Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor de volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Kaderwet bestuur in verandering (verlenging regeling Stadsregio Rotterdam) (26220);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Kieswet, ter nadere uitvoering van richtlijn nr. 93/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 6 december 1993 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (PbEG L 329) (26052);

  • - het wetsvoorstel Regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking (Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken) (26135);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet tot gemeentelijke herindeling van Lemelerveld (26273);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Faillissementswet met betrekking tot het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en effectenafwikkelsystemen.

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 1, 2 en 3 december:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1999 (26200-V);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1999 (deel Ontwikkelingssamenwerking) (26200-V);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1999 (26200-X).

Ik stel voor, aan de orde te stellen in de vergaderingen van 8, 9 en 10 december de gezamenlijk behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 1999 (26200-XV);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Spaarfonds AOW voor het jaar 1999 (26200-F).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in:

  • - de Contactgroep Groot-Brittannië het lid Weisglas tot lid in de bestaande vacature, het lid Balemans tot lid in plaats van het lid Van den Doel en het lid Rijpstra tot lid in plaats van het lid O.P.G. Vos;

  • - de Contactgroep Frankrijk het lid Cherribi tot lid in plaats van het lid Weisglas, het lid Udo tot lid in plaats van het lid Te Veldhuis en het lid Blok tot lid in de bestaande vacature;

  • - de adviescommissie Strategisch Overleg Informatievoorziening het lid Wilders tot lid in plaats van het lid Kamp.

Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik in de commissie voor de Werkwijze der Kamer de leden Augusteijn-Esser en Ravestein tot plv. lid in de bestaande vacatures.

Het woord is aan de heer Van Oven.

De heer Van Oven (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! De JBZ-raad zal op 3 en 4 december vergaderen. De vaste commissie voor Justitie en de algemene commissie voor Europese Zaken zullen dat op 26 november voorbereiden, maar tot op heden hebben ons geen stukken bereikt, hoewel wij de 15-dagenregeling kennen. Ik stel voor dat er bij de bewindslieden op wordt aangedrongen dat de stukken alsnog met de allergrootste spoed de Kamer bereiken, opdat wij toch nog iets van een deugdelijke voorbereidingstijd zullen hebben.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is opnieuw aan de heer Van Oven.

De heer Van Oven (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! Op 4 november heb ik schriftelijke vragen gesteld aan de ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken over de zaak-Pinochet. Op 10 november heeft de minister van Justitie laten weten dat die vragen zo spoedig mogelijk beantwoord zouden worden en dat hij niet aan het verzoek kon voldoen om dat in dezelfde week te laten plaatsvinden. Inmiddels is het 19 november. Uit radioberichten van gisteren hebben wij begrepen dat de minister voor Ontwikkelingssamenwerking zich inmiddels heeft uitgelaten over hetzelfde onderwerp, namelijk de kans dat een daadwerkelijke vervolging van Pinochet door Nederland met enige kans op succes zou kunnen plaatsvinden. Gezien die omstandigheden en het feit dat ons nog steeds geen antwoord heeft bereikt, stel ik voor dat er bij de minister van Justitie op wordt aangedrongen dat die antwoorden op de schriftelijke vragen nu zo spoedig mogelijk de Kamer bereiken, en wel uiterlijk deze week.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven