Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wolffensperger.

De heer Wolffensperger (D66):

Voorzitter! Naar aanleiding van het ordedebat dat vorige week dinsdag in deze Kamer is gevoerd over de televisie-uitzending waarin het handelen van VVD-fractievoorzitter Bolkestein centraal stond, verzoek ik u om op korte termijn plaats in te ruimen voor een debat over de spelregels die gelden voor leden van de Tweede Kamer. Als u daar een formele basis voor wilt, vraag ik u te agenderen enerzijds de notitie die u ons op verzoek van de Kamer hebt toegezonden – waarvoor onze dank – en anderzijds de antwoorden op de terzake gestelde vragen. Gezien de aanleiding tot dat debat, lijkt het mij verstandig dat minister Borst van Volksgezondheid als vertegenwoordiger van het kabinet bij die discussie aanwezig is.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit debat morgenmiddag te hebben bij aanvang van de vergadering en daarvoor de volgende spreektijden vast te stellen: 10 minuten voor de fracties van CDA, PvdA, VVD en D66, 5 minuten voor de overige fracties en 2,5 minuut voor de groep-Nijpels en de heer Hendriks.

Ik moet één uitzondering maken; het kan zijn dat er vragen aan de heer Bolkestein worden gesteld. Hij moet natuurlijk gelegenheid hebben de vragen te beantwoorden. Daarbij zal dus souplesse moeten worden betracht. Ik neem echter aan dat niemand daar bezwaren tegen heeft. Er is dan toch enige guidance voor een debat dat terzake en ook flitsend is.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Hoop Scheffer.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! Het vele zinloze geweld in het Midden-Oosten, met name het conflict tussen Israël en de Palestijnen, heeft geleid tot verschillende politieke stellingnames, onder andere binnen de Europese Unie, met daarbij de nodige problemen. Dit heeft een standpuntbepaling van de Europese Unie tot gevolg gehad die kennelijk aan de overzijde van de Atlantische Oceaan, in Washington, weer tot gefronste wenkbrauwen heeft geleid. Kortom, voorzitter, alle aanleiding om de Kamer te verzoeken de regering een brief te vragen over de actuele stand van zaken in het Midden-Oosten. Hierbij zal dan met name, zoals ik zonet al zei, aan de orde moeten komen de manier waarop de Europese Unie tot een standpunt is gekomen, wat dat standpunt exact is en hoe zich dat in de transatlantische relatie verhoudt tot het standpunt van de Amerikanen. Ik vraag die brief ook naar aanleiding van opmerkingen die staatssecretaris Patijn van Buitenlandse Zaken vanmorgen voor een van de radiozenders heeft gemaakt. Het spreekt voor zich dat wij dan in de commissie verder zullen bezien wat wij met die brief moeten doen.

Mevrouw Verspaget (PvdA):

Voorzitter! Ik steun nadrukkelijk het verzoek van de heer De Hoop Scheffer. Ik zou daarbij de brief graag aangevuld zien met het standpunt dat door de Nederlandse regering is ingenomen en met een verslag van de bespreking van de heer Arafat gisteren met de ministers van buitenlandse zaken.

De heer Van den Bos (D66):

Ik sluit mij hierbij aan, voorzitter.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Ik wil het verzoek van de heer De Hoop Scheffer ook onderschrijven. Het zinloze geweld dat daar plaatsvindt, is inderdaad ten hemel schreiend. Het gaat mij in dit verband niet alleen om de transatlantische relaties; ik zou deze brief ook aangevuld willen zien met de mogelijkheden die de Nederlandse regering ziet om in het kader van bilaterale betrekkingen nog extra inspanningen te leveren.

De heer Weisglas (VVD):

Voorzitter! Ik sluit mij graag aan bij de vragen die door de heer De Hoop Scheffer zijn geformuleerd, aangevuld door mevrouw Verspaget.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Lansink.

De heer Lansink (CDA):

Voorzitter! Wij hebben enkele dagen geleden van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een brief ontvangen over de positie van de academische ziekenhuizen in het kader van de Wet modernisering universitaire bestuursorganisatie. Deze brief en de ontwikkelingen in Tilburg zijn voor mij aanleiding om de minister nog enkele vragen te stellen. Ik verzoek dus om heropening van de beraadslaging over het wetsvoorstel MUB.

De voorzitter:

Dan stel ik stel voor, de stemmingen uit te stellen tot volgende week en de heropening te doen plaatsvinden óf onmiddellijk na de stemmingen, indien de minister hier is, óf vanavond na de dinerpauze.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het Presidium heeft met eenparigheid van stemmen besloten, te stellen in handen van:

a. de vaste commissie voor Justitie:

  • - het wetsvoorstel Instelling van vaste colleges van advies van het Rijk op het terrein van het ministerie van Justitie (Wet adviesstelsel Justitie) (24881);

b. de vaste commissie voor Financiën:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (bevordering van de werkgelegenheid in aangewezen gebieden) (24880);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de loonbelasting 1964 (beperking aftrekbare kosten terzake van criminele activiteiten) (25019);

c. de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Tracéwet, houdende nadere aanwijzing van enige gevallen waarin die wet wordt toegepast, alsmede een nadere inpassing van hogerewaardenbesluiten krachtens de Wet geluidhinder en enkele andere verbeteringen (25018);

d. de commissie voor de Werkwijze der Kamer:

  • - de brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken over afstemming Reglement van orde op de Kaderwet adviescolleges (24888).

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 11 november:

  • - van 11.15 uur tot 18.30 uur van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de nota Werk en zekerheid (25010);

  • - van 11.15 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de Cultuurnota 1997-2000 (25013);

maandag 25 november:

  • - van 11.15 uur tot 18.30 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over het Wetenschapsbudget 1997 (25008);

maandag 10 februari 1997:

  • - van 11.15 uur tot 18.30 uur van de vaste commissies voor Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de beleidslijn ruimte voor de rivier.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven