Vragen van het lid Dittrich aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de gang van zaken bij de Raad voor cultuur bij het beoordelen van subsidieverzoeken.

De heer Dittrich (D66):

Mevrouw de voorzitter! De staatssecretaris van Cultuur beïnvloedt het cultuurbeleid onder meer door het houden van toespraken, maar ook door het toekennen van subsidies aan kunstgezelschappen. Voor de deskundige beoordeling en de beantwoording van de vraag of de artistieke kwaliteit van die gezelschappen voldoende is, is de Raad voor cultuur opgericht. Deze raad adviseert de staatssecretaris.

Voorzitter! Wij hebben allemaal kunnen lezen dat de door het moderne jazzdansgezelschap Djazzex aangevraagde subsidie door de vorige staatssecretaris werd geweigerd. Door die weigering moest het gezelschap zichzelf opheffen en werden 14 dansers ontslagen. De rechter oordeelde dat het advies van de raad op onzorgvuldige wijze tot stand was gekomen. Wij hebben kunnen lezen dat aan Djazzex een schadevergoeding van 0,5 mln. moest worden uitbetaald. Daarnaast lopen nog andere procedures die te maken hebben met onzorgvuldige advisering. Zo stelde de raad in een ander advies met regelmaat televisieoptredens van een orkest te hebben bekeken, terwijl dat orkest in 1988 voor het laatst voor de televisie was opgetreden. Verder roep ik in herinnering de gang van zaken rond het dansgezelschap Reflex uit het noorden. Daarbij bleek dat de raad zich op verkeerde bezoekersaantallen had gebaseerd. Reflex heeft zichzelf toen moeten opheffen. Afgelopen zaterdag stond in de Volkskrant een interview met de voorzitter van de Raad voor cultuur, dat mij aanleiding geeft om de staatssecretaris de volgende vragen te stellen.

Is de staatssecretaris het met de fractie van D66 eens dat het voor kunstgezelschappen van groot belang is dat de wijze waarop de adviezen van de Raad voor cultuur tot stand komen, transparant moet zijn?

Op welke wijze zal de Raad voor cultuur de kunstgezelschappen 'op de voet volgen' om te beoordelen of die gezelschappen nog voor subsidie in aanmerking komen? Dit 'op de voet volgen' staat in de stukken van de Raad voor cultuur zelf. Wat houdt dit precies in? Kan de staatssecretaris een eind maken aan de interpretatieverschillen die binnen deze raad leven over dit 'op de voet volgen', zodat duidelijkheid wordt verschaft aan de kunstwereld en alle gezelschappen die in deze periode en in komende jaren worden beoordeeld, weten waar ze aan toe zijn?

Voorzitter! Ik kom toe aan mijn laatste vraag. In de Djazzex-uitspraak heeft de rechter gezegd dat de staatssecretaris verplicht is zelfstandig te onderzoeken of een advies van de Raad voor cultuur zorgvuldig tot stand is gekomen. Hoe denkt de staatssecretaris bij toekomstige adviezen invulling te geven aan deze, door de rechter opgelegde, zelfstandige onderzoeksplicht?

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Mevrouw de voorzitter! Het is misschien nuttig om voordat ik op de vragen zelf inga, enige correcties aan te brengen op hetgeen is gesteld door de heer Dittrich en hetgeen in de kranten is verschenen. Op dit moment is er nog geen overeenkomst tussen het ministerie van OCW en Djazzex tot stand gekomen. Ondertekening van de minnelijke regeling wordt wel op korte termijn voorzien. De bij het voormalige Djazzex-gezelschap betrokken personen hebben echter voortijdig de publiciteit gezocht. In de regeling zoals die aan het ontstaan is, is verder nadrukkelijk geen sprake van een schadevergoeding. Het ministerie van OCW stelt wel als tegemoetkoming in de kosten van liquidatie en ter voorkoming van verdere procedures een bedrag van ƒ 500.000 ter beschikking. Dat is echter iets anders dan een schadevergoeding. De rechtbank heeft geoordeeld dat het besluit van de staatssecretaris van OCW om het subsidieverzoek van Djazzex af te wijzen, naar de wijze van totstandkoming onrechtmatig is. De rechtbank heeft daarbij vermeld dat daarmee nog niet is gezegd dat het besluit naar zijn inhoud onrechtmatig is. Dat zijn twee aparte zaken. Zoals al door de heer Dittrich is gezegd, heeft Djazzex tegen de afwijzing van het subsidieverzoek geen voorlopige voorziening gevraagd, waardoor het gezelschap is opgeheven. De rechtbank heeft de rechtsgevolgen van het bestreden besluit, stopzetting van de subsidie, dan ook in stand gelaten. Overigens trok de gemeente Den Haag haar subsidie aan het gezelschap al eerder in.

Ik kom bij problematiek die in de Volkskrant aan de orde is gekomen en die de heer Dittrich mij nu voorlegt. De interne problemen bij de Raad voor cultuur – gedeeltelijk overloopproblemen als gevolg van de samenvoeging van de vier oude kunstraden – die debet waren aan de door de rechtbank bekritiseerde wijze van totstandkoming van de afwijzende beschikking inzake Djazzex, behoren inmiddels tot het verleden. Procedures voor verslaglegging van bezochte voorstellingen – denk aan de bonnetjes en bewijsjes – en de daarop gebaseerde adviezen zijn intussen aangescherpt, teneinde herhaling te voorkomen. Ik zal in overleg treden met de Raad voor cultuur om mij te vergewissen van de effectiviteit van de genomen stappen en om kansen op herhaling tot een minimum te beperken. Ik zal ook de Kamer van de uitkomsten op de hoogte houden.

De Haagse rechtbank heeft voor het ministerie van OCW in bepaalde gevallen een onderzoeksplicht geformuleerd, terzake van de totstandkoming van de door de Raad voor cultuur uitgebrachte adviezen. Die onderzoeksplicht zal zorgvuldig worden ingepast in de eigen procedures die ten departemente bestaan voor het beheer van culturele instellingen.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoorden. Ik heb er goede nota van genomen dat hij in overleg treedt met de Raad voor cultuur om te zien hoe in de toekomst voorkomen kan worden dat adviezen op onzorgvuldige wijze tot stand komen. Hij zal de Kamer daarvan op de hoogte brengen. Dat vind ik op zichzelf belangrijk.

Ik mis in het antwoord van de staatssecretaris de slag naar de buitenwereld, naar de kunstwereld. Wij krijgen uit de kunstwereld reacties dat er wat onzekerheid is hoe de beoordeling in haar werk gaat. Ik roep de staatssecretaris op om contact met de kunstwereld te zoeken, om ook daar duidelijk te maken hoe adviezen tot stand zullen komen.

En wat het tot stand komen van die adviezen betreft, de staatssecretaris zei dat voorstellingen bezocht worden. Daarmee kom ik op een van de bezwaren in de kunstwereld. De leden van de Raad voor cultuur kunnen uiteraard niet zelf alle voorstellingen bezoeken, dus er zijn commissies ingesteld die weer voorstellingsbezoekers aanstellen. Ik zou graag van de staatssecretaris vernemen of dat deskundigen zijn, aan welke criteria zij moeten voldoen en welke rapportageverplichtingen zij hebben, opdat gezelschappen die in deze periode en in de komende jaren beoordeeld worden, ook daadwerkelijk weten hoe zo'n beoordeling tot stand komt. Mij bereiken toch te veel signalen dat de invloed van wat 'onzichtbare' mensen – niemand weet precies wie het zijn – en informatie van horen zeggen uiteindelijk de doorslag geeft om al dan niet subsidie toe te kennen. Het is logisch dat de staatssecretaris zich daar zelf niet zozeer inhoudelijk mee bemoeit, want daar is de Raad voor cultuur voor, maar vandaar ons pleidooi om dit zo transparant mogelijk te maken.

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Mevrouw de voorzitter! Voor alle duidelijkheid, ik zal ervoor zorgen dat de procedure voor het tot stand komen van adviezen voor de kunstwereld en voor de buitenwereld volstrekt transparant is. Dat behoort ook zo te zijn en dit punt staat op de agenda voor de discussie met de Raad voor cultuur bovenaan.

Verder heeft de heer Dittrich er volkomen gelijk in dat er geen interpretatieverschillen mogen ontstaan, opdat gezelschappen inderdaad precies weten waar zij aan toe zijn. Dat behoort ook bij dat hele begrip transparantie. Het heeft mijn hoogste aandacht en ik zal ervoor zorgen dat hierover met de Raad voor cultuur afspraken worden gemaakt. Er zijn inmiddels al correcties geweest binnen deze raad. Bij een groot deel van de gevallen ging het om interne problemen en overloopproblemen; er zijn stappen ondernomen om verdere problemen te voorkomen. Ik wil mij hiervan vergewissen en ik zal de Kamer hierover rapporteren, want ik vind het belangrijk.

De commissies stellen inderdaad voorstellingsbezoekers aan en je mag er natuurlijk van uitgaan dat dit mensen zijn die iets van deze sector afweten. Maar ik zal ook hierop terugkomen in de discussie met de Kamer, omdat ik vind dat de kans op herhaling van wat er gebeurd is, zo klein mogelijk moet zijn. Ik zal er na gesprekken met de Raad voor cultuur in een brief aan de Kamer op terugkomen.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! Klopt het dat de regering ƒ 500.000 schadevergoeding gaat betalen, ofschoon de rechter haar daar niet toe dwingt? Waarom? En waartoe?

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Mevrouw de voorzitter! Op dit moment is er nog geen overeenkomst tussen OCW en Djazzex tot stand gekomen. Wij voorzien ondertekening van een minnelijke regeling. Het gaat ons erom dat er nadrukkelijk geen sprake is van een schadevergoeding. Wel zijn wij bereid te kijken naar de mogelijkheid van een tegemoetkoming in de kosten van liquidatie en ter voorkoming van verdere procedures. In die zin zijn wij bereid eventueel een bedrag van ƒ 500.000 ter beschikking te stellen. Wij zijn nog aan het onderhandelen; het is wat onzorgvuldig in de publiciteit gekomen, maar de gang van zaken is precies zoals ik nu geschetst heb.

Mevrouw Visser-van Doorn (CDA):

Voorzitter! Wij danken de staatssecretaris voor zijn antwoorden, maar ik wil toch nog opmerken dat wij het van groot belang vinden dat het onderzoekswerk in alle provincies zorgvuldig verricht wordt. Hoe denkt de staatssecretaris ervoor te kunnen zorgen dat de beoordeling zo goed mogelijk, zo zorgvuldig mogelijk en aan de hand van eenduidige criteria plaatsvindt? Het kan toch niet ontkend worden dat ook voor kunstgezelschappen de bedrijfsvoering belangrijk is en dat ook zij tijdig moeten weten waar zij aan toe zijn.

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Mevrouw de voorzitter! In de laatste ronde waren er een kleine vijfhonderd aanvragen. Er zijn wat bedrijfsongevallen gebeurd, dus laten wij de problemen ook niet groter maken dan ze zijn, maar als er problemen zijn en als wij procedures kunnen verbeteren en transparanter maken, dan moeten wij dat doen. Ik zal daarover vrij snel in overleg treden met de Kamer.

Naar boven