Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend
in het debat over de tarieven van de Nederlandse Spoorwegen,
te weten:
- de motie-Rosenmöller over nieuw overleg met de
NS (25600 XII, nr. 25);
- de motie-Van den
Berg/Schutte over het medegebruik van NS-OV-jaarkaarten door scholieren (25600 XII, nr. 26).
(Zie vergadering van 10 december 1997.)
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.
De heer Poppe (SP):
Mevrouw de voorzitter! Ook ik heb op redelijk hoge toon, evenals GroenLinks,
de PvdA, D66, het CDA en de kleine christelijke fracties de tariefverhogingen,
met name in de spits, aan de kaak gesteld. De motie op stuk nr. 25 is een
goede weerslag van deze brede kritiek en moet dus ook een redelijke kans van
slagen hebben. Na zoveel getoonde verontwaardiging, haast Kamerbreed, zal
de motie de steun van alle genoemde fracties moeten hebben. Indien dat niet
gebeurt, wordt de geloofwaardigheid van de politiek behoorlijk geweld aan
gedaan.
De voorzitter:
Mijnheer Poppe, een stemverklaring behoort geen politiek statement te
zijn.
De heer Poppe (SP):
En daarom, mevrouw de voorzitter, zal de SP consequent de moties op de
stukken nrs. 25 en 26 steunen.
In stemming komt de motie-Rosenmöller (25600-XII, nr. 25).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks,
de SP, de PvdA, het GPV, de SGP, de RPF, de groep-Nijpels, de CD en het lid
Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen,
zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van den Berg/Schutte (25600-XII, nr. 26).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks,
de SP, de PvdA, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV,
de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige
fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.