Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Zoals ik reeds aan de fracties heb laten weten, zal de behandeling van het verslag van een algemeen overleg varkenshouderij in verband met de aanwezigheid van de minister in de Eerste Kamer heden niet kunnen plaatsvinden. Ik zal middels een gewijzigd weekschema laten weten wanneer het debat wel zal worden gehouden. De leden dienen er rekening mee te houden dat dat morgen in de namiddag zou kunnen zijn.

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Duijkers tot lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer voor deze week:

  • - de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de politie-CAO.

Ik stel voor, maximumspreektijden aan te houden van 7 minuten per fractie. Ik stel mij voor, dit debat morgen om ongeveer 19.00 uur te laten aanvangen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter! Vorige week donderdag heb ik de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om opheldering gevraagd over de ontstane commotie over de geneesmiddelenmaatregel. De volgende dag heeft zij de Kamer een brief gestuurd waarin zij enige tekst en uitleg geeft. De ontwikkelingen van het afgelopen weekend en de gisteren ontvangen brief geven mij evenwel aanleiding om u te verzoeken, voorzitter, over dit schrijven met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te mogen debatteren.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, over deze brief een debat te voeren. Wellicht kan dat morgenmiddag vanaf 13.00 uur, dus na de regeling van werkzaamheden. Wij moeten dan spreektijden aanhouden van 5 minuten per fractie.

Mevrouw Kant (SP):

Ik ga zeker akkoord met die spreektijden. U weet dat er morgenmiddag om 14.00 uur een algemeen overleg over het heroïne-experiment begint. Wellicht is deze planning dus wat aan de krappe kant.

De voorzitter:

Ik heb een probleem met de agendavolgorde. Wij kunnen namelijk op dat tijdstip niet beginnen met een ander agendapunt dat op die dag wel aan de orde moet komen. Dat betekent dat er wordt gezocht naar een later tijdstip op die middag voor dat algemeen overleg.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! In de nacht van zondag op maandag heeft volgens berichtgeving in de media de heer Öcalan, de leider van de Koerdische organisatie PKK, toestemming gevraagd om in Nederland te landen. Dat is hem blijkbaar niet toegestaan. Mijn fractie vraagt de regering om de Kamer middels een brief terzake in te lichten. Tevens verzoekt zij haar om in die brief op de volgende vragen in te gaan. Wat was precies het verzoek van de heer Öcalan aan de Nederlandse regering? De berichten geven aan dat het eigenlijk niet om een asielverzoek ging, maar dat de heer Öcalan de intentie had om bij het Permanente hof van arbitrage een verzoek tot bemiddeling in te dienen. Waarom is door de Nederlandse regering geen toegang gegeven aan de heer Öcalan? Kan de regering serieus ingaan op genoemd verzoek aan het adres van het Permanente hof van arbitrage?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Hopelijk starten dit weekend de onderhandelingen over een politieke vredesregeling inzake Kosovo. Dat is uiteraard een zaak van zeer groot belang. Mijn fractie heeft een aantal vragen over het mandaat dat aan secretaris-generaal Solana van de NAVO is gegeven met betrekking tot eventuele luchtbombardementen door de NAVO in het geval Belgrado zich weigerachtig zou opstellen bij genoemde vredesonderhandelingen. Wij hebben begrepen dat er een NAVO-beraad is geweest waarin is gesteld dat Solana van start kan gaan en dat alleen nog consultatie zal plaatsvinden bij de lidstaten. De vraag is dan wel wat deze consultatie betekent. Zal het zo zijn dat lidstaten nog nee kunnen zeggen of is het geen volwaardige consultatie meer? Mijn fractie is van mening dat er geen carte blanche aan de NAVO gegeven mag worden in deze zaak. Wij zouden dan ook graag via de regering helderheid krijgen over de betekenis van genoemd mandaat. Hebben lidstaten nog de mogelijkheid van een veto tegen de luchtbombardementen? Zal de regering alvorens zijzelf tot een beslissing komt, hierover nog met het parlement overleggen? Verder ben ik benieuwd te horen of Nederland daadwerkelijk mee zal werken aan een eventuele vredesmacht door het sturen van grondtroepen naar Kosovo.

De heer Hoekema (D66):

Mevrouw de voorzitter! Ik heb begrepen dat er wellicht al een brief van de minister van Buitenlandse Zaken over Kosovo onderweg is. Het is mogelijk dat de vragen van mevrouw Vos daarin beantwoord worden. Ik wil aan deze vragen de volgende elementen toevoegen, namelijk de resultaten van de vergadering van de Contactgroep van eind vorige week en ook de inhoud van het vredesakkoord dat nu wordt uitgewerkt en aanstaande zaterdag aan de strijdende partijen in Kosovo wordt voorgelegd.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Bommel.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter! Van hoger beroepsonderwijs naar hoger bedrijfsonderwijs, zo vatte het HBO-journaal vorige week kernachtig de ontwikkelingen in het hoger onderwijs samen. De commercie probeert greep te krijgen op het door de overheid bekostigde hoger beroepsonderwijs. Vorige week heeft de commerciële instelling het Nederlands taleninstituut via een brief hogescholen benaderd voor samenwerking of mogelijk zelfs overname.

Ik vraag de minister van Onderwijs om een brief waarin hij ingaat op de mogelijkheden en onmogelijkheden van samenwerking en overname in het hoger onderwijs. Wij vrezen dat in het hoger onderwijs hetzelfde gebeurt als in de zorgsector, namelijk de opkomst van de commercie met het gevaar van een tweedeling. Mensen met veel geld kunnen dan goed onderwijs kopen en mensen met weinig geld blijven afhankelijk van onderwijs dat door de overheid wordt bekostigd. Ik vraag de minister in deze brief ook in te gaan op de wenselijkheid van deze ontwikkeling – dus niet alleen op de wettelijke mogelijkheden en onmogelijkheden – en de gevolgen voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! Ik zie het allemaal niet zo somber in als de heer Van Bommel, maar desalniettemin lijkt een reactie van de minister mij gewenst. Ik steun het verzoek.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klein Molekamp.

De heer Klein Molekamp (VVD):

Mevrouw de voorzitter! In de media van afgelopen zaterdag werd aandacht besteed aan het rapport "Slibgevaar". Hieruit blijkt dat er door het falen van de overheid milieufraude optreedt. In dit verband werden een aantal elementen genoemd die menig keer in deze Kamer aan de orde zijn geweest, dubbelfuncties van de overheid, onduidelijke regelgeving enzovoorts. Het lijkt mij goed dat dit rapport zo snel mogelijk naar de Kamer wordt gestuurd. Aangezien deze analyse al vele keren is gemaakt, is toch de vraag aan de minister van VROM of de maatregelen die tot nu toe genomen zijn naar aanleiding van bijvoorbeeld de TCR-affaire voldoende zijn, ook in relatie tot de hier gesignaleerde problemen. Het rapport schijnt te eindigen met de stelling dat herhaling van TCR, van Rutte en dergelijke wederom te verwachten is. Dat zou buitengewoon kwalijk zijn.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Ik heb gisteren schriftelijke vragen van dezelfde strekking gesteld. Ik weet niet of die al "doorgekomen" zijn. Als dit het geval is, neem ik aan dat mijn vragen ook in bedoelde brief beantwoord worden.

De voorzitter:

Dat lijkt mij zeer redelijk.

De heer Feenstra (PvdA):

Voorzitter! Ik neem aan dat het rapport ook een aantal beleidsconclusies bevat. Misschien kan de minister ook daarop reageren, zodat hierover tijdens het al voorziene algemeen overleg van 23 maart gesproken kan worden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, met de aantekening dat de Kamer ervan uitgaat dat de schriftelijke vragen van de heer Poppe tegelijkertijd worden beantwoord.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Verburg.

Mevrouw Verburg (CDA):

Mevrouw de voorzitter! In het zuiden van het land is sprake van stijgende spanning. Enerzijds is er een positieve spanning vanwege het naderende carnaval, dat overigens ook wel boven de rivieren wordt gevierd, maar in mindere mate. Anderzijds is er de martelende spanning of men wel of niet tot de Randstad gaat behoren. Daar hebben wij vanmiddag al heldere uitspraken over gehoord. Het gaat mij echter om de derde vorm van spanning, namelijk de onzekerheid bij de Nederlandse grensarbeiders die in België werken, die te maken hebben met de vernieuwing van het belastingverdrag tussen Nederland en België. Ik verzoek staatssecretaris Vermeend een brief aan de Kamer te sturen waarin de ontwikkelingen rondom het belastingverdrag worden aangegeven. Tevens verzoek ik hem in het bijzonder in te gaan op de positie van Nederlandse werknemers die in België hun boterham verdienen.

De heer Van Dijke (RPF):

Voorzitter! Wellicht is het collega Verburg ontgaan dat hierover vorige week in een procedurevergadering is gesproken. Er zijn besluiten genomen ten aanzien van het contact met staatssecretaris Vermeend over deze kwestie. Dit punt kan in dat kader met hem gewisseld worden. Dat lijkt mij ook de juiste gang van zaken.

De heer Weekers (VVD):

Ik onderschrijf de woorden van de heer Van Dijke ten volle.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter! Ik moet bekennen dat mij dat ontgaan is. Wanneer zal hierover overlegd worden?

De heer Van Dijke (RPF):

Daarvoor is nog geen datum geprikt, maar ik neem aan zo spoedig mogelijk. Ik heb daarop aangedrongen, dus ik ga ervan uit dat dit ook is doorgedrongen tot de staatssecretaris.

De voorzitter:

Ik verkeer ook in dubio, want ik dacht dat hierover schriftelijke vragen zijn ingediend. Het verbaast mij dat dit element niet wordt genoemd.

Mevrouw Verburg (CDA):

Het vragen stellen over dit onderwerp is een soort continu proces van jaren. Op dit moment is er echter sprake van de nodige onrust.

De heer Kuijper (PvdA):

Ik heb begrepen dat hierover op donderdag 11 februari een briefing zal plaatsvinden. Mijn fractie steunt overigens het verzoek.

De heer Van Dijke (RPF):

Ik was nog niet op de hoogte van de datum van de briefing. Daarin moet opheldering over de gang van zaken worden gegeven. Ik laat in het midden of dit besloten of openbaar moet zijn, maar tijdens de briefing kan alles gewisseld worden.

De voorzitter:

Soms moet ik een kwestie terugverwijzen naar de commissie, maar in dit geval had de commissie kennelijk al een besluit genomen. Mevrouw Verburg zal zich daarvan op de hoogte stellen. Zij kan dan beoordelen of een en ander voldoende is. Eventueel zie ik haar bij de volgende regeling van werkzaamheden wel weer terug.

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! De Europese Investeringsbank zal in februari of maart aanstaande een beslissing nemen over steun aan de voltooiing van twee kerncentrales in Oekraïne. Mijn fractie heeft hier grote problemen mee. Zij heeft al eerder aan de regering gevraagd zich hiertegen te keren. Vorig jaar hebben wij om een brief van minister Pronk gevraagd. Hij heeft ons geantwoord dat de coördinatie rondom dit vraagstuk bij de minister van Buitenlandse Zaken ligt en dat wij van hem een antwoord kunnen verwachten. Dat antwoord is nog steeds niet binnen en de beslissing nadert. Ik verzoek de regering op korte termijn een reactie te geven inzake haar standpunt ten aanzien van de voltooiing van deze kerncentrales.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven