93ste vergadering

Woensdag 26 augustus 1998

10.15 uur

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Tegenwoordig zijn 148 leden, te weten:

Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib, Atsma, Augusteijn-Esser, Bakker, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek, Belinfante, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, De Boer, Bolkestein, Van Bommel, Bos, Brood, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Dankers, Van Dijke, Dijksma, Dijkstal, Dittrich, Van den Doel, Van Dok-van Weele, Duijkers, Duivesteijn, Eisses-Timmerman, Essers, Eurlings, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, De Graaf, De Haan, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hessing, Hillen, Van der Hoek, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, De Hoop Scheffer, Kalsbeek-Jasperse, Kamp, Kant, Karimi, Klein Molekamp, Van der Knaap, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Leers, Luchtenveld, Marijnissen, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Melkert, Middel, Van Middelkoop, De Milliano, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oplaat, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, Patijn, Poppe, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Reitsma, Remak, Van 't Riet, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp, Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Schreijer-Pierik, Schutte, Smits, Spoelman, Van der Staaij, Van der Steenhoven, Stellingwerf, Stroeken, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Timmermans, Udo, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Vendrik, Verbugt, Verburg, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Vliet, Voorhoeve, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders, De Wit, Witteveen-Hevinga, Van Zijl, Zijlstra en Van Zuijlen,

en de heren Kok, minister-president, minister van Algemene Zaken, Peper, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Van Aartsen, minister van Buitenlandse Zaken, Korthals, minister van Justitie, Hermans, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Zalm, minister van Financiën, De Grave, minister van Defensie, Pronk, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Netelenbos, minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Jorritsma-Lebbink, vice-minister-president, minister van Economische Zaken, de heren Apotheker, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, K.G. de Vries, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Borst-Eilers, vice-minister-president, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Herfkens, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de heren Van Boxtel, minister voor het Grote Steden- en Integratiebeleid, G.M. de Vries, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Benschop, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Cohen, staatssecretaris van Justitie, mevrouw Adelmund, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de heren Van der Ploeg, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Vermeend, staatssecretaris van Financiën, Van Hoof, staatssecretaris van Defensie, Remkes, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw J.M. de Vries, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, de heer Ybema, staatssecretaris van Economische Zaken, mevrouw Faber, staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de heer Hoogervorst, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Verstand, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en mevrouw Vliegenthart, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Scheltema-de Nie tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven.

Mevrouw Scheltema-de Nie:

plaatsvervangend voorzitter der commissie

Mevrouw de voorzitter! De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer W. Herrebrugh te Lelystad.

De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat hij terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor, hem toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient hij wel eerst de verklaringen en beloften af te leggen, zoals die zijn voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad 120.

De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen, het volledige rapport in Voorzitterde Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

De heer Herrebrugh is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen.

Ik verzoek de griffier hem binnen te leiden.

Nadat de heer Herrebrugh door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Ik wens u geluk met uw benoeming. Ik verzoek u, de presentielijst te tekenen en in ons midden plaats te nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven