Aan de orde zijn de stemmingen over vijf moties, ingediend bij het debat over het Plan van scholen 1999-2001 (26134), te weten:

- de motie-Schutte c.s. over het verzoek van de Stichting evangelisch voortgezet onderwijs in Utrecht (26134, nr. 2);

- de motie-Halsema over de aanvraag voor een brede scholengemeenschap voor Nederlands-islamitisch onderwijs te Rotterdam (26134, nr. 3);

- de motie-Van Bommel over een onderzoek naar de invloed van islamitisch onderwijs op de integratie van leerlingen (26134, nr. 4);

- de motie-Lambrechts/Cornielje over meer ruimte voor smalle scholengemeenschappen (26134, nr. 5);

- de motie-Cornielje c.s. over VBO-groenafdelingen (26134, nr. 6).

(Zie vergadering van 29 september 1998.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Cornielje (VVD):

Voorzitter! De VVD-fractie zal voor de motie-Schutte stemmen, omdat bij de Stichting evangelisch voortgezet onderwijs door de vorige staatssecretaris verwachtingen zijn gewekt die naar onze opvatting nagekomen moeten worden.

Wij zullen tegen de motie op stuk nr. 4 van de heer Van Bommel over een onderzoek naar de invloed van islamitisch onderwijs stemmen, omdat de staatssecretaris in het overleg over het Onderwijsverslag reeds heeft toegezegd dat zij hier onderzoek naar zal doen. In dat opzicht is de motie op dit moment overbodig. Bovendien was dit punt niet aan de orde tijdens het overleg over het Plan van scholen, omdat daarbij werd gesproken over het toetsen van aanvragen aan de wet en niet over de wenselijkheid of onwenselijkheid van islamitisch onderwijs.

In stemming komt de motie-Schutte c.s. (26134, nr. 2).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de VVD, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Halsema (26134, nr. 3).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Bommel (26134, nr. 4).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Lambrechts/Cornielje (26134, nr. 5).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de PvdA tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Cornielje c.s. (26134, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de PvdA tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Naar boven