen, zoals gewijzigd op 3 mei 1996 (Protocol II zoals gewijzigd op 3 mei 1996), en van het op 13 oktober 1995 te Wenen tot stand gekomen Aanvullend Protocol inzake blindmakende laserwapens (Protocol IV), gehecht aan het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben (25925, R1614).

Ik stel ten slotte voor, de stukken 21860, nr. 54, 24036, nr. 105, 25459, nrs. 32 en 33, 25600-VIII, nr. 81, 25600-IXB, nr. 31, en 25600-XV, nr. 54 voor kennisgeving aan te nemen.

Wenst een van de leden het woord naar aanleiding van deze voorstellen?

De heer Te Veldhuis (VVD):

Voorzitter! U stelt voor, alle partijen in het debat over Schiphol van volgende week vijf minuten spreektijd te geven. Voorzover ik weet, is nog niet precies bepaald waarover wij het die middag exact zullen hebben. Op dinsdag gaan wij met een aantal instanties gesprekken aan over de cijfers en getallen, maar die hebben allemaal een duidelijke relatie met hetgeen daarnaast staat: de koppeling met vijf keer 20.000 vluchten extra. Het is de vraag of wij dat wel of niet ook behandelen. Ik zou haast zeggen dat dit zo met elkaar is verbonden – de minister van VROM heeft daar in debatten altijd op gewezen – dat ik mij afvraag of het verstandig is om met vijf minuten te volstaan. Dan heb je kans dat het een puur cijfermatig debatje wordt, terwijl er een grote relatie is met de economische belangen die daaraan zijn gekoppeld, namelijk die vijf keer 20.000 vluchten extra.

En als wij het iets ruimer willen doen, is het dan niet verstandig om er nog een paar bewindslieden bij te vragen, met name de coördinator in het kabinet, de minister van Algemene Zaken, en/of de minister van Economische Zaken?

De voorzitter:

Het voordeel voor mij als voorzitter is dat het mij wel heel duidelijk is waar het debat over gaat. Dat gaat namelijk over de inhoud van stuk 25466, nr. 19, de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat inzake de geluidszones van Schiphol. Zo staat het geagendeerd.

De heer Te Veldhuis heeft twee verzoeken gedaan, één ten aanzien van de spreektijden en één ten aanzien van de aanwezigheid van bewindslieden. Mag ik de mening van andere leden hierover horen?

De heer Van Gijzel (PvdA):

Mag ik u in overweging geven, voorzitter, dat de vaste commissie hierover vorige week heeft geprocedeerd? De voorzitter deed toen namens de commissie een voorstel voor afhandeling, namelijk dat dit stuk op de agenda staat en dat wij de minister van Verkeer en Waterstaat daarbij uitnodigen. Wij zullen op dinsdag ervoor een hoorzitting houden. Daarover hebben wij overeenstemming bereikt. Daar kan natuurlijk wel nader inzicht in komen, maar volgens mijn fractie is er geen enkele reden om af te wijken van de procedure die wij in de commissie hebben afgesproken.

De heer Blaauw (VVD):

Voor alle duidelijkheid, ik heb gisteren gemeld dat de commissie een hoorzitting zal houden op dinsdag van 16.00 tot 19.00 uur. Wij hebben de voorzitter verzocht om op woensdag een debat over het onderhavige onderwerp te houden. In de procedurevergadering is de wens naar voren gekomen dat alleen de minister van Verkeer en Waterstaat hierbij aanwezig is.

De voorzitter:

Heeft de commissie geen voorstel gedaan voor spreektijden?

De heer Blaauw (VVD):

Wie zijn wij om dat te bepalen? Wij zijn al blij als wij wat tijd krijgen in deze drukke tijd.

De voorzitter:

U hebt gelijk.

Gehoord dit alles, handhaaf ik mijn voorstel om de brief volgende week plenair te behandelen, als het kan op woensdag, met spreektijden van vijf minuten per fractie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wijn.

De heer Wijn (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Vanochtend kwam de Volkskrant met het bericht dat staatssecretaris Cohen een tijdelijke stop op asielzoekers wil. Nieuwe aanvragen worden niet in behandeling genomen en asielzoekers worden op een wachtlijst geplaatst en moeten vervolgens zelf voor onderdak en onderhoud zorgen. Over dit artikel heeft de CDA-fractie zich zeer verbaasd. Wij vinden het ook zeer opmerkelijk dat wij over deze ommezwaai in de krant moeten lezen. Telkens als wij vroegen om maatregelen om het asielbeleid te verbeteren, antwoordde de heer Cohen dat hij zorgvuldig met dit onderwerp wil omgaan en dat wij in oktober of november worden geïnformeerd over een plan van aanpak. Wij mogen toch hopen dat over zo'n ingewikkeld probleem niet zomaar luchtballonnetjes worden opgelaten? Wij willen de regering daarom vragen om de Kamer op zo kort mogelijke termijn een brief over dit onderwerp te sturen en met name informatie te geven over de vraag hoe de staatssecretaris illegaliteit wil voorkomen.

De heer Cornielje (VVD):

Voorzitter! Wij hebben geen enkel bezwaar tegen zo'n brief. De minister-president heeft echter bij de algemene politieke beschouwingen reeds toegezegd de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren over het operationaliseren van deze zaak. Ik neem aan dat die brief dan ook voor het algemeen overleg, gepland op 14 oktober a.s., bij de Kamer zal komen. Ik vind het verzoek een beetje overbodig.

De heer Koenders (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van de heer Cornielje. Het lijkt mij op dit moment overbodig.

De heer Wijn (CDA):

Voorzitter! Ik blijf toch bij mijn verzoek, omdat wij dit soort zaken nu uit de krant moeten vernemen, terwijl juist was afgesproken om het in de Kamer aan de orde te laten komen. Dat is de reden van mijn verzoek om nu snel met een brief te komen. Zo kunnen wij snel aan de informatie komen die anderen misschien al hebben of die wij in de krant moeten lezen. Deze informatie hoort hier in de Kamer besproken te worden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Ik merk hierbij op dat wij in de krant hebben kunnen lezen – ook als voorzitter ga ik op de krant af – dat aanstaande vrijdag besluitvorming plaatsvindt in het kabinet. Stel dat dit het geval is, dan ligt het voor de hand dat de uitkomst van die besluitvorming zo spoedig mogelijk naar de Kamer komt. Dat is dan nog op tijd voor het algemeen overleg van 14 oktober, waar de heren Cornielje en Koenders op wezen. Indien die besluitvorming vrijdag niet plaatsvindt, dan denk ik dat er zoveel mogelijk informatie, ook de informatie die specifiek door de heer Wijn is gevraagd, naar de Kamer moet komen met het oog op dat algemeen overleg. Met die kanttekening van mijn kant stel ik voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Mijnheer de voorzitter! Volgens een bericht op Teletekst heeft minister De Vries gisteren na afloop van het najaarsoverleg gezegd dat het kabinet van plan is een wijziging aan te brengen in de voorgenomen privatisering van de uitvoering van de sociale zekerheid. Wil de minister de Kamer bij brief inlichten over dat standpunt? Kan hij aangeven of dat bericht juist is en, zo ja, waarin die wijziging dan bestaat?

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! Ik twijfelde even omdat wij eerder al met de minister-president hebben gesproken over het najaarsoverleg dat er zou komen. Mij staat bij dat hij had toegezegd daaruit ook te rapporteren, maar daar was ik net niet helemaal zeker van. Ik zou het op z'n minst willen verbreden: laat de regering gewoon de Kamer verslag doen van het najaarsoverleg. Dan zit het er automatisch bij in. Het gaat om iets meer dan alleen dat punt.

De voorzitter:

Ik zie enkele andere leden knikken. Ik stel voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet. Dan zal duidelijk worden wat de vraag van de Kamer is, de meer specifieke vraag van de heer De Wit en de meer algemene vraag van de heer Van der Vlies, met hoofdknikken gesteund door een aantal leden, onder wie de heren Van Middelkoop, Cornielje en Van Dijke.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Blaauw.

De heer Blaauw (VVD):

Voorzitter! Naar aanleiding van persberichten over de lading van de El Al-Boeing die betrokken was bij de Bijlmerramp heeft de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat een spoedprocedurevergadering gehouden om na te gaan hoe wij daarmee moeten omgaan. De commissie heeft de persberichten bezien in het licht van een enquête, waarvoor het voorstel nog hier in de Kamer terecht moet komen. Wij hebben dat mede gekoppeld aan het feit dat de werkgroep Bijlmerramp reeds van mening was dat onvoldoende inzicht was te krijgen in delen van de lading en in het bijzonder die delen van de lading die vallen onder verzamelnamen. Daarbij denk ik aan 'flamable liquids'. De werkgroep was eveneens van mening dat de enquête daar helderheid over moest geven, mede gezien een mogelijk verband met gezondheidsrisico's.

De commissie vindt, gelet op de urgentie, toch dat er opheldering moet komen over bepaalde zaken. Daarom vraagt zij een brief van de minister van VWS, waarin allereerst aangegeven wordt of alle documenten bij de diverse ministeries die betrokken zijn bij de Bijlmerramp gescreend zijn op risico's voor volksgezondheid. Als dat niet is gebeurd, willen wij weten waarom dat niet is gedaan en dan is de vraag of zij het alsnog zou willen doen.

Ten tweede willen wij gaarne van de minister vernemen of alle documenten inzake de Bijlmerramp die naar de Tweede Kamer zijn gestuurd voldoende toegankelijk en inzichtelijk zijn voor de lezer wat betreft de gezondheidsrisico's. Gaarne ontvangen wij die brief met spoed, zodat wij hem mede kunnen betrekken in de overige trajecten om dit onderwerp, zoals ook door de werkgroep Bijlmerramp is aangegeven, op zo kort mogelijke termijn af te kunnen ronden.

De voorzitter:

Gezien het feit dat het hier gaat om een commissieverzoek, stel ik voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder de minister van VWS.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven