Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. vier koninklijke boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Wijziging van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (financieringsmodel) (25193);

Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake afwijking van de bevoegdheidseisen ten behoeve van leraren in opleiding (25197);

Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een nieuwe regeling van informatievoorziening en van de Wet van 7 juli 1993, Stb 405, in verband met de besteding van nascholingsgelden (regeling informatievoorziening) (25198);

Goedkeuring van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Canada tot voortzetting van het op 4/5 december 1986 tot stand gekomen verdrag inzake de opleiding van eenheden van de Nederlandse strijdkrachten in Canada (25199).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

drie, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van het verslag van de Algemene Raad van de ministeriële IGC-vergadering (21501-02, nr. 188);

  • een, ten geleide van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Albanië inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden (25204);

  • een, over het Nederlandse beleid ten aanzien van Turkije (25206);

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, ten geleide van zes fiches die werden opgesteld naar aanleiding van het overleg door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (22112, nr. 77);

drie, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, over het verdwijnen van minderjarige asielzoekers uit Nederland naar de prostitutie in België (19637, nr. 237);

  • een, over een snelle overdracht van de strafvervolging naar Frankrijk van uit Frankrijk afkomstige drugstoeristen (25000-VI, nr. 35);

  • een, over de inbraak bij het LRT (25208);

vier, van de staatssecretaris van Justitie, te weten:

  • een, over alleenstaande minderjarige asielzoekers (19637, nr. 232);

  • een, over de situatie in Oost-Zaïre (19637, nr. 234);

  • een, over de situatie in Somalië (19637, nr. 235);

  • een, over voorzieningen aan uitgeprocedeerde asielzoekers in ROA-woningen (19637, nr. 236);

een, van de staatssecretaris van Justitie, de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, ten geleide van de vierde voortgangsrapportage Stappenplan Asielbeleid (19637, nr. 233);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over Oprichting Stichting Computerbemiddeling Onderwijs (25209);

een, van de minister van Financiën, ten geleide van de Rijksrekening 1994 (25205);

een, van de staatssecretaris van Financiën, over terugwerkende kracht in fiscale regelgeving (25212);

een, van de staatssecretaris van Defensie, ten geleide van de antwoorden op de mondelinge vragen gesteld door het lid Van Ardenne-van der Hoeven tijdens het ordedebat van 26 november 1996 met betrekking tot bodemsanering Defensie (25000-X, nr. 49);

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de stand van zaken rond de invoering van de EMAS-verordening (24572, nr. 16);

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, ten geleide van het ontwerptracébesluit Kortsluitroute (22589, nr. 114);

  • een, over het beleid ten aanzien van de historische luchtvaart (25207);

een, van de minister van Economische Zaken, over mededingingsrechtelijke activiteiten met betrekking tot de voetbalrechten (25210);

twee, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, te weten:

  • een, ten geleide van de agenda van de Raad van landbouwministers (21501-16, nr. 161);

  • een, over het recente geval van BSE (bovine spongioforme encephalopathie) bij een rund in Duitsland (24668, nr 9);

twee, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, ten geleide van de nota naar aanleiding van het verslag Wet sociale werkvoorziening (24787, nr. 6);

  • een, ten geleide van het eindrapport van de werkgroep "Financieringssysteem van de Algemene Bijstandswet" (25201);

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid (22187, nr. 48);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over Wijziging van de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (25188, nr. 4);

twee, van de minister en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over de zorgvernieuwing in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) (25000-XVI, nr. 47);

  • een, inzake het Nederlandse voorzitterschap Europese Unie (25110, nr. 13);

een, van de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van antwoorden op vragen die gesteld zijn tijdens het algemeen overleg over het Beleidskader Preventieve en Curatieve Jeugdzorg 1997-2000 op 11 december 1996 (24885, nr. 4).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, over parlement Belarus;

een, van de minister van Justitie ad interim, inzake richtlijn socialezekerheidsfraude;

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake het inspectierapport "Examens 1996 getoetst";

een, van de minister van Economische Zaken, inzake het ICT-Benchmark Information and Communication Technology-onderzoek, dat is uitgevoerd door Booz Allen & Hamilton;

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, ten geleide van een brief aan de Europese Commissie inzake Casema;

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ten geleide van het verslag van de in oktober 1996 gehouden 84ste (Maritieme) zitting van de internationale arbeidsconferentie.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

4. de volgende adressen:

een, van R.G.H. Collet te Enschede, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1992 en 1993;

een, van mevrouw E.A. van den Berghe-Hegemaate te Gorinchem, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1993 t/m 1995;

een, van Jan Dikker Holding BV te Valkenswaard, met betrekking tot WIR-faciliteit c.q. investeringsaftrek;

een, van mevrouw E.C. den Draak te Dordrecht, met betrekking tot kwijtschelding van een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 1995;

een, van A.A.J.J. Debel te Gorinchem, met betrekking tot aftrek arbeidskostenforfait;

een, van mevrouw M. Gerlofs-Bies te Ried, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 1994 en 1995;

een, van mevrouw A. Jutte-Melrose te Den Helder, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en omzetbelasting;

een, van W. Blokland te Rotterdam, met betrekking tot een aanslag in de inkomstenbelasting over 1993;

een, van mevrouw W.M.A. Louwers te Amersfoort, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 1994.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

5. de volgende brieven:

een, van H. ten Brink, over vluchtelingen c.q. asielzoekers;

een, van R. Aalders c.s., over politieonderzoek bodem Nijmegen.

Deze brieven liggen op de griffie ter inzage. Kopie is gezonden aan de betrokken commissies.

Naar boven