Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragenvan het lid Lambrechts aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over het tekort aan stageplaatsen voor studenten van de PABO op de basisscholen.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! Dit weekeinde hebben wij opnieuw kunnen lezen dat er problemen zijn met het vinden van stageplaatsen voor PABO-studenten. In maart hebben we daarover voor het laatst met de minister gesproken. Hij liet ons toen weten dat er geen echt probleem is, althans niet zodanig dat de uitvoering in gevaar zou komen. Er is weliswaar sprake van krapte, maar niet van een echt tekort. Desalniettemin kondigde hij – omdat er sprake van een dreigend tekort was – passende maatregelen aan om het probleem te voorkomen.

Toch lezen we nu dat er 1500 tot 2000 plaatsen te weinig zijn. Is dit de minister bekend? En is dit conform zijn informatie? Heeft de minister het probleem misschien dan toch niet goed ingeschat? Wat is er terechtgekomen van die aangekondigde maatregelen die het probleem moesten voorkomen? Ik denk bijvoorbeeld aan uitwisselingsprojecten waarover we gesproken hebben en de extra stagecoördinatoren waarvoor extra middelen beschikbaar waren.

Minister Ritzen:

Voorzitter! Ik dank mevrouw Lambrechts voor hetgeen zij naar voren heeft gebracht. Door een groot aantal mensen in het land en in het parlement werd dit in verband gebracht met het succes van het onderwijsbeleid. Het streven namelijk is dat er meer mensen op de PABO terechtkomen. Het is mogelijk dat daarnaast automatisch de associatie met problemen is ontstaan, omdat succes alleen niet graag wordt erkend.

Ik ben verrast door het krantenbericht en door deze vragen. Er is namelijk niet één brief of één telefoontje op het ministerie binnengekomen waarin sprake is van dit probleem. Ik blijf bij de beantwoording van de eerder gestelde vragen. Sterker, ik onderschrijf ze tegen de achtergrond dat er toen sprake was van een studentenstop. Ik heb bij eerdere berichten laten bellen naar het desbetreffende college van bestuur van Haarlem. Het antwoord luidde dat er absoluut geen sprake was van verstrekkende consequenties in verband met problemen met stageplaatsen. Ik heb toen ook de inspectie ingeschakeld met de vraag of men daar iets wist van het probleem, maar ook daar werden geen alarmerende berichten afgegeven. Ik wil dus niet zo gemakkelijk op een bericht in de krant reageren. Wel wil ik de inspectie inschakelen om na te gaan of die prachtige wetgeving, waarin basisscholen verplicht zijn stageplaatsen te verschaffen, wordt nageleefd. Ook wil ik mij buigen over de vraag of PABO's in de problemen zijn gekomen omdat ze relatief weinig structurele contacten met basisscholen hebben. Ik stel dus voor dat ik de Kamer binnen twee weken laat weten welke stappen op dit terrein zijn gezet en wat het resultaat daarvan is.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Mevrouw de voorzitter! Ik dank de minister voor zijn kordate antwoord. Ik ben ook blij met wat hij voorstelt. Het lijkt mij heel goed om te kijken wat er feitelijk aan de hand is. Ook al is de minister er niet blij mee dat wij reageren op krantenberichten, niet alleen hij maar ook wij hebben er natuurlijk toch last van, omdat het een voortdurend gerucht en geluid is dat er op dat terrein tekorten zijn bij het vinden van stageplaatsen. Ik ben dus erg blij met dat onderzoek en de uitkomsten ervan, die ons zijn toegezegd.

Misschien kan ook meegenomen worden wat terechtgekomen is van het voorstel om extra consulenten aan te stellen en wat zij inmiddels gedaan hebben. Ik zou in het antwoord niet alleen willen horen of scholen aan hun verplichtingen hebben voldaan, maar ook of een stap verder kan worden gegaan en of kan worden gekeken naar de mogelijkheid om tot een soort van contract te komen tussen opleidingsinstellingen en scholen, waar beide participanten op aangesproken kunnen worden. Zo hebben wij en de minister er op langere termijn zicht op of wij de instroom aan PABO-kandidaten ook daadwerkelijk voor stages op de scholen kwijt kunnen.

Minister Ritzen:

Mevrouw de voorzitter! Ik zeg graag in aanvulling op mijn eerdere antwoord toe, dat ik de extra stageconsulenten en de contracten graag meeneem in de vervolgprocedure.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Ik feliciteer de minister met zijn succes. Ik wil niet gemeen zijn en zeggen dat hij had kunnen verwachten dat dit een probleem zou geven, maar alla.

Ik heb begrepen dat het aantal stageplaatsen wettelijk gelimiteerd is per school. Als dit zo is, is de minister dan bereid om te kijken naar een wettelijke opening op dit punt?

Minister Ritzen:

Mevrouw de voorzitter! Er is geen probleem bij de wettelijke beperking aan het aantal stageplaatsen per school. Er is wel een wettelijke verplichting om stagiairs op te nemen. Als ik kijk naar de 8000 basisscholen en het nog altijd betrekkelijk beperkte aantal PABO-studenten, zou daar alle ruimte voor moeten zijn. Voorlopig heb ik niet de indruk dat er beperkingen liggen in het wettelijke kader. Voorzover er problemen zouden zijn, bestaat op dit moment de indruk dat een aantal PABO's relatief beperkte contacten met scholen hebben, waardoor zij niet in staat zijn om met scholen betere afspraken te maken als het aantal PABO-studenten varieert. Ik zeg dit tegen de achtergrond van het gegeven dat er in het oosten van het land de afgelopen maanden nooit sprake is geweest van enige turbulentie, ook niet bij variërende aantallen PABO-studenten. Consistent zijn er twee of drie PABO's in het westen die problemen hebben, terwijl de ontwikkeling van de studentenaantallen bij die PABO's niet afwijkt van de ontwikkeling elders.

Het wettelijk kader hoeft dus niet te veranderen, maar ik wil die vraag meenemen bij de uitwerking van het actieplan, opdat zich de komende tijd geen problemen meer voordoen.

Naar boven