Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 24, 25 en 26 maart:

  • - de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten geleide van de notitie Wachttijden en tweedeling (25170, nr. 6); met maximumspreektijden van 10 minuten voor PvdA, CDA, VVD en D66, 5 minuten voor de overige fracties en 2,5 minuut voor de groep-Nijpels en het lid Hendriks;

  • - het wetsvoorstel Voorschriften betreffende onder meer instelling van voortgezette kunstopleidingen op het gebied van de muziek met ingang van het studiejaar 1998-1999 (25770).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 31 maart en 1 en 2 april:

  • - het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Gulpen en Wittem (25738);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Huisvestingswet (doorwerking ruimtelijk beleid) (25334);

de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet en de Provinciewet in verband met een aanpassing van de procedure tot benoeming van de burgemeester en de commissaris van de Koning (25444);

  • - het wetsvoorstel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van de bepaling inzake de benoeming van de commissaris van de Koning en de burgemeester (25620).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 7, 8 en 9 april:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van enige bijzondere bevoegdheden tot opsporing en wijziging van enige andere bepalingen (bijzondere opsporingsbevoegdheden) (25403);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod) (25437);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de kansspelen (speelautomaten) (25727);

  • - wetsvoorstel Wijziging van de Wet conflictenrecht huwelijk (25703).

Ik stel voor, aanstaande dinsdag te stemmen over de moties verzelfstandiging Rijksgebouwendienst, te weten:

  • - de motie-A. de Jong c.s. over het overhevelen van taken van Domeinen naar de Rijksgebouwendienst (25449, nr. 5);

  • - de motie-Hofstra c.s. over huisvestingskengetallen en kwantificering van doelmatigheidsprikkels (25449, nr. 6).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Voûte-Droste.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Inmiddels is de échte voorzitter van de commissie aanwezig!

De voorzitter:

Het woord is aan de "echte" voorzitter, de heer Vos.

De heer Vos (PvdA):

U bent jaloers, hè?

De voorzitter:

In het geheel niet.

De heer Vos (PvdA):

Voorzitter! Volgende week vindt de behandeling plaats van de Elektriciteitswet. Buiten de schuld van wie dan ook hebben zich met betrekking tot die behandeling al enkele vertragingen voorgedaan. Het is van belang dat deze zaak nu snel wordt afgewikkeld. Daarom vraag ik u namens het overgrote deel van de commissie voor Economische Zaken om ook de stemmingen de volgende week te laten plaatsvinden, zodat spoedig daarna de behandeling in de Eerste Kamer kan plaatsvinden en er verder geen vertraging optreedt. Dat zou problemen voor de bedrijfstak met zich brengen.

De voorzitter:

De "minder echte" voorzitter van de commissie is hedenochtend al bij mij geweest om over dit punt te overleggen, waarna ik de mogelijkheden heb bezien om dit wetsvoorstel de volgende week af te handelen; het gaat om een plenaire afronding. Mij is gebleken dat dit alleen op donderdag mogelijk is. Als wij 's ochtends met deze behandeling beginnen en de sprekers voldoende discipline in acht nemen, kunnen wij tegen het einde van de middag stemmen. Nogmaals, dit vergt enige discipline. Er moet vóór de avondpauze worden gestemd omdat in deze periode veel collega's hun donderdagavonden voor andere doeleinden gebruiken.

De heer Vos (PvdA):

Ik zal volgende week dinsdag in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken nog een keer melding maken van de terechte opmerkingen die u nu maakt. Als wij enige discipline in het debat kunnen inbrengen, moet wat u zegt zeker lukken. Ik begrijp in elk geval van u dat als dat lukt, wij ook kunnen afronden.

De voorzitter:

En als het niet lukt, ligt het aan u. Dat spreken wij af!

De heer Vos (PvdA):

Dat zal ik de commissie dinsdag mededelen.

De heer Weisglas (VVD):

Voorzitter! Voor alle zekerheid, want ik weet hoe de dingen soms gaan: als het niet lukt en het debat over de avondpauze heen gaat, wordt er die donderdag niet meer gestemd. Anders komen er leden echt in grote problemen, zoals u zelf al zei.

De voorzitter:

Ik denk dat wij dat met elkaar moeten afspreken. Dat is een eerbaar en oorbaar extra drukmiddel.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Stellingwerf.

De heer Stellingwerf (RPF):

Voorzitter! Ik wilde vragen om het verslag van het algemeen overleg over natuurcompensatie in verband met de verdieping van de Westerschelde, dat vlak voor het reces is gehouden, op de plenaire agenda te zetten voor de volgende week of de week daarna. Het heeft niet de grootste haast.

De voorzitter:

Wij zullen proberen daar ruimte voor te reserveren.

Het woord is aan mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Naar aanleiding van een bericht van vanmorgen in de Volkskrant over het kennelijke voornemen van het kabinet om een contingent mariniers naar de West-Sahara te sturen, zou de fractie van het CDA via u aan de regering een brief willen vragen. Wij willen vernemen of er een verzoek ligt om een dergelijk contingent troepen te sturen. Op welke termijn zou dat moeten geschieden? Heeft de Nederlandse regering reeds ingestemd met dit verzoek? Mijn fractie wil ook weten waar het nu precies om gaat. Wij vragen dus goede informatie over de berichtgeving van vanmorgen, graag op zo kort mogelijke termijn. Wij hebben begrepen dat de zaak dringt.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Ik sluit mij bij het verzoek aan en breid het graag nog iets uit. Los van het mogelijke aanbod dat de minister heeft gedaan, spelen er nog een aantal andere zaken. Er is eventueel een aanbod inzake Cyprus en een aanbod inzake Macedonië. Misschien kan de minister een overzicht geven van hetgeen wij horen via de wandelgangen en de media. De Kamer kan daar dan beter over oordelen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenografisch verslag van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven