Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. een koninklijke boodschap, ten geleide van het voorstel van wet Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet op de gevaarlijke werktuigen in verband met uitbreiding van het toepassingsgebied tot de mijnbouwsector (25030).

Deze koninklijke boodschap, met de erbij behorende stukken, is al gedrukt en rondgedeeld;

2. drie brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling, dat zij in haar vergadering van 1 oktober 1996 de haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers 24240, 24516 en 24269, heeft aangenomen.

De voorzitter stel voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

3. de volgende brieven:

drie, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, over deelname aan VN-vredesoperaties (25000-V, nr. 5);

  • een, over het kernstopverdrag (25000-V, nr. 6);

  • een, over het veilig vervoer van radioactief materiaal (25000-V, nr. 7);

een, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, over de uitvoering van de hulpverlening in het begrotingsjaar 1995 (25000-V, nr. 8);

een, van de minister van Justitie, over het wetsvoorstel Partiële wijziging van het Wetboek van Strafvordering (23251, nr. 15);

een, van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken, ten geleide van het plan van aanpak dat een overzicht geeft van alle te ondernemen initiatieven naar aanleiding van de parlementaire enquête opsporingsmethoden (24072, nr. 89);

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, over de ontwikkeling van een loopbaanbeleid voor het topkader van de Nederlandse politie (24764, nr. 4);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de toekomst RIOD (25000-VIII, nr. 5);

twee, van de staatssecretaris van Defensie, te weten:

  • een, over het Defensie meerjarenplan milieu (DMPM) (25000-X, nr. 4);

  • een, over het Defensie materieelkeuzeproces (DMP) (25000-X, nr. 5);

zeven, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, over de twee vrachtbrieven behorende bij de lading van het in de Bijlmermeer verongelukte El Al-vliegtuig (22861, nr. 17);

  • een, ten geleide van de reactie van de Raad voor de luchtvaart van 19 september 1996 inzake de luchtvrachtdocumenten van het op 4 oktober 1992 in de Bijlmermeer verongelukte vrachtvliegtuig van El Al (22861, nr. 18);

  • een, ten geleide van de nota Vervoermanagement onder de titel "Uitgekiend" waarin de stand van zaken met vervoermanagement is opgemaakt (23653, nr. 2);

  • een, over verkeersongevallenregistratie (24722, nr. 3);

  • een, over geluidszonering van het vliegveld Seppe (25000-XII, nr. 4);

  • een, ten geleide van het plan van aanpak Transport in balans (25022, nr. 2);

  • een, over de Dakota-vliegramp (25031);

  • een, van de minister van Economische Zaken, ten geleide van de agenda van de Europese Onderzoekraad op 7 oktober onder Iers voorzitterschap (21501-13, nr. 34);

  • twee, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, over werkgrenswaarden (25000-XV, nr. 6);

  • een, over de ontwikkelingen ten aanzien van de nieuwe wetgeving ZW en AAW/WAO (25024);

  • twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over euthanasie (23877, nr. 11);

  • een, over herstructurering Ziekenfondswet (25027).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

4. de volgende brieven:

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, ten geleide van afschriften van de zogenaamde septembercirculaire;

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake wetsvoorstel OKF/BVE (24666) waardebepaling en verevening;

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van het rapport van de Inspectie gezondheidsbescherming (IGB) inzake de aanwezigheid van residuen van beschrijvingsmiddelen in textiel.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

5. een brief van G.A. van Beek, inzake verzoek toezicht uit te oefenen op de procureur-generaal van de Hoge Raad der Nederlanden bij de behandeling van een klacht wegens onbehoorlijke rechtspraak, bij hem ingediend door een Nederlands burger.

Deze brief ligt op de griffie ter inzage. Kopie is gezonden aan de betrokken commissie.

Naar boven